This Is Not A Fugazi Article

 

Fugazi-the_argument 

Fugazi is al een tijdje niet meer onder de mensen. In dit artikel volgt een blik over de schouder van een nietsvermoedende concertbezoeker op weg naar huis, tijdens een koude zaterdagnacht in november 1998.

November 1998 moet het geweest zijn dat Fugazi in 013 speelde. In het voorprogramma speelde Solbakken, een Nederlandse band met dwarse muziek en onregelmatige maatsoorten. Fugazi had net de cd ‘End Hits’ uit en het optreden in Tilburg was het laatste optreden van de Europese tour. Dat was te horen, want Guy Picciotto had bijna geen stem meer over. Het optreden opende in de vijfde versnelling: ‘Walken's Syndrome’, het meest snelle nummer van ‘In On The Killtaker’, de eerste cd die ik van Fugazi hoorde.

Het stempel ‘hardcore’ heeft me er lang van weerhouden de muziek op te zetten, maar de live-sessie in VPRO’s Villa 65 (dat moet ergens in 1991 zijn geweest) was het omslagpunt en ik was verkocht. Fugazi en het grote publiek waren niet voor elkaar bestemd. In de internationale pers ging het nooit over de muziek, maar altijd over de DIY-levenshouding en lage entreeprijzen (dit is achteraf gezien profetisch gebleken). Hoe hard bekende fans als Billy Corgan en Eddie Vedder ook verkondigden hoe goed Fugazi was, een groot publiek hebben ze er nooit mee weten te bereiken.

Aan de muziek lag het niet. ‘The Argument’ is verreweg het beste album van de band dat liet horen dat er muzikaal geen grenzen waren, een antwoord op de benauwde punkrockscene waaruit de band was ontstaan. Slechts een enkele muziekcriticus hoorde waarom Fugazi geen gelijke had binnen de muziekindustrie: muzikaal gezien had iedereen zijn plek binnen de band, en met name Ian Mackaye en Guy Picciotto vulden elkaar qua zang- en gitaarpartijen perfect aan. Productioneel werden cd’s steeds verder geperfectioneerd, niet allen qua geluid maar ook wat betreft de arrangementen. Vaak werden studio-opnames afgekeurd. Dat gebeurde bijvoorbeeld met opnames gemaakt door Steve Albini, iets waar veel gitaarbands alleen maar van kunnen dromen.

Iemand vertelde me dat Fugazi een gevangene was in hun eigen genre. Daar ben ik het mee eens, maar ze waren zich daarvan bewust en waren niet bang om te experimenteren met andere genres en instrumenten. ‘End Hits’ en ‘Red Medicine’ klinken daardoor soms behoorlijk stuurloos, maar het toont aan dat de band zich besefte dat stilstand achteruitgang was (of, om hun eigen woorden te misbruiken: “you can’t be what you were”).

Officieel is Fugazi niet gesplit, maar is er een pauze ingelast. Individuele bandleden zijn soloprojecten begonnen, zitten niet stil. Ian Mackaye is actief in The Evens en zijn talent voor catchy liedjes niet verloren. Een recensent van Pitchfork betreurde dat Fugazi geen optredens en platen meer maakte, maar zag dat Mackaye een gelukkig mens was. Dat was bij Fugazi wel anders en daar zijn legio voorbeelden van. In de pers klaagde Mackaye verkeerd begrepen te worden en bij optredens was idem dito met het publiek en Mackaye.

Great Cop

In de film ‘Instrument’ van Jem Cohen zit een fragment waar Mackaye een dronken fan dwingt zijn excuses aan te bieden voor asociaal gedrag tijdens een optreden voor een duidelijk te volle zaal. Als ik dit soort dingen zie neem ik het de band niet kwalijk om te stoppen. Het blijft gissen naar een reden voor het verdwijnen van de band, maar het was duidelijk dat de wereld en Fugazi niet klaar voor elkaar waren, en dat toegankelijkere muziek niet voor meer erkenning zorgde. Smeergeld, de motor waarop de muziekindustrie draait wat betreft media-exposure, airplay etc. was aan Fugazi niet besteed. De band speelde het spel met eigen opgelegde regels. In Tilburg klonk er een vertwijfelde reactie van Mackaye tussen de nummers door over de sponsor van 013, die met grote logo’s aan beide muren vertegenwoordigd is. ‘Waarom moet je er tijdens een concert aan herinnerd worden dat je zaal gesponsord wordt?’ vroeg Mackaye.

Het was aan dovemansoren gericht, die avond in Tilburg. Tussen het publiek en de band wilde het niet echt gezellig worden, op een schare volgelingen na die elke tekst woord voor woord mee scandeerden, iets wat me deed denken aan een foute politieke partijbijeenkomst. Maar Fugazi gaf geen antwoorden, maar stelde vragen om het publiek zelf na te laten denken. Maar daar komt het publiek niet voor, mensen willen entertainment.

‘Instrument’ is een film van Jem Cohen die een rauw, maar eerlijk beeld schetst van wat de band zo goed maakte. Het mooist zijn de bezwerende, rauwe live-fragmenten die iets van het ongrijpbare fenomeen blootleggen. Helaas betreft dat allemaal korte fragmenten die doen verlangen naar meer, maar daarvoor zijn er alleen een serie live-cd’s, die zijn uitgegeven na de laatste studio-cd en naar het voorbeeld van Pearl Jam: integrale concerten, voor de fans, geen distributie (al heeft Pearl Jam dat laatste wel).

Onthullender in dat kader is de even bevreemdende als verslavende filmsoundtrack ‘Instrument’, die muziek uit de film bevat (in omgekeerde volgorde als op het scherm), aangevuld met demo’s. Verreweg het beste nummer is het openingsnummer van de cd (de film eindigt ermee), ‘Slo Crostic’, dat uiteindelijk radicaal anders op ‘End Hits’ is verschenen.

De tijd zal moeten uitwijzen of ik daadwerkelijk het laatste optreden van Fugazi heb gezien in Nederland, nu zo’n 11 jaar geleden. Ik kan me er weinig van herinneren, ik meen nog dat ze ‘Promises’ speelden en dat het publiek er hard doorheen kakelde (ook iets dat profetisch is gebleken). De band speelde altijd zonder setlist. Elk bandlid stond het vrij om een nummer in te zetten naar keuze. Als een geroutineerde jazzband speelde Fugazi hun hele discografie op commando af. Ik ken geen andere rockband die dat deed. Het hield de bandleden scherp, een show mocht geen afwerkroutine worden. Er werd gespeeld op het scherpst van de snede. Wat ik me nog wel herinner is dat ik van het station in Nijmegen naar huis fietste ik hardhandig ben aangepakt door wat verveelde brommerjeugd, die niks beters te doen hadden op zaterdagnacht. De cirkel was rond: volgens Wikipedia is Fugazi een afkorting die door Amerikaanse soldaten werd gehanteerd in de Vietnamoorlog. Het betekent “fucked up, got ambushed, zipped in”. En er was geen ‘Great Cop’ te bekennen op dat moment.

EvR

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.