Bergafwaarts tussen de Rijnmondse kweekmonstertjes

De avond is al even bezig, maar de nacht nog jong, als we uitstappen op een donker metrostation in Rotterdam-Zuid. Ik ben in een pestbui. In de tweede plaats om de vijftienkoppige groep van vijftienjarige jongetjes die ons al vanaf de binnenstad achtervolgt, waardoor het er steeds meer op begint te lijken dat we hetzelfde einddoel hebben.


Maar allereerst om een incident in een niet nader te noemen biercafé in de Rotownstraat, het rendez-vouspunt met mijn drinkebroeder (en tevens biologische broeder) Maarten. Als we een zitplek hebben gevonden in de bomvolle kroeg loopt hij naar de bar om twee trappistenbrouwsels te bestellen. Net als ik goed en wel gesetteld ben komt een garçon me op weinig klantvriendelijke toon zeggen dat we hier helemaal niet mogen zitten. Het waarom blijft onduidelijk, maar ik raap gehoorzaam onze talloze spullen bij elkaar.

Het geanticipeerde genot van een fijnproeversdrankje zie ik grotendeels verloren gaan, aangezien het drinken moet gebeuren in een naar huismerk-haargel riekend kluwen van ballo’s in het gangpad. Dus dan maar naar het Rotown-café. Helaas zie ik net een tientje van Maartens hand richting barman gaan, en twee Kasteelbier zonder wisselgeld in omgekeerde richting. Als we onze koepelglazen door de menigte naar buiten hebben weten te loodsen blijkt de halve inhoud uit onze handen geslagen. Klasse. Wat ons nog rest slaan we op de stoep achterover, en gijzelen vervolgens al dan niet de twee glazen als statiegeld (het antwoord is: wel degelijk). Ik weet niet hoe het café erover denkt, maar wat mij betreft staan we nu quitte.

Even later lopen we een buiten gebruik geraakte overslaghaven aan de voet van de Erasmusbrug op,  op zoek naar een uithangbord met de tekst ‘Nieuwe Oogst’. We zijn op terrein waar ik normaal gesproken liever niet kom, maar dat geldt op zich voor heel Rotterdam-Zuid. Terwijl we proberen uit te vinden waar in dit godvergeten oord in hemelsnaam een uitgaansgelegenheid zou moeten zitten, lopen we tegen een oude graansilo aan. Een link met de naam van de club begint langzaam te dagen. We sluiten aan in een achterlijk lange rij, achter de eerder genoemde vijftienjarige jochies.

Eenmaal binnen dient zich het volgende bargerelateerde probleem zich aan. We hebben ons met de nodige judo-voor-beginners-moves en een Guyon Fernandezje hier en daar eindelijk in het zicht van het barmeisje weten te worstelen, maar blijken eerst muntjes te moeten hebben. Een kleine rekensom leert dat we deze avond 2 euro 50 moeten betalen voor een waterig Jupilertje in een plastic bekertje. Emphasis op de twee verkleinwoordjes. Ach, je bent maar één keer in een voormalige graansilo in Rotterdam-Zuid. Tenminste, dat hoop je dan toch.

De vijftienjarigen blijken zich in bacterie-waardig tempo te kunnen vermenigvuldigen, wat zorgt voor een blanker publiek dan bij een gemiddelde KKK-rally. Hun petrischaal vanavond is een kale grijze kelder met een labyrint van pilaren. Iemand heeft overduidelijk geprobeerd de ruimte wat gezelliger te maken met casablancawitte kussentjes en strategisch geplaatste saffierblauwe megavuilnisbakken. Op groot scherm achter het podium speelt een loop van de top 10 YouTube-zoekresultaten voor “sneeuw fail”. De hele nacht door. Een dj draait wat lauwe hiphop. Lauw in de originele betekenis dat is. Ik heb nog geen rapper gesignaleerd, maar de kweekmonstertjes wagen zich al aan moves waar jongetjes uit Vlaardingen-Babberspolder zich niet aan zouden moeten wagen.

De master of ceremonies van dienst vraagt of we klaar zijn voor de hoofdact van de avond, de Ski Leraar Bruin Money Gang oftewel SLBMG. Ik ben er klaar voor, maar zie de noodzaak er niet van in om die opinie te delen met een willekeurig iemand op een podium met een microfoon in zijn hand. Ik ben er al maanden klaar voor. SLBMG is een drietal dat met de mixtape Ski Or Die nu al verzekerd is van de vierde plaats in mijn jaarlijstje. Dit vanwege de gouden regel dat mijn favoriete hiphoppy plaat van het jaar op nummer 4 komt. Ik moet alleen binnen nu en een maand nog wel op zoek naar drie indiecredible albums waarvan ik mezelf kan voorhouden dat ik ze écht beter vind.

Eigenlijk heeft het uit de hand gelopen side-project maar één nadeel. Dat is SpaceKees. Op zichzelf een rapper zonder een écht opvallend gebrek aan talent. Maar in het bijzijn van woordentovenaar Faberyayo en ja, de Orinoco-flow van Sef blinkt Kees uit in middelmatigheid. Hij doet het gemiddelde niveau van de teksten op de mixtape sneller dalen dan Nicolien Sauerbreij op de Grand Slalom. En ik probeer tot op de dag van vandaag uit te vinden wat hij bedoelt met woorden als ‘lemiet’, ‘sezoen’ en ‘proliep’. Helaas heb ik geen stem in deze kwestie. Kees mag nu eenmaal meedoen op de tape, en vanavond daarmee ook.

Zicht hebben we niet, maar we horen dat single ‘Brandend Sneeuw’ wordt ingestart. Uit het in toonhoogte overslaande gejoel concludeer ik dat de drie heren uit de backstage zijn gekomen. Tussen de achterhoofden door zie ik af en toe zie een flits van een stukje SLBMG-pet. De beats zwaarder dan Hattori Hanzo volgen elkaar in rap tempo op. Van de Ski Leraar Bruin-trilogie komt het afsluitende nummer als eerst langs, wat de OCD-er in me nog steeds lichtelijk dwars zit.

De alpinisten sturen ene ‘Willem’ met een fles Jägermeister het publiek in. Wij staan veel te ver naar achteren om in de feestvreugde te delen, maar het gebaar is sympathiek. Het inspireert ons tot een verhuizing naar een plek waarvandaan we zintuiglijk kunnen bevestigen dat zowel Faberyayo, Sef als SpaceKees daadwerkelijk aanwezig zijn. En Willem van de Jäger blijkt Willy van de Opposites, die er ook nog even een paar rhymes uitgooit. De immer straatfähige Maarten fluistert me in dat het om een verse uit een collaboration met Kempi gaat, en ik heb geen reden om aan de juistheid van die informatie te twijfelen. Het verrassingsoptreden van de Art Garfunkel van de Nederlandse hiphop is een pleister op het wondje van de teleurstelling dat persoonlijke favorieten Sjaak en Mr. Polska niet voor hun acht bars naar Rotterdam-Zuid zijn afgereisd.

DJ Vic Crezée mag ook even een paar regeltjes rappen, voor zover hij ze zich nog kan herinneren, en hij de adem heeft om zijn zinnen af te maken. Leuke momentjes, vooral voor SpaceKees die zo toch nog ergens goed bij afsteekt. Ik moet zowaar lachen bij het intermezzo voor de opgevoerde versie van Anton aus Tirol. Dit is werkelijk de enige context waarin ik dat nummer kan tolereren. Het zorgt voor een gigantische pit, waarin de motoriek van de Rijnmondse hangjeugd eindelijk tot zijn recht komt.

De toegift komt sneller dan verwacht. Ze doen gewoon nog een keer Brandend Sneeuw. En waarom ook niet? “In ieder geval geen tekst voor SpaceKees”, merkt Maarten op. Een half uurtje, veel langer heeft het optreden niet geduurd. Het hoogtepunt is geweest, en we staan helemaal aan het begin van de nacht.

Wat hierna gebeurt zal ik kort houden. We drinken biertjes tot we geen bier meer kunnen zien. Daarna drinken we cola tot we geen cola meer kunnen zien, voor een colaholic als mijzelf een haast onmenselijke prestatie. Rond 4 uur breekt het tijdstip aan waarop ik sjans begin te krijgen met willekeurige bezoekers. De eerste kandidaat dient zich aan zodra mijn biologische drinkebroeder een refill aan het halen is. “Vind je het een beetje leuk?” ademt een verlepte Hans Teeuwen lookalike in mijn gezicht. Als ik het opkomende maagzuur heb onderdrukt geef ik hem beleefd antwoord. “Ja hoor. Jij?” Een wedervraag die ik zelf ook niet zag aankomen. “Ik heb XTC geslikt, dus ik vind alles leuk.” “Good for you.” Het is verreweg de meest inhoudelijke random encounter van de avond.

De ene dj maakt plaats voor de andere, en die weer voor een andere. Langzaamaan verschuift het zwaartepunt van hiphopbeats naar rockklassiekers. We hebben nog even voordat de trein gaat, dus we gaan nog even door. Pas als de schoonmakers de feestgangers echt ruim outnumberen begeven we ons met lichte tegenzin richting uitgang. Net voor we naar buiten stappen kijkt Hans Teeuwen me nog even indringend aan, alsof we al jaren BFF’s zijn. Maarten en ik steken de Maas over, op de weg terug naar de bewoonde wereld. Het esthetische uitzicht op de skyline van Rotterdam raakt me. En ik heb geeneens XTC geslikt.

(Thijs Zilverberg)

 

De Ski Or Die mixtape is overigens nog steeds helemaal gratis en legaal te downloaden via hier.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.