Het schaduwkabinet: week 18 – 2025

Stroomstoring? Hier weer een hele stroom aan nieuwe releases in het lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Bank Myna, Divide And Dissolve, Half Asleep, Love Letter, The Rowan Amber Mill (2x), Slung en Maria Somerville.

 


 

Jan Willem

Bank Myna – Eimuria (cd, Stellar Frequencies/ Medication Time/ Araki)
De Parijse groep Bank Myna wordt in 2013 opgericht en drie jaar later met hun gelijknamige mini. Daarop vind je post-rock met darkwave en indierock. In 2022 volgt het album Volaverunt, waar het trio een ander geluid laat horen. Het is donkerder, zwaarder en venijniger in de uithalen. Ze gebruiken tevens drones. De tracks worden daarbij rustig opgebouwd en groeien steeds uit tot bij de strot grijpende geluidsmuren. De post-rock wordt hier meer aangevuld met doom rock en drones. Nu drie jaar later zijn ze terug met Emuria. Ditmaal als kwartet bestaande uit Fabien Delmas (gitaar), Daniel Machо́n (bas), Constantin du Closel (drums) en kopvrouw Maud Harribey (zang, viool, synthesizers). Wat meteen opvalt is dat het aantal instrumenten per muzikant beperkter is. Dat levert ook een directer geluid op, maar ook een nog zwaardere sound. Ze nemen wederom de tijd om hun muziek goed op te bouwen en leveren 5 tracks met een totale lengte van ruim 47 minuten. Hun post-rock glijdt over grovere bodem, waarbij ook doom metal, slow core en noise op de weg verschijnen. Ze gaan dwars en dikwijls woest door de duisternis, al gloort er op melancholische wijze ook wel eens wat ochtendlicht. Als decor hebben ze de tumultueuze levens en artistieke producties van de dichteres Alejandra Pizarnik (belangrijke thema’s zijn er niet bij horen, verlies en dicht bij de dood zijn; ze pleegde zelfmoord op 36-jarige leeftijd) en de beeldhouwster Camille Claudel (werkte met Rodin; werd vermoedelijk krankzinnig en 30 jaar opgesloten) gebruikt. In feite gaat het over een proces van persoonlijke transformatie, afgewisseld met brute breuken. Die parallel kan je ook leggen met zaken uit het dagelijkse, hedendaagse leven. Je voelt deze muziek dan ook tot op je botten. Denk aan een kruisbestuiving van Esben And The Witch, Faetooth, Om, Earth, Chelsea Wolfe en L’Effondras. Een eigenzinnige bundeling van kracht en pracht, donker en licht en hoogtepunten; luister alleen maar eens naar “Burn All The Edges”. Wat een overrompelend album!

 

Divide And Dissolve – Insatiable (cd, Bella Union)
Divide And Dissolve was een Australisch powerduo met Takiaya Reed (gitaar, saxofoon, synthesizer, stem) en Sylvie Nehill (drums). Tegenwoordig is het Reed met gasten. De muziek van dit project is een erkenning van de onteigening die ontstaat door koloniaal geweld, eert voorouders, verzet zich tegen blanke suprematie en roept op tot inheemse soevereiniteit. De basis voor de muziek bestaat veelal uit doom metal, aangedikt met experimenten, post-metal, noise en neoklassiek. Op het vijfde album Insatiable komen daar ook drones bij, die soms ook met de stem tot stand komen. Reed krijgt daarbij hulp op drums van Nicholas Wilbur, Seth Cher en Scarlett Shred. De albumtitel kwam tot haar in een droom. Ze had een visioen van een betere wereld, een visie die naadloos aansloot bij het optimisme van haar kijk op heavy muziek. Hierover zegt ze: “Ik zag en voelde de impact van mensen die grote daden van schade begaan, die pijn veroorzaken in een oneindige cyclus. Ik heb ook de kracht en macht gezien en gevoeld van mensen die grote daden van liefde begaan”. In de 10 tracks van samen 34 minuten brengt ze zoveel, dat deze lengte ook volstaat. Het gaat van woeste gitaarmuren naar angstaanjagende stukken met saxofoongeweld, elektronische interventies, serene stemgeluiden, beukende drumpartijen en een combinatie van veel hiervan. Soms echt vernietigend en desperaat, maar op andere momenten weer constructief, hoopvol. Daarbij moet je het ergens zoeken tussen Jambinai, BIG|BRAVE, God, Chat Pile, Sunn O))), Insect Ark en Godflesh. Het is echt weer een ontzagwekkend album geworden, waar de urgentie vanaf spat. Hier krijg je nooit genoeg van.

 

Half Asleep – The Minute Hours | Les Heures Seconddes (cd, Humpty Dumpty/ Three:four)
Half Asleep is het langlopen project van de Belgische Valérie Leclercq en soms ook een klein beetje van haar zusje Oriane. Ze heeft vijf albums uitgebracht, waarvan de laatste met Delphine Dora in 2012. Valérie’s muziek kenmerkt zich door het intieme, bedachtzame en bovenal melancholische karakter. Ze brengt haar singer-songwritermuziek met piano, akoestische gitaar en soms drums, waar ze dikwijls op bijna fluisterende wijze bij zingt, al dan niet met haar zusje. Ondanks het introverte en fragiele karakter heeft de muziek een enorme impact. Het zit ergens tussen , folkrock, droompop, sadcore enf licht experimentele muziek in. Muziek vol bezinnende pracht, die dan ook tot driemaal toe in mijn jaarlijst eindigt. Ze is eindelijk terug met haar zesde album The Minute Hours | Les Heures Seconddes, dat maar liefst tien jaar in de maak is geweest en je gerust haar meest ambitieuze album tot nu toe mag noemen. Dat blijkt al uit één blik op de gastenlijst, want naast Valérie (zang, piano, gitaar, keyboard, gehamerde autoharp, fluit, shrutibox, bas, noise, waterglazen, percussie) zijn het Oriane Leclercq (zang), Claire Vailler (zang, keyboard, autoharp), Gwen Sainte-Rose (cello, noise, trompet), Eloïse Decazes (zang), Mathieu Lilin (baritonsaxofoon, basklarinet), Baptiste De Reymaeker (trompet), Maryline le Corre (trompet), Joachim Glaude (klappen, percussie, samples, veldopnames uit Frankrijk, IJsland, België en Marokko). Daarnaast is er in een aantal tracks ook koorzang te horen, waar naast diverse genoemde gastvocalisten ook Sylvain Chauveau, Mocke, Christophe Piette en Myriam Pruvot aan meewerken. Het album opent met “Mater”, waarbij je eerst nog het idee krijgt dat ze de lijn van haar vorige werk doortrekt. Maar ze neemt je aan hand naar een nieuwe koers, die zich al snel ontvouwt met de immens mooie koorzang. Het is ook minder introvert en pakt verderop in het nummer grootser uit. Toch schildert ze haar melancholie nog met dezelfde penselen, waardoor je het nog wel helemaal herkent als Half Asleep. Het is een overrompelend begin vol kippenvel. Daarna volgt een track met haar zang, samples, autoharp, noises en samenzang, die net weer andere accenten legt. Een nummer verder krijg je juist een meer avant-gardistische, beetje theaterachtige track. En zo varieert ze steeds weer in haar 10 composities van samen bijna drie kwartier. Het gaat van de al eerder genoemde genres ook meer naar de klassieke, post-punk, jazz, Barokke, filmmuziek en minimal music kant op. Ze brengt ook twee interludes, die weer even voor een bezinnende pauze zorgen. En ondanks dat het alle kanten opgaat, is het toch echt een consistent geheel geworden; één met de nodige bravoure ook. Je hoort aan alles dat hier enorm veel tijd in is gestoken, want ieder detail lijkt minutieus te zijn uitgedacht en dat zonder de spontaniteit te verliezen. Ik denk dat liefhebbers van onder meer Soap&Skin, Chantal Acda, Laurie Anderson, Nancy Elizabeth, Annelies Monseré, VanWyck, Liesa Van de Aa, Mi And L’au en Stranded Horse. Wat een album, wat een comeback en wat een jaarlijstjesmateriaal.

 

Love Letter – Everyone Wants Something Beautiful (cd, Iodine Records)
De groep Love Letter uit Boston is eerder al een tip geweest, maar ik kon hun cd Everyone Wants Something Beautiful niet vinden. Tot nu. Het album is al van halverwege 2024, maar ik vind het zo steengoed, dat ik het alsnog onder de aandacht wil brengen. Zowel de bandnaam als de albumtitel doen denk ik andere muziek vermoeden; de groep opereert ook wel eens onder de naam Death Of A Nation. De liefdesbrief wordt nogal schreeuwend gebracht namelijk en lijkt eerder een desperate oproep voor schoonheid te zijn. Brulboei Quinn Murphy wordt vergezeld door Andrew Reitz (drums), Matthew Spence (giraae), Dave Alcan (bas) en Jay Maas (gitaar, zang), waarvan de meeste al in andere hardcore punkbands hebben gezeten (onder meer Defeater). Nu brengen ze iets dat je post-hardcore zou kunnen noemen, al zitten er her en der ook shoegaze, screamo en mathrock elementen door. Ik heb niet veel referenties in het genre, maar het klinkt als een (schreeuwende) liefdesbaby van Neurosis, Brutal Juice en Fugazi. Het is uiterst gepassioneerd en urgent. Dat in combinatie met dat desperate en soms ook melancholische, maakt dat dit makkelijk onder je huid kruipt en zo meeslepend is. Ze slaan de boel niet dicht, maar weten er ook emoties in te stoppen. IK VIND HET GOED!

 

The Rowan Amber Mill – Frore Yarn (cd & art, Miller Sounds)
The Rowan Amber Mill – Never Meant To Displease The Fields And The Trees (cd & art, Miller Sounds)
The Rowan Amber Mill is één van de projecten, die de Britse singer-songwriter Stephen Stannard onder zijn hoede heeft en waarmee hij sinds 2009 muziek naar buiten brengt. Daarn is hij terug te vinden in Meadowsilver (met Gayle Brogan en Grey Malkin), Making Tea For Robots en Rowan : Morrison (met Angeline Morrison). Met The Rowan Amber Mill maakt hij doorgaans iets dat tussen alt-folk, witchfolk en folkadelica uitkomt. In december van vorig jaar heeft hij het nieuwe album Frore Yarn hiermee uitgebracht. Deze heeft als subtitel “The Tyranny And Majesty Of Midwinter” en wordt omschreven als een album met melodieën voor een vreemde midwinter. Het zijn nieuwe songs voor oude tijden en oude songs voor nóg oudere tijden, waardoor de magie van de natuur gevlochten is. In ruim drie kwartier laat hij 11 songs de revue passeren, die doordrenkt zijn van melancholie, wat mooi past bij de winter. Maar je krijgt niet standaardtaferelen voorgeschoteld. Stephen neemt je mee naar vervlogen tijden en plekkern waar voorchristelijke bijgeloof heersen en eerder voor een wat meer unheimisch gevoel zorgt. Tegelijkertijd brengt dat ook zoveel diepgravende en natuurlijke schoonheid met zich mee. Ik denk dat liefhebbers van The Legendary Pink Dots, Current 93, United Bible Studies, The Hare And The Moon, The Owl Service en Trappist Afterland hier hun hart aan op kunnen halen. Het is ook nog eens gestoken in een fraai blik met stickers, een button, teksten en diverse artwork. Een totaal kunstwerk.
The Rowan Amber Mill is nu alweer terug met alweer een nieuw album, getiteld Never Meant To Displease The Fields And The Trees. In een goede 41 minuten laat hij 10 nummers het licht zien. Net als op het vorige album en zoals wel vaker, zingt, schrijft en speelt Stephen alles zelf. Toch weet hij het geluid van een complete folkband neer te zetten. De muziek hier is geschreven als een reactie op wat we politiek gezien voor onze kiezen krijgen; met name de steeds duidelijker zichtbare gevolgen van klimaatverandering die chaos aanricht, met alle desinformatie daar omheen. Misschien niet de meest vrolijke onderwerpen, de muziek is dat gelukkig ook niet, maar zo is het leven ook soms. Toch is het is allemaal wel bedoeld om hoop te blijven koesteren. De rijk gedetailleerde muziek, die op gevarieerde wijze ingekleurd wordt met onder andere orkestraties, gitaarpartijen, fluiten, percussie en natuurlijk die fraaie, poëtische zang. Hoewel de muziek echt wel verschilt op diverse punten, sluiten de hierboven genoemde referenties hier nog well aan . En ook dit album zit wederom in een prachtig blik met een vergelijkbare inhoud als het vorige album. Een klasbak die echt een groter podium verdient!

 

Slung – In Ways (cd, Fat Dracula / Republic Of Music / Creative Eclipse PR)
De Britse bassist Vlad Matveikov zou je de geestelijk vader van de nieuwe groep Slung kunnen noemen. Hij completeerde de groep met gitarist Ali Johnson, zangeres in Katie Oldham en drummer Ravi Martin. Zelf omschrijven ze hun sounds als “iets” tussen Mazzy Star en Mastodon. Op hun debuut In Ways laten ze in een goede 37 minuten 11 songs horen, waarbij ik niet meteen aan die omschrijving zou denken. Ze brengen namelijk een mengelmoes van alternatieve rock, stoner, shoegaze, pop en een vleugje nu metal. De aanstekelijke zang zit als een fraai boegbeeld op het galjoen waar de gedreven muziek gemaakt wordt. Daarbij komen bij mij eerder associaties met groepen als Deftones, Queens Of The Stoneage en Wednesday naar boven. Daarmee leveren ze hier wel een zeer veelbelovend debuut af.

 

Maria Somerville – Luster (cd, 4AD)
Ik haal vaak aan dat 4AD één van mijn favoriete labels is. Dat gaat dan meestal grofweg over de periodes 1980-1990, waar de wave en avant-garde de boventoon voerde, plus het aanpalende decennium, waar de droompop, shoegaze en bijzondere rockmuziek meer werden omarmt. Sommige bands gingen al die jaren overigens mee. Hoe dan ook werd het daarna een nogal wisselvallig label, met nog steeds ook goede releases ertussen. De Ierse zangeres en muzikante Maria Somerville sluit met haar nieuwstee album Luster wel aan bij die periode 1990-2000. Ze brengt warme, lome muziek, die uit droompop, ambient, drones en shoegaze bestaat. Ze zingt er met een zachte stem doorheen. Dat alles maakt dat het heerlijk dromerig en mysterieus klinkt. Ze doet denken aan artiesten als Swallow, Lush, Pale Saints, Lisa Germano, maar ook de vroegere Cocteau Twins. En daar waar het wat donkerder en meer experimenteel wordt, komen ook Grouper en Birds Of Passage in beeld. Somerville levert een adembenemend prachtalbum af.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.