Oiseaux-Tempête – Oiseaux-Tempête

Oiseaux-tempete[cd, Sub Rosa]

Gitarist Frédéric D. Oberland maakt deel uit van de broeierige Parijse underground. Hij beweegt zich in een parallel experimenteel universum en zoekt meestal grootse geluiden op, dikwijls met een politieke lading. Hij is te horen in FareWell Poetry, The Rustle Of The Stars (met Richard Knox) en Le Réveil Des Tropiques. Daarnaast heeft hij in de groepen 21 Love Hotel en Medecine Music gespeeld en werkt hij tevens samen met Glissando, Bérangère Maximim, Colin JohnCo, Three Black Eyes, Nicolas Laferrerie, Orla Wren, Witxes, Arborea en The Fitzcarraldo Sessions. Vanaf 2007 groeit zijn discografie in hoog tempo uit tot een indrukwekkend en gevarieerd geheel, met telkens meeslepende en kwalitatief hoogwaardige releases. Samen met bassist Stéphane Pigneul, van onder meer FareWell Poetry, Le Réveil Des Tropiques, Sealight, Heligoland, Norma Loy, Ulan Bator en Object, begint hij een nieuw avontuur met het project Oiseaux-Tempête. Ze trekken verder nog drummer Ben Mc Connell (Beach House, Au Revoir Simone, Phosphorescent, Rain Machine, Marissa Nadler, Winter Family, Helena Noguerra) en fotograaf/filmmaker Stéphane C. aan. Een nieuwe supergroep is geboren.
Ze brengen hun gelijknamige debuut uit op het prestigieuze Belgische kwaliteitslabel Sub Rosa, hetgeen al iets zegt. De muziek is echter nog meer veelzeggend. Oberland (gitaar, duistere energie, keyboards, altsaxofoon, stem), Pigneul (bas, sampler, analoge delay, stem) en Mc Connell (drums, percussie-instrumenten) leveren 11 composities af met een totale lengte van maar liefst 74 minuten, waarbij de nummers tussen de 2 en 18 minuten klokken. Stéphane C. zorgt voor de foto’s en de veldopnames en schept sfeer. Ze maken een verstild en gitzwart statement tegen de zieke en disfunctionerende Westerse maatschappij. Een muzikale Odyssee, die op nachtelijke wijze aan je voltrekt. De basis wordt gevormd door een soort gitaarambient, maar daarop stapelen ze elementen uit de softnoise, postrock, doom, avant-garde, shoegaze, experimentele en improvisatorische muziek. Daarmee scheppen ze de perfecte soundtrack voor een apocalyptische film noir. Denk daarbij aan de postrock van Godspeed You! Black Emperor zonder de keiharde erupties, de experimenten van Set Fire To Flames met enkel de grote halen, de nachtelijke atmosferen van Bohren Und Der Club Of Gore en Dale Cooper Quartet & The Dictaphones vrij van de jazz-elementen, de avant-garde van Art-Zoyd maar dan goed doorwaadbaar, de noodzakelijke depressies van Joy Division waarbij de wave achterwege blijft, de desolate filmmuziek van Nick Cave & Warren Ellis en de zachte ambientkant van Isis. Het leeuwendeel is instrumentaal maar komt tot leven door de samples van stemmen en stadsgeluiden en de spaarzaam opduikende spookachtige dan wel duistere zang en stemmen. Van de allereerste tot de allerlaatste seconde weten ze de spanning vast te houden en je op bloedstollende wijze aan de grond te nagelen. Een magistraal, majestueus en meeslepend album.



door Jan Willem Broek

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.