Ventura – Ultima Necat


Ventura-ultima-necat[cd, African Tape/Vitesse/Five Roses/Secret Rendezvous]


Ik ben in het begin van de jaren 90 vooral verslaafd aan rauwe gitaarmuziek. Math core, emo, noise, hardcore enzovoort, als het me maar van de sokken blaast. En dat het liefst nog op melancholische wijze. Bands, vaak trio’s, als Pitchfork, Drive Like Jehu, Further, Unwound, The God Machine, Dinosaur Jr en Trumans Water. Tegenwoordig hoor je minder van dat soort bands, alhoewel Franse labels als Ruminance en Africantape nog wel vaak hun pijlen richten op deze robuuste gitaarmuziek. Een echte sensatie zit er nog maar zelden tussen. Dat verandert als de Zwitserse formatie Ventura in 2005 in het leven wordt geroepen. Bassist Diego Göhring, drummer Michael Bedelek (Iscariote) en gitarist/zanger Philippe Henchoz (The Sinaï Drivers), meer is er niet voor nodig, steken de creatieve koppen bij elkaar om stevige indierock te maken. In 2006 verschijnt hun ijzersterke debuut Pa Capona waarop ze de fans van bovengenoemde bands op hun wenken weten te bedienen. Vier jaar later verschijnt dan het vervolg We Recruit op Africantape, dat daar nog voorzichtig overheen gaat. Emotievolle rock die je volledig weet in te pakken.


Nu ziet hun langverwachte derde album Ultima Necat het licht, dat als je Italiaans en Turks combineert iets als de “laatste redding” kan betekenen. De laatste wanhopige poging dit ongepolijste genre weer tot leven te brengen misschien? Hoe dan ook klinkt hetgeen ze bieden zwaar beïnvloed door die bovengenoemde jaren 90 muziek, zij het met een frisse, hedendaagse en ontwapenende benadering. Wel hoor je goed de wanhoop terug in hun muziek, die verder alle kanten opschuurt. Het is een combinatie van de splijtende noise van Crain, de experimenteerdrift van Trumans Water, de post-hardcore van Drive Like Jehu (en de daaraan gelieerde bands Pitchfork, Hot Snakes, Rocket From The Crypt) en Further, de alternatieve rock van Hüsker Dü en de Pixies, de hardcore/noise van Shellac, de math rock van Chevreuil, de dissonante noise van Sonic Youth en “last but not least” de tegen de metal aanleunende, emotievolle rock van The God Machine. Die laatste associatie komt vooral duidelijk naar boven door de getormenteerde zang en sterke opbouw in het bijna 12 minuten durende sleutelnummer “Amputee”, de zesde op de cd. Alles lijkt naar deze ontladende en overdonderende climax toe te werken. Waanzinnig goed! Óok hiervoor valt er genoeg te genieten met een combinatie van de genoemde artiesten en muziekstijlen, waarvan “Little Wolf” en “Nothing Else Mattered” duidelijke bewijzen zijn. Na die zesde track kan je nog even nagenieten van twee sterke noisenummers. In de slottrack, de negende op de cd, brengen ze nog een heftige variant op de shoegaze ten gehore waardoor ook My Bloody Valentine en Telstar Ponies even in beeld komen. Een stormachtige maar pakkende plaat, die oog houdt voor melodie en luisterbaarheid. Ondanks de fraaie, aperelaxte cover is dit een wervelend en sensationeel album geworden waarbij de adrenaline met hoge waarden dwars door je kippenvel stroomt. Jaarlijstjesmateriaal!





door Jan Willem Broek

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.