Controversieel! Althans, in Nederland, zo rond 1991. De enige plek ter wereld waar Peter Steele een menigte om de been kreeg om hem tegen te houden. Want het was een racist! En een seksist! En daarom mocht hij niet optreden, werd er zelfs een hele tour afgebroken. Waar een klein land nog kleiner in kan zijn.
Begrijp me niet verkeerd, ik ben een linkse rakker dus principieel ben ik het altijd wel eens met anti-extreem rechtse demonstraties. Maar de teksten van Type O Negative serieus nemen? Kom op zeg, daar kon ik toen ik 16 was al doorheen kijken. Ik vond ze juist erg amusant, lachen joh! Titels als ‘Unsuccesfully Coping With The Natural Beauty Of Infidelity’, ‘Glass Walls Of Limbo (Dance Mix)’ of het onuitspreekbare ‘Gravitational Constant: G = 6.67 x 10^-8 cm^-3 gm^-1 sec^-2’ (schijnbaar de formule om de snelheid en kracht te berekenen die de zwaartekracht teweeg brengt als je van een flat afspringt) kun je onmogelijk met compleet droge ogen bezien. En dan die teksten:
Slut
Whore
Cunt
I know you're fucking someone else
(He knows you're fucking someone else)
I know you're fucking someone else
(He knows you're fucking someone else)”
Uit openingsnummer ‘Unsuccesfully Coping With The Natural Beauty Of Infidelity’. Extreem seksistische tekst over vrouwelijke ontrouw, maar dan zo theatraal potsierlijk gebracht dat het lachwekkend is. Mooiste is als het macho achtergrondkoortje antwoordt in de derde persoon op Peter Steele’s wanhopige uitroep dat zijn vriendin iemand anders neukt. In ‘Xero Tolerance’ gaat hij zijn ex dan verder bewerken met pikhouweel en bijl, om in ‘Prelude To Agony’ hetzelfde te doen met een elektrische drilhamer. Overkoepelend thema: liefdesverdriet. De arme man is verlaten, vriendin gaat vreemd. En dan gaat-ie onder invloed van drugs en alcohol wraak nemen. Ondertussen scheldt hij ook nog alle steuntrekkers uit in ‘Der Untermensch’ – da’s natuurlijk vragen om controverse, zo’n titel – maar ach, dat is misantropie voor je. Het wordt allemaal zo overdreven gedaan dat het ook als satire opgevat kan worden. Uiteindelijk wordt het helemaal lachwekkend bij de afsluiter ‘Gravitational Constant etc.’ als Steele het nummer als volgt aftelt:
“One Two Three Four, I don’t wanna live no more”
Om dan vervolgens vol bravoure te zingen:
Met in het refrein een mooi dromerig koortje dat “Gravity Crushing Me” zingt. Eén en al zelfmedelijden dus, en uiteindelijk afsluiten met “Suicide is self-expression”. Maar de daad bij het woord voegen ho maar. Nee, tekstueel is het allemaal niet hoogstaand, maar serieus nemen? Natuurlijk niet. Daarom was die actie in 1991 zo zielig.
Maar genoeg over de teksten, het ging en gaat me vooral om de muziek. Type O Negative was nieuw, vooruitstrevend, en toch keihard en zwaar. Goede combi, nog steeds. Ongehoorde combinatie van stijlen op Slow, Deep and Hard: hardcore, doom, industrial, gothic, vleugjes punk en metal om het af te maken. En dat alles gevangen in lange suites, composities onderverdeeld in subtitels met bij elk nieuw deel een nieuwe titel; alles tussen de acht en twaalf minuten. Progrock maar dan net even anders. En alle absurditeit van de teksten op een stokje, muzikaal is Slow, Deep and Hard indrukwekkend goed en schaamteloos afwisselend. In 1991 was het muzikale landschap nog behoorlijk gepolariseerd, dus het mengen van hardcore en gothische doom was bepaald not done, en industrial metal was nog helemaal niet populair. In ‘Der Untermensch’ wordt afgetrapt met duister industrieel gebeuk, gaat dan over extreme doom, om vervolgens via een heerlijke riff in volle galop bij harde hardcore aan te komen, inclusief ongelooflijk effectief machokoortjes in het refrein (“Socio! Parasite!”). Dan mag de doom weer terugkeren, waarover datzelfde machokoortje nogal luid “You’re a waste of life!” brult. Een uptempo punkriff volgt met archetypische hardcore-zang, maar de melodieuze passages zijn dan weer plots gewoon erg mooi en melancholiek; punk met een gothic-gevoel, zoiets. Het kan allemaal bij de eerste Type O Negative. Opener ‘Unsuccesfully etc.’ kent ook zulk een opbouw, maar biedt een behalve een brullende Steele ook nog een mooi diep zingende Andrew Eldritch-achtige stem; het geluid van de latere Type O Negative platen, als gothic en popmetal de boventoon gaan voeren. Hier is het echter nog ingebed tussen al die bovenstaande dingen, en als even later dan ook nog een mooi akoestisch intermezzo langskomt met een kreunende vrouw op de achtergrond (zijn vriendin die duidelijk meer genot bij een ander vindt dan bij hem) is de muzikale verwondering compleet.
En dat gaat de hele plaat zo door, want in ‘Xero Tolerance’ komt er een klassiek kerkorgel langs in deel ‘Kill You Tonight’, waarbij Steele dan ook doodleuk het moment aankondigt “And now you die!” om even later vol plezier uit te schreeuwen “Oh, you’re dead now!” compleet met bijbehorende “oeh!oeh! oeh!” uitroepen door het koortje. Waarna het eindigt met een mooi akoestisch gitaarriffje gelardeerd met het geluid van iets dat door een bijl in stukken word gehakt. “Prelude To Agony” begint met extreme doom dat ook een vroege Khanate had kunnen maken, maar gaat even later over in proto-stonerrock, waarbij in het refrein het harcorekoor heeft moeten plaatsmaken voor het gothic koor. De laatste zes minuten van het nummer strijden punk en inktzwarte doom voor de hoofdprijs, waarbij de doom met overtuiging wint. Indrukwekkend staaltje. De gregoriaanse koorzang over een soundscape-achtige industriële ondergrond van ‘Glass Walls Of Limbo (Dance Mix)’ is dan mooi om tot rust te komen, om niet eens te spreken van de dikke minuut van stilte van ‘The Misinterpretation Of Silence And Its Disastrous Consequences’; Steele moet toch dikke lol hebben gehad toen hij dat op plaat mocht zetten. Uiteindelijk komt de hele plaat samen in afsluiter ‘Gravitational Constant etc.”, waarbij de simpele rockriff in het begin ook mooi refereert aan Danzig, inclusief bronstige zang + bijbehorende snik in de stem.
Wat zowel vroeger als nu nog steeds opvalt, is dat sterk overstuurde gitaar- en basgeluid, alsof ze direct in het mengpaneel hebben ingeplugt en aan allerhande knopjes mochten draaien tot ze een zo vies en overstuurd mogelijk geluid hadden gevonden. Minstens even belangrijk in het totaalgeluid zijn de keyboards, heden ten dage algemeen geaccepteerd in de hardere muziek maar in 1991 nog bepaald niet. Ondanks al dat gescheur zorgen de toetsen voor een constante melodieënstroom en vol en groots en ook enigszins bevreemdend geluid. Ergens is het jammer dat de band na deze plaat voor een veel toegankelijker geluid heeft gekozen (plus excuses voor vermeend racisme met songtitels als ‘We Hate Everyone’ en ‘Kill All The White People’) maar Slow, Deep and Hard is hierdoor ook wel een mooi statement gebleven. En de impact hadden ze toch nooit meer kunnen evenaren, aangezien het muzikale landschap in korte tijd veel verdraagzamer bleek te worden en allerhande kruisbestuivingen uit de grond schoten. Kortom, goede plaat op het juiste tijdstip.
(Bas Ickenroth)