Moeilijke metal, dat was wel, zeg maar, echt mijn ding. Geen standaardhardrock want saai, maar er moesten wel nog harde gitaren, galopperende drums en een lekker uithalende zanger in zitten. Tenminste, voor nu – of toen, zo u wil -, daar zou over enkele maanden voor het eerst verandering komen. Maar nu nog niet, want Mind Over Four is zo ongeveer de belichaming van moeilijke metal.
Ik las op Wikipedia dat Mind Over Four in 1995 nog een album heeft uitgebracht, Empty Hands. Toepasselijke titel, want met meer dan lege handen zal de band niet zijn geëindigd. Begonnen in 1982 en nooit doorgebroken. Waarschijnlijk hebben ze te weinig geld verdiend om hun eigen investeringen ooit terug te zien. Obscuur tot de laatste snik, waarbij ik mezelf even als graadmeter neem, want ik was aardig van de band op de hoogte – en altijd speciaal gebleven door de jaren heen – maar dat ze Empty Hands hadden gemaakt was een complete verrassing. Op Soulseek heb ik hem nog niet gevonden, en Spotify kent maar één Mind Over Four bijdrage, een zeer bizar nummer dat 'Lust' heet en waar ik echt geen chocola van kan maken.
Wellicht dat meer mensen geen chocola van de band kunnen maken. Moeilijke metal, weet u wel. Oppervlakkig gezien past alles binnen het (alt)metal plaatje: zware en harde gitaren, drums die boel flink opstuwen, een zanger die zomaar in de regionen van Chris Cornell en Ronnie James Dio durft te komen. Maar dan begint het eigenlijk pas. De vorm lijkt redelijk traditioneel, de inhoud blijft daar verre van. Vergeet de bekende A-B-A-B-C-B songstructuur; bij Mind Over Four komen er af en toe wel passages terug die eerder in het liedje voorbijkwamen, maar dat is meer uitzondering dan regel. Vergeet ook zangpartijen die een voor pop/rock/metal logische lijn volgen; zanger Spike Xavier – wat ik een bijzonder coole naam vind – gaat alle kanten als het maar hoog is, durft tegen het valse aan te zitten waarbij je hoort dat juist dat de bedoeling is. Bovenal klinkt hij vaak bijna atonaal ten opzichte van de riffs en ritmes, met een bijzonder vervreemdende uitwerking op het totaalgeluid – maar nog meer op mij als luisteraar.
Uiteraard zijn dit allemaal overdenkingen van nu; in 1993 vond ik Mind Over Four vooral goed omdat ze zich buiten de mainstream plaatsten – zonder dat ik dan kon duiden waar dan wel. Ik hoorde er van alles in: Voivod, Soundgarden, Vicious Rumors (echt! ergens zit wat klassieke US powermetal in de mix verborgen, inclusief hoge volle stem en virtuoze gitaarriffs en -solo's), totale gekte maar dan wel ingehouden en gecontroleerd – te weird moest het ook nog niet voor me worden. Echte echte alternatieve metal zonder enige voorspelbaarheid. Sprak me allemaal erg aan, mede door het feit dat vriend B. en ik ongeveer de enigen waren die ze kenden. "Hee, ken je Mind Over Four?" "Nooit van gehoord." "Ah joh, je mist echt iets, dit is metal op het randje en soms nog nog wel erover heen!" Mja, dat deden we dus als we weer eens aan het evangeliseren waren, waar we nogal eens een handje van hadden.
Maar terug naar mijn hedendaagse analyse modus. Ik ben nooit helemaal gestopt met luisteren naar de band – wel die laatste plaat dus compleet gemist, vreemd hoor – en Half Way Down ben ik altijd een prima plaat blijven vinden. Voorganger The Goddess (1990) trouwens ook, vergelijkbare plaat. Weirde metal, rare zanglijnen, strak en precies op een fusionmanier – en nee, dat is geen slecht ding – en nummers die constant blijven wringen en schuren, en geen moment catchy durven te worden. Of nee, willen worden, want ze kunnen het wel: openingsnummer van The Goddess 'Prayer For the Dying' is mooi melodieus qua gitaarwerk en kent zowaar een zanglijn die niet direct vreemd in de oren klinkt. Maar daarna is het direct afgelopen met dat soort toegankelijke shit en wordt de weirdokaart volop gespeeld. En dat is eigenlijk ook vandaag de dag nog steeds een rare combinatie: in vorm duidelijk metal zoals metal hoort te zijn, maar qua inhoud dwars, dissonant, avantgardistisch, vervreemdend. Niet makkelijk voor de oren toen, niet makkelijk voor de oren nu. Bepaald niet. En het is dat ze met 'Prayer For The Dying' een voor Mind Over Four begrippen catchy nummer hebben geschreven, anders zou je denken dat ze gewoon geen lekker in het gehoor liggende nummers kunnen maken. Maar nee, ik mag graag denken dat ze bewust voor de weirdness hebben gekozen, dat ze het gewoon lekker vinden om te doen wat ze doen zonder rekening te houden met mainstream, trends of de druk van hits scoren. Nee, gewoon fijn dwarse en wringende nummers schrijven omdat ze het mooi vinden. En er ook goed in zijn, dat ook, want Mind Over Four is moeilijke metal op zijn best.
(Bas Ickenroth)
ps: Ik heb laatste plaat Empty Hands inmiddels gevonden op Soulseek. Weet nog niet goed wat ik er van moet denken; wat dat betreft past-ie prima in de bekende Mind Over Four traditie. Eerste beluisteringen laten een zwaarder geluid horen, meer oversturing, meer noise, minder op techniek gericht, alles wat doffer en dikker, minder fusion, minder melodie. Dan plots funk en hiphopinvloeden. Vreemd, zelfs voor Mind Over Four begrippen. Zware kost.