Zea – The Swimming City

The-Swimming-City[cd, Makkum Records/Clear Spot]

Hoewel Arnold de Boer van Friese komaf is, uit Makkum om precies te zijn, is hij helemaal ingebed in de Amsterdamse muziekscene. Dat doet hij in eerste instantie met Remko Muermans in Zea. Die laatst genoemde verlaat de band voor de liefde in Rusland. Arnold gaat op eigen kracht onverminderd verder met het maken van ijzersterke muziek en brengt met Zea in totaal vier albums uit die ertoe doen. Drie ervan op het onvolprezen Transformed Dreams label en de laatste, The Beginner (2010), op het eigen Makkum Records. Ook brengt hij een handvol singles en split-singles uit met Persil, Kanipchen-Fit, Fonda 500 en Xavier Charles uit. Vanaf 2009 is Arnold de Boer de vervanger van de vertrekkende zanger G.W. Sok van The Ex. Hij vervult die grote rol met glans, maar beschikt dan ook over een pakkend en prettig energiek stemgeluid. De Zea album zijn eveneens gespeend van die energie, niet alleen de zang maar ook de muziek. Hij bouwt die muziek doorgaans op rond stuiterende beats, scherpe gitaren, smaakvolle elektronica en samples, die hij van zijn fijne zang voorziet. Dat alles met de juiste dosis humor en cynisme. Op zijn laatste album zijn voor het eerst ook Afrikaanse elementen (songthema’s, stemsamples, duimpiano geluiden) terug in zijn muziek, wat alles te maken heeft met zijn vele reizen naar Ghana en Ethiopië. Hij gaat alle kanten op en blijft toch klinken als Zea, hetgeen niet alleen knap is maar ook zeer genietbaar. Arnold de Boer is een absolute klasbak, die een unieke sound in huis heeft.
Ondanks zijn vele werkzaamheden met The Ex, waar ik hem ook graag hoor, heeft hij gelukkig ook nog tijd gevonden om zijn vijfde album The Swimming City te voltooien. Op zijn vorige werken is Arnold de Boer voor ongeveer 100% verantwoordelijk voor alles, maar hier is er plek voor menig gastmuzikant. Zo zijn de Zweedse saxofoonvirtuoos Mats Gustafsson (Peter Brötzmann en vele andere projecten), de Franse klarinettist Xavier Charles (Ensemble X), de toetsenist Oscar Jan Hoogland (The Ambush Party, Royal Improvisers Orchestra, CCQ), zangeres Esther Kluft (zijn vroegere buurmeisje en de dochter van de bakker) en diverse (stem)samples van onder meer Khalid Hammaoui te horen. Toch brengt Arnold nu zijn meest intieme en sobere album tot nu toe. De elektronica stuitert nog wel, maar in een lege flipperkast en tussen de botten van een skelet. Ze brengen structuur, maar vullen niet de ruimte. Zijn gitaarspel neigt soms haast naar een desolate versie van een Toeareg band. Dat is al goed te horen in de opener “Sub Specie Ludens”, waar Gustafsson voor de prettige, jazzy afleiding op de saxofoon zorgt en Arnold de boel lardeert met bijzondere elektronische klanken. Ook hierna lijkt muziek meer ten dienste te staan van hetgeen hij zeggen wil en daarmee weet hij je niet alleen diep te raken maar ook op pakkende wijze mee te slepen. Twee van de 12 nummers zijn zelfs opgenomen in een mede door hem opgezette studio in Ghana. De betrokkenheid, invoelbaarheid en meegaandheid met andere culturen valt te prijzen en is ook terug te horen in de muziek. Zijn visie op alledaagse en minder gangbare zaken vertaalt hij op uiterst eigenzinnige wijze naar mini soundtracks, die op bijzondere wijze muzikaal ingekleurd worden. Minder fragmentarisch en meer binnen een fraaie songgerichte omlijsting gevangen. Hoewel, gevangen, het blijft een vrije manier van muziek maken,die het verschil weet te maken. Het album is ook niet wars van kritiek, want in “De Zwemmende Stad” hoor je Khalid Hammaoui op indringende wijze vertellen over hoe hij op zijn vijftiende van Amsterdam terug gaat naar Marokko en hoe hij twee jaar later weer immens verlangt naar Amsterdam. Hij wil doorgraag terugkeren, maar hoe moeilijk Nederland het hem maakt is exemplarisch. Heerlijk cynisch klinkt dan op de achtergrond dan “Aan de Amsterdamse Grachten” naast de ongrijpbare beats en elektronica. En zo weet hij telkens een eigengereide draai aan alles te geven. Er valt heel veel te beleven. Op verbluffende wijze nestelt hij zich hier ergens tussen The Ex, Colin Stetson, Hauschka, Dntel, Tamikrest, Pascal Plantinga,, Conquering Animal Sound, Dan Geesin, Nick Drake, Tyrannosaurus Rex (luister voor de laatste twee referenties maar naar “Dark Minded Me”) en met de nuchterheid van Plan Kruutntoone of eigenlijk de nuchterheid van een echte, trotse Fries. Dat laatste komt al helemaal mooi naar voren in de hartverscheurende slottrack “Ik Kin Der Net By”, waar hij voor het eerst in zijn primaire taal, het Fries, zingt over zijn stervende moeder en de relatie met zijn ouders. Het is een zeer emotioneel en hartverwarmend einde van een contemplatief, intrigerend en groots werk. Arnold de Boer heeft het goud dat hij al in handen heeft weten te verzilveren naar platina. En dat alles is ook nog eens verpakt in een prachtig kartonnen doosje met songteksten en een poster met alle pislocaties in Amsterdam. Ja daar kan je gerust je plasje over doen. Subliem!

door Jan Willem Broek

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.