[cd, One Little Indian/Konkurrent]
Als je een stem hebt die tussen een kind en een volwassen dame inzit, roept men al gauw Björk. Nu zal ik de laatste zijn om te ontkennen dat de IJslandse zangeres, violiste, gitariste en Charangospeelster Ólöf Arnalds er wel degelijk raakvlakken mee heeft, maar ze biedt meer dan dat alleen en zit in een andere muzikale hoek. Ik zeg dit nu maar vast, aangezien ik dit nichtje van Ólafur Arnalds best hoog heb zitten, zonder dat ik iets mis vind met Björk overigens (integendeel). Dat start al met haar innemende debuut Við Og Við uit 2007, waar ze een bijzonder geluid aan de dag legt. Het is namelijk een stemmige mengelmoes van singer-songwritermuziek, (IJslandse) folk en innemende folktronica. Met haar poppige, magische stemgeluid weet ze al te betoveren, maar de begeleiding mag er ook wezen. Veelal is deze sober akoestisch en klassiek. Ze zingt in het IJslands wat extra glans geeft aan haar fraaie muziek. In 2010 keert ze terug met Innundir Skinni, waarmee ze haar eerdere weg vervolgt en een iets toegankelijker geluid laat horen en tevens 3 Engelstalige songs brengt. De muzikale omlijsting is daarbij weer fraai ingetogen, waarbij ze kan rekenen op steun van Skúli Sverrisson, Shahzad Ismaily en Björk. De sterke composities zijn magistraal en van een melancholische pracht. Qua associaties moet je veeleer aan Emiliana Torrini, Joanna Newsom, Colleen, Benni Hemm Hemm, Vashti Bunyan en Múm denken. Hierna verschijnt in 2011 nog een mini waarop ze 5 covers presenteert van Bruce Springsteen, Neil Diamond, Gene Clark, Arthur Russell en Caetano Veloso. Ze heeft een oude ziel met een jonge stem en frisse muzikale blik, zoveel is duidelijk.
Maar weer bijna 3 jaar na haar laatste studioalbum is Sudden Elevation dan toch eindelijk een feit. Grootste verandering is dat het een geheel Engelstalig album is geworden. De productie is wederom in handen van trouwe collaborateur Skúli Sverrisson (Pachora, Napoli 23, Yeah No, Mo Boma, Alasnoaxis). Ze brengt heerlijk melancholische muziek die het midden houdt tussen folk en singer-songwritermuziek. De elektronica blijven hier wat meer achterwege en de focus is op de akoestische instrumentatie. Ze is duidelijk wars van trends en tijdgerelateerde zaken en laat haar oude maar eigengereide ziel voor zich spreken. Dat levert betoverende songs op die net zo verwant zijn aan Molly Drake, Vashti Bunyan en Sandy Denny als Joanna Newsom, Kate Bush en Emiliana Torrini. Tel daar de bijzondere IJslandse pracht van Hjaltalín, Múm, Amiina, Björk en Sóley bij op en je weet dat je iets bijzonders in handen hebt. Ze is een eigentijdse troubadour, die diepe snaren weet te raken, niet alleen met haar ontoerende en tegelijkertijd charmante stemgeluid maar ook met de breekbare songs vol hartenleed. Er hangt een magische sfeer over haar muziek, die haast onaards is. Wonderschone, unieke pareltjes.
door Jan Willem Broek