St. Anger: De Metalplaat In Het Tijdperk Van Zijn Technische Reproduceerbaarheid

St+anger

Subjectivistica! Je hebt de ongenaakbare klassiekers, de welles-nietes albums, het commerciële hoogtepunt. En dan is er St. Anger (2003). Het product van een groep aan de grond? Martijn Ter Haar ziet dat graag anders…

De kunstverzameling van Lars Ulrich speelt een prominente rol in Some Kind of Monster, de documentaire die is gemaakt over de totstandkoming van St. Anger. Ulrich houdt van de CoBrA-groep en Basquiat. Een beetje veilig en ook wel een beetje voorspelbaar voor een Deense middenklassejongen die toevallig rijk is geworden. Maar toch ook redelijk onverwacht voor een metalhead en belangrijk om St. Anger te begrijpen.

Toen Metallica begon kostte het nog moeite om een goed klinkende plaat af te leveren. Elke rockband deed dat dan ook naar zijn beste vermogen, maar als het budget beperkt was, dan was dat goed te horen. In het begin van de 21e eeuw was de opnametechniek echter zover voortgeschreden dat iedereen in zijn eigen huis een professioneel klinkende opname kon maken. Daarmee bevond de popmuziek zich op het punt waarop de schilderkunst zich een paar decennia eerder bevond door de opkomst van de fotografie.

Dus gooit ook Ulrich het ook over die boeg. Geen fijnschilderen en behagen meer, zoals op het zwarte album en Load, maar een rauw en primitief geluid. Ulrich sloopt de snare van zijn snaredrum, wat resulteert in een doordringend hol geluid en James Hetfield geeft bij het opnemen van zijn zangpartijen de voorkeur aan de emotionele ontlading boven precisie. Ook traditionele ideeën over opbouw sneuvelen gedeeltelijk; de tracks op St. Anger zijn collages van losse fragmenten en er staan geen gitaarsolo's op het album.

Basquiat_flexible_1984

Het grote verschil tussen Metallica en Basquiat is echter dat Metallica een groepsproject is en een mainstream entertainmentmultinational. Ulrich kan nog zoveel ideeën hebben, hij is uiteindelijk toch afhankelijk van Kirk Hammett en vooral hoofdsongschrijver James Hetfield. St. Anger wordt daardoor een wat ongemakkelijk compromis tussen toegankelijkheid en experiment en valt zo tussen de wal en het schip.

Want undergroundmetalliefhebbers hebben het al rauwer en primitiever gehoord bij Darkthrone en voor wie Earth en sunn0))) het concept van de song heeft horen ontmantelen, is St. Anger niet bepaald wereldschokkend. Anderzijds zijn voor de minder geoefende luisteraar het drumgeluid en de zang wel erg confronterend lelijk.

Toch is St. Anger zeker niet de mislukking waar de plaat vaak voor wordt versleten. Voor een flink deel kan dat op het conto van James Hetfield worden geschreven. Ondanks al zijn agressie is metal zelden muziek met veel emotionele lading. Hetfields zang op St. Anger loopt over van emotie. Dat de man de demonen van zijn alcoholverslaving uitdrijft in nare therapeutentaal maakt het alleen maar echter. Bovendien blijft hij een van de beste riffschrijvers in de metal. De eerste minuut van openingsnummer 'Frantic' alleen al zou elke andere metalband juichende recensies hebben opgeleverd, mits ze het hadden opgenomen met een 'normale' drumsound.

Maar die beruchte drums bereiken wel hun doel. Hoewel het feitelijk voor 80 tot 90% een traditioneel thrashmetalalbum is, blijft St. Frantic er altijd een confronterend plaat door die onvoorwaardelijk de aandacht vasthoudt. Elke 'kleng!' van de snaredrum boort St. Anger weer in het bewustzijn.

Uiteindelijk haalt St. Anger het toch niet bij Metallica's meesterwerken als Master of Puppets en Ride the Lightning. Daarvoor mist de plaat focus en is de wrijving tussen experiment en vertrouwde elementen te groot. Maar hij heeft wel veel meer kracht dan het nu toch wel erg vlak klinkende titelloze doorbraakalbum. En hij is zeker beter dan de futloze coverplaten en samenwerkingen met symfonieorkesten die er aan vooraf gingen en die leken te wijzen op een langzaam doodbloeden van de band Metallica.

Op St. Anger vond de band zichzelf opnieuw uit. Hoewel heel veel mensen daar niet blij mee waren, is Metallica zo verstandig geweest de goede elementen – de emotionele zang, het confronterende geluid – mee te nemen naar het nieuwe album Death Magnetic. Lars Ulrich weet namelijk als geen ander dat je als kunstenaar wel aardig kan verdienen met leuke landschapjes, maar dat als je echt iets wilt nalaten risico's moet durven nemen en de status-quo doorbreken. Dat deed Metallica met de manische thrash van Kill 'Em All, dat deden ze opnieuw door de melodieuze onderstroom van Master of Puppets en dat deden ze, terwijl ze al min of meer dood waren verklaard, met het geforceerde primitivisme van St. Anger.

Door Martijn Ter Haar

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.