PROTO (2): The Marble Index

Eens in de zoveel tijd komt er een artiest op die zorgt voor een significante ommezwaai in muziek. Pioniers die de weg vrijmaken voor nieuwe genres, meestal over het hoofd gezien in de tijd dat ze actief waren, maar die later toch de erkenning kregen die ze verdienden. Waar haalden ze inspiratie uit, wat maakte hen zo bijzonder en wat vloeide er voort uit hun erfenis? Vandaag: The Marble Index van Nico.

https://www.flickr.com/photos/ky_olsen/5404156863

Nico – Ky Olsen (CC 2.0)

Oké, waarschijnlijk ken je Nico (AKA Christa Päffgen) al van dat ene album met The Velvet Underground, een band die tevens grensverleggend is geweest. Hier werd al duidelijk dat Nico niet zo maar iemand was: ze had een bizarre stage presence, waarschijnlijk omdat ze al sinds haar vijtiende modellenwerk deed voor allerlei grote merken. Hierdoor was ze niet te negeren door het publiek.

Ondanks dat Andy Warhol heel veel potentie zag in haar had een deel van de band moeite met Nico’s aanwezigheid. Enerzijds omdat ze zo veel aandacht naar zich toetrok, anderzijds vanwege haar ellenlange rituelen voor een optreden. Ook was ze aan een oor vrijwel doof waardoor ze soms vals zong, iets waar ze door de rest niet zelden belachelijk om werd gemaakt. Hierdoor werd Nico ook niet altijd op waarde geschat en bleef ze voor sommigen het modepopje wat de media van haar wilde maken.

Niet haar sprookje

Dit resulteerde bijna in een vanuit Nico’s oogpunt waardeloze carriere. Ze verbleef tot 1968 in L.A., waar ze Jim Morrison ontmoette en twee albums had opgenomen. Eentje dus met VU, maar ook haar solodebuut genaamd Chelsea Girl. Deze was volgens Nico zelf hopeloos mislukt: de nummers waren niet per se slecht, maar de producer had besloten om te pas en te onpas een vervelende fluit toe te voegen, die wat haar betreft volledig door de sfeer heen sneed. Het album krijgt hierdoor inderdaad soms de sfeer van een  oppervlakkige Victoriaanse dramaserie met daarin Nico die een verveelde bosnimf moet vertolken. Toch heeft het alsnog heel mooie en indringende nummers zoals “Fairest of the Seasons” en “These Days, die de basis zouden vormen van singer-songwritermuziek als die van Sufjan Stevens, Bright Eyes en eigenlijk elke andere fingerstyle folkgitarist na 1967. Niet niks dus.

Maar Nico wilde meer. Chelsea Girl was niet háár album: ze had schrijfcredits voor welgeteld één nummer. Het album verkocht daarnaast slecht, waardoor haar label haar liet vallen. Wéér een (schijnbaar) gefaald project waar Nico zichzelf niet had kunnen zijn, en wéér bevond ze zich tussen mensen die haar potentie niet zagen.

Maar sommigen prikten daar doorheen. In tegenstelling tot de rest van The Velvet Underground kreeg violist John Cale juist een goede band met haar, en ook hij verliet VU vroegtijdig. Aangezien VU op dat moment nog niet het aanzien had dat ze later zouden krijgen, was Cale in principe een gefaald muzikant. De verkoop van The Velvet Underground & Nico verliep matig, hij had geen projecten lopen, geen band meer, niks. Zo vonden Nico en Cale elkaar, beiden slenterend in een artistiek niemandsland, maar waren ze zich beiden wel bewust van elkaars talent.

Nico vond door connecties toch een nieuw label, Elektra, en kreeg daar uiteindelijk de artistieke vrijheid om dan toch echt The Marble Index te kunnen maken. Vanaf het begin werd al duidelijk dat dit absoluut geen conventioneel pop- of rockalbum zou worden: Nico was namelijk verliefd geworden op het harmonium, een soort kruising van een traditioneel orgel en een accordeon. Dit zou de basis van The Marble Index vormen. Daar omheen bouwde John Cale zijn arrangementen, vaak bestaande uit zijn viool, maar ook piano, orgel, nauwelijks hoorbare percussie en iets wat lijkt op een gitaar maakten hun intredes. Hier en daar gedrenkt in echo, dan weer rillend door een tremolo effect. Net als op Chelsea Girl werden de drums achterwege gelaten (maar nu ook die fluit, thank god).

Onheil

The Marble Index klinkt als een toendra aan de Noordelijke IJszee. Het biedt uitzicht op innige melodiën die langzaam afbreken van de gletsjers in de verte, dan weer boven komen drijven om vervolgens op te lossen in het water. Ze komen, deinen en verdwijnen weer naar hartelust. Het begint al op de eerste daadwerkelijke track van het album, “Lawns Of Dawn”. De intromelodie voelt als een naderend onheil, een waarschuwing die luidt “weet je wel waar je aan begint?”.

Want inderdaad, de rest van het album is een donker, deprimerend en soms afgrijselijk geheel. Op “Ari’s Song”, een wiegeliedje dat Nico schreef voor haar toen achtjarige zoon, is een hartmonitor te horen toen Ari aan de beademing lag vanwege heroïne; waarschijnlijk dezelfde heroïne die Nico’s persoonlijkheid zo heeft getekend en verantwoordelijk mag worden gehouden voor een groot deel van de sfeer en thema’s op The Marble Index.
De afzichtelijkste momenten vind je op “Facing The Wind”, waar Nico gewoon wat lijkt te murmelen tegen niemand in het bijzonder, gek geworden door haar eeuwig kille winter, terwijl de strijkers dansen en Cale zijn piano afranselt. En we zijn nog niet eens op de helft.

…dat schittert

Toch maken deze bijna onluisterbare passages de mooie momenten juist extra prachtig. Op “Julius Caesar (Momento Hodie)” is nog steeds de dreiging van de voorgaande nummers te voelen, maar het schitterende samenspel van de instrumenten voert de boventoon, wat het tot een harmonieus en voor het eerst écht mooi geheel maakt. Nico’s stem, haar harmonium en de dronende violen van Cale klinken in eerste instantie alsof ze onbeholpen door elkaar heen stromen, maar vinden elkaar telkens weer op schijnbaar willekeurige momenten.

Maar dat is dan ook de schoonheid van dit album: het zou niet moeten werken, het zou weer een mislukt avant-garde project moeten zijn dat bol staat van misplaatste pretentie en fuck-ups. Twee muzikanten die een laatste wanhopige poging doen tot succes door een zeer, zeer groot risico te nemen. Misschien is het wel diezelfde gedeelde wanhoop die The Marble Index zo mooi maakt. Cale en Nico begrepen elkaar volledig, zo volledig dat producer Frazier Mohawk de tegenwoordigheid van geest had om zichzelf op de achtergrond te houden en de twee maar hun gang te laten gaan, resulterend in een album waarin Nico zichzelf kon blootgeven: teneergeslagen maar vol warmte, door een ijzige kalmte omvat die soms prachtig, dan weer ontzettend lelijk blijkt.

Proto-goth

Nico was niet meer de schoonheid die ze was; althans, niet meer volgens de modellennorm waar ze ooit naar leefde. In plaats van de lach die ze onder haar blonde lokken droeg, was er nu een sombere blik te zien op haar gelaat, geaccentueerd door haar roodgeverfde haar. Tel daarbij op dat ze van de laatste mode naar vrijwel uitsluitend zwarte kleding was geswitcht, en je hebt de eerste echte goth van de geschiedenis te pakken.

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Nico_at_Lampeter_University_-_November_1985_%281%29.jpg

Nico in 1985 – Ganmed65 (CC 2.0)

Nico zou een van de belangrijkste voorlopers van zowel de kledingsstijl als het genre worden. Onder andere Bauhaus, The Mission UK, The Cure en Siouxie and The Banshees zijn duidelijk beïnvloed door Nico ten tijde van The Marble Index. De laatstgenoemde is ook degene die goth heeft verder heeft uitgewerkt en naar het grote publiek heeft gebracht; als Siouxie Sioux de moeder van goth is, dan mag Nico als de eeuwige matriarch van het genre gezien worden.

De soundscapes van John Cale hebben juist sterke banden met de ambient van Brian Eno, maar ook shoegaze-acts als Cocteau Twins tappen van de atmosfeer van The Marble Index.
Andere niet-goth artiesten als Elliott Smith, Björk, St. Vincent, Patti Smith, en Marianne Faithfull idoliseerden eveneens niet de vrolijke Nico, maar juist de naargeestige, donkere persona die ze vanaf The Marble Index zou zijn.

Frozen Warnings

Dat Nico die karakteristieken niet puur voor de show aanhield wordt duidelijk op “Frozen Warnings”, een sereen hoogtepunt op het album. Ik weet niet wat het is, misschien is het de tekst, misschien het arrangement dat het nummer (en daarmee Nico zelf) helemaal openbreekt, of anders de oprechte zachtheid waarmee Nico zingt . Het is vrijwel het meest autobiografische nummer van The Marble Index, waarbij je ook eindelijk een duidelijk beeld van de toenmalige Nico krijgt: Op blote voeten strompelt ze door de zojuist gevallen poedersneeuw, en waar ze zojuist een stap heeft gezet smelt het direct. Ze heeft een starre maar doelbewuste blik, alsof ze precies weet waar ze naartoe moet. Misschien is dit wel het sprookjesfiguur dat ze al op Chelsea Girl uitbeeldde, maar dan écht en in de juiste context geplaatst; Nico, de brengster van warmte op de Noordpool.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.