Retribution Gospel Choir – 3


RetributionGospelChoir-3-CD[cd, Chaperone/Konkurrent]


Voor wie enkel de band Low kent, kan zich denk ik moeilijk voorstellen dat er ooit een hard geluid uit zal komen. Aan de andere kant is het ook merkwaardig om altijd maar kalme muziek te maken. Maar van deze Mormoonse groep, hun achtergrond komt in de teksten nog wel eens subtiel naar boven komen drijven, verwacht je rustige, breed uitgesponnen muziek of wellicht meer sacrale muziek. De vorige Low bassist Zak Sally leeft zich ook al eens uit in Enemymine, dat hij deelt met Godheadsilo leden. Zanger/gitarist Alan Sparhawk laat zich eveneens dikwijls van een andere kant horen met zijn blues-rock project Black-Eyed Snakes, zijn blues-dubband Los Besos, zijn avant-garde project Elegy (met Jessica Bailiff), het eenmalige wave/synthpop bandje Hospital People (wederom met Zak Sally) en zijn solo gitaarplaat. Maar de echte openbaring, excuus voor de woordkeuze, komt als hij in 2008 het gelijknamige debuut van zijn rockband Retribution Gospel Choir het licht laat zien. Hierop maakt Alan onvervalste, stevige rock. Dat doet hij samen met superdrummer Eric Pollard die ook in No Wait Wait te vinden is (samen met Marc Gartman die de Low documentaire Closer Than That heeft gemaakt) en de huidige bassist van Low Steve Garrington. In 2010 verschijnt de tweede, simpelweg 2 geheten, waar het er al een stuk venijniger aan toe gaat. Doordat Sparhawk over zo’n kenmerkende stem bezit, klinkt het altijd wel als een harde versie van Low; hier komt hij ook soms desperaat uit de hoek, maar dan gewoon veel harder. RGC brengt vorig jaar nog de vier nummers tellende 7” The Revolution EP waarop ze rocken en doorstomen als nooit ervoor.


Nu is er dan de hele opvolger, die wederom eenvoudigweg 3 heet. Niet moeilijk doen als je boodschap eenvoudig is: keihard, vrijuit en bevlogen willen rocken. Alleen de ruit op de hoes verraadt iets van hun achtergrond. Maar het is even wennen, want ze brengen slechts 2 tracks die rond de 20 minuten klokken. In de opener “Can’t Walk Out” beginnen ze gestructureerd, totdat de pedalen ingedrukt worden. Weg kop en staart en gaan! Het heeft even geduurd eer deze muziek is geland, al is dat gezien deze structuur eigenlijk ook niet zo gek. Alan Sparhawk gaat helemaal los en zijn gitaar scheurt overal naar toe, naar aardse stonerrock, psychedelische spacerock en energieke krautrock. Rock, rock en nog eens rock. Steengoed. Dan heb ik het nog niet eens gehad over het acrobatische, maar uiterst beheerste basspel en de werkelijk maniakale drumwerk. Ze lijken Alan op innovatieve wijze te achtervolgen. Uiteindelijk weet hij er toch een staart aan te breien en land. Dat wil zeggen om het volgende stuk “Seven” in te luiden. Hier is de geweldige gitarist Nels Cline (Nels Cline Trio, Wilco, Million Dollar Bashers, Geraldine Fibbers, Carla Bozulich, Scarnella, Thurston Moore) te gast die voor extra diepgang zorgt, geestelijk en ruimtelijk. Dit nummer vliegt minder uit de bocht, maar weet op psychedelische wijze wel te transcenderen. Het klinkt misschien stom, maar RGC klinkt nu wellicht meer dan ooit als een andere, unieke band en behoeft ook geen referenties. Driemaal is dan ook scheepsrecht. Het is dynamisch, rauw, gedreven, verrassend en bij de lurven grijpend. Ik houd zelf meer van kortere nummers, maar als ze zo goed zijn als deze kan ik enkel respectvol zwijgen.




door Jan Willem Broek

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.