[cd, Full Time Hobby/Arts & Crafts/Konkurrent]
In 2005 richt de Canadese multi-instrumentalist Taylor Kirk (zang, gitaren, keyboards, novachord, piano, farfisa, theremin, mellotron, Hammond, drums) de groep Timber Timbre op. Hij werkt altijd met gasten, maar op hun onvolprezen vierde album Creeo On Creepin’On (2011) is het definitief uitgegroeid tot een trio dat naast Kapitein Kirk bestaat uit Simon Trottier (mellotron, marxofoon, lapsteel, gitaren, buisklokken, bellen, percussie, zang) en Mika Posen (viool, altviool, zang). Ze brengen hierop hun beste materiaal tot dan toe. Deze bestaat uit een heel bijzondere grog van blues, folk, indierock, experimenten en pop. Het is meestal heel erg duister en toch weet het je met gemak mee te sleuren, mede door de lekkere croonstem van Taylor Kirk.
Op hun vijfde wapenfeit Hot Dreams breidt Kirk zijn instrumentarium uit en mag de rest het met iets minder doen. Wel zijn er meer muzikanten om de boel in te kleuren. Zo dragen ook Mathieu Charbonneau (mellotron, chamberlin, novachord, klavecimbel, piano, farfisa, wurlitzer), Olivier Fairfield (tapemachine, synthesizer, fender rhodes, drums, gitaar, pianette, Hammond), Simone Schmidt (gitaren, buisklokken, lapsteel, mellotron, marxofoon, percussie, zang), Romy Lightman (zang), Mark Lawson (drumsynthesizer) en klasbak Colin Stetson (saxofoons, what else?). Aan deze waslijst kan je goed afleiden dat er een hoop elektronica in de strijd geworpen wordt en tevens dat ze het groots aanpakken. Verrassend genoeg brengen ze een stevig, maar intiem geluid ten gehore dat ook nog eens, zij het op gitzwarte wijze, de folk kant van de muziek opzoekt. De instrumenten staan allemaal in het teken van het scheppen van die duistere atmosfeer, maar brengen ondergronds ook krautrock, art rock, postrock, indierock, experimentele, blues, filmische en klassieke accenten aan. Hiermee weten ze een bijzonder nachtelijk en mysterieus geluid aan de dag te leggen. Aan de oppervlakte komen ze ergens uit tussen Tindersticks, Lambchop, John Grant, Timesbold, Dark Dark Dark, Mark Lanegan, Last Harbour, Can en zelfs Elvis (luister maar naar “Run From Me”). Maar als je de diepte ingaat past door de volslagen unieke aanpak eigenlijk weer geen enkele referentie. Dit album grijpt breed om zich heen, maar landt als één ferm gerichte mokerslag. Dat geldt zowel voor de gezongen als instrumentale nummers. Hun absolute magnum opus!
door Jan Willem Broek