Het schaduwkabinet: week 42 – 2009

Wij gaan nog meer geld verkwisten aan muziek en hopen zo de Nobelprijs voor de Economie te winnen. Anders gaan we maar mensen afzeiken in Mozambique en hopen zo op een Oranjelintje. Nee het is pas echt prijzenswaardig als jezelf met je stomme kop een dure hypotheek laat aansmeren of in de schulden steekt en dan achteraf gaat klagen en een goede bank failliet laat gaan. Waar we sowieso mee in de prijzen vallen zijn onze lijstjes uit het:
Schaduwkabinet

We luisterden naar: Marilyn Crispell, Kevin Volans, Benjamin Herman, Editors, Yasmin Levy, Depedro, The Unthanks, iLiKETRAiNS, Various Artists: Warp20 (Unreleased), Stellamara, The xx, Bauer, J. Tillman, The Devil’s Blood, Goblin en Simonetti/Morante/Pignatelli. En keken naar: Lady In The Lake, Syrach, The Devil's Blood, Trouble & Pentagram, Angels In America en De Nederlandse Arthouse (diverse films, lees!).


ERICVANREES

Marilyn Crispell – Vignettes
Een emotionele tour de force: alle registers worden opengetrokken op deze ECM-schijf door pianiste Marilyn Crispell om de luisteraar te imponeren. Hoewel Crispell vooral bekend staat om haar staat van dienst in de jazz, koos ze hier voor directe benadering met als resultaat een toegankelijk album vol melodie en melancholie. Opvallend is dat Erik Satie-achtige melodieën hand in hand gaan met kortere, ritmische en dissonante improvisaties zonder dat dat geforceerd of gemaakt aandoet. Van tijd tot tijd adembenemend mooi en een prachtige Arve Henriksen-cover van het stuk 'Stilleweg'. En zoals altijd klinkt de productie van ECM weer prachtig.

Kevin Volans – White Man Sleeps
Afkomstig van de cd 'African Pieces' van het Kronos Quartet. 'White Man Sleeps' is een compositie in vijf delen dat vooral heel erg vitaal klinkt. In verschillende tempi trekt dit stuk als een wervelwind aan je voorbij, om je in het vierde deel definitief bij je strot te grijpen mocht dat daarvoor nog niet gebeurd zijn. 'Ik vind het gewijde muziek van de hoogste orde' schreef Bruce Chatwin over de muziek van Volans in het boek 'Wat doe ik hier'.

Benjamin Herman – Lowryder
Herman's nieuwste cd 'Blue Sky Blond' is vooral heel erg gericht op beats in plaats van jazz maar met het kaliber muzikanten dat hij wist te strikken voor deze cd wordt het weer een feestje, vooral op de track 'Lowryder', ook te horen op zijn myspace-pagina. Verslavend goed dit.


JANWILLEMBROEK

Editors– In This Light And On This Evening(2d, Kitchenware/PIAS)
Ik hou enorm van dat diepe, getergde wavegeluid in Tom Smith’s stem. Dat vormt ook voor de helft het kenmerkende geluid van de band, die elke fan van Joy Division, Echo & The Bunnymen en The Comsat Angels wel zal bekoren. De andere helft van het geluid is toch wel afkomstig van de gitaren. Op hun derde album (tijdelijks als dubbel-cd uitgegeven) gaat het roer drastisch om en worden de gitaren vervangen door synthesizers. Een gewaagde zet. Ondanks de inzet van lichtere instrumenten is het geluid op deze cd rauwer en meer droefgeestig dan ooit. Mensen die het om het lekkere depri-gevoel van de band houden worden hier meer dan ooit op hun wenken bediend, mensen die het gitaargeluid zo waarderen haken hier wellicht af. Maar de groep opent ook weer de deur voor andere liefhebbers. Het geluid blijft groots, maar komt nu uit tussen Joy Division, Kraftwerk, VNV Nation en de Simple Mind (oude stijl), met de nadruk op de eerst genoemde. De tweede schijf past hier perfect bij en had wat mij betreft gewoon op de eerste schijf erbij gemogen (dan houd je nog ruimte over). Past verder perfect in mijn donker geplaveide straatje.
Luister Online bij Myspace:
In This Light And On This Evening / Bricks And Mortar / Papillon / You Don’t Know Love / The Big Exit / The Boxer / Like Treasure / Eat Raw Meat = Blood Drool / Walk The Fleet Road

Yasmin Levy– Sentir(cd, Adama/World Village)
Sinds 2004 brengt de in Israël geboren en tegenwoordig in London wonende zangeres ons prachtige Ladino muziek. Dit is de muziek van de Sefardische Joden met die typische Ladino taal ook wel Judeo-Spaans genoemd. Haar muziek heeft ook zeker een Spaans karakter, maar dan met invloeden uit Portugal (denk aan fado), Turkije, Roemenië, Marokko, Israël en de Balkan, wat mede komt door het gevarieerde instrumentarium. Ook op haar vierde album brengt een waaier aan invloeden die op sfeervolle en jazzy wijze worden geserveerd. Ze brengt naast eigen ook veel traditionele nummers. Tevens waagt ze zich aan het wellicht doodgecoverde “Hallelujah” van Leonard Cohen, wat door de Ladino tekst heel fraai uitpakt. Bijzonder mooi en gevoelig is het duet met haar vader Yitzhak Levy. Wat geldt voor haar vorige cd is ook hier weer het geval: deze muziek kan emotioneren als fado, weet te betoveren als een wonderschone flamenco, smaakt heerlijk kruidig als droefgeestige Turkse folk, deelt lief en leed met de Balkan en is net zo meeslepend als een sprookje uit 1001 nacht. Het moge duidelijk zijn dat de Ladino cultuur met Yasmin zich geen betere ambassadrice kan wensen. Een schitterend en melancholisch album.
Luister Online:
Sentir(in de playerT)

Depedro– Depedro(cd, PIAS/EMI)
De Spanjaard Jairo Zavala (Amparanoia, Vacazul, Los Coronas) is één van muzikanten die nog wel eens van zich laat horen in Calexico. Tijd dat ze dit omgekeerd ook eens gingen doen en zo geschiedde. Met een beetje gekscherende naam Depedro heeft Zavala zijn debuut opgenomen, waar de voltallige Calexico formatie aan heeft meegewerkt. Verwacht geen tweede Calexico, maar wel een sterke Spaanse liedjesplaat. Uiteraard zitten er wel kenmerken in die Calexico typeren (zeker in “Two Parts In One” waarbij Joey Burns zingt), maar Zavala kiest bewust zijn eigen stijl. Hij mengt Americana met latino muziek, folk, Afrikaanse muziek, reggae en blues. Bijzonder fraai en hiermee ook de eerste zomerplaat midden in de herfst. Maar goed, officieel komt de cd dan ook uit 2008. Dit jaar ziet de cd opnieuw het licht op het National Geographic label.
Luister Online bij Myspace:
Como El Viento / Comanche / Two Parts In One / Equivocado / Don’t Leave Me Now

The Unthanks– Here’s The Tender Coming(Rabble Rouser/EMI)
Op de vorige twee cd’s van Rachel Unthank & The Winterset doet ook zusje Becky Unthank ook al mee. Ze krijgen als kind al folkorenbrood en folkorenpap naar binnen gegoten en hebben een rijke folk traditie achter zich. Een genre waar Britten hoe dan ook wel uitblinken. Nu zijn ze dan terug als The Unthanks. Een album vol traditionele songs en nieuwe mogelijk nieuwe traditionele nummers. De zussen zingen en spelen cello, ukelele, autoharp en met hun (stamp)voeten. Ze krijgen ruggensteun van 3 muzikanten op zang, viool, accordeon, mandoline, piano, bellen, Chinese gong, tam tam, gitaar, ukelele, marimba en bas. Een op en top folkplaat, maar dan wel één die de wortels in het heden heeft. Prachtig!
Luister Online bij Myspace:
Lucky Gilchrist/ Because He Was A Bonny Lad/ Sad February/ Annachie Gordon/ The Testimony Of Patience Kershaw/ Living By The Water

iLiKETRAiNS– Sea Of Regrets(cds, iLiKETRAiNS)
Hoewel ze nu op de hoes I Like Trains schrijven blijf ik liever bij de veel leukere oude naam. Qua muziek is er (gelukkig) ook niets veranderd op de twee nummers tellende cd-single. Lekker zwaar aangezette “library rock”. Donkere stem en gitaren die uiteindelijk een keer tot uitbarsting komen. Het blijft wonderschoon wat deze groep maakt.
Luister Online bij Myspace:
Sea Of Regrets

Various Artists: Warp20 (Unreleased) (lp, Warp)
Nee wees niet bang, ik heb geen lp, maar deze heb ik gebrand gekregen van een goede vriend uit Engeland. Veel leuker en interessanter dan de “Chosen” (het beste volgens de fans & Warp zelf) en “Recreated” (de mixen van Warp artiesten door Warp artiesten). Ik bedoel als er een feestje is moet je trakteren. En dit album is een ware traktatie met nooit eerder uitgebrachte tracks van onder meer Boards Of Canada (die een heftig shoegazergeluid laten horen), Autechre (met toegankelijke maar lekkere beats), Plaid (met filmische beats), Broadcast (met prachtige elektro-pop) en Seefeel (met een bloedstollende duistere ambienttrack). Hopelijk komt deze ook nog op een andere manier beschikbaar, want dit is het neusje van de zalm.

Stellamara– The Golden Thread(cd, Prikosnovénie)
Stellamara maakt niet veel platen. Wel al twee hele mooie (Star Of The Sea en The Seven Valleys) in het straatje van Dead Can Dance, maar dan wel op geheel originele wijze. Vijf jaar heeft het geduurd voordat deze nieuwe cd er is, onder meer volgens mij omdat de Amerikaanse zangeres en bandleidster Sonja Drakulich veel in de lotushouding heeft gezeten. Maar ze zorgt er wel voor dat dit het wachten waard is geweest. Ze verzamelt uitstekende muzikanten, waaronder Rufus Cappadocia (cello) en Gary Hegedus (oud, baglama, mandocello), Peter Jacques (klarinet), Tobias Robertson (darbuka, dahola, framedrum, tapan, cajón) en gasten op lier, baglama, divan saz, tarhu, Afghaanse rebab, tombak, sitar en kozeh. Dit instrumentarium geeft eigenlijk al goed weer wat voor een kruidenmix het is geworden. Van traditionele Turkse, Kroatische, Bulgaarse en Hongaarse liederen tot eigen brouwsels die ook de meer Oriëntale richting opgaan. Die Oosterse geluiden hoor je overigens ook wel in de andere stukken terugkomen. Slechts 4 songs van de 9 zijn van eigen hand, maar dat maakt het niet minder smakelijk. Voor fans van Azam Ali, Dead Can Dance, Vas, Niyaz, Rajna, Irfan, sprookjes en hete curry.
MP3’s:
Miskoltc
Prituri Se Planinata
Lado

The xx– xx(bonus disc) (cds, Young Turks)
De Rough Trade heeft de gewoonte exclusieve bonusdisks weg te geven bij het bestellen van een cd. Heel irritant als je de cd ergens anders vandaag haalt. Overigens zijn niet alles bonusdisks even interessant. Wel die van The xx, want die bevat 3 eigenzinnige covers: “Do You Mind?” van Kyla, “Hot Like Fire” van Aaliyah en “Teardrops” van Womack & Womack. De band zegt ook voor een groot deel door soul en r&b beïnvloed te zijn, hoewel je bij het horen van hun cd toch meer gotische en wave invloeden vermoedt. Met name de cover van Womack & Womack is bloedmooi. Deze klinkt als een uitvoering van The Cure in hun beste dagen en dan minimal met de beste ingrediënten die deze songs sowieso al in zich had.


LUDO

Bauer – The Bauer Melody Of 2006
Vergeten plaat in ‘t oeuvre van Bauer, dat wel eens wat nieuws mag uitbrengen. Hier speelt het popduo Dubbe & van Hamel (laatstgenoemde heeft solo wel net wat uit) samen met het Metropole Orkest. Dat pakt niet echt verrassend, maar wel gewoon goed uit. Opvallend genoeg ontbreken nummers van hun beste album, Can’t Stop Singing. Van de nieuwe liedjes is Blissfully Up het leukst. (Sterker, mijn liedje van de week) Vrolijke gitaarlijn, up-tempo wegtikkende drumstok, fikse orkesterupties en Dubbe met zijn beste vocalen ooit, hij klinkt zelfs een beetje als Joe Jackson. ‘I‘ve been planning to erase you, for oh so many years.’
J. Tillman – Year In The Kingdom
Zo heeft die drummer van de Fleet Foxes twee prima plaatjes in één jaar uitgegeven. Lekker ouderwets. Hij scheen ook overigens ook voor de doorbraak al van aanpoten te weten. (Moeten we ‘m dan hun Frusciante noemen?) Het korte Year In The Kingdom is in zijn geheel genomen nog wat beter dan Vacilando Territory Blues, maar die heeft in de slot(en bijna-titel)track wel het mooiste liedje. Om redenen der folkgeschiedenis was ‘t trouwens leuk geweest als Joshua Tillerman had geheten.
Lady In The Lake (Robert Montgomery)
Ik heb ‘t vast al eens eerder gezegd, en zo’n originele gedachte is ‘t nou ook weer niet hoor, maar hoe dieper je in een kunstvorm zit hoe leuker de rariteiten worden. Lady in the Lake bijvoorbeeld. Objectief (behhh) gezien gaan er eigenlijk alleen maar dingen mis in de film. Toch is ‘t de film noir waar ik recent het meest van genoten heb en ik vind ‘m ook echt een aanrader. Lady in the Lake is berucht om zijn zeldzame gimmick. De hele film is opgenomen vanuit de ogen van het hoofdpersonage: de welbekende Philip Marlowe. (Zijn er eigenlijk slechte Marlowe-films? Ik vermoed van niet) Deze cameravoering brengt al zijn tegenspelers in totale verwarring en het klopt ook niet helemaal, want uit je doppen kijkend zie je in werkelijkheid de hele tijd je handen, die hier slechts sporadisch in beeld verschijnen om een deur te openen of een vuistslag uit te delen. Ze konden het in 1947 niet weten, maar dit alles geeft een gigantische game-feel. 3D shooters galore zeg maar. Ze zouden er nu nog een point and click adventure van moeten maken, er is zelfs ruimte voor extra “missies” want Marlowe bezoekt een bergdorpje waar we hier (om budgettaire redenen?) niets van te zien krijgen Op deze verknipte manier is ‘t dus eigenlijk ook wel logisch dat het acteren, zeker in ‘t begin, dramatisch is. De filmpjes in games zijn ten slotte ook altijd bespottelijk en de vrouwen helemaal. (In zekere zin komt het vrouwonvriendelijke machismo van Marlowe eigenlijk best overheen met de nerd-game-fantasie) Marlowe wordt gespeeld door regisseur Robert Montgomery, wiens stem acceptabel is, maar die qua uiterlijk eigenlijk helemaal niet past. (Soms vind ik ’m te Britsig upper-class dan weer een boerenlul, let op hoe hij helemaal aan ‘t end lacht) Misschien dat ie vandaar maar die truc bedacht. Om de kijker niet helemaal te desoriënteren liet Montgomery een hoop spiegels aanrukken (valsspeler!) zodat ie om de pakweg tien minuten nog even in beeld verschijnt. Ook fijn voor de actrices die anders merendeels verdwaasd de camera in staren. Met die spiegels heb ik geen problemen, het is wel jammer dat ie ook nog een voice-over doet, niet buiten beeld, nee, hij zit gewoon de kijker vanuit een stoel toe te spreken. Een van de weinige minpuntjes. Het plot (over Marlowe met schrijfambities!) is bijzonder vermakelijk. Natuurlijk wordt ie ingehuurd voor een klusje en natuurlijk zijn er wat moorden. Richard Simmons doet het heel leuk als verdachte #1 en Audrey Totter is, al struikelend toch wel aanstekelijk als de femme, of ze fatale is blijft zoals ‘t hoort lang in ‘t ongewis. Natuurlijk zijn de one-liners piekfijn in orde. (‘I’ve heard of people that don’t like certain kinds of cops‘) Hilarisch is de rol van de receptioniste op de uitgeverij waar Marlowe zijn verhaaltje probeert te slijten. Vanaf ‘t moment dat ie binnenkomt staart ze smoorverliefd naar ‘m. (Ik zou andere woorden kunnen gebruiken) Tekenend voor de lol en de aandacht voor detail is dat de film ook nog in ‘t allerlaatste moment dat Marlowe op de uitgeverij is (en ook richting ‘t eind van de film) ze haar nog even langs laten draven en een blik laten wisselen in de drukte van een kerstfeestje.


MARTIJNB

Syrach, The Devil's Blood, Trouble & Pentagram @ 013, Tilburg
Een fijne bill, dacht ik zo. Die eerste band was er op het laatste moment bijgevoegd en ach, Syrach. Of was het om te zorgen dat je toch een band kan missen en dat dat dan niet The Devil's Blood is? Die zetten een geweldige show neer, ondanks de gebroken snaren bij bassist en gitarist. Toch genoeg om bandleider S. de boel een kwartier voortijds resoluut te beëindigen door alle snaren van zijn gitaar te trekken. Ik had weinig verwachtingen van Trouble. De laatste keer dat ik ze zag in een of andere veehal was het een matte bedoening en die nieuwe zanger, ach. Toch best genoten, want Kory Clarke is een stuk actiever dan de ingedutte Wagner. In betere dagen doorsneed die laatste met z'n hoge gilstem de zware riffs lekker. Clarke heeft daarentegen een behoorlijk schorre stem en die sneeuwt helemaal in die machtige riffs. En tja, bij Trouble zing ik sowieso eerder die riffs mee en bij monsters als End Of My Daze en The Tempter hoor je mij niet klagen. De tamelijk ouwe Bobby Liebling is ook behoorlijk schor, en die heeft geen legendarisch gitarist, laat staan een tandem, om dat goed te maken. Als de geest van voormalig gitarist/drummer Hasselvander in de riffs rondwaart hoor je mij niet klagen en Liebling is toch grappig om live te zien. Legendarisch zou ik het niet willen noemen, maar met doomy klassiekers als All Your Sins en Sign Of The Wolf (Pentagram) was toch weinig mis. De doom-opa met Jaggermoves had het in ieder geval zeker naar de zin. 

The Devil's Blood The Time Of No Time Evermore
Tijdloos, dat is het woord. Nu dan van vinyl en oh, wat klinkt dat lekker. Niet heel heavy, het metalgehalte is sinds Come, Reap, nog verder gedaald zelfs. De gitzwarte sfeer en de onweerstaanbare liedjes echter des te meer. Behalve eindelijk goed klinkende versies – warm en analoog – van met name het geniale demonummer The Anti-Kosmik Magick ook een hele rits nieuwe instantklassiekers. Angel's Prayer, The Yonder Beckons, Evermore, het zijn allemaal schoten dik in de roos.

Goblin Suspiria en Profondo Rosso
Simonetti/Morante/Pignatelli Tenebre
Meer duister verleden. De legendarische Italiaanse horror soundtracks van Goblin, op vinyl. Geen completistengeneuzel met 5 takes van hetzelfde thema dus heerlijk compact en luisterbaar. De swingende én dreigende jazzrock, barok en typisch Italiaans. Daarbij zijn deze Dagored uitgaves prima geperst (wat bij vinyl lang niet altijd het geval is). Klaphoezen is fijn, maar linernotes had misschien nog wel aardig geweest bij zulke legendarische opnamen.


OLAFK

Angels in America (Mike Nichols, 2003)
Ik heb iets tegen de HBO-tirannie. Ieder jaar verschijnt er een aantal series, waarvan de een nog betere recensies krijgt dan de andere. Als beetje kritische kijker kun je eigenlijk niet meer met goed fatsoen naar bed. Al die series lopen ook een aantal jaren door, dus zo gauw je ergens gaat inhalen loop je ergens anders al weer achter. Na 3,5 seizoen van The Sopranos dacht ik opeens: Waar ben ik in ‘s hemelsnaam mee bezig? Het nieuwe was er allang vanaf, de kwaliteit ook en toch klik je braaf aflevering na aflevering aan. Moet je nagaan wat je daarvoor in de plaats kunt zien. Seizoentje Mad men, daarvoor in de plaats kun je het hele oeuvre van Antonioni zien. The wire, het zal wel. Ik denk dat ik liever het oeuvre van Ozu zie voordat ik het graf inga. En als echt het niveau van Twin Peaks nog een keer wordt gehaald, dan is het niet te laat mijn voornemen te herzien. Ik maak graag een uitzondering voor De Mini-serie. Een spanningsboog van zes uur is goed op te zetten, zeker in de ervaren handen van Mike Nichols. En daarna is het gewoon klaar. Als televisie-mini-serie is Angels in America van een uitzonderlijk niveau. New York is zelden minder sexy in beeld gebracht, zeker niet in dit millennium. Het regent er voortdurend, de appartementen zien er niet uit, alle gezichten staan op onweer en Reagan is aan de macht. Reagan, want we zitten in de jaren tachtig, wanneer AIDS flink huishoudt in de gay community. Angels in America is een klap in je gezicht, een zes uur lange focus op doodongelukkige en/of doodzieke homo’s. De treurnis wordt slechts onderbroken door scenes waarin de hemel openbreekt en de engelen letterlijk door het dak komen zetten. Hier en daar wat irritant, deze Charles Dickens intermezzo’s, maar over het algemeen genomen een verdieping. Het acteerwerk is blij vlagen om te huilen zo goed. Emma Thompson en Meryl Streep nemen meerdere rollen voor hun rekening. Al Pacino speelt met verve een rechtse advocaat, een soort Gecko-iaanse grootheidswaanzinnige, en weet knap te smieren zonder te overacteren (dat kan de mist in gaan, zie The devil’s advocate). De sterren van de serie, echter, zijn Mary-Louise Parker en Jeffrey Wright (mij beiden onbekend) als respectievelijk teleurgestelde vrouw van een closet-homo en cynische homoseksuele ziekenbroeder. Kommer en kwel, maar ik kwam er gelouterd uit.

De Nederlandse arthouse
Inderdaad, het verraste mij ook. Jarenlang heb ik lopen zeuren en keer op keer wist ik dat Nederland de internationale aansluiting voor de komende generaties kan vergeten. Een verhaal dat zichzelf meermalen per jaar bevestigde en culmineerde in oprechte boosheid tijdens het zien van Duska van Jos Stelling, destijds openingsfilm van de Nederlandse filmdagen. Deze week ging ik er echter weer eens voor zitten. Wat bleek? Ik heb me prima vermaakt. Het begon redelijk traditioneel met Bij nader inzien, een mini-serie gebaseerd op werk van J. J. Voskuil, gevolgd door Cloaca. Degelijke nostalgische drama’s waarin heel toneelmatig wordt geacteerd. En toneelmatig, dat is dus geen scheldwoord. Ik hou er eigenlijk wel van op zijn tijd. Altijd maar die zucht naar naturel, begint ook weleens te vervelen. Daarna begon ik aan wat recentere arthouse. Mijke de Jong is de naam. Tussenstand en Het zusje van Katia, twee drama’s over ontwrichte gezinnen, konden me beide bekoren. Sterker, ik vond die laatste eigenlijk veel beter dan menig recensent, een beetje onderschat zelfs. Ik was in staat om het voor de Nederlandse film te gaan opnemen. De wereld op zijn kop. Ik sloot af met Kan door huid heen van Esther Rots, en die was ook al goed. Deze films zijn zeker niet foutloos. Het zusje van Katia heeft een vervelende verhaallijn met een religieuze zieltjeswinner. Kan door huid heen verliest wat momentum in het tweede deel (al ben ik bereid de onduidelijkheden in de verhaallijn te verdedigen). De films zijn ook zeker niet zonder voorbeelden. Esther Rots zit in de hoek van de Dardennes, Het zusje van Katia had een vroege film van Moodysson kunnen zijn, en is thematisch ook nog gerelateerd aan Lilja 4-ever. Maar het zijn wel Nederlandse films die goed gemaakt zijn en wat proberen. En films die raken zonder al te opzichtig de grote literaire emoties op te zoeken. Er zitten nog drie films in die Volkskrant-box van dertig euro. Ik heb er zin in. Ter vergelijk: Ex-drummer en Eldorado waren twee Belgische arthouse-films die ik recentelijk zag, beide mislukt wat mij betreft. Loft van dit jaar is beter, maar in wezen een niet beklijvende publieksfilm. Nee, Nederland kan op het moment heel aardig met de Belgen mee. Zul je zien dat die Belgen opeens heel goed gaan voetballen.


Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.