Women – Public Strain (Jagjaguwar, 2010)

Soms is een vergeet-mij-nietje nog maar pas ontsproten. Het tweede album van de Canadese artrockers Women is er zo een. Een ondergesneeuwd meesterwerk dat wat mij betreft nooit mag worden vergeten, niet in minste plaats omdat dit hun onverwachte zwanenzang is. Het tweejarige bestaan van de band werd abrupt een halt toegeroepen door de plotselinge dood van hun gitarist, die in zijn slaap overleed; Women zou nooit meer optreden, maar Public Strain groeit langzaam maar zeker uit tot een al dan niet verloren klassieker.

Sinds ik dit album ken heeft Canada een vreemde aantrekkingskracht gekregen. In het bijzonder Calgary, de plek waar deze heren vandaan komen. Ook al weet ik dat er letterlijk niks bijzonders te doen is behalve een of andere toren beklimmen, ik moet en zal er ooit in mijn leven heen. En dan precies tijdens het meest desolate punt van de Canadese winter, ergens begin februari, vast in een goed gestookt appartement doordat er vijf meter sneeuw ligt. Want dat is hoe dit album voelt: bleek, eenzaam maar toch heel erg warm en genegen. Het is vreemd hoe ze het flikken: meteen al vanaf de opener “Can’t You See” waarbij de band je verkleumd en al binnenhaalt bij het invallen van het tweede couplet en je voor de rest van het album voor het raam zet, naast de open haard.

Women is een van de weinige bands die tegelijk experimenteel en ontzettend catchy kan klinken. “Heat Distraction”, een track deels in een 13/16 ritme (geen grap) blijft bijvoorbeeld na één keer luisteren al hangen. Dat hoort niet te kunnen. Hoe ze ooit tot de conclusie zijn gekomen dat dit een goed idee was? Beats me. Waarom het alsnog perfect werkt? Omdat ze het zijn van een vage indieband (iets wat elke indieband wil zijn) volledig ownen. Daarbovenop hebben ze een zeer bijzondere vorm van georganiseerde chaos ontdekt: Het gruizige, ongecontroleerde van Velvet Underground gemixt met de harmonie en helderheid van de Beach Boys. Twee elementen die eigenlijk niet bij elkaar horen. Een soort glazig kijkende kleuter die op zijn driewieler over een donker grindpad rijdt terwijl de engelen hem “God Only Knows” toezingen. Klopt helemaal niks van.

Public Strain kent vele hoogtepunten, maar er is er maar één die er met kop en schouders bovenuit steekt, namelijk “Eyesore”, de schijnbaar eindeloze closer. Vanaf het begin klopt alles. De gitaren die soms samensmelten, dan weer loskomen om een harmonie te vormen die niemand verwacht, dan weer op het juiste moment perfect dissonant klinken, met daartussen de bas die alles aan elkaar lijmt. De laatste twee minuten van het album is een outro wat zichzelf steeds maar weer herhaalt, en zichzelf steeds verder versterkt. Women bereikt hier wat mij betreft de hoogst mogelijke cohesie die een band kan bereiken. Alsof ik in de sneeuw liggend engeltjes probeer te maken en God over me heen besluit te pissen zodat ik het niet koud krijg.

En daar schuilt mijn ontoerekenbare verlangen: Ik, kind van een mediterraanse vader die elk voorjaar moet bijkomen van doorgemaakte decemberdepressies wil een donkere, vieze en afgestompte Canadese horrorwinter. Maar alleen als Public Strain constant op herhaling staat.

Comments

comments

5 thoughts on “Women – Public Strain (Jagjaguwar, 2010)

  1. Dit is zo’n band die ik wel van naam ken, maar waar ik geen liedje van zou herkennen. Ik denk ook dat ik ze altijd verwar met Girls. Als het volgende week weer wat kouder wordt ga ik luisteren.

  2. Ik moest vanavond nog even met de fiets wat boodschappen afgeven; wat een helse kou! Gelukkig lagen mijn wanten nog op het licht verroeste stalen rek boven de kapstok, anders had ik na terugkeer de deur met mijn bevroren handen waarschijnlijk niet eens opengekregen. Dat was vervelend geweest omdat alle huisgenoren vanavond de hort op zijn. Ideale omstandigheden dus om Public Strain te luisteren.

    Ik had stiekem vorige week al wat tracks beluisterd en was daar niet heel enthousiast over. Lamlendige blowindie met ditto echozang is niet echt mijn ding, zeg maar. Vanavond bevalt het album al stukken beter. Bij het eerst nummer verwachte ik even dat ze ‘My guy’ zouden gaan zingen. ik begon wat melodielijnen te ontdekken. Er bleken een paar heuse liedjes tussen te zitten. Ik dacht ook even dat ze tegen het eind ineens een paar versnellingen hoger gingen, maar dat bleek de soortgelijke-muziek-die je-dan-ook-misschien-wel-leuk-vind-modus van Spotify te zijn, nadat het album was afgelopen. Toch. Het viel me alles mee. Ik denk dat ik het zelfs wel eens goed zou kunnen gaan vinden als ik het vaker beluister. Dat neem ik me dan ook voor., want na anderhalf keer luisteren kun je geen fatsoenlijk album beoordelen. Dus wordt wellicht nóg een keer vervolgd.

    • Ik begrijp waar je vandaan komt. Normaal vind ik die lamlendige blowindie met onverstaanbare vocals een beetje saai. Maar het ding is dus dat naar mijn idee Women die beweging heeft gestart en sindsdien er heel heel heel veel bands zijn die die sound hebben gepakt en gepolijst. Vaak met wisselend succes. Dus ik snap je frustratie en deel hem ook, maar Women ligt voor mij toch net wat anders. Sowieso fantastisch dat je het een kans geeft, respect!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.