Mice Parade – Candela


Miceparade-candela[cd, Fat Cat/Konkurrent]


De naam van percussionist, later multi-instrumentalist en fijne draaikont Adam Pierce uit New York kom ik al zo’n 20 jaar tegen in verschillende formaties. Dat is onder meer in de dubgerichte postrockgroep HiM, de experimentele shoegaze/noiseband Swirlies, het experimentele downtempo jazzcombo The Dylan Group en het met allerhande (wereldse) invloeden gelardeerde project indie/shoegaze Mice Parade. Die laatst genoemde, wat een anagram van zijn eigen naam is, mag je beschouwen als zijn hoofdbezigheid. Daarnaast is hij ook eigenaar van het eigenzinnige Bubble Core Records geweest. Pierce, tevens een geschoold etnomusicoloog, is een niet eenvoudig te duiden en vangen artiest.


Hij komt nu, alle live en restalbums daargelaten, met zijn zevende cd Candela. De candela, met als symbool ook cd, is de SI-eenheid (Système International d’Unités) van lichtsterkte. Nog meer toeval (of niet) is dat de candela vaak als zevende eenheid wordt genoemd van de zeven basiseenheden (seconde, meter, kilogram, ampère, kelvin, mol, candela). Maar Candela is ook een gemeente in Italië, waar de hoes dan weer naar zou kunnen verwijzen. Toch is het album naar het schijnt (over licht gesproken) vernoemd naar een café in Madrid en verwijst de afbeelding op de cover daar ook naar. Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat net als zijn muziek vele gezichten kent hij ook hier dubbele betekenissen heeft willen vatten in één titel. Het is op voorhand ook nooit duidelijk waarmee hij gaat komen. Zou het indie/shoegaze zijn met jazz, folk, flamenco, tango, Afrobeats, bossanova, postrock of toch weer iets nieuws? Sinds zijn meesterlijke Obrigado Saudade uit 2004 is niets meer zeker. Verrassende eigengereidheid is de enige zekerheid geworden.


Pierce opent sterk met roffelende akoestische gitaren, piepende elektrische gitaren, onheilspellende percussie en lome indiezang. Het doet me het meest aan de Swirlies denken. Het is een spannende introductie, waarna hij pas los gaat. Hij serveert gevarieerde muziek, waarbij de uiteenlopende percussie-instrumenten en complexe ritmes in steeds andere hoedanigheid de dienst uitmaken. Qua zang krijgt hij met enige regelmaat rugdekking van de in Okinawa geboren Caroline Lufkin, die op het label Temporary Residence als Caroline albums uitbrengt. Haar geknepen bitterzoete stem heeft wel wat weg van die van Kazu Makino (Blonde Redhead). Hij brengt grillige en rijk gedetailleerde indie à la Sufjan Stevens, pakkende postrock van Pinback, My Bloody Valentine-achtige shoegaze, de postrockambient van The Album Leaf en de pop van Blonde Redhead. Dat dikt hij onder andere aan met Afrikaanse elementen, Zuid-Amerikaanse ritmes, flamenco, Oosterse ingrediënten, gamelanmuziek, rumba’s, bossanova en overige exotica. In de met flamenco gevulde titelsong hoor je ook nog een gastbijdrage van flamencozangeres Gisele Saad Assi. Wat vooral knap te noemen valt, is dat Pierce dit caleidoscopische geheel in één samenhangend geluid heeft weten te vangen, waarbij de rode draad gevormd wordt de postrockstructuur en kenmerkende percussiestijl. Nergens vlieg je zoals voorheen nog wel eens uit de de bocht, maar maak je enkel overzichtelijke bochtjes in de standvastige nummers zelf. Hierdoor is dit misschien wel zijn best te volgen en tevens sterkste album tot nu toe geworden en waar het met volle teugen genieten geblazen is van deze nachtelijke, bevreemdend wereldse postrock.





door Jan Willem Broek

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.