Ieder jaar lijkt het moeilijker om een jaarlijst te maken, wat vooral komt doordat ik zelf nogal actief ben met mijn label Moving Furniture Records. Als je 22 albums uitbrengt en een lijst van 30 albums wilt maken aan het einde van het jaar kan dat nogal eens voor conflicten zorgen. Moet je die 22 albums verwerken in de lijst, of moet je dat juist niet doen. Als je dat wel doet is dat eigenlijk niet vreemd, want de releases die je hebt uitgebracht zijn misschien wel grotere favorieten dan die andere releases, of niet? Allemaal dat soort vragen doen zich voor. Daarom kies ik er al een aantal jaar voor om de zelf uitgebrachte albums niet in de lijst op te nemen. Niet alleen zorgt het voor mij voor minder kopzorgen, ook geeft het een meer onafhankelijk beeld. Heb je toch interesse? Check dan alle 22 albums (en meer) hier https://movingfurniturerecords.bandcamp.com/.
Maar goed, moeilijk was het dit jaar dus ook weer.
Een ding was er echter wel heel eenvoudig. De belangrijkste release van het gehele jaar, zonder blikken en blozen, is een boxset met al het elektronische werk van Eliane Radigue. Zelf heb ik deze boxset niet gekocht omdat ik alles wat er in zit al in huis heb. Maar mocht je iets missen van haar werk of gewoon nog niet bekend zijn met haar werk treuzel dan niet. Dit is gewoon veruit de beste 60 euro die je kunt besteden, ongeacht welke muzieksoort nu eigenlijk je voorkeur geniet.
Om daar opvolgend dan maar meteen een lijstje reissues van het jaar te doen (die dus niet in de lijst terug komen):
- Eliane Radigue – Œuvres Électroniques (Ina GRM)
- Alvin Curran – Canti E Vedute Del Giardino Magnetico (Songs And Views From The Magnetic Garden) (Superior Viaduct)
- La Monte Young – The Well-Tuned Piano (Just Dreams)
- Philipp Werren – Electronic Music (Manufactured Recordings)
- Stephan Mathieu – Radiance (Schwebung)
- Roland Kayn – Simultan (Die Schachtel)
- Phill Niblock – Niblock For Celli / Celli Plays Niblock (Superior Viaduct)
- Iannis Xenakis – Persepolis (Karlrecords)
Dit gezegd hebbende…binnen de 2018 uitgaven valt me een ding zeer op. Dit jaar heb ik maar zeer weinig gitaarmuziek, dan wel liedjesmuziek gehoord die er voor mij bovenuit springt. Juist wat ik heb gekocht waar ik heel vaak naar heb geluisterd zijn alweer oudere albums, zoals Auburn Lull – Hypha, of Bell Witch – Mirror Reaper (beide uit 2017) en oude platen van The Pixies die ik nog niet had.
En dan de gitaar/liedjes albums die ik heb gekocht zaten mooie dingen tussen, maar het meeste sprong er niet echt boven uit. Zo vond ik Heavy Natural erg tof, maar doet die vooral verlangen naar meer. Een toekomstig volledig album zou te gek zijn. En dan bijvoorbeeld The Ex, die al jaren top werk afleveren. Live wist het me ook dit jaar iedere keer te imponeren, maar 27 Passports is echt een album waarmee ik een haat/liefde verhouding heb. Soms denk ik “WOW”, en dan een dag later denk “tsja, de vorige twee waren zoveel beter”. Een bizar werkje dus die bij mij uiteenlopende emoties oproept. En zo waren er meer vergelijkbare albums waar ik zulke gevoelens bij had, om het over tegenvaller van het jaar Low, maar niet te hebben. Dat is echt de meest overschatte release wat mij betreft.
Maar wat er voor mij dan wel echt uitsprong? Dat zie je hier beneden:
30. Lance Austin Olsen – Dark Heart (Another Timbre)
Dark Heart van Lance Austin Olsen is een beetje en vreemde vogel binnen Another Timbre. Met name omdat het hier om composities gaat waarin elektronica een grote rol speelt. Dit zien we niet vaak terug op dit label.
Echter, het geeft wel weer een leuke twist.
Bijkomend is ook nog dat de muziek door samenwerking met de uitvoerenden tot stand is gekomen. Zo zijn er twee, totaal verschillende, versies van Theseus’ Breath waar de muzikanten zich hebben laten inspireren door een schilderij van Olsen. Dit zijn twee spannende stukken, waarin het heel erg leuk is om te horen hoe de verschillende muzikanten op het werk reageren.
Daartegenover staat dan weer titeltrack Dark Heart, die ontstaan is vanuit field-recordings en gitaar opnames die Noorse muzikant Terje Paulsen had toegestuurd, waarmee Olsen aan de slag is gegaan. Maar ook hier gaat een bepaalde spanning van uit, muzikaal soms zelfs dreigend. En als bonus is er ook nog eens een langere versie te downloaden van de label website.
Wat wel duidelijk mag zijn is dat er op dit album een grote diversiteit terug te vinden is, waarin verschillende vormen van moderne compositie en electro-acoustic muziek worden afgetast.
Een ware aanrader voor de avontuurlijke luisteraar.
29. Jürg Frey & Magnus Granberg – Ensemble Grizzana – Early To Late (Another Timbre)
Op deze CD hebben Jürg Frey en Magnus Granberg beide als startpunt voor de eigen compositie de werken “Déploration sur la mort de Binchois” van Johannes Ockeghem en “O Lord, How Vain” van William Byrd.
Het resultaat van Granberg’s “How Vain Are All Our Frail Delights?” en Frey’s “Late Silence” liggen echter vrij ver uit elkaar. Niet geheel onverwacht is de compositie van Frey (die ook verbonden is aan Wandeweiser) een stuk stiller en minimaler dan het werk van Granberg. In Granberg z’n werk zijn alle instrumenten veel vaker samen te horen (en dat zijn er nogal wat met het 11 koppen tellende Ensemble Grizzana), waar juist bij Frey ieder instrument zijn eigen sectie lijkt te krijgen.
Qua gevoel uit zich dit ook, want uit het stuk van Frey lijken meer melancholie en romantische gevoelens te spreken en het werk van Magnus is daarentegen juist weer wat abstracter.
Een mooie inkijk in het werk van deze twee hedendaagse componisten en -voor wie nog niet bekend is met beider werk- een goede instap CD.
28. Richard Francis – Combinations (3) (Senufo Editions)
Richard Francis gaat al heel wat jaren mee binnen de experimentele elektronische muziek scene. Op zijn album Combinations (3) presenteert hij 6 relatief korte drone stukken. Het is een erg fijne release waarin door de korte duur veel variatie terug te horen is.
In de muziek combineert hij field-recordings met elektronica, waardoor het lekker knispert maar waarbij er ook diepe bas-drones zijn om de ruimte te vullen.
Liefhebbers van Francisco Lopez en Kassel Jaeger weten hier wel raad mee. Verder is het niet echt een album om veel over te zeggen, maar gewoon van te genieten.
27. Modelbau – Ypsilon (Zhelezobeton)
Al jaren weet Frans de Waard ons te verrassen met steeds weer nieuwe projecten en werken in verschillende hoeken. Iedere keer weet hij zich weer opnieuw uit te vinden en nieuwe wegen te vinden in waar zijn interesses liggen. De laatste jaren is dat vooral met het werk van Modelbau (maar ook heeft hij zijn oude project Quest weer uit de kast gehaald). Als Modelbau werkt hij veelal improviserend met verschillende tools, zowel lo-fi, zoals cassettespelers en bepaalde effect, als hi-fi, met onder meer een iPad en synthesizers. Uit deze improvisatiesessies haalt hij stukken die hij bewerkt dan wel onbewerkt (dat is nooit helemaal duidelijk, en verschilt vast per uitgave) uitbrengt.
Dit jaar resulteerde dat in 11 releases, waarvan een aantal zeer bijzonder uitgaves (Sietse, Peter, Steve voor verjaardagen van de respectievelijke naamgevers, maar ook een gepersonaliseerde business-card waarvan het niet exact duidelijk is hoeveel er zijn, of ze allemaal dezelfde muziek bevatten of niet en wie ze hebben ontvangen (ondergetekende is er één van)), maar ook enkele reguliere albums in kleine, maar ook wat grotere oplages.
Een aantal daarvan sprong er voor mij zeker uit, met als mijn favoriet Ypsilon.
Op dit album, bestaande uit twee CD-r’s of 1 cassette, presenteert hij twee long-form drones. Deze twee drones zijn van de minimale soort, die bij vlagen wel doet denken aan Eliane Radigue. En dat is zeker geen slechte referentie in mijn oren.
26. Louise Landes Levi, Bart De Paepe & Paul LaBrecque – Colloidal Love (Drukpa)
De eerste aanraking met werk van Louise Landes Levi was in oktober 2011 toen zij bij Paul LaBrecque (Head Of Wantastiquet, Sunburned Hand Of the Man) op het podium zat in de OCCII (waarvan hier een korte registratie: https://www.youtube.com/watch?v=G39gpf8z2Mw). Een aantal jaar wist ik niet wie het was, tot dat op Sloowax (het label van Bart de Paepe) de plaat From The Ming Oracle (2014) uitkwam.
Louise Landes Levi heeft een behoorlijk rijke achtergrond, waarbij ze veel heeft rondgetrokken (en dat nog doet). Er zijn connecties met Ira Cohen, Simon Vinkenoog, La Monte Young, Pandit Pran Nath enzovoort enzoverder. Ze speelt de Sarangi, fluit, zingt en doet aan voordracht van poëzie.
Dit jaar zijn er meerdere releases van haar uitgekomen waaronder voor mij voor Ikiru Or The Wanderer en de 10” Colloidal Love met eerder genoemde LaBrecque en De Paepe, er uitspringen.
Op deze EP komt eigenlijk terug wat ik die oktoberavond in 2011 voor het eerst hoorde, alsof het cirkeltje rond is.
Tegenwoordig luister ik heel wat minder psych folk/new weird america of hoe je het ook wilt noemen dan een jaar of 5 a 6 terug, maar sommige dingen blijven de aandacht trekken. Zo ook deze EP waarin elementen van klassieke Indiaanse muziek samen komen met Pelt-achtige akoestische drones.
Een zeer geslaagde samenwerking.
25. Michael Pisaro, Reinier Van Houdt – Shades of Eternal Night (Gravity Wave)
In 2016 kwam er al het zeer mooie The Earth and The Sky van Michael Pisaro & Reinier van Houdt uit. Die drie dubbel CD is zeer aangenaam, en nu zijn ze dus terug met nieuw werk: Shades Of Eternal Night. Waar in de eerste samenwerking er veel ruimte voor stilte was, is dat bij deze wel heel wat minder aan de orde. Niet dat we nu eens noise album krijgen te horen, want dat is ook weer niet zo.
Op dit album worden field-recordings gemixt met pianospel en bewerkingen van de piano. De resulteert in afwisselende piano drones en field-recording stukken, maar ook mooi momenten waar deze samen komen. Het doet me wel denken aan de samenwerking Saiten In Flammen van Charlemagne Palestine & Christoph Heemann uitgekomen op Streamline in 2009. Het heeft dezelfde intensiteit, maar dan wel op een andere manier gebracht door de field-recordings.
Op het laatste stuk “The Poem Of Names” wijkt het daar wel weer vanaf. Daar wordt vooral het binnenste van de piano als instrument gebruikt. Daarbij is er veel ruimte voor stilte weggelegd, waardoor er een spannende compositie ontstaat.
Drie mooi tracks die zeker de moeite waard zijn om te blijven luisteren.
24. Dead Neanderthals – Life (Eigen Beheer)
Dat je jezelf nooit moet herhalen en soms ook gewoon nieuwe dingen moet proberen lijkt voor het duo achter Dead Neanderthals niet al te moeilijk. Begonnen ooit als combinatie van grindcore en free jazz, via improv naar drone en dan nu Life. Geen saxofoon, geen drums, maar alleen elektronica. Naar verluid in een ruk opgenomen aan de keukentafel, maar laat dat je niet misleiden. Life is namelijk een sterk album, dat draait om een langgerekte dreigende drone en een steeds terugkerende pulse.
Wederom een heerlijk album.
23. Tonus – Cagean Morphology (A New Wave Of Jazz)
In Schaduwkabinet Week 36 schreef ik al over dit album en het was toen al duidelijk dat deze een favoriet zou blijven voor dit jaar.
Na de vele verschillende projecten waarbij in den beginne uitgesponnen ambient (Vidna Obmana), later doom drones (Fear Falls Burning), weer wat later ambient drones (Microphonics / Dirk Serries) en uiteindelijk improv (waarin ook veelal, maar niet alleen langgerekte gitaren te horen waren) keert Dirk Serries met zijn ensemble/collectief Tonus weer een nieuwe richting in.
Op “Cagean Morphology” (een van de drie nieuwe releases, een andere keer meer over de twee andere) werkt hij samen met pianiste (en partner) Martina Verhoeven.
Na de eerdere, zeer geslaagde samenwerking “Innoncent As Virgin Wood” waar ik moest denken aan Keith Rowe en John Tilbury, gaan ze samen nu nog een stap verder richting het verstilde.
Eigenlijk zoals de naam al doet vermoeden, moet je hier wel denken aan John Cage, maar ook Morton Feldman lijkt niet ver weg.
De akoestische gitaar en piano wisselen elkaar af door steeds een enkele noot te spelen waartussen steeds zeer veel ruimte voor stilte is. Stilte waarin je het voorgaande spel op je in kunt laten werken, of ook (zoals Cage zou willen) kunt luisteren naar je omgeving.
Of het improvisatie is, zoals eerder werk op A New Wave Of Jazz, dan wel een uitgeschreven compositie, is moeilijk te zeggen, maar er lijken patronen in het spel te zitten, wat vooral bij de piano van Verhoeven meer naar voren komt.
Een album voor bezinning en rust, en net zoals het werk van Cage en Feldman zeer aangenaam om naar te beluisteren. En één van mijn favorieten in de A New Wave Of Jazz serie.
22. John Cage – Mark Knoop & Philip Thomas – Two² (Another Timbre)
Al jaren heb ik wat pianomuziek van John Cage in huis, maar dat zijn allemaal werken van voor 4’33’’ (1952). Two² (1989) is echter een werk van zijn latere leven. Toch, wat is gebleven, is dat er veel ruimte is voor stilte tussen de noten.
In dit werk, uitgevoerd door Mark Knoop en Philip Thomas, uit zich dat in de vrijheid die de uitvoerenden hebben met het invullen van tempo van spelen. Hoewel er vrij veel repeterende motieven in de muziek zitten worden die op deze dubbel CD juist minder duidelijk door de traagheid waarmee het stuk is uitgevoerd. Maar juist dat brengt ook een soort spanning met zich mee waardoor je geconcentreerd gaat luisteren. Al zou je het ook rustig op kunnen zetten als achtergrondmuziek.
In ieder geval, is mij deze uitvoering zeer goed bevallen en luister ik er met plezier naar. Het blijft me steeds weer verbazen hoe boeiend het werk van John Cage toch eigenlijk is.
21. Jessica Sligter & Wilbert Bulsink – Untitled #2 (The Mute) (Unsounds)
De Nederlands/Noorse muzikante Jessica Sligter en Nederlandse Wilbert Bulsink zijn door Gaudemaus samengebracht om samen te werken aan een nieuwe compositie voor November Music Festival in Den Bosch.
Over Jessica Sligter haar solo CD Polycrisis: Yes!, eerder verschenen dit jaar, schreef ik al in een NNM, maar niet lang daarna is ook deze samenwerking uitgekomen op vinyl via Unsounds. Op dit nieuwe album werkt ze samen met de Nederlandse componist Wilbert Bulsink en uitvoerenden Kari Rønnekleiv en Ole-Henrik Moe.
Ze zoeken hier de grens op van het verstilde in de muziek, maar ook naar hetgeen de mensen binnen de maatschappij het zwijgen oplegt, zeg maar degenen die ongehoord worden door politiek etc.
Dit uit zich muzikaal in microtonale viool partijen, met minimale elektronica en de stem van Sligter die soms maar wat geluiden mompelt, en andere stukken zingt
Het resultaat is een dreigend stuk waarin dynamiek een grote rol speelt. Dit wordt nog verder versterkt door het grote contrast tussen stille elektronica en de aan crooners refererende zang van Sligter, hetgeen je goed terughoort in het vierde deel van de compositie.
Beluistering is een intense ervaring, die je echt een tijdje bij blijft.
Een zeer geslaagde samenwerking.
20. The Pitch – s / t [κασέτα] (Granny Records)
s / t [κασέτα] is het 6de album van The Pitch, waarna er dit jaar nog 2 zijn uitgekomen (waar ik de samenwerking met Splitter Orchestra zeer kan aanraden). Op dit korte album presenteren ze twee nummers, waarin ze nieuwe compositietechnieken gebruiken waarbij de rol van een dubbel cassettedeck als delay een grote rol speelt. Op een bepaalde manier krijgen de spelers hierdoor meer ruimte om de compositie zelf in te vullen. Het is mij echter niet geheel duidelijk hoe dat dan werkt.
Wat ik wel weet is dat de twee composities een mooie toevoeging zijn op de rest van het oeuvre van dit kwartet. Met de akoestisch instrumenten (orgel, contrabas, vibrafoon en klarinet) en elektronische toevoegingen weten ze een zeer fijn geluid neer te zetten waarin naast minimale verschuivingen ook melodische stukken van de vibrafoon terug komen. Door de vrijheid voor de muzikanten, in combinatie van het gebruik van tape delay, ontstaan soms dissonante momenten, die mooi contrasteren met de rest binnen de composities. Dit houdt de muziek scherp en zorgt ook telkens opnieuw voor een fijne beluistering.
Het blijft nog steeds genieten bij het horen van The Pitch, iedere keer weer met een nieuwe release.
19. Radboud Mens & Matthijs Kouw – 3/4 (ERS)
Radboud Mens & Matthijs Kouw hebben in het verleden al vaker samengewerkt, en als opvolger op het album “1”, dat uitgekomen is in 2017 op mijn eigen label, zijn ze nu terug met 3/4 (nummer 2 is nog onderweg).
Op dit album werkt het duo, net zoals op de voorganger, met modulaire synthesizers en een long string instrument. Dit resulteert in minimale drones, die zich langzaam ontwikkelen, maar altijd in dezelfde toonsoort blijven. Erg lekker om naar te luisteren en een zeer inspirerend werk.
Door de lengte van het album (dubbel cd van ruim 2 uur) heb ik deze nog niet zo heel vaak beluisterd, maar de paar keer dat deze voorbij kwam was al erg fijn en daardoor zeker één die waarschijnlijk over een paar weken behoorlijk wat plekken in deze lijst zal verschuiven. Gelukkig was er meer van beide heren dit jaar, ook solo zoals je hieronder kunt terug lezen.
Aanrader voor liefhebbers van Eliane Radigue, Alvin Lucier, Tony Conrad etc.
18. Thomas Ankersmit – Homage To Dick Raaijmakers (Shelter Press)
De Nederlandse muzikant Thomas Ankersmit was gevraagd om geïnspireerd door het werk van Dick Raaijmakers een compositie te maken. Hiervan heb ik zelf een uitvoering bijgewoond tijdens Sonic Acts in het Stedelijk Museum in Amsterdam. En zoals altijd bij Ankersmit is dat een ervaring die je bij blijft. Van dit werk is nu dus een album uitgekomen en dit is meer dan terecht.
Terwijl er duidelijk referenties in de muziek naar Dick Raaijmakers te horen zijn, is het wel degelijk een Ankersmit werk, waarin heel veel ruimte voor improvisatie lijkt te zijn. Maar vooral spelen de otoakoestische effecten een grote rol, waarbij bepaalde tonen in het hogere spectrum dicht langs elkaar wrijven waardoor in de oorgang fantoomgeluiden ontstaan.
Ik ben nogal een sucker voor dit effect en kan dus, terwijl het vrij extreem is, erg genieten als ik dit hoor.
Een mooie opvolger van het in 2014 uitgekomen Figueroa Terrace.
17. Tasos Stamou – Musique Con Crète (Discrepant)
Na 2 albums op mijn eigen label, waaronder begin 2018 Caveman, en meer samenwerking in de toekomst, mag het geen geheim zijn dat ik groot liefhebber ben van multi-instrumentalist Tasos Stamou.
Op zijn album Musique Con Crète is goed terug te horen waarom. Hierin neemt hij, zoals de naam al doet vermoeden, op een musique concrète-achtige wijze de muziek uit Kreta als uitgangspunt. Hiervoor heeft hij langere tijd op het eiland onderzoek gedaan en opnames gemaakt van de lokale muzikale gewoontes. Met die werken is hij aan de slag gegaan en heeft met veel knip en plak werk, maar ook het inspelen van akoestische en elektronische instrumenten volledig nieuw werk gemaakt. Echter wel muziek waarin nog steeds duidelijk de volksmuziek uit Kreta een stem krijgt.
Terwijl het project heel serieus is, bevat deze toch ook een duidelijk speelse kant. Hierdoor krijgt het album toch ook een fijne luchtige sfeer mee en is het niet alleen meer moeilijke muziek.
Een leuke nieuwe manier van etnografische muziek, waarin voor de luisteraar heel erg veel luisterplezier terug te vinden is.
16. Rutger Zuydervelt With Ilia Belorukov And René Aquarius – The Red Soul (Sofa Music)
Al vrij vroeg in het jaar kwam deze eerste samenwerking van Rutger Zuydervelt met Ilia Belorukov en René Aquarius (Dead Neanderthals, Heavy Natural, DNMF, Cryptae, , etc) uit. En eigenlijk vanaf het begin is het er één die me zeer aanspreekt. The Red Soul is een soundtrack voor de gelijknamige documentaire film van Jessica Gorter.
Het trio werkt hier als basis met opnames van oude toespraken van Stalin en Soviet liederen. Deze zijn door Zuydervelt bewerkt en gecombineerd met het saxofoonspel van Belorukov en de percussie van Aquarius.
Het resultaat is een ingetogen werk, waarin oog is voor kleine details, waardoor de muziek toch heel erg weet te spreken (ook zonder de film te hebben gezien). De manier waarop het is opgebouwd roept een vorm van nostalgie op; de muziek weet je daar goed in te trekken.
Een mooie release die benieuwd maakt naar de documentaire.
15. MVK – Look At Your Body (Eigen Beheer)
Naast bovengenoemde samenwerking met Radboud Mens zijn er dit jaar nog twee albums uitgekomen van Matthijs Kouw. Zijn album Obscurum Per Obscurius op Moving Furniture Records, door mijzelf dus uitgegeven, is een zeer mooie release en een van de betere donkere ambient drone albums van de afgelopen paar jaar. Echter, ook zijn album Look At Your Body,uitgegeven als cassette in eigen beheer, mag zeker niet ontbreken als je interesse hebt donkere isolationistische soundscapes.
Op dit album heeft hij zich laten inspireren door heftige persoonlijke gebeurtenissen, wat terug te horen is in de muziek.
In de 5 werken worden we op een donkere tocht met zware drones en melancholische landschappen meegenomen. De modulaire synthesizer, opnames gemaakt met contact mics en software bewerkingen weten je continue te grijpen.
De muziek grijpt terug naar de top jaren van Thomas Köner (de gehele jaren 90, en begin 00), maar Kouw weet hier wel een eigen persoonlijke draai aan te geven.
Een absolute aanrader en ik ben benieuwd na twee zeer sterke solo albums waar dit in de komende jaren naar toe zal bewegen.
14. Richard Youngs – Memory Ain’t No Decay (Wayside & Woodland)
Hij blijft een bezig baasje, die Richard Youngs. Dit jaar 4 reguliere albums, 4 digitale albums en een tour CD-R, plus meer, waaronder een album met AMOR.
Zelf heb ik de digitale releases en de LP van AMOR gelaten voor wat het is, maar dan blijft er nog steeds genoeg tofs over om te beluisteren. Van de 4 reguliere albums sprong voor mij Memory Aint’t No Decay er echt bovenuit, al zijn de overige drie (Arrow, Endless Futures en Belief) ook zeker het checken waard. Op alle albums laat hij steeds weer een net iets andere kant van zijn werk horen.
Op Memory Ain’t No Decay krijgen we een meer folky kant te horen, waarin hij liedjes speelt die om een vast motief draaien, terwijl er op de achtergrond allemaal lagen worden ontrafeld, die voor de variatie in de muziek zorgen.
Als “opdracht” vanuit het label Wayside & Woodland was het idee om muziek te maken die over verval gaat. Toch heeft Youngs ervoor gekozen om niet per se een conceptalbum te maken. Zoals het op de hoes staat “It’s about noticing the world, not trying to change it”. En ergens denk ik dat Youngs toch wel een positieve kijk op alles heeft, want de muziek klinkt heel positief.
Het blijkt bij dit album maar weer dat het blijft lonen om Richard Youngs te blijven volgen.
13. Radboud Mens – Three Pieces For Upper Partial Tones (ERS Records)
Van Radboud Mens zijn dit jaar twee mooie solo releases uitgekomen, naast de hierboven genoemde samenwerking met Matthijs Kouw. Beide cassettes zijn erg mooi. Echter springt voor mij Three Pieces For The Upper Partial Tones net uit boven zijn cassette The Ambiguity Of An Apparently Static Phenomenon (die echter wel gewoon aan te raden valt, dus check die ook).
Wie Radboud Mens al een tijdje volgt, weet dat deze muzikant niet echt in een hokje te duwen valt. Van minimale techno, clicks & cuts en ambient tot sound-art en op deze (en ander recent werk) microtonale drone. Op Three Pieces For Upper Partial Tones vinden we drie verschillende composities terug, waar Mens werkt met gelaagde drones van verschillende bronnen (met name sinustonen en hobo) en met deze op zoek gaat naar boventonen. Door de wijze waarop de uitgerekte hobo langzaam fluctueert en de sinus tonen daar omheen bewegen krijg je in de ruimte allemaal patronen.
Het eerste stuk is nog een korte inkomer met alleen elektronica tonen die al mooi bewegen, maar in twee langere stukken gaan de geluiden echt fijn fluctueren met elkaar.
Het verschil tussen de 2e e 3e track zit hem vooral in de klankkleur. Track 2 is in noot C, terwijl track 3 in noot G is gespeeld. Het resultaat is dat hierdoor de track 3 wat voller en warmer klinkt. Dat neemt niet weg dat Track 2 ook goed in het gehoor ligt en een fijne ervaring is, maar het is wel net even anders.
Hoe dan ook een mooie solo release die zeer aan te raden is voor liefhebbers van drone muziek, maar ook als je daar nog niet zo in thuis bent is het een fijn werk om in te duiken.
12. Lea Bertucci – Metal Aether (NNA Tapes)
Vorig jaar is met All That Is Solid Melts Into Air een erg mooie cassette van Lea Bertucci uitgekomen, en ook de optredens die ik heb gezien waren zeer fijn. Daarom was het vrij snel duidelijk deze nieuwe plaat ook aan te schaffen. Op Metal Aether gaat Bertucci verder met haar onderzoek naar de mogelijkheden met saxofoon en elektronica. Op dit album slaat ze een andere weg in dan die van de voorganger, waar ze voor anderen had gecomponeerd. Op Metal Aether speelt ze zelf de saxofoon en elektronica, wat direct duidelijk wordt in eerste track “Patterns For Alto”. De kleppen van de saxofoon worden in hoge snelheid bespeeld, en het spel opgenomen op band waar steeds nieuwe lagen aan toegevoegd worden. Dit doet denken aan werken van Terry Riley, wat al geen verkeerde referentie is natuurlijk.
In de tweede track “Accumulations” draait het juist weer meer om lang uitgerekte noten waardoor er een drone ontstaat, die zich langzaam ontwikkelt en waarin ruimte voor melodie wordt gevonden.
In Sustain and Dissolve, de langste track van het album, worden ook de melodische elementen geschrapt en ligt de focus op microtonale verschuivingen. De gelaagde saxofoongeluiden bewegen langzaam langs elkaar waardoor er in de ruimte steeds nieuwe patronen ontstaan. Een heerlijke ervaring.
Alleen in de laatste track wordt de saxofoon aan de zijkant gelegd en draait het met name om field-recordings. Deze worden bewerkt en gecombineerd met elektronica. Maar toch lijkt er soms iets door te komen wat vanuit de saxofoons komt, maar dit zou ook feedback kunnen zijn vanuit de opnames.
Al met al een erg fijn gevarieerd album wat een duidelijke inkijk toont in het werk van Lea Bertucci. Iemand om de komende jaren zeker in de gaten te houden.
11. Alvin Lucier – Criss Cross / Hanover (Black Truffle)
Alvin Lucier is vooral bekend van zijn werk “I Am Sitting In A Room” (1970) waarbij Lucier een zin voorleest die in een ruimte die wordt opgenomen. De opname wordt teruggespeeld in dezelfde ruimte en weer opgenomen, en deze handeling wordt dan voor lange tijd herhaald. Het eindresultaat is werk waarbij je uiteindelijk de tekst niet meer hoort, maar alleen nog de resonanties van de ruimte. Een geweldige compositie en een aanrader als je jezelf wilt verdiepen in 20e-eeuwse compositie en avant-garde.
Dit is echter niet zijn enige speciaal geschreven werk dat gebruik maakt van de akoestiek van de ruimte. Ook op deze nieuwe plaat met de nieuwe compositie “Criss Cross” maakt hij hier gebruik van. Dit stuk, speciaal geschreven voor Oren Ambarchi en Stephen O’Malley (Sunn O))) etc), draait om twee gitaren (Ambarchi op links, O’Malley op rechts) die een semi-toon van elkaar ontstemd zijn. Door de combinatie van hoe de gitaren worden bespeeld (e-bow) met de minimale verschuivingen over de nek, krijg je langzaam bewegende patronen, die gebruik maken van de ruimte. Als je door de ruimte loopt waar je luistert merk je dat de muziek nergens exact hetzelfde is. Het is als moiré effecten die je ziet als je bepaalde patronen over elkaar heen schuift; zie als voorbeeld dit plaatje:
In de compositie Hanover krijg je een vergelijkbare compositie, die hier deze echter is geschreven voor een groter ensemble, waarin 3 gitaristen, vibrafoon, viool, 2 saxofoons en een piano deel van uitmaken.
Al de instrumenten, behalve de piano, spelen lang uitgerekte noten waarin langzame transities worden gebruikt. Hierdoor ontstaan wederom vergelijkbare patronen in de ruimte, maar nu nog ingewikkelder. De piano speelt daarover sporadisch enkele noten doorheen, die het geheel breken. Het lijkt alsof deze de richting aanwijst waarin de andere artiesten moeten spelen.
Een spannend werk en zeker de moeite waard als je interesse hebt in minimale compositie.
<iframe width=”560″ height=”315″ src=”https://www.youtube.com/embed/RYyaOQbGIfU” frameborder=”0″ allow=”accelerometer; autoplay; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture” allowfullscreen></iframe>
10. Haarvöl – The Oblivion’s Wordless Knot (Eigen Beheer)
Iedere keer als ik weer nieuw werk hoor van het Portugese trio Haarvöl word ik daar heel erg gelukkig van. Het is niet voor niets dat ze ondertussen een vaste plek in mijn label hebben gevonden met alweer 3 albums.
Begin dit jaar kwam daar in eigen beheer ook nog het imponerende werk The Oblivion’s Wordles Knot bij. Dit is de soundtrack bij een eigen gemaakte film (Het trio bestaat uit Ferrnando Jose Pereira en João Faria op geluid, en Rui Manuel Vieira op visuals) over het Spaanse verzet tijdens de fascistische overheersing van Franco.
In de documentaire, en ook de muziek (die ook zonder de beelden duidelijk spreekt), komen verschillende facetten van het verzet terug. Het richt zich vooral op het leven van een van de leiders van het verzet tot en met het moment dat hij werd opgepakt.
Een zwaar thema, wat ook duidelijk terug te horen is. Met soundscapes, field-recordings en drones weet het trio een sfeer neer te zetten waaruit veel spanning en dreiging spreekt.
Ze experimenteren duidelijk, maar zonder het verhaal uit het oog te verliezen. En dat gaat ze goed af. Mooie cineastische ambient, die zeer goed weet te verhalen.
Een directe aanrader voor de liefhebbers van de wat zwaardere ambient.
9. Grouper – Grid Of Points (Kranky)
Nieuwe albums van Liz Harris aka. Grouper probeer ik altijd wel mee te pakken, want vaak weten die toch wel een snaar te raken. En zo ook deze keer.
Opvallend genoeg is het de enige release in de lijst met gewone liedjes, iets wat ik normaal toch wel iets vaker weet te waarderen, maar naast deze (en de hierboven genoemde Richard Youngs) is het qua liedjes behoorlijk ondervertegenwoordigd dit jaar. Maar goed, hier dus wel liedjes, en die liedjes zijn mooi.
Lo-fi opgenomen piano met de betoverende zang ondergedompeld in reverb van Harris laten ook deze keer een grote indruk achter.
20 minuten kleine verstilde pracht met een melancholische ondertoon.
Puur genieten met een traantje in de ooghoek.
8. Mary Jane Leach – (f)lute songs (Modern Love)
Terwijl Mary Jane Leach al sinds de jaren 70 actief is in de New Yorkse avant-garde scene, is eigenlijk pas vrij recent meer van haar werk naar buiten gekomen en groeit de aandacht voor haar werk. Vorig jaar was er al een geweldig album op Blume met kerkorgelmuziek en dit jaar is er op het hippe Modern Love een album met muziek voor fluit en stem uitgekomen.
Dit album heb ik pas vrij recent binnengekregen maar wist direct te overtuigen met de mooie composities waarin naast drones ook ruimte is voor meer melodische elementen. Door het instrumentarium van fluit en stem weet het zeker een gevoelige snaar te raken, vooral in de twee middenstukken. Afsluiter Bruckstück beidt juist weer wat ruimte voor meer speelse muziek.
En erg fijn, hetgeen doet uitkijken naar een volgend album.
7. Jos Smolders – L’Oreille Couverte (Soft Error)
Al vroeg dit jaar kwam het eerste van de twee albums van Jos Smolders uit. Op L’Oreille Couverte laat hij zich direct inspireren door Pierre Henry, waarvoor hij onder andere interviews gedaan met de man in 1995 gebruikt.
Daarnaast maakt Smolders gebruik van modulaire synths, tapes en computermanipulaties.
Hij weet hiermee werk te creëren dat direct binnen de wereld van GRM past en hij kan zich daarmee ook zeker meten aan de oude meesters, zoals Henry, Pierre Schaeffer, Luc Ferrari, etc.
Smolders toont, net zoals op zijn album Spaces, uitgekomen op mijn eigen label, dat hij een fantastische muzikant is met een goed oor voor details en minutieus zijn composities weet uit te werken. Het is mij dan ook totaal onduidelijk waarom hij niet een bekendere naam in de wereld is.
Ga dat checken!
6. Zeno Van Den Broek & Gagi Petrovic – Ob-Literate (Unsounds)
De samenwerking tussen Zeno van den Broek & Gagi Petrovic is net zoals hierboven genoemde werk van Jessica Sligter & Willem Bulsink in opdracht van Gaudeamus ontstaan en uitgebracht door Unsounds.
Op dit werk combineren de twee jonge componisten elektronica met kerkorgel en zang, waarmee ze behoorlijke indruk weten te maken.
Ze laten zich daarbij inspireren door verschillende werken van Dick Raaijmakers, Walter Benjamin en Adam Staley Groves.
In vijf partijen worden stap voor stap de woorden en geluiden van elektronica en orgel steeds verder afgebroken en ontleed. De muziek wordt op destructieve wijze steeds verder teruggebracht naar basale geluiden. Geluiden waarin sinustonen verbrokkelen, het kerkorgel steeds heftiger klinkt en van de stem alleen nog maar plopjes te horen zijn.
Het is een vrij intens werk, en weet zeker te overdonderen. Het kan wat tijd kosten, maar zodra deze binnenkomt, komt het hard binnen met momenten van kippenvel.
5. Morton Feldman – Pellegrini Quartet – String Quartet II (God Records)
Deze boxset van 6 LP’s is iedere keer weer een behoorlijke zit met z’n ruim 5 uur. Toch krijg je daar wel iets heel moois voor terug. Voor het horen van deze box was ik nog niet bekend met de vioolwerken van Morton Feldman en kende ik alleen zijn verstilde pianowerken. Dit is dan ook best wel andere koek. Niet dat je nu opeens een hele hectische compositie te horen krijgt, maar wel anders dan wat ik van hem gewend was. Er is veel minder stilte in het werk aanwezig en er zijn ook duidelijke melodische lijnen te horen die terugkomen. Tevens zijn voor mij de lang aanhoudende tonen nieuw, maar daar leent een piano zich uiteraard minder voor dan strijkinstrumenten. Dus mogelijk waar het bij de pianocomposities tot stilte leidt, is dit bij strijkwerken opgevuld met de aanhoudende toon.
Het is niet een album dat ik vaak op zet, maar als ik deze draai geniet ik er zeer veel van en daarom -ondanks de weinige luisterbeurten- toch één van de mooiste dingen van dit jaar.
4. Eva-Maria Houben – Breath For Organ (Second Editions)
Eva-Maria Houben is één van de componisten die vast verbonden is aan de Wandelweiser groep. De werken die ik van haar ken, wat er eerlijkheidshalve niet bepaald veel zijn, zijn voor (kerk)orgels. En ook op Breath For Organ is de muziek voor kerkorgel, zo lijkt het althans. Niet dat we het kerkorgel op normale wijze te horen krijgen. Eerder horen we de lucht door de buizen en kleppen gaan, terwijl er geen noten op het klavier worden gespeeld, al hoor je soms toch ook wel de noten van het orgel terug.
Het werk is moeilijk te beschrijven. Echter wat ik wel weet, is dat ik het erg mooi vind klinken. Het weet steeds weer te intrigeren en een spannende luistersessie te creëren.
Niet iets voor alle dag, maar zeker aan aanrader voor liefhebbers van kerkorgels en de vele mogelijkheden die er met dit instrument zijn, zelfs als het niet per se om de muzikale kwaliteit gaat.
3. Sarah Davachi – Gave In Rest (Ba Da Bing)
Voor Sarah Davachi is het een goed jaar geweest met twee zeer mooie albums, en ook de bonus CD bij All My Circles waar zowel Jan Willem als ik in januari al over schreven in het Schaduwkabinet.
Met haar album Let Night Come On Bells End The Day wist ze al vrij vroeg in het jaar te overtuigen, maar voor mij sprong de nog later uitgekomen Gave In Rest er nog meer boven uit. Dit zal waarschijnlijk zijn omdat deze wat dichter bij de drone blijft. Al blijft ze ook op dit album, net zoals op vorig werk, steeds nieuwe wegen verkennen. Op Gave In Rest wordt ze bijgestaan door Jessica Moss (A Silver Mt. Zion) op viool en Lisa McGee (Portratis/Higuma) op zang (in Evensong). Zelf speelt Davachi, fluit, mellotron, orgel, piano, zang en synthesizers.
Met dit diverse instrumentarium weet ze dit keer binnen de drone ook melancholie te verwerken, waardoor het een heel persoonlijk werk wordt. Er is ook meer ruimte voor melodie dan op platen van vorig jaar. Maar anders dan op Let Night Come On… vind ik het hier allemaal net iets fijner lopen, alsof er meer voor schoonheid en emotie is gekozen.
Dit is nu het derde jaar op rij dat Davachi meesterwerken weet af te leveren. Laten we hopen dat dit nog niet over is en ze in 2019 ook weer met mooie albums op de proppen komt.
2. Hellvete – Droomharmonium (Morc Records)
Het is een aantal jaren vrij rustig geweest aan de kant van Glen Steenkiste, beter bekend als Hellvete, maar dit jaar waren er opeens twee nieuwe releases. Vrij recent nog ‘t Land van Den Akker, waar hij lijkt terug te grijpen naar eerder werk, waarin invloeden van oude folk te horen zijn. Een zeer aangename release, maar wel totaal iets anders dan wat we te horen krijgen op zijn, in mijn ogen, beste album tot nu toe “Droomharmonium”. Op Soundcloud zagen we al een tijdje de Droomharmonium tracks gestaag groeien, maar ook live zien we deze zich al vele malen ontvouwen. Daarvoor ben ik zelfs halverwege het jaar van Amsterdam afgerezen naar Heerlen om het weer eens te mogen meemaken.
Maar met deze dubbel CD dus eindelijk ook fijn als 4 dromen uitgegeven. “Gewapend” met twee harmoniums, en wellicht nog wat andere apparatuur presenteert Hellvete hier 4 lange composities.
Voor wie nog niet bekend is met het werk van Hellvete: na enkele free/acid/dark folk georiënteerde albums en een waslijst aan psychedelica met Silvester Anfang (en Sylvester Anfang II (en zo nog wat andere out-fits)) is Steenkiste zich steeds meer gaan focussen op de drone. En die drones zijn heel erg puur.
De stukken op deze CD zijn live opgenomen zonder edits of overdubs. Zelfs de vogels die we horen zijn live, doordat tijdens de opname dan toevallig het raam open stond. En precies zoals ik het fijn vind bij de drone ontvouwen deze zich hier langzaam en geven zich niet direct prijs. Voor de ontwikkeling in de muziek wordt goed de tijd genomen, waardoor je als luisteraar helemaal in de muziek wordt opgezogen en langzaam in de droomwereld van Hellvete terechtkomt. En dit is echt geen hel, eerder het tegenovergestelde, want deze muziek roept juist verlichting op. Na het beluisteren en een tijdje volledig opgenomen in de muziek te zijn geweest, lijk je daarna herboren.
Een erg fijne ervaring die in deze tijden soms goed van pas komt.
Laten we hopen dat Steenkiste nog veel meer van zijn dromen met ons mag delen in de toekomst, want hier kunnen we gewoon niet genoeg van krijgen.
Hopelijk ooit die boxset met de volledige serie.
1. Sarah Hennies – Lenka Novosedlíková – Sisters (Mappa)Met haar plaat Embedded Environments kwam ik dit jaar voor het eerst in aanraking met de muziek van Sarah Hennies. De naam had ik al wel eerder gehoord door een cassette op Mappa uit 2016, die ik in die tijd ben misgelopen, en een CD-R release op Rhizome.s, één van de weinige die ik vorig jaar niet van hen heb gekocht (waarom weet ik ook niet meer).
Waar Embedded Environments al een erg sterk album is, ging Sisters, uitgevoerd door Lenka Novosedlíková, daar nog eens sterk overheen. De plaat, uitgekomen op het eerder benoemde Mappa, wist binnen enkele minuten mij al zo te verbazen dat het eigenlijk niet anders kon gaan dan dat dit mijn favoriete plaat van het jaar zou worden.
We krijgen per kant op de plaat een compositie voor vibrafoon te horen, welke zijn opgenomen in een middeleeuws kerkje te Kyjatice, Slowakije.
In de twee composities onderzoekt Sarah Hennies de psycho-akoestiek van het kerkje, waardoor de ruimte in de kerk tot leven komt in de muziek.
Op kant A wordt dit gedaan door middel van een stuk met alleen maar hoge noten. Door de herhaling van de aanslagen op de vibrafoon ontstaan er in de muziek langzaam ontwikkelende drones, die in de ruimte steeds meer boventonen creëren, wat nog wordt versterkt door de variaties in snelheid en verschuivingen in toonhoogte. Een mooi hypnotiserend en speels spel ontstaat waar je als luisteraar langzaam wordt in opgenomen en waarbinnen vaak genoeg otoakoestische effecten ontstaan.
Op kant B horen we juist het lage spectrum van de vibrafoon en dat creëert een heel ander soort spel in het geluid. Het concept is vrijwel hetzelfde, maar doordat er in een totaal ander frequentiespectrum wordt gespeeld is het resultaat totaal anders. Het geluid hier is veel dromeriger, maar ook lijk je meer resonantie van objecten in de ruimte te horen. Dit laatste brengt een extra dimensie in werk waardoor er een bepaalde spanning vanuit gaat die niet goed te plaatsen is, maar wel zeer goed weet te imponeren.
Voor mij dus de meest indrukwekkende plaat van het jaar, maar ook één van mijn nieuwe favorieten op het gebied van minimale drone en microtonale composities. Zeker iemand om verder in de gaten te blijven houden, want dit smaakt naar meer.
Een fijn 2019 met veel mooie muziek toegewenst!