Het schaduwkabinet: week 39 – 2023

Na het betere veldwerk hier wat muzikaal vuurwerk in mijn lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Bonnie “Prince”Billy, Collapse Under The Empire, Sarah Davachi, Deathprod, Films, Glauque, Islet, Lotto (2x), Manu Louis, The Slow Show en Yellow6 (2x).

 


 

Jan Willem

Bonnie “Prince” Billy – Keeping Secrets Will Destroy You (cd, Drag City/ Palace Music/ Domino)
Will Oldham zit niet om een pseudoniem of wat verlegen, want je kan Palace, Palace Brothers, Palace Contribution, Palace Music, Palace Songs, Bonnie ‘Prince’ Billy, Bonnie ‘Blue’ Billie, Bonnie Billy, Bonny Billy, Бонни “Принц” Билли, Prince William, Joe Oldham en meer allemaal aan hem koppelen. Toch zullen de Palace Brothers en Bonnie “Prince” Billy het meest bekend zijn. Ik vind zijn lo-fi periode aam het begin het allermooist door het breekbare karakter, maar erna heeft in diverse incarnaties de nodige pareltjes het licht laten zien. Daar laat hij veelal mixen van altcountry, lo-fi en rammelige rock horen. Nu is onnie “Prince” Billy terug met het album Keeping Secrets Will Destroy You. Hij krijgt hierop steun van muzikanten op viool, altviool, keyboards, mandoline, saxofoon en zang. Hij serveert hier in ruim drie kwartier 12 songs, die weer dat prachtig fragiele in zich hebben. Geen lo-fi, maar wel sober, emotioneel geladen en met een heerlijke melancholie. Hier hoor je de meester weer op z’n allerbest.

 

Collapse Under The Empire – Recurring (cd, Finaltune Records / Broken Silence / Creative Eclipse PR)
Collapse Under The Empire is een Duits duo, bestaande uit Chris Burda en Martin Grimm (eerder van de heavy metal band Headstone Epitaph). Ze maken instrumentale postrock, die ze doorgaans rijkelijk voorzien van elementen uit allerlei andere genres. Overigens heb ik het dan over de gitaar gestuurde postrock. De twee weten altijd wel een vol geluid aan de dag te leggen, die een veel grotere band doet vermoeden. Dat is niet anders op hun alweer achtste album Recurring. Hierop laten ze in hun 9 tracks van samen ruim 50 minuten een fraaie combinatie horen van postrock met elektronica, shoegaze, synthpop, wave en progressieve rock. Het is misschien wel hun meest rijk gedetailleerde en volle album tot nu toe. Ze brengen een caleidoscopische mix van Expplosions In The Sky, Mogwai, Maybeshewill, M83, New Order, Hammock en 65daysofstatic. En ondanks dat alles instrumentaal is, weet het op veelzeggende wijze het verschil te maken. Groots!

 

Sarah Davachi – Selected Works I & II (2cd, Late Music)
De jonge in Los Angeles woonachtige Canadese componiste en toetseniste Sarah Davachi weet keer op keer diepe indruk op me te maken met haar eigengereide muziek. Ze had de mogelijkheid om door het leven te gaan als concertpianiste, maar heeft gekozen voor een avontuurlijk en experimenteel pad. Ze brengt al sinds 2013 muziek naar buiten, maar breekt pas echt door met haar fantastische All My Circles Run (2017). Ze is, zo kan je op haar website lezen, een componiste en performer wiens werk zich bezighoudt met de nauwe complexiteit van timbre en temporele ruimte, gebruik makend van langere tijdsduur en overwogen harmonische structuren die de nadruk leggen op geleidelijke variaties in textuur, boventooncomplexiteit, psycho-akoestische verschijnselen en stemming en intonatie. Het maakt haar machtige muziek veelal spannend en eigenlijk onvergelijkbaar met wie dan ook. Haar werk zit ergens tussen drones en neoklassiek in, waarbij ze tapes, elektronica en klassieke instrumenten inzet. Buiten de reguliere albums heeft ze ook nog wel eens wat uitgebracht en tevens zijn er stukken wat onderbelicht gebleven. Een deel daarvan heeft ze nu verzameld op Selected Works I & II. De muziek is afkomstig van de cassettes The Untuning Of The Sky (2013), Gathers (2020), Neustadt / Altstadt (2015) en Quality Of Bodies (2015), het live album In Concert & In Residence (2022), de epee Horae (2020) en de soundtrack A Woman Escapes (2022). Daarnaast staan er ook een paar niet eerder uitgebrachte composities op. Ondanks deze variaties in tijd en werken, passen de stukken wonderwel bij elkaar en onderstrepen andermaal Davachi’s uitzonderlijke kwaliteiten. Het is een prachtige aanvulling op haar toch al indrukwekkende discografie. Later dit jaar komt er een nieuwe vierluik aan. Maar goed dat is toekomstmuziek.

 

Deathprod – Composition (cd, Smalltown Supersound / Konkurrent)
De eerste keer dat ik de muziek van Deathprod hoorde, ofwel het project van de Noorse muzikant en producer Helge Sten, was in 1994 toen zijn Treetop Dive werd uitgebracht. De drones met dark ambient die hij er liet horen waren zo nieuw voor mij en tegelijkertijd bloedstollend en van een overrompelende kracht en pracht. Hij heeft overigens ook van zich laten horen in Motorpsycho, Supersilent, Minibus Pimps en Merriwinkle en als Origami. Daarnaast heeft hij twee albums met Biosphere gemaakt. Op een gegeven moment zou hij stoppen als Deathprod, maar gelukkig heeft hij dat niet gedaan en zijn er na zijn eerdere albums ook nog de geweldige Occulting Disk (2019) en Sow Your Gold In The White Foliated Earth (2022) verschenen. Eerder dit jaar heeft hij ook zijn nieuwe album Compositions het licht laten zien. Nu ja licht is misschien verkeerd gekozen in deze, want het is eigenlijk gitzwart wat hij hier laat horen. In een goede 40 minuten brengt hij 17 composities ten gehore, die chronologisch opgenomen zijn en ergens tussen dark ambient, drones, abstracte en experimentele muziek uitkomen. Sten gebruikte een persoonlijke, unieke combinatie van verouderde digitale audioprocessors en geluidsgeneratoren, gecombineerd met zijn eigen stemsysteem met geheime saus. Zijn specialiteit is een diep sfeervol, korrelig minimalisme dat de tijd vertraagt en de deeltjes van het geluid zelf verkent. Het levert een net zo griezelig als imponerend geheel op. Als een muzikale sluipschutter schiet hij de ene na de andere voltreffer. Wat een unieke klasbak!

 

Films – At The Deep End (cd, Ricco)
Het Japanse Ricco label schotelt je doorgaans de betere neoklassiek, filmmuziek en postrock voor. Een groep die dat alles wel in zich combineert is de instrumentale groep Anoice. De diverse leden houden er ook eigen projecten op na. In het verlengde van de genoemde groep ligt Films, dat door Anoice-leden Takahiro Kido (Cru, RiLF, Mokyow) en Yuki Murata (The Frozen Faults, Cru, Ryuichi Sakamoto) wordt geleid. Ze brengen veelal een mengelmoes van neoklassiek gelardeerd met elektronica, waarbij de overige Anoice leden dikwijls aanschuiven voor de klassieke inbreng. Ze hebben vanaf 2010 inmiddels 3 albums uitgebracht. Na maar liefst 7 jaar is nu de vierde At The Deep End een feit. Kido (orgel, synthesizer, celesta, melodica, gitaar, bas, klokkenspel, zang, zingende schaal) en Murata (zang, piano, synthesizer, orgel, celesta, harp, klokkenspel, muziekdoos), worden hier vergezeld door Anoice leden Utaka Fujiwara (altviool) en Tadashi Yoshikawa (drums, percussion) plus graag geziene Anoice gastspeler Kumi Takahara (viool) en Kaori Tsuchova (cello). Een groot verschil met hun moederband is de meer klassieke benadering en zinnenstrelende etherische zang. Ze brengen hier 10 composities die een goede 54 minuten duren. Hun muziek is sereen maar zeker niet zweverig. Dit komt zowel door de diverse beats, die ze er doorheen mengen, als de heerlijk melancholische topping die ze over alles uitsmeren. Naast Anoice moet je denken aan onder meer Sigur Rós, World’s End Girlfriend, Max Richter en het rustiger werk van Mono. Daarbij duiken ze ook dikwijls de diepte in met deze overdonderende en gewoonweg narcotiserende pracht. Of zoals ze zelf stellen: “Uit de diepe zee waar het licht nooit heeft geschenen.” En dat alles is ook nog eens gestoken in een prachtige 15×15 cm hoes. Een schitterend totaalkunstwerk!

 

Glauque – Les Gens Passent, Le Temps Reste (cd, Écluse/ Auguri Labels)
In 2020 noemde ik het Belgische hip hop combo Glauque na hun gelijknamige mini cd nog een grote belofte voor de toekomst. De groep uit Namur, die tegenwoordig bestaat uit Louis Lemage, Lucas Lemage, Baptiste Lo Manto en Aadriejan Montens, brengt daarop namelijk een geheel eigen versie van hip hop. Ze lengen het nachtelijke geheel aan met IDM, rock elementen en speelse plus abstracte elektronica. Daarbij dompelen ze alles onder in een nachtelijke, soms ietwat unheimische sfeer. Dat komt mede door de bezwerende rap, die overigens ook iets warmbloedigs in zich heeft. Ze laten nu hun debuut Les Gens Passent, Le Temps Reste het licht zien, hetgeen Frans is voor “Mensen gaan voorbij, de tijd blijft”. In een kleine drie kwartier serveren ze 12 tracks, die iets minder kaal klinken dan op hun mini, maar nog altijd ietwat kaalgeslagen en griezelig zijn. Daarnaast zit er ook een zekere weemoedigheid in hun sound. Glauque betekent letterlijk “griezelig”, maar kan ook gebruikt worden voor “somber” en “groenachtig”, waarbij het wel duidelijk is waaraan zij refereren. Ze weten hier op smaakvolle wijze de raps te omlijsten met gloedvolle techno beats, IDM en lichte industriële elementen. Het levert afwisselend momenten op die bloedstollend spannend zijn, kippenvel geven, weten te emotioneren en voor bezinning zorgen. Want naast de meer expressieve brengen ze ook uiterst ingetogen en breekbare tracks. Ik ben echt overdonderd door hetgeen deze groep hier laat horen. Om enig idee te krijgen moet je denken aan een mix van Manau, Zan Lyons, Encre, Dälek, Autechre, Stromae en Programme en dan gestoken in een David Lynch productie. Ze hebben echt een overrompelend en uniek meesterwerk afgeleverd.

 

Islet – Soft Fascination (cd, Fire / Konkurrent)
Hoewel je wellicht nog niet van de Welshe groep Islet gehoord hebt, bestaat deze toch al sinds 2010. Deze is opgericht door Emma Daman Thomas, die daarvoor al actief was in The Victorian English Gentlemens Club. Islet bestaat tegenwoordig naast Emma (zang, bas) uit Alex Williams (synthesizer), John ‘JT’ Thomas (drums, zang) en Mark Daman Thomas (synthesizer, zang). Ze brengen nu hun vierde album Soft Fascination uit, waarop ze hun kenmerkende psychedelische indiepop weer laten horen. Daarbij stappen ze regelmatig diverse genregrenzen over en kan je ook shoegaze, synthpop, krautrock en allerhande experimenten tegenkomen. De etherische zang daarbij lijkt er soms haast doorheen te zweven. De groep schept ruimte en gooit die soms helemaal vol, om je vervolgens weer in een soort vacuüm achter te laten. Liefhebbers van Melody’s Echo Chamber, Cate Le Bon, Vanishing Twin, Gwenno, Lush, Fuck Buttons en tevens Beak> zullen dit wel waarderen. Het is een meeslepend en licht bevreemdend prachtalbum geworden.

 

Lotto – Summer (cd, Gusstaff Records / Xango Music Distribution)
Lotto – Axolotl (cd, Gusstaff Records / Xango Music Distribution)
Gokken is nooit iets voor mij geweest en dat is in het geval van Lotto maar goed ook. Deze Poolse groep weet als geen ander op iedere release totaal anders uit de hoek te komen. Dus om ze te typeren als een bepaalde groep zou volledig de plank misslaan. Ook nu brengen ze tegelijkertijd twee albums uit, die behoorlijk verschillen van elkaar. Als eerste is er Summer. Gitarist Łukasz Rychlicki (Kristin), contrabassist Mike Majkowski (Blip, Hailu Mergia Trio, Oren Ambarchi Hubris, Illogical Harmonies, Remont Pomp) en drummer Paweł Szpura (Hera, Wovoka) brengen hier in ruim 36 minuten 6 tracks, die vrij kaal en ingetogen zijn. Toch spreken ze tot de verbeelding en gaat er dikwijls een zekere dreiging vanuit. Het houdt een beetje het experimentele midden tussen jazz, ambient en post-rock, zij het dat ze nooit echt helemaal binnen een genre passen. Ze weten er een spannend en filmisch geheel van te smeden, waar David Lynch jaloers op kan worden.
Maar dan heeft de groep ook nog het album Axolotl gemaakt, waarop ze 13 tracks in ruim 34 minuten voorbij laten komen. Kortere, meer puntige muziek die uit een heel andere vaatjes tapt. Ze kiezen hier voor een meer radicale aanpak en gebruiken hoofdzakelijke elektronische instrumenten en niet hun eigen gangbare. Daarmee creëren ze muziek waar je wederom niet eenvoudig de vinger op kunt leggen. De ene keer experimenteren ze er op los en op andere momenten produceren ze noise, avant-garde of beats met psychedelische en wereldse geluiden. Daarnaast brengen gastvocalisten her en der de bijzondere vocale partijen. Het is een werkelijk fascinerend hoorspel geworden, dat bij vlagen haast onaards aandoet. Het bijt hun andere muziek niet per se, maar het is wel zo dat ze wellicht andere luisteraars bedienen. Voor mij leveren ze twee geweldige albums af. Ik ben nu al benieuwd welke bal er de volgende keer uit de koker komt rollen.

 

Manu Louis – Club Copy (cd, Igloo / Broken Silence / Creative Eclipse PR)
Als je muziek wilt horen, die helemaal buiten de gebaande paden treedt, kan je altijd bij de Belgische muzikant Emmanuel “Manu” Louis aankloppen. Eerst is hij overigens te horen in de prettig gestoorde band Funk Sinatra, die een combinatie maken van folk, jazz, pop, klassiek, hedendaagse muziek en improvisaties met humor en energie. Solo kan hij er ook wat van getuige zijn albums Kermesse Machine (2016) en Cream Parade (2019). Daarop gaat hij vele kanten uit, maar niet per se die je verwacht. Datzelfde geldt voor zijn nieuwe worp Club Copy, waar 10 nieuwe nummers te vinden zijn. Zoals online en op de onesheet te lezen valt, brengt het ons een futuristische wereld die wordt gedomineerd door standaardisatie, waarin jouw plek op aarde er niet langer toe doet. In Parijs, Bangkok of Hanoi is alles hetzelfde. Bezoekers zijn gedoemd dezelfde straat aan te treffen, dezelfde winkels, waar dezelfde muziek gespeeld wordt, bezocht door mensen die dezelfde kleding dragen, gemaakt op dezelfde plaatsen…Maar in één van deze steden ontstaat ondanks zichzelf een kleine oase van verzet. Dat is waar het prettige rariteitenkabinet van Louis om de hoek komt kijken. Hij brengt een mix van synthwave, leftfield elektronica, electropop,dronken orkestraties en afwisselende zang van hemzelf maar ook diverse gasten. Daarbij moet je denken aan een rare kruisbestuiving van Yello, The Residents, Manu Chao, Domotic, Hypo, Felix Kubin en Gry. Hartstikke leuke muziek van de buitencategorie.

 

The Slow Show – Subtle Love (cd, [PIAS] Recordings)
Bij The Slow Show hoop je dat ze hun sound nooit drastisch veranderen, omdat hetgeen ze brengen zo mooi is en zich als een warme deken om je heen wikkelt. De groep uit Manchester, die vernoemd is naar een nummer van The National, brengen nu hun vijfde album Subtle Love met 10 nieuwe tracks van samen 34 minuten. Hierop brengen Rob Goodwin (zang, gitaar), Frederik ‘t Kindt (keyboards), Joel Byrne McCullough (gitaar) en Christopher Hough (drums) weer hun bekende mix van indie, artrock, Americana en postrock. Dat larderen ze met folk en 7 gasten die stemmige orkestraties, trompet, vleugelhoorn, gitaar, mandoline, synthesizers en extra zang verzorgen. Alleen die lage, warme zang van Goodwin, die het midden houdt tussen Thomas Feiner, Kurt Wagner en Stuart A. Staples, zorgt al voor het nodige haardvuur in de muziek. Maar ook de omlijsting zorgt voor een heerlijk droefgeestige doch verdovende schoonheid. De muziek kan je ergens positioneren tussen Thomas Feiner & Anywhen (of Exit North), I Like Trains, Tindersticks, Lambchop, The White Birch, Blueneck en The National. De groep weet op steeds subtielere wijze een grootser geluid aan de dag te leggen, dat diepe snaren weet te raken. Om ronduit van te houden.

 

Yellow6 – Civil Twilight (cdr, Sound In Silence)
Yellow6 – Star Flowers (cdr. Sound In Silence)
De Britse gitarist Jon Attwood viert dit jaar zijn 25-jarig jubileum met zijn project Yellow6. Of vieren, hij gaat gewoon door met het maken van muziek, zoals hij dat al zo lang doet met dit project en JARR (met Ray Robinson). Daarnaast houdt en hield hij zich eveneens bezig met The Sleep Of Reason (met Dirk Serries), en diverse andere samenwerkingsverbanden. Met Yellow6 maakt hij instrumentale, tot de verbeelding sprekende muziek, die zich ergens tussen ambient, drones, minimal music, post-rock en softnoise in beweegt. Hij weet daar telkens herkenbaar maar toch genuanceerd anders mee voor de dag te komen. Op zijn nieuwe album Civil Twilight levert hij 8 tracks af die samen maar liefst 65 minuten duren. Hierop hoor je duidelijk zijn kenmerkende sound terug, maar hij lardeert zijn muziek ook dikwijls met akoestische gitaar, hardere gitaarstukken en softe beats. Hij zet filmische klanklandschappen neer, die ondergedompeld zijn in een prettige melancholie. Daarbij koerst hij soms bijna richting wave, maar gaat dan altijd net overstag om weer zijn landschappen verder te schetsen. Hierbij laat hij ruimte over voor het voorstellingsvermogen van de luisteraar. Muziek om tot bezinning te komen, na te denken, weg te dromen en gewoon intens van te genieten. Liefhebbers van Robin Guthrie, Labradford, Roy Montgomery, Windy & Carl en The Durutti Column kunnen hier hun hart aan ophalen. Het is weer een wonderschoon album geworden.
Er is tevens een gelimiteerde versie beschikbaar, waarbij je het album Star Flowers erbij krijgt. De muziek hierop is in een andere sessie opgenomen en heeft geen verwantschap qua concept met de vorige. Het album bevat twee zeer lange nummers van respectievelijk bijna 30 en ruim 22 minuten. Overigens waren deze eerst niet bedoeld om zo lang te worden, maar na diverse keren sleutelen werden ze toch zo lang. Beide tracks veranderen gradueel van karakter en weten nog meer dan normaal tot de verbeelding te spreken en je compleet te betoveren. Beide albums zijn trouwens voorzien van het fraaie schilderwerk en fotografie van zijn dochter Sky, hetgeen alles nog eens een extra mooie en persoonlijke tint geeft.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.