Jan Willem’s TOP20’22

We hebben een aantal vreemde jaren achter de rug, maar 2022 was er eindelijk eens één zonder beperkingen en onderbrekingen door Covid, al waren de boosters er nog wel altijd en kwam de “gewone” griep er voor terug. Maar we konden weer volop naar concerten, uit eten en andere publieke plekken. De afstand tussen elkaar is weer wat kleiner geworden; fysiek in elk geval. Ook de muziek zat weer in de lift en al verschenen er nog wel wat lockdown albums, maar ze waren er steeds minder. Was 2022 een sterk muziekjaar? Jazeker, maar ook één waar de grote uitschieters wat ontbraken. Dat is niet negatief bedoeld, want er zat gewoon veel op een hoog niveau. Leuke pop- en alternatieve acts, weelderige wereldalbums en ook topstukken in de broodnodige buitencategorie. En er waren fantastische concerten van onder meer The Notwist, Wet Leg, Meskerem Mees, SOON, Peter Hook, Combo Qazam en meer, dikwijls in de Vera dat na veel omzwervingen door Nederland echt mijn lievelingsclub is geworden.

Het was ook duidelijk een drukker recensiejaar met maar liefst 502 recensies (al waren het er ooit in mijn jongere jaren 800+), waarvan 46 in de NNM-serie (Nieuwe Nederlandse Muziek) en de rest in het Schaduwkabinet of enkele labelspecial, verspreid over 49 weken; ik heb inderdaad maar 3 weken niks geschreven. Zoals ieder jaar hoop ik dat er meer Subjectivisten zich aansluiten, maar anders ga ik gewoon stug in mijn eentje door. De muziek is altijd goed gezelschap.

De eindlijst van dit jaar bevat -traditioneel, zou ik haast zeggen- weer de 20 albums, die mij het meest geraakt hebben dan wel het meest gedraaid zijn of andere redenen. Met sommige gebruikelijke artiesten en hopelijk ook weer wat verrassingen. Deze lijst is altijd gebaseerd op hele albums, die ik voorbij heb laten komen in het Schaduwkabinet, de NNM-serie en mijn Senzor AM mixen. De scheidslijn wat het wel heeft gehaald en niet is dun en geheel subjectivistisch. Zo hebben Maria BC en Wet Leg één van de sterkste nummers dit jaar afgeleverd, maar waren de hele albums voor mij minder sterk dan de rest. Soms weet je het meteen en bij anderen groeit het en is dus soms ook het jaar te kort. En dan heb ik vast nog veel gemist. Het was een jaar met veel sterke acts uit Nederland, waarbij Mountaineer, SOON, Machinefabriek/ Rutger Zuydervelt, Miriam Moczko, LAVALU, Conrad Freling, GGGOLDDD, Beachdog, The Lovecraft Sextet, Dina, Chabliz, Kairos Collective, Eerie Wanda, Horizon (WAT een geweldig artwork ook!) , Combo Qazam, The World Of Dust, Rick Treffers en vast nog meer het door de overdaad net niet tot de eindlijst geschopt hebben, maar zeker de aandacht verdienen. Overdaad schaadt, maar hopelijk niet de schoonheid van al die muziek! Het is tevens een jaar van veel prachtige wereldse muziek geworden, muziek die me vaak nog meer verrast dan de reguliere en nu meer dan ooit aanwezig is in mijn lijst. En er zitten er twee uit 2021 tussen, maar die waren hier pas in dit jaar verkrijgbaar. Vergeet ook niet, dat dit slechts bijzaak is, want iedere release telt!

Zoals altijd zal ik in van 20 naar nummer 01 toe de albums plaatsen, voorzien van eerdere recensies of delen ervan (tussen de aanhalingstekens), de weeknummers waarin ik de recensie geschreven heb plus eventueel extra commentaar. De overige nummers 21 plaats daarna in alfabetische volgorde eronder (en dan vergeet ik ook hier vast nog wel wat). Hierna verschijnen er ook nog twee edities van Senzor AM met daarin nummers uit die TOP20. Dan is het jaar echt even helemaal klaar.

Ik wil eenieder die mij bevoorraad heeft enorm bedanken, ook al koop ik nog (graag) genoeg. Tevens een bedankje naar degenen die me gelezen dan wel van commentaar voorzien hebben. Ik wil proosten op een gelukkig, gezond en uiteraard muzikaal 2023!

 

20. Fontaines D.C. – Skinty Fia (cd, Partisan)
“In 2014 werd in een dronken het eerste zaadje geplant om een nieuwe band te beginnen, die een punk versie van de Beatles moest worden. Fontaines noemden ze het, maar de oorspronkelijke gitarist verliet het premature project en in 2017 maakt de groep een doorstart als Fontaines D.C. met Grian Chatten (zang, tamboerijn, gitaar, accordeon), Carlos O’Connell (gitaar), Conor Curley (gitaar,), Tom Coll (drums, percusse) en Conor Deegan III (bas). De rest is haast geschiedenis zou ik willen zeggen over deze band, want ze hebben met hun debuut Dogrel (2019) niet alleen zichzelf maar ook de muziekscene van Dublin, waar ze vandaan komen, op de kaart gezet. Hun mix van post-punk, wave, noise en rock werkt zeer aanstekelijk en zit erg goed in elkaar. Hun drang om het anders te doen is goed hoorbaar op hun tweede album A Hero’s Death (2020), want deze pakt een stuk ingetogener, donkerder, indringender en minder elektronisch uit. Daarbij laveren ze nog wel door de genoemde genres, maar meer op eigenzinnige wijze. Ze ontpoppen zich ondanks de titel tot nieuwe muzikale helden. Het album wordt terecht voor diverse prijzen genomineerd. Ze zijn nu terug met hun derde worp Skinty Fia. De titel komt van een krachtterm, die als je het letterlijk vertaalt zoiets betekent als “vervloek het hert”. Ze trekken de lijn door van hun vorige album, maar voegen er ook weer wat meer elektronica en melodieën aan toe. Daarbij weten ze het allemaal nog meer emotioneel geladen aan te pakken. De cd opent met het werkelijk prachtige “In Ár gCroíthe Go Deo”, ofwel “voor altijd in ons hart”, die meteen de toon weet te zetten. De 10 tracks die ze hier in bijna drie kwartier de revue laten passeren zijn zo eigengereid en steengoed. Het zijn een stel jonge honden, die overlopen van het talent en een boodschap hebben. Het album is namelijk voor een deel ook een aanklacht tegen de steeds meer geprivatiseerde cultuur in Ierland, die het gevaar loopt de weg op te gaan van het uitgestorven Ierse reuzenhert. Niet voor niets is de band tegenwoordig in London gevestigd. Het wemelt van de hoogtepunten op dit album. Ik ga ook geen referenties noemen, omdat ze gewoon hun eigen referentie zijn geworden. Tegendraads maar toegankelijk en botsend doch bezinnend. Vervloek het hert, wat een geweldig album!.”
Week 17: Redelijk vroeg in het jaar levert deze groep al dit pareltje af en meteen al jaarlijstwaardig, waarvan acte!

 

19. Maybeshewill – No Feeling Is Final (cd, The Robot Needs Home Collective)
“In 2005 richten de studenten Robin Southby (gitaar, synthesizers, programmering) en John Helps (gitaar) uit Leicester de instrumentale band Maybeshewill op. De groeit uit van een kwartet tot kwintet en bestaat tegenwoordig verder uit James Collins (drums, percussie), Matt de Burgh Daly (piano), Jamie Ward (bas, synthesizers, programmering). Het levert vier albums op vol met de betere luid post-rock, die ze dikwijls larderen met prog rock en neoklassiek. De laatste is in 2014 verschenen. Maar in de kont van vorig jaar, hier net erna te krijgen, hebben ze dan eindelijk hun vijfde album No Feeling Is Final uitgebracht. En deze lange pauze is kennelijk nodig geweest en heeft z’n vruchten afgeworpen, want ze laten hier in 10 nummers van samen goed 50 minuten lang zich van hun beste kant zien. De messen zijn geslepen en hun gedachten zijn op een rijtje gezet. Er gaat overal een zekere necessiteit van uit. Het album is dan ook geboren uit ergernis over het feit dat ze het gevoel hebben te leven in een wereld die op zelfvernietiging afstevent. Bosbranden, zeespiegels die stijgen en dat soort zaken. Mag ik daar zelf stormen in een periode waar geen stormen horen te zijn aan toevoegen? Zelf zeggen ze er verder nog het volgende over:
“Aangezien de slechtste neigingen van de mensheid worden verdedigd door de machthebbers; woede, angst, hebzucht en apathie. We zien elk onrecht, elk conflict, elke catastrofe op onze schermen opvlammen. We blijven zelfgenoegzaam en consumeren om onze medeplichtigheid aan de structuren en systemen die dat gedrag ondersteunen te vergeten. Terwijl de wereld op de rand van een ramp balanceert, zuchten we en blijven we scrollen, waarbij het ongemakkelijke gevoel in onze maag ons elke dag een beetje meer aanvreet. Hoe gemakkelijk het ook zou zijn om uit te schakelen en te doen alsof alles verloren is, er is geen andere keuze dan betrokken te blijven. Om dat gevoel van hopeloosheid opzij te zetten en de angst en frustratie als brandstof te gebruiken om er iets positiefs van te maken.”
Het album is bedoeld als een boodschap voor hoop en solidariteit. Dit alles is voelbaar in elke porie. Geen enkel stuk muziek lijkt zo maar op te staan. Ze combineren harde gitaren, subtiel pianospel en innovatieve elektronica met stem, zang, koorzang, viool, altviool, cello, eufonium en trombone, wat door een handvol aan gastmuzikanten gebracht wordt. Maybeshewill brengt die hard zacht post-rock die wel doet denken aan onder meer Mogwai, Mono en Explosions In The Sky in combinatie met de hardere muziek van Envy en de emotionele verstilde lading zoals Anoice en Hammock dat kunnen brengen. Tel daar de met beats gelardeerde math/post-rock van 65daysofstatic bij op en je krijgt een aardig beeld van het soort muziek. Maar dat zegt nog niks over hetgeen de groep hier wil uitdragen. Dat ervaar je echt pas als je het zelf ondergaat. En als je er niks bij voelt, dan houdt het op. Het is voor mij hun magnum opus geworden!”
Week 08: Aan dat laatste heb ik weinig toe te voegen. Deze kwam eigenlijk in de staart van 2021 uit, maar was hier niet eerder dan dit jaar verkrijgbaar.

 

18. The Bullfight & Guests – Some Divine Gift (Brandy Alexander)
“The Bullfight behoort tot één van de betere en eigenzinnige bands van eigen bodem. Ze hebben een geluid in huis dat met gemak de landgrens kan oversteken om fans van onder meer Nick Cave & The Bad Seeds, The Doomed Bird Of Providence, Tindersticks, The Triffids, The Dresden Dolls, 16 Horsepower en Tom Waits te bedienen. Dat het grote publiek ze nog niet omarmd heeft, komt wellicht door hun bescheiden aanpak en zeker niet door de hoogwaardige kwaliteit van de muziek. Ze maken doorgaans folk rock met een donker randje en toch ook een dikke knipoog. The Bullfight is geformeerd rondom tekstschrijver Nick Verhoeven (zang) en muziekschrijver Thomas van der Vliet (gitaar, samples, mellotron, philicorda, piano, omnichord, orgel), tevens labeleigenaar van Brandy Alexander Recordings. De groep bestaat verder uit André van den Hoek (drums, percussie), Eddie Kuijpers (bas, contrabas), Tim Moerkerken (Fender Rhodes, piano) en Esther Vroegindeweij (viool). Het is een beetje afhankelijk wat je allemaal meerekent, maar ze hebben volgens mij nu 7 albums op hun naam staan. Hun laatste album Eggs & Marrowbone (2019), hun “murder ballads” album, schopt het zelfs tot mijn jaarlijst en ik noem het (volkomen terecht natuurlijk) een monumentaal kunstwerk met internationale allure! Er hebben bijna 100 artiesten aan meegewerkt, zoals Henk Schiffmacher, Meindert Talma, Mick Harvey, Klaas Knooihuizen, Theo Sieben, Bart Chabot en Erwin Zijleman. Niet alleen muzikaal maar ook aan het 120 tellende kunstboek dat erbij zit, waarin je thematisch gerelateerde tekeningen, gedichten, foto’s, schilderijen, etsen en collages vindt. Hier kan je nooit meer in de buurt komen zou je denken.

Nu is hun volgende album Some Divine Gift een heugelijk feit, dat ze als The Bullfight & Guests hebben uitgebracht. “Guests” dat dan met alle respect dan niet over de fraaie gastbijdrage van Dick Ronteltap op de saxofoon gaat, maar over de vocale gastbijdragen. Het nieuwe project heeft de focus gelegd op het fenomeen spoken word. De band heeft daarvoor de afgelopen twee jaar uiteenlopende zangers en zangeressen uitgenodigd een kale spoken word bijdrage aan te leveren; één zonder muziek dus. Dat heeft een lijst opgeleverd om U tegen te zeggen, want de het zijn Barry Hay (ex-The Golden Earring), Spinvis, Mark Ritsema (Spamodique, Raskolnikov, Cobraz), David Boulter (Tindersticks) en diens vrouw Veronika Boulterova, de legendarische Henry Rollins (Rollins Band, Black Flag), Daisy Cools en Alex Roeka die de vrije hand kregen qua interpretatie en invulling. The Bullfight heeft dat vervolgens muzikaal ingelijst met hun typische folk en pop noir, zij het soms ook met een jazzy en filmische inslag en waarbij bovenstaande referenties blijven staan. Het heeft 9 tracks opgeleverd, waarbij in de resterende twee tracks de vocale partijen door de fraaie donkere zang van Nick ingekleurd worden. Hij heeft wat dat betreft een stapje terug moeten doen hier, maar dat zou ik ook met liefde doen voor deze gasten. Dat alles is ook zeer gevarieerd, twee Nederlandse stukken van Spinvis en Alex Roeka, een Portugese van Daisy en de rest in het Engels, waarbij Nick als enige ter afwisseling zingt. Ze maken allemaal een diepe indruk, ook als je eventueel van hun oorspronkelijke projecten geen fan bent. Rollins wist vroeger te imponeren met harde, felle teksten maar heeft hier op meer rustieke wijze hier zo’n enorme impact. Of wat te denken van de meer rauwe voordrachten van Barry Hay, Mark Ritsema en David Boulter, die zo uit een rokerige Tarentino- of David Lynch-film lijken te komen, de poëtische inbreng van Spinvis en Alex Roeka, het mysterieuze van Daisy Cools en ga zo maar door. Zelfs als je voorheen niet van spoken word hield, dan wordt je er hier spontaan verliefd op, met bergen kippenvel bovendien. Dat heeft tevens te maken met de prachtige decors die The Bullfight hier heeft omheen heeft gebouwd, die alle stemmen zo schitterend uit de verf laten komen. Het gaat van het ene naar het andere hoogtepunt. Maar er is een tweede reden voor het “& Guests”, want 9 verschillende kunstenaars, te weten Jaco Putker, Bianca van der Werf, Wytse Sterk, James Johnston, Gary Alford, Henk Schiffmacher, Hélène Bautista, Bastiaan Mol en Sabine Vissers, hebben een uniek kunstwerk gecreëerd bij elke track. Dat is met name op de lp versie (plus cd) groots, maar de cd versie heeft ze ook in fraaie miniaturen. In de slottrack eindigt Roeka met de woorden: “Het grootse geluid van de stilte”. Bij dit meesterwerk geldt tevens dat je stil wordt door de grootsheid ervan. Een waar totaalkunstwerk. Goddelijk!”
Week 39 (NNM): Officieel kwam deze in week 45 uit, maar ik mocht al eerder een tipje van sluier lichten. Ik had graag meer dan twee tracks aan jullie laten horen, maar die zijn er helaas niet online. Dus luister vooral ook mijn Senzor AM die volgt. Hoor je echt dat je deze blind aan moet schaffen. Ja moet!

 

17. The Doomed Bird Of Providence – A Flight Across Arnhem Land (cd, 10 to 1 Records)
“Vanaf hun oprichting in 2009 ben ik verknocht aan de sound die The Doomed Bird Of Providence aan de dag legt. Deze band rond de Australische maar vanuit Londen opererende multi-instrumentalist en zanger Mark Kluzek brengt een eigenzinnige mix van darkfolk en post-rock, waarbij het duistere, veelal bloedige koloniale verleden van Australië, zijn land dat hij achtergelaten, dikwijls centraal staat. In feite hebben hij en de zijnen de “murder ballad” tot de ultieme kunstvorm verheven; het vertelt de waarheid, maar het wordt ook nog eens fraai en op indrukwekkende wijze verpakt. Dat zowel met zang als geheel instrumentale muziek, zoals op hun laatste, derde album Burried.Into The Soft Sky (2017) en mini album Rumbling Clouds Of War Hover Over Us (2020). Op het vierde album A Flight Across Arnhem Land, zijn de vocalen weer volop aanwezig en ik vind dat toch net iets mooier en indrukwekkender dan zonder. Hoewel ons eigen Arnhem tijdens WOII zomaar de inspiratiebron had kunnen zijn voor de nieuwe nummers, zijn het teksten afkomstig uit Australische kranten uit de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw die de blauwdrukken leveren. Kuzek zocht naar verhalen die een open einde hadden dan wel onopgelost zijn gebleven. Arnhemland, vernoemd naar het Nederlandse schip “De Arnhem” en die weer naar de stad, is een groot gebied in het noordwesten van Australië. Sinds 1931 is het een reservaat voor de Aborigines, dat ook het gebied is waar de didgeridoo en de slangenhalsschildpad vandaan komen. En bekend van de vele rotstekeningen, maar dit alles geheel terzijde. Kluzek (zang, accordeon, bas, piano, trompet) stipt wellicht niet direct iets aan over de bewogen geschiedenis, maar indirect natuurlijk wel. Hij mag daarbij rekenen op drummer Ian Hothersall, gitarist Richard Acton (Limn), violiste Joolie Wood (Current 93, Sun Dial), fluitiste/celliste/klokkenpeelster Katie English (Isnaj Dui, Littlebow, The Owl Service) en altvioliste Rachel Laurence plus gasten op ukelele, melodica, gitaar, tuba, banjolin en klarinet, waaronder de legendarische gitarist Simon Finn. En dan is Mark Beazley (Rothko) nog eens verantwoordelijk voor de mastering van het geheel. In bijna 40 minuten serveren ze 16 zwaar op de hand maar niet op de maag liggende tracks, die weer een blend van de genoemde geluiden laten horen en diepe indruk weten te maken. De emotioneel geladen, verhalende, licht geknepen en soms vervaarlijk klinkende zang van Kluzek speelt daarin een zeer belangrijke rol. Het zijn korte verhalen, die geschiedenis en realiteit, schoonheid en minder fraaie zaken des levens en intense melancholie met elkaar vermengen. Daarbij moet je denken aan een kruisbestuiving van Current 93, The Black Heart Procession, Dirty Three, A Hawk And A Hacksaw, Hungry Ghosts, Kiss The Anus Of A Black Cat en The Long Dead Sevens. Van hoogtepunt naar hoogtepunt. Dat alles is ook nog eens gestoken in een prachtig kunstzinnig box, ontworpen door Judi Dansfield Kuepper. Een werkelijk schitterend totaalkunstwerk!”
Week 28: Van het ene naar het andere totaalkunstwerk. Ja, het is wat het is!

 

16. L&S – When The Vowels Fall (cd, Sérotine Records/ Tractor Notown / Konkurrent)
“Lectori salutem! Een nieuw muzikaal leven na een voltooid muzikaal leven, dat is iets wat zeker op zanger, schrijver en grafisch ontwerper G.W. Sok, het alias van Jos Kleij, van toepassing is. Na 30 jaar, van 1979 tot 2009 om precies te zijn, sluit hij het dikke boek met de legendarische band The Ex, in goede handen achterlatend bij zanger/gitarist Arnold de Boer, om vervolgens vele andere boeken en hoofdstukken open te slaan dan wel te schrijven. Een nieuw verworven vrijheid om allerlei andere, veelal avontuurlijke projecten aan te gaan. Dat levert inmiddels alweer een imposant oeuvre op met projecten als Cannibales & Vahinés, King Champion, The And, Sounds, Surplus 1980 Collectiv Ensembl With G.W. Sok, Coddiwomple en OMA, maar ook als graag geziene gast bij L’Étrangleuse, Oiseaux-Tempête, Zoikle, Two Pin Din, Chapi Chapo & Les Petites Musiques De Pluie, Detective Instinct, Action Beat, The Bent Moustache, Year Of Birds, Gran Kino, FiliaMotSa en meer, alwaar hij ook stevig zijn stempel drukt. In die laatst genoemde band, zoals vaker wel één uit Frankrijk, leert hij ook gitarist Anthony Laguerre kennen, die hiernaast ook te vinden is in Praag, Club Cactus, Piles, IKI en Myotis. Beide artiesten delen de meer avontuurlijke en experimentele muzikale aanpak, die keer op keer intrigerende en sterke releases opleveren. Nu hebben beide het project L&S in het leven geroepen, dat bestaat uit de eerste letter van hun beider (artistieke) achternamen. Medeklinkers, terwijl hun debuutalbum When The Vowels Fall heet, ofwel “wanneer de klinkers vallen”. Ze worden hierbij bijgestaan door gitarist Eric Thomas, drummer Jean-Michel Pirès (Bed, Headphone, Yann Tiersen, Club Cactus, The Married Monk, Bruit Noir, Mendelson) en het L’Orchestre Du Gradus Ad Musicam. Dat orkest uit Nancy levert onder leiding van dirigent François Legée 8 violisten, 3 altviolisten, 4 cellisten, 2 contrabassisten, 2 klarinettisten, 1 fluitist, 2 hoboïsten, 2 trompettisten, 2 hoornspelers, 2 trombonisten, 1 tubaspeler en 1 percussionist. En in de slottrack mogen ze op nog eens een gastoptreden van violist Bastien Pelenc rekenen. Dat is niet alleen op papier al een geweldige samenstelling, ook in de praktijk pakt dit groots uit in hun 8 stukken van samen bijna 49 minuten lang. In basis brengen de twee alternatieve rock met een filmische en poëtische inslag, die minder tegendraads is dan je wellicht van hen gewend bent. Maar vergis je niet, de melancholie en de gevoelens die ze erin hebben verwerkt hakken er aardig in (op positieve wijze dan). De klassieke instrumenten strijken de boel bepaald niet glad, maar accentueren enkel de emoties en weten de impact van de muziek op een fraaie wijze een beetje zachter te laten landen. De teksten van G.W. Sok zijn voor deels geïnspireerd door gedichten van onder meer Allen Ginsberg en Jacques Prévert maar ook door de indrukwekkende laatste woorden van George Floyd (de Afro-Amerikaanse man uit de VS, die tijdens een arrestatie door een politieman in 2020 is vermoord). De sterke teksten en muziek weten al een diepe indruk te maken, hetgeen door de zeggingskracht van de zang, half-zang en spoken word van G.W. Sok naar een nog hoger niveau getild wordt. Ze opereren op het kruispunt waar het experiment, avant-garde, rock, klassieke muziek en kunstzinnige schoonheid samenstromen. De dag dat G.W. Sok niet meer weet te verrassen moet echt nog geboren worden en wat mij betreft gebeurt dat nooit. Beide heren leveren hier met hun gasten namelijk echt een onnavolgbaar meesterwerk af.”
Week 39 (NNM): Ik hou gewoonweg enorm van die stem van G.W. Sok. Ook zijn bijdrage aan Baby Fire en Oiseaux-Tempête weten het verschil te maken en zijn links en rechts hier ook terug te vinden.

 

15. VanWyck – The Epic Tale Of The Stranded Man (cd, Excelsior Recordings/ Christine Oele)
“Christine Oele, die opgroeide in Nieuw-Zeeland, start haar muzikale carrière ooit in de bands Hit The Boom en Nevada Drive. Ze maakt pas echt furore met het naar haar oma’s achternaam vernoemde project VanWyck. Dat hoofdstuk is ze voorzichtig gestart met een epee in 2015, maar groeit uit tot een volwaardig boek als haar 3 meer dan indrukwekkende albums em>An Average Woman (2018), Molten Rock (2019) en God Is In The Detour (2020). Ze eindigen allen in mijn TOP20, respectievelijk op de derde, zesde en tweede plek, hetgeen betekent dat ik haar nogal hoog heb zitten. Ze omringt zich altijd met geweldige muzikanten, die haar muzikale ideeën op schitterende wijze van franje voorzien. Daarbij is haar prettig droefgeestige en narcotiserende zang, door haar achtergrond in het perfect Engels, één van de “oorvangers”. Haar muziek nestelt zich op tijdloze en zinnenstrelende wijze ergens uit tussen altcountry, folk, singer-songwritermuziek en Americana noir. Ze is echt van een absolute buitencategorie en kan wereldwijd hoge ogen gooien.

Na haar drie eerste albums in eigen beheer, al dan niet in samenwerking met Concerto Records, is haar nieuwe, vierde album The Epic Tale Of The Stranded Man op het Nederlandse kwaliteitslabel Excelsior Recordings uitgebracht. Ik heb het blind aangeschaft en ondanks de kwaliteit van haar voorgaande werken, blijft het natuurlijk spannend wat je dan precies voor je kiezen krijgt. Het is een meer conceptueel album geworden, waar een verhaal aan vooraf gaat, dat ook in het Engels op de achterkant van het album afgedrukt staat. De vertaling is als volgt:

Een man spoelt aan op een eiland. Hij is zwaar gewond en weet niet meer waar hij vandaan komt. Een vrouw neemt de gestrande man op en probeert hem weer gezond te krijgen. Ze vertelt hem verhalen over haar eiland. Vreemde verhalen over vreemde bewoners, over monsters die in grotten op de loer liggen, meisjes die zeewier verkopen en zwervers die de waarheid kennen. In de koortsdromen van de gestrande man vermengen haar verhalen zich met de schaduwen uit zijn getroebleerde verleden.

Hoewel het normaal de uit het leven gegrepen zaken zijn die van haar muziek voorzien worden, is het dus nu een fictief verhaal. De muziek doet echter niet minder persoonlijk aan, dus wellicht is dit bovenstaande verhaal ook meer een metafoor voor hetgeen in het echt gebeurt. Hoe dan ook klinkt ze meer “bevrijd”, waarmee ik bedoel dat de muziek wat extroverter en soms luider klinkt en wat losser is qua invulling. Dat alles met behoud van de melancholie, intensiteit, schoonheid en genres van weleer. Naast haar vaste muzikale partner Reyer Zwart (bas, akoestische/elektrische gitaar, keyboards), mag ze rekenen op Rowin Tettero (drums), JP Hoekstra (akoestische/elektrische gitaar), Marieke de Bruijn (viool), Jacob Plooij (viool), Mark Mulder (altviool) en Jos Teeken (cello). Daarmee is het aandeel van de strijkers substantieel toegenomen, hetgeen haar muziek van een nog tijdlozer en fraaier vernis voorziet. Eigenlijk weet ze, hoewel dat gezien het ontzaglijke niveau van de vorige albums en zonder deze ook maar voor een millimeter te degraderen, haar muziek naar een nóg hoger niveau te tillen. Er lijkt echt geen maat te staan op VanWyck. Ik kan zeggen dat wereldartiesten als Nick Drake, Tanita Tikaram, Randy Newman, Chantal Acda, Cowboy Junkies, Sandy Denny en Mazzy Star terug te horen zijn in hun sound, maar feit is eigenlijk dat ze hun eigen referentie zijn geworden. VanWyck levert een toonaangevend, louterend, bezinnend en meesterlijk prachtig totaalalbum af, dat van hoogtepunt naar hoogtepunt gaat!”
Week 14 (NNM): Deze zangeres heeft nog nooit niet in mijn jaarlijst gestaan. Goud levert ze keer op keer. Ik vond dit album heel sterk, maar haar vorige drie gewoon net iets beter. Maar nog altijd zo goed voor mij, dat ze in de jaarlijst finisht, zij het iets minder hoog (maar wat is hoog op de ruim 500 releases?).

 

14. Imarhan – Aboogi (cd, City Slang/ Wedge / Konkurrent)
“De Toeareg-cultuur en -muziek weet de wereld al 20 jaar te fascineren en levert zelfs tot navolging in het Westen. Dat heeft er echter ook voor gezorgd dat veel van die producties naar de VS worden verbannen. Mdou Moctar, Group Inerane, Tamikrest en Tinariwen zijn dan de namen die daarbij horen. Imarhan, een groep uit Tamanrasset (Algerije), is sinds 2008 de stem van de jonge verloren Toeareg-generatie, die wordt vergeten door de Algerijnse, Nigeriaanse en Malinese regeringen. Ze willen tevens de ideeën die de Westerse luisteraars hebben gekregen over de gepopulariseerde Toeareg muziek ontmantelen. Ze hebben een eigen studio in eigen land gebouwd om hun statement kracht bij te zetten. Je zou het als een protest kunnen zien, maar ook om een roep gezien en gehoord te worden; dat ook namens generatiegenoten. De groepsnaam betekent dan ook “degenen waar ik om geef”. Ze hebben inmiddels de eigenzinnige en bovenal prachtige albums Imarhan (2016) en Temet (2018) vol met de betere “desert blues”, ook wel “assouf” geheten, uitgebracht. Nu zijn ze terug met hun derde album Aboogi, wat ook de naam van hun studio is, waarop het vijftal 11 nieuwe songs serveert. Ze werken met een goede 10 gastmuzikanten samen, waaronder ook heel opvallend Gruff Rhys (Super Furry Animals). Hun heerlijke receptuur hebben ze alleen maar verbeterd. De muziek bestaat uit warm melancholische assouf, die zo zou passen op de prestigieuze compilatiereeks “Desert Blues”, een tot nu toe drieluik van dubbel-cd’s die in 1995, 2002 en 2008 zijn verschenen. Dit is muziek die je niet hoeft te verstaan om het te begrijpen. Als woordvoerders van de nieuwe generatie spreken ze over de link met de natuur, onderdrukking, verloren jeugd maar ook en vooral over hoop en strijd. Met zanderige gitaarriffs, ongepolijste zang en betoverende koren, en poëtische teksten weten ze zich te onderscheiden. Toch klinkt het allemaal wat meer droefgeestig, hetgeen misschien ook wel ingegeven is door de rare tijd waarin we leven. Desondanks levert dat wel weer een onderscheidend prachtalbum op, om grenzeloos van te genieten!”
Week 04: Ik vind dit echt één van de beste bands in het genre en heb deze met enige regelmaat gedraaid (ook live). En vroeg in het jaar en een blijvertje.

 

13. Bruno Bavota & Chantal Acda – A Closer Distance (cd, Temporary Residence / Konkurrent)
“De Nieuwe Nederlandse Muziek-serie heeft zoals de titel aangeeft een duidelijke focus, maar niets is helemaal in beton gegoten. Dus stel ik me flexibel op als de Italiaanse pianist Bruno Bavota samen met de Nederlandse, weliswaar in België woonachtige, zangeres/muzikante Chantal Acda iets heeft uitgebracht. Ik hoop dat jullie me dat vergeven.

De uit Napels afkomstige pianist Bruno Bavota brengt sinds 2010 zijn muziek naar buiten. Dat eerst nog in eigen beheer maar later op labels als Psychonavigation, Dronarivm, Lizard, Sono Luminus en het prestigieuze Temporary Residence. Met de piano creëert hij zowel traditionele en neoklassieke als meer vrije en minimal music. Je kunt hem gerust ergens tussen Nils Frahm, Max Richter, Fabrizio Paterlini, Dustin O’Halloran, Ludovico Einaudi, Lubomyr Melnyk, Bruno Sanfilippo en Federico Albanese plaatsen. Zijn muziek weet vrijwel altijd tot de verbeelding te spreken en is van een intense pracht.

Chantal Acda beschikt voor mij over één van de allermooiste stemmen uit de muziekwereld, die je altijd op zachte wijze weet te narcotiseren en troosten. Ik leer haar kennen als Chacda en ben al snel verkocht en verknocht aan haar muziek. Daarna volgen er naast vele albums onder haar eigen naam ook legio met diverse projecten, te weten Distance Light & Sky (met Chris Eckman (Dirtmusic, The Walkabouts) en manlief Eric Thielemans), Sleepingdog (met Adam Wiltzie (Stars Of The Lid, A Winged Victory For The Sullen, The Dead Texan, Aix Em Klemm)), i-H8 Camera, Stasola, Isbells, Marble Sounds, True Bypass (met Craig Ward), Nu Nog Even Niet, Machinefabriek/Rutger Zuydervelt en COHO LIPS (met Styrofoam). Haar solowerken, die je wellicht onder droomfolk kunt scharen -al schuwt ze het experiment bepaald niet- verschijnen op uiteenlopende labels als Zeal, Glitterhouse, Gizeh en Sub Rosa, terwijl die van de diverse projecten ook belanden op Glitterhouse, Matador, Jezus Factory, Zeal, Muze en Lykill. Eigenlijk redelijk bescheiden voor de wereldse pracht die ze uitbrengt.

Bruno Bavota (piano, akoestische gitaar, synthesizer, effecten) en Chantal Acda (zang) brengen nu hun gezamenlijke album A Closer Distance uit op Temporary Residence. Ze hebben elkaar zo’n zeven jaar geleden ontmoet en dat was muzikale liefde op het eerste gezicht, waaruit het plan werd geboren om samen iets te doen. Dat heeft 9 songs opgeleverd van samen bijna een half uur lang. De muziek van beide lijkt ook werkelijk voor elkaar gemaakt, waarbij de gemene delers de dromerigheid en zachtheid zijn. Als twee rookpluimen kringelt hun muziek in en om elkaar om zo een stevig nieuw vlechtwerk te vormen. Daar zitten allemaal kleine experimenten en subtiele geluiden doorheen verweven, die voor een zekere gelaagdheid zorgen. De emotievolle muziek weet diepe snaren te raken, maar wordt ook zo fraai gedoseerd door de pianoklanken die haast als een melancholische druppelaar fungeren. En dan zit je aan een infuus waar tot de verbeelding sprekende, verdovende muziek je aderen ingaat en waar de immer schitterend zalvende zang van Chantal Acda je helemaal een ticket naar dromenland bezorgt. Ze is soms ook dubbel aanwezig als haar eigen achtergrondzang er nog eens een extra laagje vernis overheen legt. De twee leveren hier een geweldig album af, waarbij je van begin tot eind drijft in een droefgeestige poel vol schoonheid.”
Week 40 (NNM): De stem van Chantal Acda moet ooit door Unesco tot werelderfgoed benoemd worden, zo mooi is die. Dit ietwat korte album met de fantastische Italiaanse pianist Bavota mag er ook weer wezen.

 

12. Gloria de Oliveira & Dean Hurley – Oceans Of Time (cd, Sacred Bones / Konkurrent)
“Gloria de Oliveira is een Duits-Braziliaanse zangeres, producer, songwriter, labelbazin (La Double Vie), visueel artieste, muziekregisseur en actrice. Een echte alleskunner. Naast haar eigen muziek heeft ze nu het album Oceans Of Time gemaakt met de Amerikaanse geluidsontwerper Dean Hurley, die al jarenlang intensief samenwerkt met David Lynch. Die combinatie is niet alleen op papier al heel interessant, ook hun muziek mag er wezen. Ondanks dat de Atlantische oceaan tussen hen inzat, hebben ze een coherent en uiterst sfeervol album weten te maken, dat twaalf nummers telt en bijna 40 minuten lang is. Ze omringen zich met diverse violisten, altviolisten en een cellist. De cd opent filmisch met veel strijkers (“Intro”) en gaat dan op uiterst mysterieuze wijze over in een ambientachtig stuk (“Im Nebel”) met Duits spoken word. In de derde track gaat de muziek open als een bloem en ontvouwt zich een weelderig en weemoedig geheel dat een gelaagde combinatie is van dark ambient, wave, lichte experimenten, shoegaze en droompop, die behoorlijk doen denken aan de muziek van het 4AD label uit de jaren 80 en 90. Sowieso doet de zang van Gloria regelmatig denken aan die van Elizabeth Fraser van de Cocteau Twins, waar ze muzikaal gezien ook zeker raakvlakken mee hebben. Andere referenties zijn onder meer Swallow, Grouper, Birds Of Passage, This Mortal Coil, Bowery Electric, Zola Jesus en Beach House. Ook brengen ze nog de fraaie song “All Flowers in Time” (Bend Towards The Sun), een niet uitgebrachte song van Jeff Buckley die deze met Elizabeth Fraser heeft gezongen. Wat een adembenemend droomdebuut!”
Week 38: Ja en dat is het! Een soort herboren Cocteau Twins en dan toch anders. Heel heel mooi!

 

11. Pierre-Yves Macé & Sylvain Chauveau – L’Effet Rebond (Version Iridium / Version Silicium) (2cd, Sub Rosa)
“L’Effet Rebond, uitgebracht op het vooruitstrevende label Sub Rosa, is niet één album, maar bestaat uit twee parallelle albums, gemaakt door de twee Franse vrienden Pierre-Yves Macé en Sylvain Chauveau wiens muzikale paden elkaar als zo’n 20 jaar kruisen. De werken zijn beide wel geboren uit hetzelfde originele materiaal, te weten een paar nummers met gitaar, piano, harmonium en zang opgenomen door Sylvain Chauvea. De teksten in het Frans, Engels en Japans zijn zeer korte gedichten of citaten van ee cummings, Thelonious Monk, John Cage, Basho, culttennisser John McEnroe, Carla Demierre, Aram Saroyan, Joseph Guglielmi en schilder Philip Guston. Daar zijn beide heren mee aan de slag gegaan, waarbij ze hun eigen visie op het geheel hebben laten gelden. Daarmee blijven soms bronelementen overeind en op andere momenten verlaten ze die en dienen ze slechts als startmateriaal.
De eerste cd, de zogeheten “Version Iridium” is van de hand van pianist en componist Pierre-Yves Macé, die met zijn muziek zich dikwijls op het snijvlak van hedendaags klassiek, elektro-akoestische compositie en geluidskunst bevindt. Hij heeft al muziek uitgebracht op het prestigieuze Tzadik, maar ook op innovatieve labels als Brocoli, Orkhêstra en Sub Rosa. Een belangrijk deel van zijn werk is gebaseerd op opgenomen geluid, document of archief, gebruikt als primair materiaal, wat in dit geval dus helemaal goed past. Zijn eigenzinnige manier van componeren heeft menig fraai werk opgeleverd dat door vooraanstaande ensembles is uitgevoerd. Op dit nieuw album brengt Macé naast de vleugel ook speelgoedpiano, harmonium en elektronica. Hij laat zich in een aantal stukken vergezellen door Cédric Jullion (basfluit), Maitane Sebastián (cello) en uiteraard Sylvain Chauveau (zang, akoestische gitaar, piano). Het levert een uitgekleed, maar indringend album op, dat soms naar kamermuziek neigt, maar ook experimentele en elektro-akoestische muziek brengt en allerlei fraaie klankkleuren. Macé laat veel aan de verbeelding over door niet alles in te kleuren en dat maakt het voor de luisteraar uiterst intens en meeslepend; de muziek neemt je als het ware in 12 stukken van samen ruim 37 minuten stevig in de houdgreep. Fascinerende, diepgravende pracht!
De tweede cd, de “Version Silicium”, wordt door Sylvain Chauveau zelf gepresenteerd. Deze klasbak volg ik al ruim 20 jaar met uiteenlopende projecten als Watermelon Club, Micro: Mega, Arca, On, (Ensemble) 0, This Immortal Coil, Butterfly In The Snowfall en FEAN, die stuk voor stuk de moeite waard zijn. Dat is ooit begonnen met noise, maar de laatste jaren vooral in biologerend minimalisme. Dit sluit ook aan op zijn nieuwe album. Chauveau (akoestische gitaar, piano, zang) mag hier rekenen op muzikale vrienden Peter Broderick (zang), Lucille Calmel (veldopnames), Romke Kleefstra (elektrische gitaar), Rainier Lericolais (elektronische geluiden) en Rutger Zuydervelt (elektronische bewerkingen); dus met een leuke Nederlandse inbreng. Naast het lange beginstuk van ruim 17 en slotstuk van ruim 5 minuten, bestaat de cd verder uit 10 zeer korte muzikale schetsen. Dat laatste is wel iets waar Chauveau een patent op heeft. Ik vind het ook een misvatting dat composities per se heel lang moeten zijn om tot de kern te komen. The Residents toonden op hun Commercial Album (1980) ook al aan dat voor popmuziek één couplet en één refrein volstaat, dus waarom zou dat voor andere genres anders zijn? Daarbij schuilt zoals vaker bij hem de kracht van zijn muziek in de repetitieve patronen, die zich al heel snel onder je huid weten te nestelen. Hij brengt zowel instrumentale muziek als stukken waarbij zijn prachtig herfstige, David Sylvian-achtige zang te horen is. Het is een kruisbestuiving van minimale pianomuziek tot gitaarambient en geluidsexperimenten, die soms op microniveau plaatsvinden. Zijn 12 composities, die “slechts” een goede 33 minuten duren, leveren door alle subtiele details zoveel muzikale rijkdom op, dat je het gevoel hebt dat er veel meer tijd is verstreken; en dat je in elk geval niks tekortgekomen bent. Wat een majestueus meesterwerk!”
Week 46: Ja deze was ook meteen raak en steeg boven veel andere releases uit.

 

10. Lean Year – Sides (cd, Western Vinyl / Konkurrent)
“Sommige muziek heeft er alle schijn van een beetje onopvallend te zijn. Dat was ook het geval met het gelijknamige debuut van Lean Year uit alweer 2017. Maar voor ik het wist hadden ze me in de houdgreep en eindigde het album ook pardoes hoog in mijn jaarlijst. De groep bestaat in basis uit Emilie Rex (zang, Wurlitzer elektrische piano, mellotron) en Rick Alverson (Wurlitzer elektrische piano, piano, drums, elektrische duimpiano, pomporgel, gitaar, bas, synthesizer, sounds). De eerste heeft de veilige omgeving van de academie verruild voor een onzeker artistiek bestaan. Alverson heeft een verleden bij Spokane en Drunk en eerder de muziek verlaten om te gaan regisseren. Maar het bloed kruipt uiteindelijk toch waar het niet gaan kan. Ten tijde dat ze muziek aan het maken waren voor hun tweede album Sides, lag de moeder van Emilie in het ziekenhuis te herstellen van een chirurgische ingreep. Daarbij kreeg ze een delier, waarbij ze een ziekenhuisvloer gevuld met witte chrysanten voor zich zag. Daarnaast heeft Rick beide ouders snel na elkaar verloren (een jonge versie van zijn moeder prijkt op de cover). In deze roes is het duo ook gaan schrijven. Een ambivalent geheel waar dromerigheid en de ijskoude realiteit hand in hand gaan. Telkens brengen ze emotioneel geladen schetsen, waarbij je het gevoel hebt dat ze op elk moment als fragiele spiegels kunnen barsten. Een zowel onwerkelijk als echt gevoel. Dat wordt versterkt door de breekbare, bitterzoete en soms haast haperende zang van met name Emilie, de waterige pianopartijen en de uiterst gevoelige doch sfeervolle muzikale omlijsting. Daarnaast is de samenzang met Rick Alverson ook prachtig. Ze mogen verder rekenen op Erik Hall (bas, piano, drums, gitaar, synthesizer, sounds) van In Tall Buildings en NOMO, Elliot Bergmann (saxofoon, klarinet, productie) van His Name Is Alive, NOMO, Wild Belle en Saturday Looks Good To Me, Joseph Shabason (keyboards) van The War On Drugs en Destroyer en Matthew O’Connell (drums). De mastering is dan weer in handen van Warren Defever van onder meer His Name Is Alive en ESP Summer. Een waar sterrenteam wederom! En toch blijft bescheidenheid vooropstaan, zij het dat ze als sluipschutters je onverwacht diep weten te raken. Ter referentie moet je denken aan een kruisbestuiving van Vargkvint, Glissando, Mi And L’Au, Beth Gibbons, Talk Talk, Low en The White Birch. Alsof schoonheid heel langzaam met een diepe naald wordt geïnjecteerd; pijnlijk maar zo ontstellend en ontroerend mooi!”
Week 36: Dit is en blijft een band die me op bijzondere wijze weet te ontroeren en waar zoiets authentieks vanuit gaat dat ik er niet omheen kan.

 

09. Clara Engel – Their Invisible Hands (cd, Elephant Shrew Editions/ Clara Engel)
“Het is bepaald niet eerste keer en zal vermoedelijk ook niet de laatste zijn dat ik over de geweldige Canadese muzikant en zangeres Clara Engel schrijf. Haar melancholische muziek weet me iedere keer weer diep te raken, waardoor ze ook veelvuldig in mijn jaarlijsten opduikt. Hoewel ze steeds weer iets anders naar buiten treedt met haar muziek, kan je deze ergens plaatsen tussen apocalyptische folk, gothic folk, experimentele muziek en 4AD-achtige droompop, al dan niet met gastmuzikanten. Dat voorziet ze immer van haar emotioneel geladen bitterzoete zang, waar ook wel iets mysterieus van uitgaat. Nu is Engel terug met haar album Their Invisible Hands, waarop ze geheel solo opereert. Naast haar zang gebruikt ze voor het maken van de 13 nummers een sigarendoosgitaar, shrutibox, talharpa, melodica, chromonica, tongue drum en gevonden percussie. Haar benadering is zowel meer etherisch als psychedelisch dan voorheen en tevens laat ze wat meer geluideffecten horen en maakt het instrumentgebruik ook dat de muziek echt anders dan anders is. Voor de rest is de muziek vertrouwd sober doch gedetailleerd en uiterst droefgeestig, maar ze toont wel aan met vele kleuren zwart overweg te kunnen. Het allerbelangrijkste is dat het allemaal weer zo narcotiserend mooi is. Ik kan associaties opnoemen als Jarboe, Coil, Half Asleep, Lotte Kestner, Marissa Nadler, Diamanda Galas en Nadine Khouri, maar dit moet je echt zelf ondergaan. Clara Engel is een wonderschoon unicum!”
Week 25: En hier heb ik niks aan toe te voegen eigenlijk.

 

08. Downriver Dead Men Go – Ruins (cd, FREIA Music)
“De mannen van Downriver Dead Men Go zijn bepaald niet scheutig met het hun releases, maar als ze iets uitbrengen is het altijd wel een voltreffer. Hun beide albums Tides (2015) en Departures (2018) belanden dan ook in mijn jaarlijst. De in 2013 te Leiden opgetuigde groep rond zanger/gitarist Gerrit Koekebakker, die eerder te horen was bij Creepmine, Krush, Caitlin, Then Came The Flood en Rhadamantys, laat doorgaans een geluid horen dat zich ergens nestelt tussen post-rock, pop-noir, Americana, prog-rock, dark wave en emo. Dat doen ze dan veelal op filmische, heerlijk melancholische en bovenal eigengereide wijze, waarbij thema’s als verlies en eenzaamheid centraal staan. Tegenwoordig wordt de groep na enkele wisselingen naast Gerrit gecompleteerd door Michel Varkevisser (gitaar), Peter van Dijk (keyboards), Menno Kolk (bas) en Marcel Heijnen (drums).

In deze samenstelling presenteren ze nu hun langverwachte derde album Ruins, waarbij de vinylliefhebbers nog even geduld moeten hebben tot begin volgend jaar. Op dit nieuwe werk staan slechts 6 nummers, maar wel met een totale lengte van 43 minuten. De titel klinkt wat grimmiger en dat is de muziek eigenlijk ook. En harder! Ze spreiden op hun albums meestal wel dezelfde emotie tentoon, maar nooit hetzelfde geluid. Hier zijn ze echter met zevenmijlslaarzen een stap voorwaarts getreden, zonder dat dit ook maar enige afbreuk doet aan hun vorige albums; laat ik daar helder in zijn. Als ik de titels van de nummers bekijk (“Ruins”, “Secret”, “Helpless”, “Line In The Sand”, “Cruel World” en “The Lie”), dan lijken ze qua thematiek ook wat zwaarder op de hand te zijn. Dat weten ze echter om te zetten in meeslepende, droefgeestige prachtmuziek met nog altijd een filmische inslag. Het levert overigens bepaald geen terneergeslagen, maar eerder een troostvol geheel op waar emoties op gecontroleerde wijze gekanaliseerd worden. Dat bouwen ze wel dikwijls uit naar bij de strot grijpende explosies; niet op de platgetreden hard-zacht wijze zoals veel post-rock bands dit doen, maar echt op het moment dat je (ook fysiek) voelt dat de intense emoties als een vulkaan uit moeten barsten. Sowieso zitten er echt schitterende wendingen in de songs. De sterke en bovenal gevoelige zang van Gerrit vormt een baken van rust in dit alles. Alle muzikanten zorgen verder dat de muziek op een overtuigend donkere wijze wordt ingekleurd. Daarbij is er nog een gastrol weggelegd voor voormalig bandlid Remco den Hollander op keyboards. De post-rock voert de boventoon op het album en de prog is vooral in “Helpless” nog op mooie, bijna Pink Floyd-achtige wijze aanwezig. Je moet het verder met name ergens zoeken tussen Tomorrow We Sail, The God Machine, I Like Trains, The Sound, Blueneck, Madrugada en Esben And The Witch. Het is een meer dan overtuigend en overdonderend meesterwerk geworden.”
Week 47: En dat is het! Heel veel gedraaid in de relatief korte tijd. Nu had ik deze ook al eerder binnen dan de officiële releasedatum als backer.

 

07. Baby Fire – Grace (cd, Off)
“Na twee weken achter elkaar recensie van respectievelijk Dominique Van Cappellen-Waldock en haar band von Stroheim, is er nu voor de derde keer op rij een album met haar inbreng. Ditmaal één van de langlopende band Baby Fire, die hevig geïnspireerd is door de post-punk en riot grrrl beweging plus bands/artiesten als Swans, Chelsea Wolfe, The God Machine and 16 Horsepower. Op het nieuwe vierde album Grace wordt Dominique (zang, gitaar, theremin, loops) ook wel bekend als Diabolita (een naam die ze dankt aan Pete Simonelli van de Enablers) vergezeld door Lucile Beauvais alias Lux Montes (gitaar, synthesizers, harmonica, zang) en Cécile Gonay (bas, viool, zang, beat programmering). Maar dan is er ook nog eens een gastenlijst die er mag wezen, zoals zanger G.W. Sok (ex-The Ex, Action Beat, King Champion Sounds, Cannibales & Vahinés), broerlief en drummer Christophe Van Cappellen (von Stroheim), bassist Déhà (Clouds, Silver Knife, Cult Of Erinyes), zangeres Eve Libertine (Crass), gitarist Mike Moya (Godspeed You! Black Emperor, Hrsta, Molasses, Set Fire To Flames), programmeur Raphaël Rastelli (Keiki, von Stroheim), zangeres/gitariste Laetitia Sadier (Stereolab) en meer. Dat klinkt niet alleen op papier heel fraai, dat is het op deze schijf ook. De muziek in de 10 tracks die ze in 41 minuten de revue laten passeren is grimmiger maar ook urgenter en dwingender dan voorheen. Hun alternatieve rock, die flink doorspekt is met post-punk en noise, voelt als een iets dat er gewoonweg uit moest; als een steenpuist die de weg naar de oppervlakte plots weet te vinden. Het was dan ook weer 6 jaar geleden sinds hun vorige album. Maar het heeft zich uitbetaald, want dit is zonder twijfel hun allerbeste tot nu toe, die zich ergens op een eigen plek nestelt tussen Esben Amd The Witch, Chelsea Wolfe, Siouxsie & The Banshees, Shannon Wright, Swans, Big Brave en PJ Harvey. Een overrompelend hoogstandje!”
Week 25: Deze wist ook snel indruk te maken en is blijven hangen. Ik vind het een fantastische groep en onderstreep dat bij deze gaarne!

 

06. Just Mustard – Heart Under (cd, Partisan)
“Op het New Yorkse Partisan label komen toch wel ontstellend veel sterke muziek uit. Denk aan Idles, Cigarettes After Sex, Fontaines D.C., Laura Marling, Torres en ga zo maar door. Nu heeft ook het Ierse Just Mustard zich bij hen gevoegd met hun tweede wapenfeit Heart Under. De groep bestaat uit Katie Ball (zang), David Noonan (gitaar), Mete Kalyon (gitaar), Rob Clarke (bas) en Shane Maguire (drums). Ze brengen in zo’n drie kwartier 10 songs ten gehore die het midden houden tussen shoegaze, indierock, noise, post-punk, post-rock, droompop en trip hop. Erg bepalend voor het geluid is de etherische, licht geknepen zang van Katie. Zij doet me sterk aan Alison Shaw van de Cranes, waar het helaas al 14 jaar oorverdovend stil is. Maar het goede nieuws is dat Just Mustard, geen idee of ze mosterd overigens bij hen vandaan hebben, vult op geheel eigen wijze dat gat op. In feite klinken ze als de zang (en soms muziek) van de Cranes met als steeds wisselende back-upband A Place To Bury Strangers, Nine Inch Nails, Esben And The Witch en My Bloody Valentine. Het is ouderwets genieten in een nieuw jasje!”
Week 22: Dit is een enorme groeidiamant gebleken. Wellicht als deze net uit was, dat deze niet in de lijst had gestaan. Zo zie je maar, zo’n lijst blijft altijd een beetje bijzonder qua opbouw.

 

05. Tamino – Sahar (cd, Communion Records)
“Tamino, voluit Tamino-Amir Moharam Fouad en kind van een Belgische moeder en Engelse vader, is een Belgische singer-songwriter. Hij maakte een diepe indruk met zijn debuut Amir waarop hij met zijn prachtige stem, die van gevoelig laag met het grootste gemak naar de hoog gaat. Dat heeft hij muzikaal stemmig ingelijst met gitaren, piano, synthesizers, keyboards en oud, waarbij hij nog steun kreeg van diverse gastmuzikanten op contrabas, bas, ney, drums, oud, riq, cello, altviolen, violen, synthesizers, vibrafoon, piano en keyboard. Zijn alternatieve popsongs kregen daarmee ook dikwijls een Egyptisch tintje mee. Heel mooi en bijzonder. De associatie met Jeff Buckley, Brett Anderson, Beirut en Get Well Soon zijn aanwezig. Nu is zijn tweede album Sahar, dat “zonsopkomst” betekent. Maar eigenlijk trekt hij de melancholische lijn hier gewoon door en zal het om een bleek zonnetje gaan. In de openingstrack “The Longing” tapt hij al tokkelend en gevoelig zingend ook uit de vaatjes van Nick Drake, Raoul Vignal, Dez Mona en Gareth Dickson. Daarna komen de fraaie strijkarrangementen, door de vele gasten, er weer in. Maar dikwijls pakt hij het ook kaler aan, waarmee hij alleen al met zijn zang weer een diepe indruk maakt. Elke keer pakt hij het groots aan met vele gastmuzikanten, maar weet hij het toch klein te houden. Dat maakt het gewoon nog mooier. De Oosterse kruiden zijn hier iets minder aanwezig, maar het smaakt er niks minder om. Het is allemaal van zo’n diepgravende schoonheid en Tamino levert gewoon zijn tweede topalbum op rij. Wat een weelde!”
Week 41: Zijn emotionele precisiebombardementen blijven me maar raken.

 

04. Gallowglas – I Dream I See You Hit the Water, I Dream I See You Change Your Mind (cd, Lost Tribe Sound)
“Wanneer je nu eens echt geen inspiratie hebt om te schrijven, dan is een titel als I Dream I See You Hit the Water, I Dream I See You Change Your Mind wel lekker om gewoon een paar keer te noemen. Dan heb je gelijk behoorlijk wat tekst te pakken. Al schijnt kortweg IDISYHTW, IDISYCYM ook te mogen. Het is overigens de titel van het in vorig jaar september verschenen debuut van het project Gallowglas, rond muzikant Johan G. Winther (Jonathan G. Winter). Hij krijgt op dit album nog hulp op cello, percussie en vrouwelijke zang, waaronder Sofia Nystrand uit Vargkvint, William Ryan Fritch en Ryan Keane zelf. Gelukkig is het bij Gallowglas niet nodig om de titel te blijven herhalen voor enige inhoud, want daar voorziet de muziek zelf ruimschoots in. Het gaat over diepe emoties en vooral liefdesverdriet, waaruit lering getrokken wordt. Het is muziek die je omarmt, afstoot, uitdaagt, tot denken aanzet, je diep ontroert en tevens de mooist denkbare momenten weet te schenken. De basis bestaat meestal uit een gewonde zanger en een stemmig waterig pianogeluid, waarover klassieke en elektronische geluiden gelegd worden. Daarmee meanderen ze langs neoklassiek, ambient, donkere ballads en verfijnde experimenten, om er een emotionele luistertrip van te maken, die je bepaald niet eenvoudig van je afschudt. Je moet het zoeken tussen Glissando, Graveyard Tapes, Piano Magic, Vargkvint en Peter Hammill. Zo overrompelend mooi, dat deze gewoon dit jaar nog meedingt naar een plaats op de jaarlijst!”
Week 07: Waarvan akte! Echt een verrassend goed album. Zeg dat ik het gezegd heb.

 

03. Mahsa Vahdat & SKRUK – Braids Of Innocence (cd, Kirkelig Kulturverksted / Xango Music Distribution)
“Zangeres Mahsa Vahdat is geboren in Iran (Teheran), maar is jaren geleden met haar eveneens zingende zus Marjan naar Noorwegen uitgeweken. Dit mede om dat het sinds de Islamitische revolutie in 1979 verboden is voor vrouwen om kunst te maken. Het is dan ook bepaald niet verwonderlijk dat haar persoonlijke, levenslange muzikale en artistieke pad altijd in het teken van de vrijheid van meningsuiting staan. Haar stem beschikt over een universele emotie, die je ook voelt en begrijpt zonder dat je de taal verstaat. Daarnaast heeft ze grote kennis van de Iraanse muzikale schatkamer, die geworteld is in Perzische klassieke, modale en regionale traditionele muziek, maar weet daar altijd een geheel eigentijdse en persoonlijke invulling aan te geven. Ze brengt haar muziek uit op het Noorse label Kirkelig Kulturverksted, de hofleverancier van de melancholische wereldmuziek en andere prachtmuziek, zowel haar soloalbums als werken met haar zus, Mighty Sam Mclain, Coşkun Karademir, Kronos Quartet en SKRUK. Ze brengt na het album I Vinens Speil (2010) nu met Braids Of Innocence het tweede album uit met het Noorse koor SKRUK, dat al in 1973 is opgericht. Verder werkt ze ook weer nauw samen met arrangeur en componist Atabak Elyasi. Ze brengen hier 9 gedragen stukken, waarbij de zang van Mahsa op de voorgrond staat maar dikwijls prachtig omlijst door de serene en soms sacrale zang van het koor onder leiding van Per Oddvar Hildre. Op sobere wijze krijg je daar her en der nog het verfijnde harpspel van Ellen Bødtker (Oslo Sinfonietta) bij. De situatie in Iran is momenteel nijpend en zeker voor vrouwen of eenieder die protesteert tegen het regime. Ze dragen dit album dan ook op aan de kinderen van morgen voor wie de dochters van vandaag duizenden sterren hebben verlicht in het donkere thuisland en aan de dochters van vandaag, die de kinderen van morgen ontmoeten met hun vlechten van hoop en vreugde. De muziek is dan ook doorspekt met een intense droefheid, waar toch hoop uit spreekt. Een bezinnend, troostvol, kippenvel opwekkend en overrompelend meesterwerk vol diepgravende wereldse schoonheid.”
Week 50: Deze was meteen raak en misschien nog wel hoger gekomen met nog meer tijd. Nu gaat er een voor haar bekende voor.

 

02. Marjan Vahdat – Our Garden Is Alone (cd, Kirkelig Kulturverksted / Xango Music Distribution)
“Sinds de Islamitische revolutie in 1979 is het voor vrouwen in Iran verboden om kunst te maken, hetgeen voor vele vrouwen als Googoosh, Sussan Deyhim en nog veel meer zijn elders uitgeweken om hun verdiende vrijheid te pakken. Zo ook de zussen Mahsa en Marjan Vahdat, die in Noorwegen hun heil hebben gezocht en hun muziek op het prestigieuze label Kirkelig Kulturverksted uitbrengen. Dat doen ze dikwijls samen, maar beide houden ze er ook een solocarrière op na, wat menig prachtig album heeft opgeleverd. Inmiddels woont Marjan trouwens in de VS. Vijf jaar na haar vorige is ze nu terug met haar derde soloalbum Our Garden Is Alone. Ze brengt 10 nieuwe songs van samen maar liefst ruim 57 minuten lang, welke in 3 continenten (Azië (Iran), Noord-Amerika (VS), Europa (Noorwegen)) is opgenomen. Ze krijgt hier muzikale ondersteuning van de Noorse muzikanten Bugge Wesseltoft (piano, keyboards, accordeon, arrangementen, productie), Jo Berger Myhre (contrabas, bas) en Keneth Ekornes (drums, percussie) plus de Iraanse Pasha Hanjani (ney) en Shervin Mohajer (kamancheh). Zij creëren het prachtige, Oosters en jazzy getinte decors voor het toneel waar de wonderschone stem van Marjan mag schitteren. Ze beschikt over zo’n emotioneel geladen stem, die je wellicht niet verstaat maar wel begrijpt. Dat is het mooiste wat je kunt treffen als het om wereldmuziek gaat; die universeel invoelbare muziek. Ze brengt naast eigen gedichten ook die van Rumi en anderen en tevens enkele traditionals. Een enkele keer helpt haar oudere zus Mahsa met de melodieën. Ze brengt een aangrijpende ode aan hun moeder en later ook aan de rouwende moeders van Iran, maar zingt ook over haar geboorteland, de liefde en de duiven (van haar moeder). Hoewel de muziek ontzettend mooi is, weet ze alleen al te overtuigen met haar machtige stemgeluid, die zo hard binnenkomt dat het haast zeer doet. Liefhebbers van onder meer Sussan Deyhim, Dead Can Dance, Parissa & Ensemble Dastan en uiteraard Mahsa Vahdat kunnen hier hun hart aan ophalen. Het is allemaal kippenvel opwekkende pracht en dit is echt weer een overrompelend werelds en dikwijls mysterieus meesterwerk geworden.”
Week 15: Dit was al snel een zekerheid voor de eindlijst. Zo wonder-wondershoon. Ja muziek maken kunnen ze wel in huize Vahdat!

 

01. Black Ox Orkestar – Everything Returns (cd, Constellation / Konkurrent)
“Alles weet z’n weg wel terug te vinden en dat geldt niet anders voor muziek. Maar liefst 16 jaar na hun laatste album is het Canadese Black Ox Orkestar weer terug. En dat in de originele samenstelling met contrabassist Thierry Amar (A Silver Mt. Zion, Godspeed You Black Emperor!, Molasses, Land Of Kush), zanger, pianist en cimbalomspeler Scott Levine Gilmore (A Silver Mt. Zion), violiste en zangeres Jessica Moss (A Silver Mt. Zion, ex-The Geraldine Fibbers) en klarinettist en zanger Gabriel Levine (Sackville). Ze krijgen op hun derde album Everything Returns her en der nog hulp op gitaar, trompet, tuba, zang en percussie. Ze brengen hier in een goede drie kwartier 9 nieuwe songs, die deels traditioneel en deels zelf geschreven zijn. Ze trekken hier de lijn door van hun eerste twee albums, waarop ze melancholische, akoestische avant-folk brengen, die doorspekt is met Oost-Europese, Noord-Afrikaanse en bovenal Jiddische muziek. Dat laatste is hier wel toegenomen, net als de indringend droefgeestige sfeer, hetgeen past bij zowel deze roerige tijden als de tijd van het jaar. De groep benadrukt ook dat dit geen fusiemuziek is, maar diasporamuziek; muziek van de Joodse verspreiding maar ook van eenieder die ontheemd is. Met hun treurige, oprechte sound geven ze dat gevoel op een heel fraaie wijze handen en voeten, waarbij de roep om verbinding centraal staat. Maar ze schetsen ook de soms angstaanjagende realiteit, waarbij ze wel vooruitkijken. Het merendeel is gezongen in het Jiddisch, waarbij ze wisselend associaties oproepen met A Hawk And A Hacksaw, Madagascar, The Klezmatics, Daniel Khan en Paradox Trio, maar ook Engels komt voor en dan zitten ze soms zelfs in de croonerhoek van Leonard Cohen en The Tindersticks. Het moge duidelijk zijn dat ze er bepaald niet op achteruit zijn gegaan. Sterker nog, dit is het allermooiste wat de groep tot nu toe heeft voortgebracht. Van kippenvel- naar kippenvel-moment en van hoogtepunt naar hoogtepunt. Een bij de strot grijpend werelds prachtalbum.”
Week 49: Laat in het jaar, maar toch denk ik het aller vaakst gedraaid, mede door wat voorbeluisteringen. Van begin tot het eind blijf ik er kippenvel van krijgen en dat is mooi als muziek dat voor elkaar krijgt.

 

De prachtige nummers 21:

Dominique A. – Le Monde Réel (Cinq 7/ Wagram)
Absent In Body – Plague God (Relapse)
Arooj Aftab – Vulture Prince (Verve)
Gaye Su Akyol – Anadolu Ejderi (Glitterbeat)
Al-Qasar – Who Are We? (Glitterbeat)
Al’Tarba – La Fin Des Contes (I.O.T. Records)
Ellen Arkbro & Johan Graden – I Get Along Without You Very Well (Thrill Jockey)
Arca – Kick II-IIIII (XL Recordings)
Félicia Atkinson – Image Langage (Shelter Press)
Jon Balke / Siwan – Hafla (ECM)
Bank Myna – Volaverunt (Araki/ Cold Dark Matter/ A La Dérive/ Stellar Frequencies/ Duality)
Caterina Barbieri – Spirit Exit (Light-years)
Barzin – Voyeurs In The Dark (Monotreme)
Baul Meets Saz – Banjara (Uren Production)
Beachdog – Beachdog (Snowstar)
Beach House – Once Twice Melody (Bella Union)
Big Thief – Dragon New Warm Mountain I Believe In You (4AD)
Biosphere – Shortwave Memories (Biophon)
Björk – Fossora (Wellhart/ One Little Independent)
Black Country, New Road – Ants From Up There (Ninja Tune)
Black Mango – Quicksand (Gusstaff0
Black Midi – Hellfire (Rough Trade)
Black Swan Lane – Blind (Eden/ Wanderland Music)
Runar Blesvik – Restore (Fluttery)
Boy Harsher – The Runner (Original Soundtrack) (Nude Club)
Breathless – See Those Colours Fly (Tenor Vossa)
Built To Spill – When The Wind Forgets Your Name (Sub Pop)
Burial – Antidawn (Hyperdub)
Calexico – El Mirador (City Slang)
Dominique Van Cappellen-Waldock – Fleur De Feu – A Fire Ceremony (Caliban)
Robin Carolan & Sebastian Gainsborough – The Northman (Sacred Bones)
Caroline – Caroline (Rough Trade)
Caspar Milquetoast – We’ll Have Tea (Tiny Room)
Chapelier Fou – Ensemb7e (Ici D’Ailleurs)
Chat Pile – God’s Country (The Flenser)
Condor Gruppe – Gulliver (Sdban)
Adrian Copeland – If This Were My Body (Lost Tribe Sound)
Lucrecia Dalt – ¡Ay! (RVNG Intl.)
Darkher – The Buried Storm (Prophecy)
Sarah Davachi – Two Sisters (Late Music)
Dead Cat In A Bag – We’ve Been Through (Gusstaff)
Dead Cross – II (Ipecac)
Dez Mona – Loose Ends (HEADD BV)
Dina – Heart (Dina/ AudioSport)
Disassembler – A Wave From A Shore (Western Vinyl)
Disorientations – Memory Lanes ([PIAS])
Donna Blue – Dark Roses (Snowstar)
Dorr – Symptoms Of Desire (John Dorr)
Aurélie Dorzée & Tom Theuns – The Seven Gardens (Homerecords.be)
Dunaj – Zavo Dou (Animal Music)
Eerie Wanda – Internal Radio (Joyful Noise)
Elephant Dials – Binary Blues (Gusstaff)
Brian Eno – Foreverandevernomore (Opal Limited)
Esmerine – Everything Was Forever Until It Was No More (Constellation)
Eventless Plot – Memory Loss (Moving Furniture Contemporary Series)
A Far Cry & Shara Worden – The Blue Hour (Nonesuch)
Florist – Florist (Double Double Whammy)
Carla Dal Forno – Come Around (Kallista)
Keeley Forsyth – Limbs (Leaf)
40 Watt Sun – Perfect Light (Svart)
Conrad Freling – Never Gonna Change The World (Brandy Alexander)
William Ryan Fritch – Built Upon A Fearful Void (Lost Tribe Sound)
From The Mouth Of The Sun – Light Caught The Edges (Lost Tribe Sound)
A Fungus – It Already Does That (Subroutine)
Future Conditional – Isotech (Second Language)
Lisa Gerrard & Marcello De Francisci – Exaudía (Atlantic Curve)
’t Geruis – Slow Dance On Moss Beds (Lost Tribe Sound)
’t Geruis – Bain D’Étoiles (laaps)
Get Well Soon – Amen (Virgin Music)
GGGOLDDD – This Shame Should Not Be Mine/ Live At Roadburn Redux (Artoffact)
Gintas K. & Michelle O’Rourke – Sorry Gold (Zoharum)
Grombira – Lunar Dunes (Tonzonen)
Aldous Harding – Warm Chris (4AD)
Hatis Noit – Aura (Erased Tapes)
Tim Hecker – The North Water (Lakeshore/ Invada)
Held By Trees – Solace (Tweed Jacket Music Ltd)
Horizon – The Disc Of The Sun / The Disc Of The Moon (Esc.rec)
Horsegirl – Versions Of Modern Performance (Matador)
Ibeyi – Spell 31 (XL Recordings)
Ibibio Sound Machine – Electricity (Merge)
IHVH – The Agnostic (Ash International)
JARR – Talking About X / More About X (Sound In Silence)
Jockstrap – I Love You Jennifer B (Rough Trade)
Jóhann Jóhannsson – Drone Mass (Deutsche Grammophon)
Jenny Hval – Classic Objects (4AD)
Je T’Aime – Passive (Manic Depression/ Icy Cold)
Kairos Collective – Erato (TouMilou)
Kee Avil – Crease (Constellation)
Nadine Khouri – Another Life (Talitres)
King Hannah – I’m Not Sorry, I Was Just Being Me (City Slang)
Kendrick Lamar – Mr. Morale & The Big Steppers (pgLang/ Top Dawg Entertainment/ Aftermath/Interscope Records)
LAVALU – Earthbound (Solid Keys)
The Legendary Pink Dots – The Museum Of Human Happiness (Metropolis)
Lara Leliane – Birdwoman (Homerecords.be)
Lightning In A Twilight Hour – Overwintering (Elefant)
Liraz – Roya (Glitterbeat)
The Lord + Petra Haden – Devotional (Southern Lord)
Lotte Kestner – Lost Songs (Saint-Loup)
The Lovecraft Sextet – Nights Of Lust (Denovali)
Lynyn – Lexicon (Sooper)
Machinefabriek – Our Arms Grew Together (Machinefabriek)
Machinefabriek/ Matt Wand/ Nick Storring/ Phil Maguire – Prisma+ (Machinefabriek)
Aret Madilian – The Abbey Project (TTO)
Mansur – Oscuras Flores (Denovali)
Haythem Mahbouli – Last Man On Earth (Schole)
Marble Sounds – Marble Sounds (Mayway)
Maria BC – Hyaline (Father/Daughter / Fear Of Missing Out)
Souad Massi – Sequana (Backingtrack Production)
Leyla McCalla – Breaking The Thermometer (Anti-)
Meïkhâneh – Chants Du Dedans, Chants Du Dehors (Buda Musique)
Menace Ruin – Nekyia (Union Finale)
Miriam Moczko – Heimat (Whalefish Records)
Mono – My Story, The Buraku Story (Temporary Residence Ltd.)
Roy Montgomery – Audiotherapy (Grapefruit)
Federico Mosconi – Air Sculptures (Lost Tribe Sound)
Mountaineer – Lewis & Clark (Concerto Records)
Nanook Of The North – Heide (Denovali)
Nina Nastasia – Riderless Horse (Temporary Residence)
Nouvelles Lectures Cosmopolites – The Golden Age (Of Nothing) (Attenuation Circuit)
Nyx Nótt – Themes From (Melodic)
Oiseaux-Tempête – What On Earth (Que Diable) (Sub Rosa/ Nahal)
Angel Olsen – Big Time (Jagjaguwar)
Karin Park – Church Of Imagination (Pelagic)
Perel – Jesus Was An Alien (Kompakt)
Pixies – Doggerel (Pixies Recordings Inc./ Infectious Music/ BMG)
A Place To Bury Strangers – See Through You (DedStrange)
Meral Polat Trio – Ez Kî Me (Meral Polat Records)
Zbigniew Preisner & Lisa Gerrard – It’s Not Too Later (Preisner Productions)
Radůza – Nebe Je Odemčené (Radůza Records)
Red Hot Chili Peppers – Unlimited Love (Warner)
The Residents – Triple Trouble (Cherry Red/ MVD/ The Cryptic Corporation)
Rosalía – Motomami (Columbia/ Sony Music)
Russian Circles – Gnosis (Sargent House)
Sankt Otten – Symmetrie Und Wahnsinn (Denovali)
Scalping – Void (Houdstooth)
Sedna Chronicles – Sedna Chronicles (Sedna Chronicles)
Elena Setién – Unfamiliar Minds (Thrill Jockey)
Maya Shenfeld – In Free Fall (Thrill Jockey)
The Slow Show – Still Life ([PIAS])
The Smile – A Light For Attracting Attention (XL Recordings)
Soccer Mommy – Sometimes, Forever (Loma Vista)
The Soft Moon – Exister (Sacred Bones)
SOON – SOON (Subroutine)
Sote – Majestic Noise From Beautiful Rotten Iran (Sub Rosa)
Isabelle de Spoelberch – Appel À La Source (Seyir Muzik)
Stella – Up And Away (Sub Pop)
Stromae – Multitude (Mosaert/ Universal Music France/ Polydor)
Tanja Tagaq – Tongues (Six Shooter)
This Immortal Coil The World Ended A Long Time Ago (Ici D’Ailleurs)
Vieux Farka Touré Et Khruangbin – Ali (Dead Oceans)
Rick Treffers – Levensdrift (Skipping)
Trentemøller – Memoria (In My Room)
Trupa Trupa – B FLAT A (Glitterbeat)
Under The Surface – Miine Triuwa (Jazz In Motion)
The Unthanks – Sorrows Away (Rabble Rouser)
Hüma Utku – The Psychologist (Editions Mego)
Christina Vantzou – N. 5 (Kranky)
Helena Vedralová – Moře / Sea (Indies Scope)
Violet Nox – Eris Wakes (Infinity Vine)
Vlimmer – Menschenleere (Blackjack Illuminist)
Frans de Waard & Martijn Comes – Equal Weigts (Moving Furniture)
Warpaint – Radiate Like This (Virgin)
Wet Leg – Wet Leg (Domino)
Weyes Blood – And In The Darkness, Hearts Aglow (Sub Pop)
Emily Jane White – Alluvion (Talitres)
The World Of Dust – Gaman (Tiny Room)
Wovenhand – Silver Sash (Glitterhouse)
Yellow6 – A Change In The Weather / Weathered (Sound In Silence)
Yellow6 And Lux Symmetry – In The Darkness (Enraptured)
Emilie Zoé – Hello Future Me (Hummus)

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.