[cd, Africantape/Murailles Music/Five Roses]
De Amerikaanse singer-songwriter en multi-instrumentaliste Annie Lewandowski is een bijzondere tante, die je in verschillende bands kunt zijn tegengekomen. Zo is ze te vinden in de artrock groep The Curtains, het neoklassieke soundscape gezelschap Doublends Vert, het avant-gardistische Cornell Avant-Garde Ensemble (CAGE) en als gast bij Xiu Xiu, Emma Zunz, Jarrad Powell & Jessika Kenney, David Shrigley, Hawnay Troof en London Improvisers Orchestra. Verder staat ze zij aan zij en soms ook op albums met Bob Corn, Theresa Wong, Fred Frith, Sylvia Hallett, en Caroline Kraabel. De diverse genres verschillen hierbij nogal van elkaar, maar ze baant zich als een kameleon een weg erdoor. Dit komt omdat ze graag improviseert. Sinds 2007 doet ze dat dan ook met haar eigen groep Powerdove. Na een aantal mini’s verschijnt in 2010 daarvan het debuut Be Mine. Hierop wordt al snel duidelijk dat haar singer-songwriterkwaliteiten prima samengaan met diverse nu-folk achtige improvisaties. Annie (zang, voorgeprogrammeerde piano, keyboard, gitaar) wordt hier bijgestaan door Alex Vittum (percussie) en Jason Hoopes (bas).
Tijdens een verblijf in Engeland is ze gaan schrijven aan haar tweede Powerdove album. Dat heeft ze uiteindelijk met haar goede Amerikaanse vriend John Dieterich (Deerhoof, Colossamite) opgenomen,, die tevens met haar mee improviseert op gitaar en bas. Ditmaal is het de bevriende Franse artiest Thomas Bonvalet (Cheval De Frise, L’ocelle Mare) die het trio completeert met zessnarige banjo, harmonica, microfoons, stampvoeten, handklappen, stemvorken, concertina, gitaar, fluiten en gedroogde opiumbollen. Ze werken in een razend tempo en voltooien de cd Do You Burn? dan ook spoedig na aanvang. Dit snelle werken en improviseren is ook terug te horen in de dynamiek, energie en spontaniteit van de muziek, die overigens dikwijls een laag tempo kent. Rauwe ongepolijste klanken sieren de prachtige zang van Annie op. Haar zang zit ergens tussen die van Chan Marshall (Cat Power), Nico, Lisa Germano en Susanne Lewis (Hail) en weet telkens te betoveren. Al zou je een vuilnisbak over haar leegkiepen, dan zal het afval zich nog in fraaie organische patronen om haar heerlijke stem heen vormen. Het is een baken van rust in en de rode draad door de improvisatorische, soms hectische muziek. Door die improvisaties en met name de grote variatie aan instrumenten wisselt de output enorm, al beweegt het zich altijd ergens rond de nu-folk, al dan niet gelardeerd met lo-fi achtige, psychedelische en avant-gardistische elementen. Dit maakt het album ontzettend spannend. De ene keer krijg je namelijk bijna songachtige structuren met folk (“Red Can Of Paint”, “Wandering Jew”), maar op andere momenten complex gefröbel (“Fellow”, “Under Awning”), psychedelische uitstapjes (“All Along The Eaves”), rudimentaire klanken (“Out On The Water”) of juist bezwerende stukken, zoals in de titeltrack waar de concertina bijna drone-achtige geluiden laat horen. Hierdoor weten ze je op intrigerende wijze bij de les te houden, die overigens maar 31 minuten duurt, al is die stem al genoeg om overstag te gaan. De muziek roept wisselend associaties op met die van Rake, Hail, Azalia Snail, Diane Cluck, Smog, Jana Hunter en Lau Nau. Brand je al van nieuwsgierigheid? Zou ik me zo maar kunnen voorstellen. Biologerende beauty!
door Jan Willem Broek