Het schaduwkabinet: week 52 – 2009

Aangezien de witte dagen voor Kerst leiden tot grote chaos op alle wegen en spoorwegen, kunnen we onze zuchtmeisjes beter inruilen voor zeilmeisjes. Ook zeer dynamisch zijn onze vaderlijke lijstjes uit het:
 

Schaduwkabinet
We luisterden naar: Miles Davis, Xenakis, Han Bennink Trio, The Cult, Bauhaus, At The Gates, Thorns, Burzum, Ildjarn, Sunn0))), Enslaved, Arcturus, Borknagar, Sentenced, Isengard, Hannu Saha, Triakel, Hedningarna en Fairuz Derin Bulut. En keken naar: Das Weisse Band.





ERICVANREES
 
Miles Davis – The Complete In A Silent Way Sessions
In de NRC van afgelopen vrijdag stond een recensie over een pas verschenen box van Miles Davis, met de mededeling dat er waarschijnlijk lijmspetters op zitten. Die laat ik lekker staan, en bovendien hoef ik geen 70 cd’s van Miles Davis. Dan liever wat cd’s uit de kast gepakt, zoals deze box van 'In A Silent Way'. Vooral cd 3 is heel erg fijn: die bevat het origineel en twee outtakes, waarvan vooral ‘Early Minor’ schitterend mooi is. Het idee van ‘The Ghetto Walk’ is niet verkeerd, maar het nummer duurt te lang, doet te gecomponeerd aan en de uitvoering is niet vlekkeloos. Ook in dit nummer is net als op ‘In A Silent Way’ materiaal gekopieerd en door elkaar gezet. Toen revolutionair, nu de gewoonste zaak van de wereld. In het boekje wordt het allemaal haarfijn beschreven met tekeningen en schema’s aan toe. En ja, dan het origineel van ‘Shhh/Peaceful’: de heerlijke minimale begeleiding, een tapijt van elektrische orgels met alle ruimte voor de solo’s van Davis, Shorter en McLaughlin. Als de onbesneden opnames van cd 2 iets duidelijk maken, is dat het uiteindelijke product veel beter is. Maar een mooi kijkje in de keuken is het wel allemaal. Cd1 tenslotte laat de aanloop naar het eindproduct ‘In A Silent Way’ zien: veel lange stukken, met de nadruk op sfeer, instrumentatie en minder op jazz in het algemeen. Daarna zou jazz nooit meer hetzelfde zijn.

Xenakis – Herma
Iemand die ook mooie schema’s tekende was Xenakis die blijkens de NRC Kunstbijlage van afgelopen vrijdag ook architect van huizen was. En niet bij de minste werkgever, Le Corbusier nog wel. Op YouTube kun je zijn werk horen met een afbeelding van de wonderlijke partituur, en een balk die precies op de maat van de muziek meeloopt. Het pianowerk ‘Herma’ kon me wel bekoren, gezien de aanknopingspunten met bijv een Zappa, die hier hier de mosterd gehaald moet hebben voor werk als ‘Ruth is Sleeping’ en ‘The Girl in the Magnesium Dress’.

Han Bennink Trio – Parken
Wat is dit nu? Ongekend zachte, introverte en melancholieke jazz van Han Bennink? Het is echt waar en het is de mooiste muzikale verrassing die ik hoorde dit jaar. Want dit verwacht je niet van Bennink: een bandje beginnen met twee onbekende muzikanten en ze alle ruimte geven die ze nodig hebben. Met dank ook aan een hele goede en evenwichtige mix (Bennink overstemt namelijk vaak de rest van de band op een podium). Maar hier geen gekkigheid, alle neuzen staan dezelfde kant op en spelen maar. Het mooist is dat ze allemaal recht uit het hart spelen en de luisteraar compleet overrompelen met mooi eigen werk en een set Duke Ellington-covers. Typerend voor dit trio is dat er geen bassist is, maar die mis je ook niet echt want die ruimte wordt door pianist Simon Toldman virtuoos opgevuld. Het mooist blijft tot het eind bewaard: het titelnummer, een gezongen gedicht dat ook staat afgedrukt op het hoesje, met ingetogen begeleiding. Voor wie ‘Campert’ van Benjamin Herman ook zo mooi vond en toe is aan wat sterkers. Want het blijft wel Han Bennink natuurlijk.



JANWILLEMBROEK

Voor onder de Kerstboom:

The Cult – Love (4cd, Beggars Banquet)
Om rigoureus af te vallen, neemt men nog wel eens een maagbandje. Dit niet geheel zonder risico’s. Ook bij de Britse groep The Cult is het zo ongeveer gelopen. Eerst nog een vette naam als The Souther Death Cult, om vervolgens af te slanken tot The Death Cult en uiteindelijk zelfs The Cult. En dat met steeds weer een verandering van stijl, van punk naar new wave en uiteindelijk een soort new wave-goth-metal. Niet zonder risico’s, maar het pakt goed uit. Met een afgeslankte naam en muziek om door een ringetje te halen. Ian Astbury (zang), die zo een jonger broertje van Steven Tyler kan zijn, William H Duffy (gitaren) of gewoon Billy Duffy en Jamie Stewart (bas, keyboards) vormen getooid met Keltische kruizen, oorbellen en kralenketting de “harde” kern van de band, waarbij ze meestal een gastdrummer inhuren. Na een gedroomde start met Dreamtime, luidt Love in 1985 toch wel de definitieve doorbraak in van de band. Je zal ongetwijfeld in een strijd verwikkeld raken met mensen die zeggen dat opvolger Electric, die het ook in de VS goed doet, het echte hoogtepunt is, maar de instapper zal als een blok vallen voor Love. De titel klinkt nogal klef en de teksten zijn soms van een bedenkelijk niveau. Neem nu teksten van “Rain” (Hot sticky scenes, you know what I mean) of “The Big Neon Glitter” (Big neon glitter, pushing into you, oh baby), dat is toch van een Spinal Tap niveau van heb ik jou daar (voor de paranoïde mensen onder ons, je hoeft niet achterom te kijken). Maar wie zong de ballads “Brother Wolf/Sister Moon” en “Black Angel” niet zogenaamd mee met een gefronst voorhoofd voor de vrouw waarop je verliefd was? Of met ogen dicht voor een denkbeeldig publiek vol zwijmelende meisjes? Maar wellicht heb je dit allemaal niet nodig om van “Love” te houden. Het is een album vol hits, “Nirvana”, “The Big Neon Glitter”, “Brother Wolf, Sister Moon”, “The Hollow Man”, “Revolution”, de klapper “She Sells Sanctuary” en “Black Angel” zijn allen voltreffers. Ze staan hiermee met een eigen smoel midden in de jaren 80. En dat doen ze de 3 genoemde albums achter elkaar, want daarna neemt het niveau langzaam af. Ook het korte vervolg van Ian met The Holy Barbarians, weer een vettere naam, is niet veel soeps. Met Love hebben ze mijn hart gestolen. Het kan zijn dat je deze band volledig gemist hebt, maar er komt een herkansing. Nu, 24 jaar later (je wordt ouder papa), komt er een zogeheten “expanded” editie uit van de cd. Een dubbeldikke cd welteverstaan, ja van die maagband zijn ze al een tijd verlost, waarbij op de eerste cd het album geremasterd is en de tweede gevuld is met singles. Voor de echte fan is er zelfs een omnibus editie met maar liefst 4 cd’s, waarbij je ook nog demo’s en live opnamen krijgt. Bij beiden krijg je nog exclusieve downloads. Ik ben benieuwd in hoeverre de band nu nog relevant is voor zoveel extra’s of dat dit meer bedoeld is voor de hardcore fans om met alle sentiment nog eens flink de buidel te laten trekken. Feit blijft dat ik bij het beluisteren van Love nog steeds met volle teugen geniet, wegdroom naar vervlogen tijden en geen gedateerd gevoel krijg. Het blijft zoals je dat tegenwoordig gewoon kunt zeggen een vet album.

Bauhaus – In The Flat Field (2cd, 4ad)
Bauhaus – Mask (3cd, Beggars Banquet)
Net als The Cult worden ook de twee eerste albums van Bauhaus in een omnibus editie gestoken. In het geval van In The Flat Field zijn het vooral de singles en b-kanten. De echte bonus zit hem dan in het dikke boekwerk met verhalen, teksten en foto’s. Ik heb ondertussen even mijn cape aan de kapstok gehangen, want net als je tegenwoordig gewoon met een scheiding in je haar naar de Sex Pistols kunt luisteren kan je ook gewoon in een blauwe spijkerbroek naar Bauhaus luisteren. Niet dat de muziek minder is, maar ik vind het lang niet zo duister meer als voorheen. Zijn zij nou zo licht of ben ik nou zo duister? Nee Bauhaus is en blijft fier overeind met geweldige nummers uit de begin jaren van het 4ad label. Een album dat van het begin tot eind nog in je poriën zit, zo goed. Maar dat heb ik wel vaker met mijn begin jaren van de muziekjacht. De tweede cd Mask kent naast de (betere) singles en b-kanten en fraaie boekwerk ook een extra cd met hoogwaardige live opnames. Ook deze twee edities van het grote Bauhaus zijn (zeker in Engeland besteld) hun geld dubbel en dwars waard. Nostalgie waar een witte Kerst niet tegenop kan, hoewel Go Away White dan ook weer niet hoeft.



LUDO

Das Weisse Band (Haneke)
In de filmdecennium-reeksen ging het o.a. over het verschil tussen films die vakwerk leveren en films die op het het eerste oog veel minder goed lijken, vaak wat rare werkjes, waarvan je toch één moment of, nog onbestemder, een bepaald gevoel bijblijft. Uiteindelijk zal de (korreltje zout!) "gevorderde" kijker liever een film uit de tweede categorie zien. Maar dat wil niet zeggen dat de vakwerk-films geen heel eigen kwaliteit hebben. Dat zijn juist de films die je in eerste instantie overrompelen en waarvan je nog tijdens het kijken denkt dat je iets bijzonders te pakken hebt. De altijd luid bejubelde Michael Haneke is voor mij een regisseur uit deze laatste categorie. En Das Weisse Band lijkt van de drie films die ik van de man zag de prent die het beste in die omschrijving past. De bekende misantropie en ellende zijn wel weer aanwezig, maar Das Weisse Band heeft niets van een vuistslag in het gezicht. De film is in haast degelijk (maar wel heel mooi) zwart-wit geschoten. Ik zat zelfs aan Truffaut's historische drama's te denken, het "geintje" met een paard dat over een nagenoeg onzichtbaar touw struikelt is echt iets voor hem. Er wordt in Das Weisse Band over de gehele linie subtiel (lees prima) geacteerd, al valt vooral op hoe goed Haneke met kinderen is. Een kwaliteit op zich. Absoluut vereist in deze film want de kinderen van het door raadselachtige gebeurtenissen verscheurde dorp spelen een cruciale rol. Haneke heeft niet alleen de juiste gezichten gecast, hij weet zonder overacteren de gelaagde emoties uit de schare kinderen te halen. Let op de scène waarin een meisje aan haar leraar "een droom" opbiecht, waarin een misdaad wordt voorspeld. Misschien nog wel wat beter, in elk geval verrassend romantisch, zijn de scènes die dezelfde leraar (het hoofdpersonage) deelt met een piepjong dienstmeisje, op wie hij verliefd wordt. De eerste scène waarin ze op een fiets verschijnt is van een prachtig verlegen schoonheid. Je kunt het meisje bijna zien blozen. Om terug te keren naar het dilemma van het begin, dat is eigenlijk ook een beetje het bekende hoofd/hart-verhaal. En Haneke is een indrukwekkend (misschien wel intimiderend) denker/filosoof, met een oeuvre dat daartoe uitdaagt. Ook Das Weisse Band is eerst en vooral een ingenieuze film, die heel knap het fascisme en de "ich habe es nicht gewusst'-cultuur oproept, zonder er nu al te nadrukkelijk naar te verwijzen. Uiteindelijk kan het slechte in iedereen schuilen, na een tijdje lijkt zelfs de in eerste instantie goeiige leraar (en verteller) niet meer te vertrouwen. Al is de lokale pastoor toch wel een heel duidelijke machtswellusteling. Een Co Adriaanse-achtige dictator, die heel goed kritiek spuit maar het een heel stuk slechter ontvangt. Zijn overduidelijke slechtheid wordt gecounterd door zijn eigen zoon, die met gewonde vogeltjes in de weer is. Aandoenlijk sentiment! Het moet haast wel een novum voor Haneke zijn. Voor ik de draad zelf helemaal kwijt ben, is Das Weisse Band nu wel of geen goede film? Zonder meer, hij zal mijn eindlijst zeker halen. Maar is het ook een film die echt het hart treft? Dat toch nog niet helemaal, al moet gezegd, Haneke komt langzaam dichterbij.




MARTIJNB
 
At The Gates Terminal Spirit Disease
Thorns
Burzum Hvis Lyset Tar Oss
Borknagar The Olden Domain
Ildjarn
Forest Poetry
Sunn0))) Dømkirke
Enslaved Below The Lights
Arcturus Aspera Hiems Symfonia
Sentenced Crimson
Isengard Vinterskugge
Triakel Vintervisor
Hannu Saha Mahla
Hedningarna
Karelia Visa
Als een sneeuwman het mag kiezen, als een sneeuwman kiezen mag, laat ie het steeds lekker vriezen. Vriezen, vriezen, elke dag. Laat de noorderwind maar loeien. Loeien, loeien, lekker koud. Beter bibberen dan broeien, beter koud zijn dan benauwd. Zo zong een sneeuwman op een ijsschots ooit in De Berenboot. Maar er is meer sneeuwige muziek, of het nu heftige metal is of de schattige huiselijkheid van Triakel, allemaal toepasselijk bij de witte pracht buiten.

Fairuz Derin Bulut Arabesk
De Turkse jeugd is nog niet helemaal op Türkpop en -rock over en anders is dit eerbetoon aan tekstschrijver Ali Tekintüre door de psychedelische rockers wel een geheugensteuntje. De eerdere generaties kende nummers als Acı Gerçekler in uitvoeringen door "Baba" (Müslüm Gürses) en "İbo" (İbrahim Tatlıses), sinds de jaren zeventig de grote sterren van de zogenaamde Arabesk Türküler, lichte Turkse muziek met veel Arabische invloeden. Fairuz Derin Bulut behoudt de gladde strijkers maar begeleidt dat met rockklanken en dubinvloeden.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.