Spinvis – Tot Ziens, Justine Keller

Spinvis-tot_ziens_justine
Voor altijd Spinvis; over verleden, veroudering, en verandering.

De eerste kennismaking met Spinvis' derde album maakte me wat kribbig. In een interview met de VPRO gids babbelt Erik de Jong over demonen en alcohol. Het voelt als een vooraf bedacht praatje om maar iets over de plaat te kunnen vertellen. Zo'n tip uit het lesboek van ijverige a&r-managers: je album moet een invalshoek hebben. Frame jezelf lijdend! Krasjes-exhibitionisme. Artiesten zoeken dat ook graag op, ze gaan drie maanden in een afgelegen boshut zitten, of ze overdrijven een drugverslaving. Probleem is dat uit het interview al snel blijkt dat Spinvis heus niet uit de kast komt als alcoholist. Dat had leuk bij zijn buitenwijk-status gepast, waarvan mensen toch al verwachten dat er achter een dun laagje beschaving ellende schuilgaat. Denk aan de net uitgebrachte film Onder Ons of de Prozac-poppende huisvrouwen-roman Vinexvrouwen.

Niets van dat alles bij Spinvis, zijn unieke verhaal bij plaat één was nu juist zijn onwaarschijnlijke saaiheid: man leidt jarenlang een burgerlijk bestaan en weet als veertiger alsnog te debuteren met een van de mooiste Nederlandse albums ooit. Spinvis-spinvis Laten we het liever daar nog eens over hebben. Spinvis keert op Tot Ziens, Justine Keller terug naar het indie eenmansband-geluid. En gelukkig maar. Weg van de kleinkunst. Press play voor cassette-melancholie. Maar zoals voorheen kan en zal het nooit meer worden. Als full-time muzikant (toeren, zij-projecten) ontbreekt vermoedelijk ook de tijd en het monnikengeduld om het waanzinnige prisma van het debuut nog te benaderen. Ik realiseerde me tijdens het luisteren van deze nieuwe release dat de kracht van het debuut schuilt in de onwaarschijnlijke gelaagdheid. Elk nummer is dermate detailrijk dat je elke keer wat nieuws ontdekt. In een toekomstige Top 2000-lijstaanvoerder als Ronnie Gaat Naar Huis gebeurt zó veel; het nummer is een toverbal van strijkjes, synths, snaarinstrumenten, haast intieme gesproken woord-samples, en koortjes. Met name dat laatste element wordt in Spinvis' recente output node gemist. Ik zou het zelfs vet willen drukken; waarom laat Spinvis zijn wankele stem niet meer (zo vaak) rusten op een bedje van verdraaid catchy, zelfgezongen koortjes? Pak er alleen maar het openingssalvo van de eersteling bij, en hoor hoe goed dat werkt. Misschien durft ie niet meer; nu de jaren gaan tellen is zijn stem minder geworden. (Ja, ik weet wat de cynici zouden grappen.) En doordat de Spinvis-songs met de jaren juist minimaler (en zelfs helderder) zijn geworden, merk je dat nog sterker.

Maar ook in nieuwe stijl weet Spinvis te schitteren, bewijst hij hier. Oostende is meteen de klapper van het album, een catchy popliedje in Duitse stijl, met droog tikkende drums en een dromerige, naïeve melodie. Ik begon te fantaseren hoe het nummer in het Duits zou klinken, uitgevoerd door Tocotronic, met Lali Puna op harmony vocals. De tekst is poëtisch en smalfilm-nostalgisch als vanouds. Kom Terug markeert, vol kosmische wijsheden, de update van Spinvis' synthesizer-arsenaal; de nieuwe software klinkt wellicht een beetje gladjes, maar wederom lekker anders. Met de catchy hook (die maar blijft doorgaan) is het net een hit van Jochen Distelmeyer. 'Geef een naam aan ieder jaar.' Ik blijf nog even op het Duitse spoor met het krautrockende Club Insomnia, en ook de Duitse sample-babbel komt verderop niet onverwacht. Met de jaren lijkt ook Spinvis milder en stiller geworden, iets te vaak voorzichtig meezingend met de (grondtoon van de) akkoorden. Er zijn maar liefst drie akoestische ballades, waarvan De Grote Zon alsnog op(en)gaat, en dus de beste is, niet in de laatste plaats dankzij een goede baslijn. (Een van Spinvis meer “verborgen” kwaliteiten.) 'Ik ben een Waterman, dus deze week zit alles mee.'

Het lijkt vooraf een waagstuk, met een vleugje gemakzucht, maar Ronnie's terugkeer pakt verrassend goed uit. Ronnie Knipt Zijn Haar werkt. De Afrikaans zonnige gitaarlijn bejubelt de optimistische wending in het leven van het hoofdpersonage. Ronnie durft te denken aan het einde van zijn eenzaamheid. Spinvis_portret'Hij zou zo graag, misschien een keer, dat op een dag, als het kan.' Het wordt nu echt zomer voor altijd voor Ronnie. En daarmee komen we wat mij betreft bij het werkelijke Spinvis-gevoel, dat veel dieper gaat dan alcohol of suburbia. Het is de betovering van de zogeheten loop. Als elektronisch muzikant zullen veel van Spinvis' liedjes zijn ontstaan uit korte blokjes 'idee', die hij zelf uren en uren (zelfs jarenlang) heeft gehoord, kleine veranderingen aanbrengend, en ze versierend met steeds meer elementen. Dit gevoel heeft ook een neurotische, malende kant 'het gaat maar door en door en door'. Maar als er magie is, krijg je dat 'voor altijd-gevoel'. Alsof je de hele dag in die vier maten van Ronnie Gaat Naar Huis zou willen wonen. En morgen weer. Het mooiste is, als je de loop stopzet, gaan de uitlopers van de samples kortstondig een nieuwe toevallige botsing aan. Het 'alles loopt vanzelf goed'-gevoel, verklankt door accordeons en soundscapes van 'joehoe' roepende mensen. Ik krijg het ook van We Vieren Het Toch, de weldadigste track van de plaat, met de mooiste titel. Het is Spinvis op zijn meest Baueresk, hij wedijvert er met The Magnetic Fields. 'Ik hoor een gitaar, dit moet hem wel zijn: de mooiste avond ooit'.

Hier zou de recensie eigenlijk moeten eindigen. Voor een klassieker had ook het laatste kwartet liedjes dit niveau moeten benaderen. Maar de plaat zakt juist in. Het gevreesde Koning Alcohol lijkt zelf geïnspireerd op lallebel Roosbeef. Het wordt bijna parodie. Vervelend gezongen, en tekstueel een terugval naar Claudia de Breij-doordenkertjes als '[Koning Alcohol] ik ben hem eigenlijk zat'.
Doet dit er verder nog toe? Welnee. Tot Ziens, Justine Keller heeft een handjevol ware kippenvel-momenten, en dat is vanzelfsprekend genoeg. (En meer dan ik durfde hopen.) Bovendien zie ik plotseling een mogelijkheid. In een bijzin klinkt 'Ze roepen mijn naam en dan groeien ze op'. En ik denk aan familieman-Spinvis, huisvader bovendien. Het moment nadert (of is al aangebroken) dat zijn zonen zullen verdwijnen. Zit hij 's avonds weer alleen. Op dat zolderkamertje. Gespreksstof voor het Volkskrant Magazine! Dat wordt wat, op die vierde plaat.

(door Ludo)

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.