Het schaduwkabinet: week 31 – 2022

Tijd voor een zomerreces, maar niet zo lang als het kabinet en met ook al wat toekomstmuziek. Hopelijk gaat het in week 34 weer van start. Fijne zomer en hierbij de voorlopig laatste recensies in het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Kill Shelter, Nina Nastasia, Kiwi Jr., Dead Man’s Eyes, Dez Dare en Szun Waves.

 


 

Jan Willem

Kill Shelter – Asylum (cd, Manic Depression)
Kill Shelter is het project van de Britse (Edinburgh) muzikant Pete Burns (niet te verwarren met die van Dead Or Alive), die uitstekende post-punk weet te fabriceren. Daarbij mag hij graag grabbelen in het verleden en de grote drie, te weten Joy Division, Bauhaus en de Sisters Of Mercy, zullen zeker tot de invloeden horen. Maar Burns is er de man niet naar om in herhaling te vallen en geeft aan alles een eigen draai. Na het debuut Damage (2018, op Unknown Pleasure Records…ik bedoel maar) en de split A Haunted Place met Antipole (2021) is er nu het nieuwe album Asylum. Hierop laat hij weer 10 nieuwe tracks horen, die overigens iets verschillen als je hem aan de andere kant van de oceaan koopt. Burns werkt hierop samen met diverse gastzangers, namelijk Stefan Netschio (Beborn Beton, Bruderschaft), Valentina Veil (VV & The Void), Emanuel Åström + Johan Lange (Agent Side Grinder), Alessandro Belluccio + Claudia Nottebella (Ash Code), William Faith (Faith And The Muse, The Bellwether Syndicate) en last but not least Ronny Moorings (Clan Of Xymox). In de overige tracks zingt, speelt (gitaar, bas, synthesizers, programmering) Burns zelf en hij krijgt in één track steun op gitaar van Karl Morten Dahl (Antipole). Met zijn sterrenteam weet hij het beste uit de post-punk, gothic, synthpop en new wave met elkaar te combineren tot een duister doch pakkend en eigenzinnig geheel, dat liefhebbers van onder meer de genoemde groepen wel zullen waarderen. Het is een ouderwets goed album en het beste van Kill Shelter tot nu toe.

 

Nina Nastasia – Riderless Horse (cd, Temporary Residence Ltd./ Konkurrent)
Hoewel het wemelt van de vrouwen in het singer-songwritersscene, zijn er een paar die echt het verschil weten te maken. Vrouwen als Shannon Wright, Tara Jane O’Neil, Scout Niblett, Diane Cluck, VanWyck en ook zeker Nina Nastasia. Ze heeft zes indrukwekkende prachtalbums op haar naam staan, waarvan één met Jim White. Nastasia heeft een doordringende, ietwat duistere en behoorlijk melancholische maar altijd intens mooie manier om haar muziek te presenteren. Na een stilte van maar liefst 12 jaar is ze eindelijk terug met Riderless Horse, dat net als haar laatste album door Steve Albini is opgenomen. Het is een verwerkingsalbum geworden. Er zit dan ook een tragisch verhaal achter dit album:
“Ik besloot enkele jaren na mijn zesde plaat, Outlaster, te stoppen met muziek maken vanwege ongeluk, overweldigende chaos, psychische aandoeningen en mijn tragisch disfunctionele relatie met Kennan. Muziek maken was altijd een positieve uitlaatklep geweest in moeilijke tijden, maar werd uiteindelijk een bron van absolute ellende.
Vijfentwintig jaar woonde Nina Nastasia in een New Yorks appartement samen met haar partner Kennan Gudjonsson. Haar leven zat in een impasse, het appartement beviel niet meer en de relatie met Kennan werd steeds slechter, wreder en onbegrijpelijker. Op 25 januari 2020 verliet Nastasia hem. Een dag later pleegde Kennan zelfmoord. In een emotionele cocktail van schuld, woede en rouw begon Nina Nastasia te schrijven aan nieuwe werk.”
Met enkel haar stem en een akoestische gitaar presenteert ze 12 songs en een intro plus outro. Op eerlijke en behoorlijk confronterende wijze doet ze uit de doeken over hetgeen ze heeft doorgemaakt en haar bespiegelingen daarop. Je hoort de schuldgevoelens, het verdriet en ook de woede, maar als al het stof is neergedaald blijft eigenlijk enkel de liefde overeind. Ik vind het echt bijzonder knap als je zulke emoties kunt kanaliseren en vangen in zulke diepgravende muziek. En ontstellend mooie muziek bovendien, waarbij het dikwijls moeilijk is het helemaal droog te houden. Dan mag het geheel slechts 33 minuten duren, maar wat ze inlevert aan tijd compenseert ze met emoties, intensiteit en schoonheid. Wat een comeback!

Releasedatum: 12 augustus

Kiwi Jr. – Chopper (cd, Sub Pop / Konkurrent)
De Canadese band Kiwi Jr. weet een met fijne punkattitude een las te smeden tussen indie, lo-fi en alternatieve rock. Ze zijn beïnvloed door onder meer de vroegere Nieuw-Zeelandse rockbands, wat de naam wellicht verklaart. De groep bestaat uit voormalig Boxer The Horse-lid Jeremy Gaudet (zang, gitaar), Brohan Moore (drums, percussie), Mike Walker (bas) en Brian Murphy (gitaar), die tevens te vinden is in Alvvays en The Late Ease Band. Ze zijn terug met hun derde album Chopper, dat in een kleine 37 minuten 10 nieuwe nummers de revue laat passeren. Eigenlijk hebben ze niet heel veel gesleuteld aan hun toch al lekkere recept. Op uiterst pakkende wijze doen ze gewoon wars van welke hype dan ook hun ding. En dat pakt weer uitstekend uit. Ze brengen een soort positieve melancholie, die ongepolijst en origineel is. Denk aan een aanstekelijke mix van The Clean, Pavement, The Bats, The Chills, The Beach Boys en Adam Green. Je hoeft niet over een helicopterview te beschikken om te weten dat dit er lekker inhakt!

Releasedatum: 19 augustus

Dead Man’s Eyes – III (cd, Tonzonen Records / Soulfood / Creative Eclipse PR)
Keulen staat natuurlijk bekend om de vele elektronische muziek die er vandaan komt. Maar uiteraard wordt er ook volop andere muziek gemaakt, zoals de groep Dead Man’s Eyes heeft bewezen. Ze debuteren in 2013 met de epee Meet Me In The Dessert, waarop ze een fraaie hybride van stoner en psychedelische muziek laten horen. Pas 5 jaar later krijgt dit een vervolg met het album Words Of Prey. Daarop laten ze naast de genoemde genres indierock en experimenten horen. Nu na slechts 4 jaar komen ze met hun tweede album III, of derde als je de epee meerekent. In 9 nummers en zo’n 33 minuten lang laat het vijftal horen nog meer een balanceeract van genres te zijn geworden. Ze incorporeren nu tevens jazz, blues en indiepop in hun toch al rijke sound. Daarbij gaan van bijvoorbeeld Blur naar Masters Of Reality en Mark Lanegan en terug. Dat doen ze op ongeforceerde wijze, waardoor het enkel genieten is van dit gevarieerde album.

 

Dez Dare – Ulysses Trash (cd, CH!MP Records / Creative Eclipse PR)
Dez Dare, voluit Darren John Smallman, is een in Australië geboren maar in Engeland gevestigde artiest. Hij liet eerder al van zich horen in groepen als Thee Vinyl Creatures, Warped, The Sound Platform, Low Transit Industries en Toad. Daar was hij al even mee gestopt, maar vorig jaar debuteert hij als Dez Dare met Hairline Ego Trip. Hierop vind je een overheerlijke, rauwe mix van garage-, psychedelische en alternatieve rock en punk. Waarom daar iets aan veranderen? Precies, dus op zijn tweede album Ulysses Trash gaat hij daar gewoon mee verder en wijst ons wel op het feit dat we beter met de aarde om moeten gaan, maar ook dat je leven niet volledig behersbaar is. In 13 overzichtelijke tracks laat hij weer een lekker stekelig geluid horen dat ergens tussen Pain Teens, Butthole Surfers, Ween, Primus en Babes In Toyland uitkomt. Bepaald geen moeilijke tweede worp.

 

Szun Waves – Earth Patterns (cd, Leaf / Konkurrent)
Alle drie de leden van Szun Waves hebben verplichtingen elders, maar zo af en toe zoeken ze elkaar weer op. Zo maakt de Australische drummer/percussionist/componist Laurence Pike naast soloalbums ook muziek met groepen als Pivot, PVT en Triosk, opereert de Britse toetsenist Luke Abbott ook als Eartham Mystic en is de Britse saxofonist Jack Wyllie ook actief in Forgiveness, Circle Traps, XOROS en Portico Quartet. Zeker met die laatstgenoemde heeft Szun Waves een muzikale link. Dat is ook weer goed te horen op hun derde worp Earth Patterns, waarop ze in bijna 40 minuten 7 nieuwe nummers het licht laten zien. Deze bestaan uit een mengelmoes van synthpop, experimenten, jazz, filmmuziek en een flinke portie psychedelica. Daarmee weten ze je even helemaal naar een andere kosmische plek mee te voeren, waarbij je een soort bevreemdende onthaasting ervaart. Ter referentie moet je denken aan een kruisbestuiving van Portico Quartet, Sun Ra, Cinematic Orchestra, Arve Henriksen, Emeralds, Jaga Jazzist en Jon Hopkins. Het is een intrigerend, indringend en innovatief topalbum geworden.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.