S. Carey – Range Of Light

Scarey-rangeoflight[cd, Jagjaguwar/Konkurrent]

De Amerikaanse, afgestudeerd klassiek percussionist Sean Carey komt uit een heel muzikaal gezin. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij in de muziek belandt. Dat is in eerste instantie in de groep Small Towns Burn A Little Slower en snel daarna als bandlid van het eerste uur in Bon Iver. Hij heeft een voorkeur voor jazz, dus zijn bandkeuzen zijn op zijn minst opmerkelijk te noemen. In 2010 debuteert hij solo als S. Carey met zijn droomplaat All We Grow, waarop hij een begenadigd singer-songwriter blijkt. Er zijn mede door de dikwijls hoge zang zeker wel raakvlakken, maar ook genoeg verschillen met Bon Iver. Hij incorporeert naast jazz ook minimal music, neoklassiek, folk, rock, lichte experimenten en traditionele muziek in zijn brede geluid. Zijn veelal etherische zang, soms opgewaardeerd tot koorzang, gaat vergezeld van pianopartijen, akoestische en elektrische gitaren, innemende percussie, strijkers en andere geluiden. Het levert fragiele, melancholische hybriden op met genoeg scherpe randen. In 2012 verschijnt nog het tussendoortje Hoyas Ep. Gezien zijn activiteiten voor Bon Iver valt een pauze in zijn solocarrière wel te begrijpen.
Toch is er nu zijn tweede album Range Of Light. De titel ontleent hij aan hoe zijn held, de Schotse natuurvorser, schrijver en natuurbeschermer John Muir, de Sierra Nevada noemt als hij die voor het eerst aanschouwt. Ik stel me een mistige ochtend voor met de opkomende zon en dan een plaatje vergelijkbaar met de hoes van de cd. Hoe het ook zij, Carey heeft negen nieuwe stukken geschreven en daarmee gaat hij meteen sterk van start. De muziek sluit zeker aan op het debuut, maar de composities zitten sterker in elkaar en hij heeft iets meer nadruk op het percussie deel gelegd. Voor de muziek heeft hij gebruik gemaakt van zijn vrienden die hem deels live ook ondersteunen, te weten Nick Ball (gitaar, trombone, zang), Zach Hanson (programmering, banjo, harmonium, mixing, zang), Jeremy Boettcher (contrabas, fender rhodes), Ben Lester (pedal steel, hammond, percussie, productie, synthesizer, vibrafoon), Kip Jones (viool), Chris Thompson (blaasinstrumenten), Phala Tracey (harp) en Bon Iver voorman Justin Vernon (banjo, hammond, arrangementen, zang). De percussie- en alle toetsinstrumenten neemt Carey voor eigen rekening. En uiteraard ook weer die fluweelzachte zang, die iets minder frequent de hoogte ingaat. De muziek kent vaak jazzy elementen en pianoklanken, maar die gaan mooi op in de kruisbestuivingen van folk, indie, modern klassiek en Americana. Soms heel sober en op andere momenten royaal uitpakkend met strijkers, blazers en koorzang. Telkens weet hij fraai te variëren, ook binnen de nummers zelf. Het is allemaal wel zeer melancholisch, intiem, emotioneel geladen en vol bezinnende pracht. De muziek komt op eigenzinnige wijze ergens uit tussen Sufjan Stevens, Jonsí, Dakota Suite, Talk Talk, Spokane, Steve Reich, Philip Glass, Ben Christophers, Nils Frahm en natuurlijk Bon Iver. Ik vind zelfs dat hij die laatste hier overstijgt. Een wonderschoon en betoverend album, waarbij Carey zich als soloartiest definitief op de kaart heeft gezet.

door Jan Willem Broek

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.