Het schaduwkabinet: week 46 – 2023

Ik voel nattigheid. Vermoedelijk houd je het wel droog bij de muziek uit mijn lijstje in het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Emma Anderson, Astrïd, bar italia, John Francis Flynn, Grosso Gadgetto & NLC, MaskXSoul, Dijf Sanders, Bill Seaman / Tim Diagram / Stephen Spera en Cécile Seraud.

 


 

Jan Willem

Emma Anderson – Pearlies (cd, Sonic Cathedral)
Als je denkt aan de fantastische groep Lush of het er überhaupt over hebt, gaat het al snel om de enigmatische frontvrouw Miki Berenyi (Piroshka) of drummer Chris Acland, die in 1996 abrupt een einde aan zijn leven maakte en daarmee ook de band. Het gaat zelden over de stille kracht achter het geheel, namelijk gitariste/zangeres Emma Anderson. Lush is in 2015 weer even bij elkaar gekomen, maar ieder is toch zijn of haar eigen weg gegaan. Anderson heeft ook kortstondig met Lisa O’Neill, Poppy Gonzalez en Mark Van Hoen (Locust, Seefeel, IHVH, Black Hearted Brother, Scala, Drøne) de groep Sing-Sing er op nagehouden, waaruit ook twee ontzettend leuke albums in 2001 en 2005 zijn voortgekomen. Na al die jaren treedt Emma Anderson volkomen terecht op de voorgrond en brengt na al die jaren haar solodebuut Pearlies uit. In de 10 songs van samen een goede 38 minuten, hoor je pas hoe groot haar aandeel in Lush is geweest. Niet dat ze hier probeert dat geluid na te streven, maar het is wel aanwezig en tevens evident wat zij in haar eentje te bieden heeft. Emma krijgt daarbij nog wat hulp op keyboards, synthesizers, programmering en gitaren. De muziek zit ergens tussen folk, droompop, synthpop en shoegaze in en ademt dat nostalgische 4AD-sfeertje uit (het album is ook in de 4AD studio opgenomen). Emma Anderson weet buiten de schaduw van anderen meteen te schitteren. Heerlijk melancholisch album, zoals je niet meer vaak zo hoort.

 

Astrïd – Always Digging The Same Hole (cd, False Walls)
Hoewel ze bepaald niet strooien met hun releases weet het Franse kwartet Astrïd wel iedere keer een diepe indruk te maken. Ooit in 1997 zijn ze begonnen als duo, maar ten tijde van hun debuut in 2004 al opererend als kwartet. Ze hebben inmiddels 6 albums uitgebracht, waarvan één met de zeer bij hun passende pianiste Rachel Grimes van Rachel’s. De instrumentale muziek van Astrïd bestaat meestal uit biologerende kruisbestuivingen van folk, klassiek, blues, neoklassiek, post-rock, ambient, jazz en experimentele muziek, die dikwijls op improvisatorische wijze tot stand komt. De groep die qua instrumentarium nog wel eens schuift bestaat op hun zevende album Always Digging The Same Hole uit Cyril Secq (gitaar, piano, harmonium, Juno, percussie, metallofoon), Vanina Andréani (viool, piano), Yvan Ros (drums, percussie, harmonium, metallofoon) en Guillaume Wickel (klarinet, basklarinet, percussie). Helaas is Guillaume Wickel juli vorig jaar overleden en hebben ze het album aan hem opgedragen. Cyril Secq heeft verder nog albums uitgebracht met Orla Wren en Sylvain Chauveau. Samen met die laatste vormt de groep ook nog het project Butterfly In The Snowfall. Op hun nieuwe album van 37 minuten lang brengen ze 5 tracks, die weer op filmische en rustieke wijze uitgevouwen worden. Dikwijls komen de geluiden intuïtief tot stand en is de muziek wat stuurloos, maar daarmee weten ze wel precies de juiste snaren te raken. De instrumenten zetten ze soms fragmentarisch in en op andere momenten bespelen ze die juist weer op reguliere wijze of een combinatie van dat alles. Dat levert een dynamisch geheel op, dat tevens rijk maar uiterst subtiel gedetailleerd en gelaagd is. Ze dompelen dat alles onder in een warm melancholische sfeer. Je moet het ergens zoeken tussen Dictaphone, Set Fire To Flames, Rachel’s, Talk Talk, Boxhead Ensemble, The Kilimanjaro Darkjazz Ensemble en Slow Six. Het is majestueuze meesterlijke magie die ze hier naar buiten brengen. Groots!

 

bar italia – The Twits (cd, Matador)
Muzikante Nina Cristante is in Italië geboren, maar opereert al een tijd vanuit Londen. Solo heeft ze als NINA muziek gemaakt en werkte daarbij dikwijls samen met Dean Blunt. Op zijn label World Music verschijnen ook de eerste twee lp’s van haar groep bar italia, die ze deelt met de Double Virgo leden Jezmi Fehmi aka Jezmi Tarik en Samuel Fenton. Echt prachtige albums, maar toch gooit ze pas eerder dit jaar hoge ogen met Tracey Denim. Hierop brengen ze een ludieke en ook best melancholische mix van alternatieve rock, shoegaze, post-punk en lo-fi. Nu zijn ze alweer terug met hun volgende album The Twits, waarop ze in een goede 47 minuten 13 nieuwe songs presenteren. Ze wentelen zich weer in de genoemde genres, maar doen dat net op een nog iets meer pakkende en rauwe wijze. Ze roepen door de nodige ingrepen ook net andere associaties op dan op hun vorige album, zoals Earwig, Velvet Underground, The Breeders, Calla, The Jesus And Mary Chain, Sonic Youth en Blonde Redhead. Het is haast ongelooflijk hoe ze met een heel sterk 15 nummers tellend album nu daar met 13 nummers nog eens op een nog hoger niveau overheen weten te gaan.

 

John Francis Flynn – Look Over The Wall, See The Sky (cd, River Lea)
Het begint er steeds meer op te lijken dat Ierse folk de nieuwe experimentele muziek aan het worden is. Kijk naar bands als Lankum en Øxn (waarover binnenkort meer), die folk in behoorlijk andere, soms zelfs donkere mallen uitgieten. Daar voegt zich nu ook de Ierse muzikant John Francis Flynn bij, die ook deel uitmaakt van de traditionele Keltische groep Skipper’s Alley. Op zijn solodebuut I Would Not Live Always (2021), waar overigens de nodige gasten meededen, dienden de eerste kleine experimenten zich al aan. Dat heeft John (zang, gitaar, elektrische gitaar. Fluit, Casio SK1) nu verder uitgewerkt op Look Over The Wall, See The Sky, waarop hij in een goede 42 minuten 8 tracks brengt. Hij lengt zijn folkmuziek aan met drones, dissonante geluiden, unheimische synthesizer geluiden en alternatieve arrangementen. Dat blijkt op geweldige wijze bij elkaar te passen. Hij wordt hierbij geruggensteund door maar liefst 8 muzikanten, die klarinet, gitaar, bas, vedel, viool, drums, modulaire processing, zang, contrabas, harmonica, handradio, trompet, Franse hoorn en trombone brengen. Deze enorme inbreng zorgt wel voor een zekere kracht, maar de muziek blijft fraai verstild en ook heerlijk droefgeestig; dat laatste mede door de zang. Traditie en nieuwlichterij gaan hier op meer dan overtuigende wijze hand in hand. Een veelzijdig prachtalbum.

 

Grosso Gadgetto & NLC – Peripheral (2cd, Attenuation Circuit)
Eén van de artiesten die vroeger met enige regelmaat op en recensie van mij mocht rekenen, was NLC of voluit Nouvelles Lectures Cosmopolites dat al sinds 1990 bestaat. Deze soloaangelegenheid van Julien Ash, groeit door de jaren heen van industriële gitaarmuziek naar een caleidoscopische kruisbestuiving van middeleeuws en klassiek getinte muziek, ambient, wereldmuziek en zelfs pop en trip hop. Ash was overigens ook te vinden in Maelstrøm en A Sparrow-Grass Hunt. Na een hiaat van ongeveer 15 jaar is hij in 2022 weer actief begonnen met muziek uit te brengen; en veel ook. Niet alleen van NLC alleen, maar ook in samenwerkingsverband met Innocent But Guilty en Grosso Gadgetto plus onder zijn “eigen” naam eerder dit jaar ook met Christophe Petchanatz van onder meer Klimperei. Nu is NLC terug met het album Peripheral dat samen met Grosso Gadgetto tot stand is gekomen, hetgeen het project is van Christian Gonzales die in het verleden ook uit allerlei verschillende vaatjes tapte (van ambient tot bkack metal). Nu een dubbel cd samen, waarop 12 tracks serveren die eerlijk verdeeld zijn over de twee schijven van elk ruim 52 minuten lang. De hoofzakelijk elektronische muziek landt op ruimtelijke en licht experimentele wijze ergens tussen ambient, electro, spacy IDM, drones en anderzijds elektronische geluiden en beats. Met gasten op viool en dwarsfluit plus hun eigen pianoklanken krijgt de muziek ook soms een neoklassiek tintje en door het gebruik van stemsamples krijgt het tevens een menselijk karakter. Daarbij is de eerste schijf iets filmischer en de tweede iets ritmischer, maar ze ontlopen elkaar verder niet heel erg. Overal brengen ze de muziek in meerdere lagen, waardoor een enorme diepgang ontstaat en het ook steeds spannend en verrassend maakt. Dat alles overgieten ze nog eens met een fijn melancholisch en een licht duister vernis, wat maakt dat alles diep onder de huid weet te kruipen. De twee leveren hier een magistrale luistertrip af, die je niet makkelijk van je af kunt schudden.

 

MaskXSoul – Onegin (cd, Denovali)
Onlangs heb ik nog een recensie gepubliceerd van de nieuwe The Lovecraft Sextet, één van de vele projecten van de Nederlandse muzikant Jason Köhnen (tevens Bong-Ra, Orphanage, The Kilimanjaro Darkjazz Ensemble, The Mount Fuji Doomjazz Corporation, Mansur, Korsakov, Orphanage, Celestial Season, Bluuurgh). Hij heeft op elektronisch vlak ook bemoeienissen met de cd Onegin van het Russische duo MaskXSoul. Nu begrijp ik dat Rusland momenteel nogal gevoelig ligt, maar kunstenaars en anders denkenden kunnen er ook niks aan doen dat ze een president hebben die foute beslissingen neemt. Dat gezegd hebbende, wil ik het graag hebben over dit nieuwe album, waar ze niet vragen om één drankje maar refereren aan de klassieke roman “Eugene Onegin” (ook wel Yevgeniy Onegin) van Alexander Pushkin, waarvan ze teksten incorporeren in hun muziek. Deze toch wel bijzondere literaire injectie geeft de muziek een eigen smoel. De groep bestaat tegenwoordig uit Tatyana Selivandova (zang, keyboards, melodica) en Dmitry El Demerdashi (zang, ud en saz.). Die laatste deelt Mansur met Jason. Ze brengen hier een stemmige mix van dark jazz, neoklassiek en folk. Daarbij moet je denken aan mix van Rada & Ternovnik, Vanessa Wagner, Ennio Morricone, Rajna en The Lovecraft Sextet. Kortom, een eigengereid en bovenal schitterend album.

 

Dijf Sanders – SUPRA (cd, Unday / N.E.W.S.)
Grensoverschrijdend gedrag is iets wat de Belgische multi-instrumentalist Dij Sanders nogal eens vertoont. Op een goede en muzikale wijze welteverstaan, voordat er rare verhalen rondgaan. Dat komt naar voren in diverse bands als Teddiedrum, The Violent Husbands, Imagine Raymond en Compo Oro, die hij er vanaf 1996 op nahoudt, maar vooral als hij (David, Dave, Deef, Dijf) muziek onder zijn eigen naam uitbrengt; dat al sinds 2004. De grenzen opzoeken doet hij overtuigend op zijn laatste drie albums. Op Moonlit Planetarium (2016) laat hij een combinatie van future jazz, ambient, plunderphonics en experimentele pop horen met exotische geluiden. Java (2017) dat daarop volgt, bevat een trip door Indonesië middels de daar opgenomen veldopnames en die hij heeft omgesmeed tot avontuurlijke, experimentele en bovenal grenzeloze en wereldse songs. Op zijn album daarna, Puja (2020), doet hij iets dergelijks, zij het dat dit keer Nepal ten prooi is gevallen aan zijn opnameapparatuur. Het levert andermaal een volslagen uniek album op. Daar is het gelukkig niet gestopt en Sanders continueert zijn wereldreis met een bezoek aan Georgië, waarbij hij uiteraard (veld)opnames maakte. Met name de traditionele koorzang van daar heeft hem geïnspireerd en is in gesamplede versie ook dikwijls terug te horen op het nieuwe album SUPRA. Nu had hij er helemaal de folk-kant mee op kunnen gaan, maar Sanders incorporeert dit alles in een mix van IDM, ambient en etherische trance, waarbij hij oog houdt voor melodie, ritme en doorwaadbaarheid. Hiermee brengt hij weer een prachtig album van een uitzonderlijke wereldse klasse.

 

Bill Seaman / Tim Diagram / Stephen Spera – The World Was Turning Before (cd, LAAPS)
The World Was Turning Before klinkt als een uitstekende titel voor een nog te maken James Bond film. Maar het is nog veel spannender, want het is de titel van het nieuwe album van de drie klasbakken Bill Seaman (The Seaman And The Tattered Sail (met Craig Tattersall (Hood, The Boats)), The Humble Bee & Players, The Humble Seaman), Tim Diagram aka Tim Martin (Atlantis, Maps & Diagrams, Ouvala, Black Elk, Bluhm, Hessien, Sovacusa, Somme) en Stephen Spera (Spirit Radio). Ze zijn eigenlijk allen meester in het maken van subtiele muziek. Samen wordt dat niet ineens een opstapeling aan geluid, maar eerder een masterclass in minimalisme. Aan de andere kant is het wel uiterst rijk gedetailleerd allemaal, maar spelen veel geluiden zich af in een microscopische ruimte. Seaman (piano, ebow, analoge synthesizer, DX7, micro-ritmes, samples, glas harmonica, drones) Diagram (gitaar, synthesizer, noise drones, samples) en Spera (synthesizers, stemarrangementen, samples, tapes). De piano drijft daarbij het vaakst naar op herkenbare wijze naar de oppervlakte. Ze weten de spanning continu behoorlijk op te bouwen met hun drones, ambient en experimentele muziek. Daarbij voegen ze historische stemmen en samples van zangeres Tamalyn Miller (Spirit Radio) toe, die het geheel van een mysterieus en soms zelfs spookachtig vernis voorzien. Ruim een uur lang weten ze je in de houdgreep te nemen met verrassend, bezinnend en licht bevreemdend geluid, dat je even helemaal uit de realiteit weet te nemen. Wonderlijk wonderschoon!

 

Cécile Seraud – Xaos (cd, Cécile Seraud / Epicerie Libre)
Cécile Seraud is een Franse pianiste en componiste, die relatief laat (42 jaar) in het pianolandschap opduikt met haar album Shoden (2020). Ze heeft dan ook pas 5 jaar ervoor de klassieke gitaar, die ze al sinds haar vijfde speelt en waarmee ze afgestudeerd is aan het conservatorium, verruild voor de piano. Ze noemt Yann Tiersen, múm, Sigur Rós, Arvo Pärt en Ólafur Arnalds als referenties op, hetgeen je deels wel terug hoort op het genoemde debuut, dat een minimaal werk is geworden waarbij iedere noot de juiste snaar weet te raken. Nu is ze terug met Xaos, hetgeen “chaos” betekent in het Grieks. In eerste instantie lijkt de muziek aan te sluiten op haar debuut, maar al snel krijg je tevens subtiele experimentele geluiden en her en der ook gastbijdragen op elektrische gitaar, cello en zang. Dat laatste door zangeres Gaëlle Kerrien, die te vinden was in de groep Beth en heeft gewerkt met Yann Tiersen en Dale Cooper Quartet And The Dictaphones. Seraud vertelt op dit nieuwe album over onze tijd en zijn breuken: uitbarstingen van verlies, onzekerheden, herinneringen, beloften, uitbarstingen van vreugde. Scherven van een gefragmenteerde wereld, die nog steeds te gedesoriënteerd lijkt om betekenis te construeren. Tegelijkertijd neemt ze je mee naar de toekomst, de kosmos en een nieuwe realiteit. Drie stukken heten ook “Errance Cosmique”, ofwel kosmische omzwervingen, waarbij David Lynch om de hoek lijkt te komen kijken. Dat alles verklaart ook de albumtitel een beetje. Een beetje omdat haar pianospel, waar het leeuwendeel van het 14 nummers tellende album van bijna 56 minuten lang, eerder orde schept in alles. Het is van een diepgravende schoonheid, die haar toch al fraaie debuut op alle punten voorbijstreeft.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.