Geen Europapa maar wel een moederdag. Oh en geen kinderachtige muziek in het lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Arab Strap, Emily Barker, JARR, Klez.e, Mac/Corlevich en MINING.
Jan Willem
Arab Strap – I’m Totally Fine With It 👍Don’t Give A Fuck Anymore 👍 (cd, Rock Action)
Van 1995 tot 2006 wist de Schotse formatie Arab Strap diepe indruk te maken met hun eigenzinnige mix van indierock, postrock en allerhande experimenten waar altijd een melancholisch, nachtelijk, dichterlijk kroegsfeertje doorheen zat. Dat laatste kwam ook wel door de zware geïmpregneerde zang van Moffat, die proza en kronieken op weergaloze wijze en dikwijls met de nodige humor uit zijn strot slingerde. Daarna vervolgen de heren hun eigen pad. zijn Malcolm Middleton zowel solo als in The Reindeer Section en Aidan Moffat eveneens solo, al dan niet samen met Bill Wells, RM Hubbert, The Best Ofs en Emmeline Pidgen, en in projecten als Lucky Pierre, Angry Buddhists, The Sick Anchors, Aloha Hawaii, Ben Tramer en The Reindeer Section en Bay. Hoewel er verscheidene topalbums uit zijn voortgekomen, ontsteeg het nooit helemaal het niveau van Arab Strap. Gelukkig is in 2021 het comeback album As Days Get Dark verschenen. Daar gaat de groep als vanouds door met het maken van hun ludieke muziek en bij vlagen zelfs beter en rijker gedetailleerd dan voorheen. Dat dit naar meer heeft gesmaakt onderstrepen ze nu met het album I’m Totally Fine With It 👍Don’t Give A Fuck Anymore 👍. Ze schieten hard uit de startblokken. Een muur van gitaren, geluiden van een analoog modem, venijnige percussie en krachtige zang. Het nummer erna volgen stevige beats. Dan schakelen ze weer over naar overladen indierock. Het doet denken aan koeien die eindelijk weer de wei in mogen. Als ze eenmaal het gras en de buitenlucht geroken hebben, worden ze weer rustig en geven ze het vertrouwde beeld. Datzelfde gebeurt hier op het album, want na een handvol nummers wordt het geluid kalmer en klinken ze weer als voorheen, of eigenlijk zoals op hun laatste album. En dat is toch waar ze meer weten uit te blinken. Je hoort hoe boordevol ze nog met goede ideeën zitten en echt juweeltje van songs kunnen maken; luister maar eens naar het prachtige “Molehills” of “Safe & Well”. Ze leveren onder de streep toch weer een geweldig album af. 👍
Emily Barker – Fragile As Humans (cd, Everyone Sang)
De Australische singer-songwriter Emily Barker draait al even mee in de muziekscene met groepen als The Red Clay Halo, Vena Porta, Applewood Road en The Low Country. Maar ook solo weet ze van wanten en brengt sinds 2006 zo nu en dan een album uit, waaronder ook één samen met Marry Waterson. Daarmee belandt ze altijd ergens in de folk en altcountry hoek, waarbij je altijd getrakteerd wordt op haar innemende prachtzang. Nu is haar vijfde album Fragile As Human een feit, dat ze schreef toen haar tijd in Engeland ten einde liep. Het gaat over zaken die persoonlijker, familialer en dichter bij huis zijn. Elke song is in het fraaie boekwerk voorzien van een eigen bijpassende foto. Ze leidt je op intieme wijze langs zaken als verdriet, pijn, eenzaamheid en verlies, maar ook hoop en optimisme. Emily (zang, akoestische gitaar, banjo, piano, klavecimbel) wordt hier bijgestaan door een keur aan gastmuzikanten die haar songs opleuken met gitaren, bas, Hammond orgel, Rhodes, mellotron, piano, harmonium, synthesizers, keyboards, drums, percussie, contrabas, violen, cello’s, draailier en zang. Toch wordt het nergens overdadig en zorgt de muziek dat haar zang en verhalen extra mooi uit de verf komen. Voer voor liefhebbers van The Unthanks, Laura Marling, Essie Jain, Kate Rusby, Niamh Bury en Heidi Berry. Het is een prachtig, persoonlijk document geworden.
JARR – All These Past Lives (cdr, Sound In Silence)
Onlangs bracht Jon Attwood als Yellow6 het album Unfinished Music 1-10 uit, met daarop muziek die in eerste instantie bedoeld was als eerste ideeën voor een samenwerking met onder meer JARR. Meteen diende de vraag zich aan wanneer een muziekstuk voltooid is. Attwood wilde eerst nog schaven aan de stukken, maar was eigenlijk tevreden met hoe ze toen waren. Het reultaat mocht er wezen. Hij had ondertussen wel gewerkt aan een nieuwe JARR album met de eveneens Britse muzikant Ray Robinson van Wodwo; de bandnaam bestaat uit hun initialen. Dat is All These Past Lives geworden; hun vierde album alweer. Zoals altijd gaan ze al improviserend te werk, waarbij ze elkaars stukken gebruiken, aanvullen dan wel bewerken. Het heeft 9 tracks opgeleverd van samen maar liefst 62 minuten lang. De muziek is een steeds variërende mix van gitaarloops, ambient, galmende gitaargeluiden, shoegaze drones, softnoise en minimale post-rock. Aan het einde is zelfs een heuse beat te horen. Hoewel hun sounds iets steviger klinkt dan voorheen, weten ze nog steeds op tot de verbeelding sprekende en dromerige wijze voor contemplatie en onthaasting te zorgen. Er zit enorm veel diepgang en ruimte in hun composities, waardoor het je als het ware mee naar binnen zuigt. Daarbij moet je naast hun eigen projecten ook denken aan Labradford, Flying Saucer Attack, Roy Montgomery, Windy & Carl, Seabuckthorn en Robin Guthrie. Een album vol biologerende pracht.
Klez.e – Erregung (cd, Windig)
De Duitse groep Klez.e is al in 2002 opgericht, maar nooit echt naar de oppervlakte komen drijven. Toch hebben ze al vier albums uitgebracht, die zeer de moeite waard zijn. Ze worden wel in het indierock vakje gestopt, maar de band laat ook altijd een flinke dosis post-punk horen. Een band als The Cure is mede door de zang nooit ver weg en Tobias Siebert (zang, drums, bas, keyboards, gitaar) lijkt soms zelfs naar dezelfde kapper als Robert Smith te gaan. Hun vorige album heet ook nog eens Desintegration (2017). De groep bestaat verder uit Daniel Moheit (drums, bas, keyboards, gitaar, zang) en Filip Pampuch (drums, bas, keyboards, gitaar, zang). Ze presenteren nu hun vijfde album Erregung, waarop ze in een krappe 41 minuten 8 tracks de revue laten passeren. Meer dan ooit leunen ze op de betere post-punk van weleer, maar geven daar echt een eigen draai aan. De lekkere wave bassen en donkere 4AD sfeer zijn zeker aanwezig, maar het is allemaal iets luchtiger. Iets dan. Met enige regelmaat staat het kippenvel me op de armen. De emotioneel geladen zang mist daarbij z’n uitwerking niet. Een waar feest voor iedere melancholicus!
Mac/Corlevich – Rain Or Shine (cd, XO La Factory / Peyote Press)
Hoewel een naam als Mac/Corlevich best Amerikaans had kunnen zijn, betreft het toch echt het Italiaanse duo Cristiano Mecchi (zang, keyboards, drums, percussie) en Davide Corlevich (gitaren, keyboards, bas, percussie). Toch valt de veramerikanisering van hun naam wel te begrijpen als je hun debuut Rain Or Shine hoort. Hierop serveren ze in ruim een half uur songs die ergens tussen folk en Americana uitkomen, hetgeen je bij het zien van de cover niet direct verwacht. Het leeuwendeel bestaat uit het lekker landerige gitaargetokkel van Corlevich en de herfstige, doorleefde zang van Mecchi, die me met enige regelmaat aan die van Mark Lanegan doet denken. Het lichtvoetige instrumentspel vormt ook een mooi contrast met die zang. Het doet aan als een roadtrip door het Amerikaanse landschap op een zonnige dag, waar ook plaats is voor weemoed en bezinning. Muzikaal gezien kan je ook James Blackshaw, John Moreland, Jack Rose, John Fahey, Johnny Cash en vast nog andere artiesten met een J ter referentie aandragen. Hoe dan ook, is het een weelderig droomdebuut geworden.
MINING – Chimet (cd, Leaf / Konkurrent)
MINING is een nieuw project van de Britse jazzpianist, cellist en componist Matthew Bourne samen met geluidsontwerper PJ Davy en componist en programmeur Craig Kirkpatrick-Withy. Deze kwam letterlijk uit de lucht vallen, want het project is geboren nadat in 2017 ex-orkaan Ophelia en storm Brian de Britse eilanden troffen. Naast windsnelheden van 160 km/uur (vandaar dat je hun project moet uitschreeuwen in kapitalen) en wijdverbreide schade en ontwrichting brachten de stormen ook stof uit de Sahara mee, waardoor de lucht boven een groot deel van Groot-Brittannië oranje kleurde. Dit buitenaardse meteorologische fenomeen dient als passende achtergrond voor hun album Chimet, waarbij ze gebruik hebben gemaakt van de data van een weerstation. De titel komt overigens van de Chichester West Pole Beacon, ook wel Chimet geheten, een belangrijke navigatiemarkering. Ze hebben uiteindelijk gebruik gemaakt van 2016 gesamplede datastromen, die ze een week lang vergaard hebben. Dat heeft uiteindelijk 7 stukken van samen ruim 67 minuten opgeleverd. De muziek zou je eerder verwachten op een label als Touch, maar dat mag je als een absolute aanbeveling beschouwen. Het concept is niet alleen fascineren, de muziek die ze ermee gecreëerd hebben is dat ook. Je kan echt horen dat ze hier jarenlang aan gesleuteld hebben. De data zijn een soort donkere symfonieën geworden, waarbij de zwaarste geluiden haast fysiek worden en het stormachtige gevoel geven, Bourne voegt daar nog geluiden uit synthesizer, cello en piano aan toe, waardoor het op organische wijze ergens tussen ambient, drones, experimentele elektronica en neoklassiek uitkomt. Ik denk dat liefhebbers van Hildur Guðnadóttir, William Basinski, GAS, Philip Jeck, Craven Faults, Celer en Murcof zullen hier ook wel mee uit de voeten kunnen. Het is echt schitterend hoe ze hier dreiging en soms ook ontreddering hebben weten te verwezen met overdonderende schoonheid. Een album dat je echt omverblaast.