Het schaduwkabinet: week 47 – 2018

Hij is weer in het land: de doorgesnoven aso. Wij begrijpen het ook niet helemaal, maar hebben voor iedere situatie en iedereen een muziekje van a t/m z in huis in onze lijstjes uit het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Alice Artaud, Current 93, FEAN, The Good The Bad & The Queen, King Champion Sounds, Matthijs Kouw, Dustin O’Halloran, Pijn, Same Waves, A Storm Of Light, Sun Kil Moon, Raoul Vignal, Dina El Wedidi, Yellow6 en ZAZ.

 


 

Jan Willem

Alice Artaud – Live From The Gates Of Hell (mcd, Reverb Worship)
De Belgische zangeres Alice Artaud start ooit in groepen als Og Musique en Cosmic Trip Machine en werkt met artiest Will Z. (Cosmic Trip Machine, Black Moon Tape). Die laatste is tevens te horen op haar solo albums Ouroboros (2015) en het eerder dit jaar verschenen Moira. Overigens heeft het fijne Reverb Worship die eerste ook weer dit jaar heruitgegeven. Al sinds haar vroege jeugd koestert Artaud een liefde voor woorden en folk en weet op haar eigen albums een compleet uniek geluid naar buiten te brengen. Ze maakt een magische mix van psychedelische folk, middeleeuwse en Barokke muziek, chansons en mysterieuze pop, die ze voorziet van haar bijzondere etherische zang. Op 15 september jongstleden neemt ze een livesessie op voor het Belgische Radio Rectangle. Artaud (zang, gitaar) laat op haar eigengereide wijze 8 recente songs de revue passeren samen met vier gasten op bas, gitaar, (koor)zang, sitar, synthesizers en percussie. Deze staan nu als één lange track van 21 minuten op de mini cd Live From The Gates Of Hell. Hoewel ze in de buurt blijven van de originelen, klinken ze hier dynamischer, rauwer maar ook meer psychedelisch. Het levert een wonderschoon geheel op, dat je stevig in de houdgreep neemt. Een uiterst fraaie bonus op haar eerdere album.

 

Current 93 – The Light Is Leaving Us All (cd, Spheres / Konkurrent)
Current 93 is sinds 1982 het project van de Britse zanger David Michael Bunting, beter bekend als David Tibet, dat van een industriële en experimentele sound door de jaren heen naar een avant-folk geluid met een behoorlijk psychische inslag evolueert; dt wordt ook wel eens als apocalyptische folk aangeduid. Aan zijn nieuwe album The Light Is Leaving Us All heeft Tibet ruim drie jaar gewerkt. Hij werkt hierop samen met singer-songwriter Alasdair Roberts (gitaar, draailierdrone), Andrew Liles (gitaar, elektronica) va Nurse With Wound, Ben Chasny (gitaar), Michael J. York (doedelzak, fluiten, duduk, bellen) van Coil en Urthona, de Nederlandse hedendaagse pianist Reinier van Houdt en andere gasten op draailier, viool, piano, keyboards en tape. Ze laten, ondanks de titel, 11 songs het licht zien waar de albumtitel meermaals voorbij komt. Het klinkt bekend bevreemdend, maar er lijkt een enorme weemoed van dit alles uit te gaan. Dat levert wonderschone, intrigerende muziek op, die weer voor een unieke psychedelische trip zorgt (zeker als de doedelzakken en draailieren op volle toeren draaien). Current 93 is en blijft een schitterende klasse apart.

 

FEAN – FEAN (cd, Moving Furniture)
Ik kan me goed voorstellen dat de naam FEAN geen belletje doet rinkelen. Toch is dit een supergroep van jewelste. Het is namelijk Piiptskilling, in feite ook een bundeling van superkrachten met elektronicaman Rutger Zuydervelt (Machinefabriek, L/M/R/, Shivers, CMKK, DNMF, Cloud Ensemble), zangeres Mariska Baars (Heathen Prayers, L/M/R/, Soccer Committee), zanger/dichter Jan en gitarist/bassist Romke Kleefstra (CMKK, Ljerke, The Alvaret Ensemble), plus Annelies Monseré op kerkorgel, keyboards en zang, Joachim Badenhorst op klarinet, saxofoon en kerkorgel en last but not least Sylvain Chauveau (On, Arca, Micro:Mega, Watermelon Club, Ensemble 0, This Immortal Coil) met gestemde percussie en radio. Op hun gelijknamige album laten ze zich inspireren door het ecologisch verval van veengebieden in de Nederlandse provincie Friesland en in andere delen van Europa. Landbouw en turfwinning bedreigen het landschap ernstig en met gevolgen op de lange termijn. Snap je de naam van de groep en de afbeelding op de cover ook meteen. In ruim een uur brengen ze rijk gedetailleerde improvisaties, waarbij drones, veldopnames, ambient, dichterlijke voordrachten in het Fries van Jan Kleefstra, etherische vrouwelijke zang plus jazzy, neoklassieke en experimentele elementen een sterk muzikaal betoog voor het veen vormen. De ene keer verstild en stemmig en op andere momenten luider en schurend. Het zijn stuk voor stuk biologerende schetsen, die samen een poëtisch dynamisch klanklandschap vormen, dat je behoorlijk bij de strot weet te grijpen. Diepgravend durf ik gezien het thema niet te gebruiken maar wat een feanomenaal debuut!

 

The Good, The Bad & The Queen – Merrie Land (cd, Studio 13)
Na maar liefst 11 tuigt zanger/toetsenist Damon Albarn (Blur, Gorillaz, Monkey, Mali Music) zijn The Good, The Bad & The Queen weer op, met wederom bassist Paul Simonon (The Clash, Gorillaz), gitarist Simon Tong (Erland & The Carnaval, The Magnetic North) en de legendarische drummer Tony Allen (Fela Kuti, Afrobeat 2000, Moritz Von Oswald Trio, Ali Farka Touré). Als reactie op de Brexit moest Albarn één en ander kwijt, hetgeen met Merrie Land nu een feit is geworden. Tien uiterst droefgeestige songs (plus een introductie), die zijn soundtrack vormen voor de teloorgang van zijn Engeland. Naast het kwartet wordt de muziek uiterst fraai en stemmig ingelijst door gasten op fagot, hobo, cello, violen, altviool, trompet, saxofoon, trombone, Engelse hoorn en zang. Er is eenmaal ook een heel koor aanwezig. Het zijn stuk voor boeiende, melancholische en sterk gearrangeerde pareltjes. Een schitterende zwanenzang.

 

King Champion Sounds – For A Lark (lp+cd, Excelsior)
Toen zanger/dichter G.W. Sok, ofwel Jos Kleij, na 30 jaar zijn legendarische band The Ex verlaat, gaat er wel even een schok door de muziekwereld. Al gauw blijkt de band prima verder te kunnen met Arnold de Boer (zea). The Ex moet G.W. Sok hebben bekneld na zoveel jaar, want eenmaal opgestapt duikt hij in zoveel leuke en uiteenlopende projecten. Dat gaat van gastoptredens in of joint ventures met groepen als L’Étrangleuse, Oiseaux-Tempête, Zoikle, Two Pin Din, Chapi Chapo & Les Petites Musiques De Pluie, Detective Instinct, Action Beat, The Bent Moustache, Year Of Birds en Gran Kino tot echt nieuwe projecten als Cannibales & Vahinés, FiliaMotSa, The And en niet in de laatste plaats King Champion Sounds. Met die laatst genoemde leveren ze al 3 fantastische, niet eenvoudig te duiden albums af. De groep is in 2013 opgericht door muzikant/geluidsman Ajay Saggar, die je ook terugvindt in Donkey, The Bent Moustache, Dandelion Adventure en het nieuwe The Common Cold. Hij neemt op hun vierde For A Lark, een uitdrukking die “voor de lol” betekent, gitaar, tanpura, omnichord, programmering en elektronica voor zijn rekening. Daarnaast is het G.W. Sok uiteraard te horen met zijn pakkende typische zang, die tussen voordragen en zingen inzit, plus Olli Heffernan (bas, synthesizers, harmonium, Farfisa, piano), Mees Siderius (drums, vibrafoon, piano, melodica, cimbalom, olievat, bel), Ditmer Weertman (altsaxofoon), Chris Moerland (trombone) en Elsa van der Linden (tenorsaxofoon, fluit) die de groep completeren. Ze mogen daarbij ook rekenen op gasten op gitaar, zang, elektronica, trompet, viool en cello, onder wie Steve Gunn, BJ Nilsen en Saskia van der Giessen (Labasheeda). Een hele opsomming, maar de 10 nieuwe tracks omvatten dan ook heel veel. Op uiterst dynamische wijze brengen ze gevarieerde caleidoscopische mixen van rock, postpunk, surf, dub, krautrock, Afrikaanse elementen, freejazz, psychedelica, een toefje new age en in het laatste nummer, een fraai eerbetoon aan Laurie Spiegel, zelfs experimentele elektronica met dank aan BJ Nilsen. Uit dit alles spat het speelplezier; voor de lol. Maar het steekt eveneens steengoed in elkaar. Een waar feest dat vele genres vanuit vele windstreken omarmt, waarbij ze er toch een consistent maar avontuurlijk geheel van hebben weten te smeden. Zelf luisteren, voor de lol uiteraard, luidt het devies om dit overdonderende, meeslepende meesterwerk goed te vatten.

 

Matthijs Kouw – Obscurum Per Obscuritas (cd, Moving Furniture)
Eigenlijk zou ik deze nieuwe cd Obscurum Per Obscuritas van Matthijs Kouw ook in onze NNM-serie (Nieuwe Nederlandse Muziek) kunnen plaatsen, ware het niet dat deze artiest nieuw voor mij is en de muziek -zoals veel op het innovatieve Moving Furniture label- ook echt weer iets nieuws aan mij laat horen. Dat is heel mooi natuurlijk, maar dan begeef ik me dan toch ietwat op glad ijs. Dus tast ik liever in de duisternis in ons Schaduwkabinet; obscuur door middel van het meer obscure. Dat treft! Kouw brengt vanaf 2011 zijn muziek naar buiten en doet dat met enige regelmaat met Radboud Mens, die ik dan al wel weer ken. De Utrechtenaar Kouw maakt solo en in samenwerkingsverband muziek, waarbij een deel voor installaties, dans-, film- en theaterproducties. De output bestaat toch veelal uit drones, al dan niet gelardeerd met veldopnames. Dat geldt in elk geval voor zijn nieuwe album. Drones worden nog wel eens verward met monotone geluiden waar geen reet gebeurt, maar met die gedachte kom je hier van een kouwe kermis thuis. Kouw laat als geen ander horen hoe spannend en gevarieerd dronemuziek kan zijn. Hij dikt zijn subtiel van karakter veranderende drones met glitches en veldopnames en die weten je moeiteloos in de houdgreep te nemen. De 9 composities die hij hier tentoonspreidt zijn van een intrigerende schoonheid. Onbekend maakt bepaald niet onbemind. Ignotum per ignotius!

 

Dustin O’Halloran – Puzzle (cd, Sony Music/ Masterworks)
De begenadigde pianospeler ‘Dustin O’Halloran vormt samen met Sara Lov van 1994-2006 het fijne droompop/ indierock duo Dévics. Hij is tegen het eind ervan al zijn solocarrière gestart, wat zowel prachtige studioalbums als diverse ertoe doende soundtracks oplevert. Vanaf 2011 houdt hij er met Adam Wiltzie (Stars Of The Lid, The Dead Texan, Aix Em Klemm, Sleepingdog) tevens A Winged Victory For The Sullen op na. Hij maakt verder werken samen met Hauschka en Benoît Pioulard. Nu keert hij terug met de soundtrack Puzzle voor de gelijknamige film van Marc Turtletaub. In een goed half uur brengt hij 16 stukken ten gehore, die mogen rekenen op zijn heerlijk melancholische pianospel. De daarbij aansluitende stemmige orkestraties met strijk- en blaasinstrumenten plus harp worden hier verzorgd door de Echo Collective. Het levert tot de verbeelding sprekende, dromerige muziek op die ook zonder beelden overeind blijven. Hij besluit nog met de stemmige door Ane Brun gezongen song “Horizons”. Een wonderschoon kleinood.


 

Pijn – Loss (cd, Holy Roar)
Hoewel je bij Pijn wellicht een Nederlandse groep verwacht, komt dit gezelschap toch echt uit het Britse Manchester, zij het zonder Manchester-sound. Ze laten sinds hun mini Floodlit (2017) namelijk een eigenzinnige kruising van postrock en postmetal horen. Aangevoerd door Joe Clayton (gitaar, zang), Nick Watmough (drums, piano) en Luke Rees (bas). Ze presenteren nu hun officiële debuut Loss, waarop ze met nog zo’n zeven à acht andere muzikanten samenwerken. De namen hebben ze in de hoes achterelkaar geschreven en zijn niet heel eenvoudig te onderscheiden. Hun arsenaal wordt in elk geval aangevuld door cello, viool, saxofoon, lap steel en extra zang, al is veel ook gewoon instrumentaal. De cd opent met venijnige, kille postmetal waarin de warme lap steel een verrassend tegenwicht gebied. Daarna krijg je een donkere, pianogedreven song met stemmige zang en cellospel. Dan zetten ze de schuiven weer open en gaan ze luid te werk, soms met bulderzang en al. Maar ze variëren ook fraai met samples, neoklassieke en bijna altcountry stukken, doom en avant-garde. Het gaat weliswaar alle kanten op, maar het vormt toch een consistent geheel. Ze roepen uiteenlopende associaties op met bands als Have A Nice Life, God, Sannhet, Isis, Godspeed You! Black Emperor, Pelican en Mogwai, maar zonder dat het ooit helemaal past. En juist omdat ze veel stijlen op verrassende manier aan elkaar knopen maken ze zo’n ongelooflijke indruk. Daarbij laten ze net zo gemakkelijk een nummer van een goed 3 als 18 minuren horen. Het gaat van filmisch en meeslepend tot overdonderend en adrenaline opwekkend, maar levert zowel in het hard als zacht en in het mooi en kakofonisch dikwijls bergen kippenvel op. Pijn is verrassend fijn!

 

Same Waves – Algorithm Of Desire (cd, Flau)
Slechts een paar weken geleden ziet het debuut Middle Of The Meds van Hibernis het licht. Dat is het duo bestaande uit de muzikant John Hughes (Hefty Records, Bill Ding, Slicker, Some Water And Sun) en zangeres Lindsay Anderson, die van de groep L’Altra is en te gast is geweest bij onder meer Telefon Tel Aviv, Pulseprogramming en Wreckmeister Harmonies. De twee serveren daarop experimentele soundscapes vermengd met synthwave, droompop en ambient, die Anderson voorziet van etherische, bijna spookachtige en wonderschone zang. De reden dat ik dit allemaal oplepel is tweeledig. Ten eerste omdat hetzelfde koppel nu terug is als Same Waves, hetgeen ik in de vorige recensie ook heb vermeld; altijd fijn als het dan ook echt gebeurt. Daarnaast is dan ook goed te lezen wat de verschillen zijn en waarom het een andere bandnaam rechtvaardigt. Op hun debuut Algorithm Of Desire staat namelijk de prachtig bitterzoete zang van Anderson meer op de voorgrond, die overigens ook te horen is op wurlitzer, Rhodes, vleugel, gitaar en synthesizer. Hughes lijst dat verder schitterend in met synthesizers en programmering. Daarmee zetten ze een heerlijke kruising van synth- en droompop plus neoklassieke en jazzy elementen neer. Het wordt wel gelardeerd met lichte experimenten, maar het speelt hier meer een bijrol. Hun dromerig mysterieuze en toch speelse muziek wordt door gasten verder ingekleurd met vibrafoon, drums, viool, percussie-instrumenten, contrabas, tuba en gitaar. Het is niet zo dat er geen enkele overlap is met Hibernis, maar de gemene deler is wel klein. Veel belangrijker natuurlijk is dat dit werkelijk zinderende prachtmuziek oplevert die 4AD-fans en die van Trespassers William, Dévics en Austra wel zal aanspreken. In alle opzichten een droomdebuut.

 

A Storm Of Light – Anthroscene (cd, Consouling Sounds)
Neurosis, Red Sparowes, Battle Of Mice, Blood & Time, The (Fallen) Black Deer en MGR mogen allemaal rekenen op zanger, gitarist en toetsenist Josh Graham tot hij in 2007 A Storm Of Light optuigt. Hij kan vanaf het begin rekenen op bassist Domenic Seita (ex-Tombs), die met wisselende leden en gasten tot nu toe 4 krachtige albums hebben afgeleverd vol post rock en doom metal. Voor hun nieuwste album Anthroscene hebben ze maar liefst 5 jaar uitgetrokken, maar toen moest deze er echt uit. Ze halen hun brandstof namelijk uit frustraties, woede, onrecht en andere zaken waar ze echt een afkeer tegen hebben. Daar is (helaas) genoeg van in deze wereld en een nieuwe president zorgt ook voor de nodige voeding. De twee genoemde muzikanten worden hier bijgestaan door gitarist/toetsenist Dan Hawkins en drummer/percussionist Chris Common (These Arms Are Snakes, Les Butcherettes, Mamifer). Hoewel ze in basis nog klinken als voorheen, is de sfeer grimmiger en landt de muziek vaker in de sludge metal en industrial hoek. Ze leveren krachtige statements af, waarin ze hun onomwonden en overtuigend hun gal spuwen. Daarmee weten ze een diepe indruk te maken. Fans van Killing Joke, Stabbing Westward, Neurosis, Tool en die van de vroegere Ministry doen er goed aan dit verbluffende album eens te tot zich te nemen.

 

Sun Kil Moon – This Is My Dinner (2cd, Caldo Verde)
Voor mij blijft Mark Kozelek altijd verbonden met het meer dan geniale Red House Painters, maar solo en met zijn incarnatie Sun Kil Moon (al dan niet samen met Jesu, The Album Leaf of Deserthore) weet hij ook het verschil te maken. De laatste paar jaren neigt het wel eens naar gemakzucht, waarbij het haast lijkt of hij zijn boodschappenlijst opsomt in zijn songs. En toch weet hij het telkens weer tot kunst te verheffen. Maar als je denkt het wel gehoord te hebben komt hij plots met, gelukkig eindelijk een dubbele cd, This Is My Dinner. Daarbij bestaat het gevaar dat er een saai verslag van zijn diner volgt, maar dat is gelukkig niet het geval. Samen met diverse muzikanten op bas, gitaar, drums, keyboards en zang brengt hij hier een gepassioneerd geheel, waar hetgeen hem beroert tot muzikale declamaties zijn verheven. Het rockt en schuurt meer dan ooit, wat de luisterbaarheid en boeiendheid enkel ten goede komt. Hoewel hij niet heel veel aan zijn recept heeft geschaafd, is het muzikaal gezien toch weer een stap voorwaarts. Je kunt jezelf weer heerlijk laven aan van alles en nog wat; zijn droge humor, de teksten en de fraaie muzikale vondsten. Bij vlagen wordt het zelfs weer wat harder. In slechts 5 songs weet hij op fraaie wijze een goede 57 minuten vol te maken. Op de tweede schijf volgen nog eens 5 songs van samen 32 minuten lang,die een iets rauwer geluid van de band laten horen. Het is echt weer eens een Sun Kil Moon album om van te smullen.

 

Raoul Vignal – Oak Leaf (cd, Talitres)
Er zijn van die labels die telkens weer voor de aanvoer van originele dan wel prachtige muziek zorgen. Dat geldt zeker voor het Franse Talitres, waar je uiteenlopende muziek krijgt geserveerd, waar naast enige avontuurlijkheid ook een zekere melancholie achter schuil lijkt te gaan. Vorig jaar presenteren ze de Franse zanger/gitarist Raoul Vignal, die met zijn The Silver Veil op de tweede plaats eindigt in mijn jaarlijst. Dit is onder meer te danken aan zijn zalvende maar droefgeestige zang en breekbare gitaarspel, die me heel dichtbij één van allergrootste helden Nick Drake brengt. Net zoals Gareth Dickson dat doet, zij het dat ze het beide op eigengereide en originele wijze doen. Zo incorporeert Vignal ook folk, jazz en avant-garde invloeden in zijn muziek. Dat geldt zeker voor zijn tweede album Oak Leaf, waar hij nog meer accenten aanbrengt bij zijn combinatie van emotioneel geladen gitaargetokkel, pianospel en zang. Hij krijgt rugdekking van Lucien Chatin (drums, percussie), Jordy Martin (contrabas), Grégoire Colson (vibrafoon) en Tom Chagnard (sopraansaxofoon). Het levert weer 10 uiterst oorspronkelijke songs op, die diepe snaren weten te raken en dikwijls voor kippenvel zorgen. Meer dan ooit brengt hij deze in een fluweelzachte, nachtelijke setting, waar je gewoon door genarcotiseerd en betoverd raakt. Naast de genoemde artiesten moet je tevens denken aan The White Birch, Boduf Songs, Red House Painters, Rivulets en Gravenhurst. Het is zo mooi dat het haast zeer doet.

 

Dina El Wedidi – Slumber (mcd, Kirkelig Kulturverksted / Xango Music Distribution)
Dina El Wedidi is een Egyptische zangeres, daf- en gitaarspeelster, actrice en verhalenvertelster en in eigen land al heel populair. Bij mijn weten heeft ze tot nu toe enkel haar sublieme in 2014 verschenen cd Turning Back (2014) uitgebracht. Hierop laat ze een wereldse mix van pop en folk horen, waarbij ze enigszins aan Natacha Atlas en Rim Banna doet denken. Hierna kan ze eenvoudig kiezen voor de commercie. Op haar nieuwe album Slumber kiest ze er echter voor om het populaire en eenvoudiger pad te verruilen voor een meer complexe en experimentele route. Wat dat betreft maakt ze net zo’n gedurfde reuzenstap als Melanie De Biasio, zij het dat er geen muzikale verwantschap is. Dina El Wedidi brengt zeven nummers ten gehore, die omgesmolten zijn tot één lange track van ruim 28 minuten. Daarbij werkt ze voor het eerst zonder bandleden maar met een trein als basis. Ze heeft daarvoor geluiden verzamelt van treinen, treinsporen en stations en die tot een muzikaal geheel verwerkt. Het stuk representeert een droom van haar die ergens tussen bewustzijn (de trein) en het onbewuste (de droom) zit. Tijdens deze trip duikt met enige regelmaat haar mooi zang op, die ze soms afwisselt met poëtische voordrachten en her en der laat aanvullen door gastzangers. Hoewel een groot deel machinaal, mechanisch en middels veldopnames tot stand is gekomen, heeft ze er een organisch en muzikaal stuk van weten te maken. Dat is niet alleen knap maar ook bijzonder biologerend en wonderschoon. Een korte maar wereldse reis die je nog lang zal heugen.

 

Yellow6 – Reflect (5cd, Silber Records)
Yellow6 is het in 1998 gestarte project van Jon Atwood, die mij nauw aan het hart ligt en tevens met enige regelmaat in mijn jaarlijsten opduikt.. Atwood vind je ook terug naast Rothko, Avrocar, Absent Without Leave, Caught In The Wake Forever, David Newlyn, Egsun en Landing. Tevens vormt hij met Dirk Serries de groep The Sleep Of Reason en speelt hij op een blauwe maandag bij Crippled Black Phoenix. Met Yellow6 maakt hij meestal een melancholische mix van gitaarambient en rustieke, dromerige postrock. Ondanks zijn hoge output heeft hij ook nog altijd hoogwaardig materiaal over, dat doorgaans op zijn Merry6mas-serie belandt. Het is nu echter nog geen kerst, maar Yellow6 bestaat 20 jaar. En in plaats van een compilatie komt hij gewoon met Reflect, een nieuw, 5 cd’s tellende boxset. Toch is het ook weer niet een typisch regulier werk. De eerste 3 cd’s bestaan namelijk uit Looking Glass (RED), (GREEN) en (BLUE) en laten de ontwikkeling van een origineel muziekstuk zien via vele interpretaties. Dat levert in totaal 17 stukken op die weliswaar verwant zijn, maar toch ook behoorlijk verschillen. En het bevat die typische desolaatheid van Yellow6. Heel fraai. Omdat de muziek van Yellow6 dikwijls als drones bestempeld worden, tot zijn eigen verbazing, heeft hij nu eens een poging gedaan ze daadwerkelijk te maken. Het resultaat ervan is op de laatste twee schijven Drone (BLACK) en (WHITE) te horen. Op de eerste werkt hij samen met Yumah, Grey Frequency, AMP, The Corrupting Sea, Brian John Mitchell, Beth Lily Georgiou, Garwin en Dual. Dat levert een gevarieerd geheel op dat zich ergens tussen drones, ambient en postrock ophoudt. De tweede bevat zijn solodrones, die wel degelijk zijn meest drone-gerichte materiaal bevatten, zij het nog altijd met die dromerige melancholie. Ik heb de grote eer gehad ook twee pagina’s van het fraaie boekwerk van tekst te voorzien. Maar veel belangrijker is dat dit monumentale werk bijna 6 uur lang biologerende prachtmuziek bevat. Wat een traktatie. Chapeau!

 

ZAZ – Effet Miroir (cd, Play On / Warner)
Laat ik deze week na al die doorwrochten, droefgeestige, duistere, drone gelardeerde en donderse muziek eens luchtig afsluiten. Ik heb een zwak voor Franse zangeressen, zeker als ze over zo’n fijne zwoele stem beschikken als Isabelle Geffroy. Onder de naam ZAZ brengt ze eerder al de albums Zaz (2010) en Recto Verso (2013) uit. Hierop laat ze bitterzoete mixen horen van chansons, pop en jazz, die over genoeg melancholische lijm beschikken om aaneen te blijven hangen. Door groot succes in eigen land en een beetje erbuiten volgen er daarna alleen nog maar live albums. Nu is haar derde cd Effet Miroir eindelijk een feit. Ze brengt in ruim 50 minuten 15 nieuwe songs. Een deel ervan huppelt zo weer je woonkamer uit, maar er staan er weer veel op die mij echt weten te grijpen, zoals “Mes Souvenirs De Toi” bijvoorbeeld. Verder gewoon een lekker niets aan de hand popplaatje.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.