Het schaduwkabinet: week 52 – 2022

Nou nog eentje dan om het af te leren en dan na de jaarlijst (vermoedelijk) twee weken niks. Hier dan toch echt de aller-allerlaatste lijst van dit jaar uit het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Column One, Florist, Giardini Di Mirò, Gintas K. & Michelle O’Rourke, Jarl, Lugola, Marble Sounds en Zbigniew Preisner & Lisa Gerrard.


 

Jan Willem

Column One – W. Transmissions 1-5 (5cd, Zoharum)
Het leuke van het Poolse Zoharum label is niet alleen dat er zoveel gevarieerde en sterke nieuwe muziek op uitgegeven wordt, maar ook dat er dikwijls heruitgaven van muziek uit het verleden op verschijnen. Zo zijn er oude werken, dikwijls eerder enkel op cassette, van Rapoon, Vidna Obmana en Genetic Transmission opnieuw uitgebracht. Nu duikt het label in het verleden van de experimentele Duitse groep, die in 1991 is opgericht en zich altijd centreerde rond de twee kernleden René Lamp en Robert Schalinski. De rest van de line-up wilde nog wel eens wisselen. Column One benadert altijd de Westerse kunst en cultuur vanuit een deconstructivistische en filosofische invalshoek, waarbij ze communicatie terug willen brengen in het bewustzijn. Dat doorspekken ze middels veldopnames ook regelmatig met natuurgeluiden. Ze brengen doorgaans een organische en experimentele mix van industrial en avant-garde. Door de jaren heen houden ze er ook de zogeheten “World Transmission”-serie (veelal afgekort als W. Transmission) op na, waarvan de eerste in 1992 is verschenen en de vijfde en laatste in 2010. Ze zijn altijd op cassette dan wel lp uitgebracht. De hele serie verschijnt nu als W. Transmissions 1-5 voor het eerst op cd in een prachtig vormgegeven, gelimiteerde 5cd boxset. Het geeft in bijna 4,5 uur ook goed de veelzijdigheid, originaliteit en ontwikkeling van de groep weer. De speciale editie is er slechts in een oplage van 50 stuks en de “reguliere” in 150 stuks, dus haastige spoed is weer eens goed.

 

Florist – Florist (cd, Double Double Whammy)
De vierde, gelijknamige cd van Florist heb ik helemaal over het hoofd gezien, maar dankzij de vele jaarlijsten waar deze opduikt heb ik deze nog net binnen de jaargrens weten te bemachtigen. Dit project rond de op narcotiserende wijze zingende Emily Sprague, die er ook een solocarrière op nahoudt, is in 2013 van start gegaan. Sindsdien hebben ze met hun uiterst droefgeestige mix van folk, droom- en indiepop al behoorlijk wat pareltjes afgeleverd. Je wordt hier op het nieuwe album wel heel erg verwend met maar liefst 19 tracks, waaronder ook hele korte, die samen zo’n 58 minuten duren. Elke keer denk je: nog meer moois? En ja hoor, nog meer moois! De melancholie vloeit weer rijkelijk maar het wordt echt nergens een terneergeslagen gebeuren. Het voelt eerder troostend, hoopvol en als een ode aan vriendschap. Emily (zang, gitaar, synthesizer) mag hierbij rekenen op Jonnie Baker (gitaar, synthesizer, samples, bas, saxofoon, zang), Rick Spataro (bas, zang, piano, synthesizer) en Felix Walworth (percussie, zang, synthesizers, gitaar). Ze weten op harmonieuze wijze een prettig donkere en fluweelzachte mix van Big Thief, Aldous Harding, Vargkvint, Frankie Cosmos, Skullcrusher, Soccer Mommy en toch op de achtergrond ook Nick Drake te brengen. Het is een heel fraai album geworden vol breekbare schoonheid. Ja die jaarlijstjes snap ik wel.

 

Giardini Di Mirò – Del Tutto Illusorio (cdep, 42 Records)
De Italiaanse post-rockgroep Giardinì Di Mirò draai nu zo’n 24 jaar mee in de post-rockscene en doen dat altijd op eigenzinnige wijze. Ze hebben 7 albums uitgebracht, waarvan de laatste 4 jaar geleden is verschenen. Nu zijn ze terug met het mini album Del Tutto Illusorio, dat in tegenstelling tot Bandcamp hier uit 5 tracks van samen 19 minuten bevat met titels I tot en met V. De groep bestaat hier uit Corrado Nuccini (gitaar, synthesizers), Jukka Reverberi (gitaar, bas), Emanuele Reverberi (viool, trompet, lap steel, gitaar), Luca Di Mira (keyboards), Lorenzo Cattalani (drums) en Andrea Scarfone (bas, gitaar). Ze brengen nu volkomen instrumentale stukken, maar weten die wel op tot de verbeelding sprekende wijze van allerlei emoties te voorzien, waarbij verdriet wel op de voorgrond ligt. Er staat denk ik ook niet voor niks een tunnel op de cover. Maar er lijkt ook licht, zij wazig aan het einde van de tunnel te zijn. De vraag is of ze aan het begin of aan het eind van de tunnel staan natuurlijk. De muziek is niet terneergeslagen, mede door de lichte elektronicaklanken die ze door hun post-rock vlechten. Ondanks de lengte levert een zeer intense luisterervaring op. Geweldig kleinood!

 

Gintas K. & Michelle O’Rourke – Sorry Gold (cd, Zoharum)
Soms komen er twee werelden samen, die prima bij elkaar blijken te passen. Neem nu bijvoorbeeld de Litouwse experimentele geluidskunstenaar en componist Gintas Kraptavičius, wiens artiestennaam om begrijpelijke redenen afgekort is als Gintas K., die nu samen met de Ierse stemcoach en zangeres Michelle O’Rourke het album Sorry Gold heeft gemaakt. Gintas K., tevens in Modus, brengt al sinds 1999 zijn solomuziek naar buiten en verkent daarmee de meer experimentele en abstracte kant van het muzikale spectrum. Hij heeft, al dan niet samen met andere artiesten, inmiddels een lijvige discografie opgebouwd. Michelle O’Rourke was eerder dit jaar nog te horen bij het folk gezelschap Ficino Ensemble met haar dynamische zang, die soms ook richting sopraan gaat. Ze roert zich dan ook meestal in hedendaags klassiek en folk. Maar deze twee brengen met hulp van producer Emily Aoibheann iets uitzonderlijks. Gintas K. levert namelijk een gruizig en dikwijls gitzwart industrieel decor, waar je soms zelfs wat dansbeats ontwaart. Daar laat O’Rourke haar prachtige, soms haast sacrale zang horen. Het is een wat bevreemdende combinatie, maar op de één of andere manier past dit geweldig bij elkaar; licht en donker, experimenteel en klassiek of yin en yang. Daarnaast laten ze ook echt bezinnende stukken horen, zij het dat die op niet alledaagse wijze ingekleurd worden. Beide hebben goud in handen, waar ze bepaald hun excuses niet voor hoeven aan te bieden.

 

Jarl – Mindrotation (cd, Zoharum)
Jarl is het Zweedse project van Erik Jarl, die al ruim 20 jaar meedraait in de muziek business. Hij begon ooit in meer industrial georiënteerde groepen als IRM en Skin Area, maar brengt sinds 2001 muziek onder zijn achternaam uit. Hij serveert doorgaans psychedelische elektronische muziek, die ergens tussen drones, dark ambient en allerhande experimenten uitkomt. Hierbij is zijn industrial verleden ook vaak terug te horen. Nu is hij terug met Mindrotation, de zesde alweer op Zoharum, die net als de vorige twee albums gaat over de menselijk psyche. Dit keer door naar binnen te keren. De muziek bevat ook roterende geluiden, doordat hij de kracht haalt uit herhalende patronen. Hierdoor sleurt hij je als luisteraar ook als een soort draaikolk mee. In de eerste twee tracks doet hij dat op opvallend heldere en warme wijze, waarbij hij soms richt Jean-Michel Jarre koerst, maar daarna slaat hij een koudere en meer duistere weg in. De vijf tracks, die samen bijna een uur duren, lijken zich af te spelen in onontgonnen gebieden in de ruimte, waarbij een breed spectrum aan gevoelens voorbijkomt; van inspiratie, energie, creativiteit en kalmte tot angst, wanhoop, destructiviteit en isolatie. Als een vicieuze cirkel wentelt hij zich diep naar binnen in de psyche, waarna er geen weg terug meer is. Het levert een hypnotiserende en overrompelend mooie luistertrip op.

 

Lugola – Deform: Live At XX Wrocław Industrial Festival (cd, Zoharum)
Stilte en licht zijn vermoedelijk geen zaken die bij de veelzijdige Poolse muzikant Michal Kiełbasa, ook wel eens Neithan genaamd, deel uitmaken van zijn leven. Dat overigens enkel afgaande op zijn muzikale output met bands als Endless Movement, Whalesong, Grave Of Love, Lifeless Gaze en Harmony Of Struggle. Van die laatst genoemde is eerder dit jaar nog een sterk album verschenen. Hij laat zich van diverse metal kanten horen, de ene keer meer richting drones en de andere keer weer meer naar de dark ambient en industrial. Dat laatste is zeker van toepassing op zijn project Lugola, waarmee hij al de albums Harmony In Despair (2017) en You Are Not Special (2021) heeft gemaakt. Hij laat hierop noisy power elektronica horen, waar een vernietigende kracht vanuit gaat. Dat dit live op nog brutere, bot versplinterende en bovenal imponerende wijze kan bewijst hij wel op het album Deform: Live At XX Wrocław Industrial Festival, waarop 7 van de 8 tracks van zijn laatste album afkomstig zijn. Het doet me qua verschil wel denken aan Kevin Martin’s God op plaat en live, al gaat de muziek hier meer richt The Body in het kwadraat. Het klinkt hier op het album al als een overdonderende ervaring, laat staan hoe dat live moet zijn geweest. Dit had ik heel graag bij willen wonen, maar dit album is een goed alternatief.

 

Marble Sounds – Marble Sounds (cd, Mayway Records)
Het Belgische Marble Sounds wordt in 2008 opgericht, dan nog als soloproject van zanger, gitarist en toetsenist Pieter Van Dessel (tevens Plastic Operator). Maar al snel groeit het uit tot een heuse band. Marble Sounds heeft inmiddels 4 albums en één livealbum uitgebracht. Nu zijn ze terug met het vijfde en gelijknamige album, waarop de basis veelal wordt gelegd door Van Dessel op zang en de piano. Het doet weer een beetje aan als een sologebeuren, zij het dat dit sobere geheel zorgvuldig wordt ingekleurd door Mattijs Vanderleen (drums), Renée Sys (zang), Brecht Plasschaert (keyboards, orgel), David Poltrock (synthesizers), Stefan Wellens (altviool), de strijkers van het Casco Phil orkest, gastvocalisten als Kim Janssen en Linde Muylaert en een koor. Live kent Marble Sounds dan weer een net andere line-up. Hoe het ook zij presenteert Van Dessel hier in een kleine 43 minuten 10 nieuwe songs, die ondanks de grote inbreng klein en stemmig blijven. Daarbij mengt hij zijn indierock met kamerpop en klassieke elementen, die er doordat ze behoorlijk geïnfecteerd zijn met melancholie, aardig inhakken. Denk aan een kruisbestuiving van The White Birch, Anywhen, Ludovico Einaudi, At The Close Of Everyday, Isbells, Asgeir en Chantal Acda. Het is niet alleen prijzenswaardig dat Van Dessel nieuwe wegen blijft inslaan en uitdagingen blijft zoeken, het levert ook nog eens een intens en ontroerend mooi resultaat op. De allerbeste tot nu toe!

 

Zbigniew Preisner & Lisa Gerrard – It’s Not Too Late (cd, Preisner Productions)
De Poolse componist Zbigniew Preisner volg ik al ruim 30 jaar. Eerst door z’n geweldige soundtracks, veelal voor zijn veel te vroeg overleden vriend en filmmaker Krzysztof Kieślowski. Later kwamen daar ook reguliere albums bij, waaronder het schitterende, soms hartverscheurende en aan Kieślowski opgedragen Requiem For My Friend (1998). Daarnaast heeft hij tevens samengewerkt met zangeressen Teresa Salgueiro (ex-Madredeus) en Lisa Gerrard (Dead Can Dance). Met die laatste zowel op soundtrackalbums als reguliere albums. De Australische zangeres Lisa Gerrard volg ik misschien nog wel langer door haar groep Dead Can Dance en daarna door haar soloalbums en fraaie soundtracks. Ze zijn samen terug met It’s Not Too Late, dat eigenlijk per ongeluk is ontstaan. Lisa bezocht enige tijd geleden een kleine synagoge in het stadje Bobowa en begon er te zingen. Preisner opperde toen er iets op te nemen en zo geschiedde. In drie kwartier nemen ze 9 min of meer geïmproviseerde songs op, die Preisner later heeft afgemaakt met de muzikanten Dominik Wania (piano), die al veelvuldig met deze twee heeft gespeeld,, Magdalena Plutą (cello) en Jerzy Główczewski (saxofoon). Het duo benadrukt dat we in de gevaarlijkste tijd leven sinds de Tweede Wereldoorlog en dat zij dit tegemoet treden met hun wapen: de muziek. Muziek doodt niet, doet herleven en brengt hoop tot leven. Het is niet te laat. Dit alles levert sacrale, uiterst melancholische en bovenal betoverend mooie muziek op.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.