NNM is een serie waarin we nieuwe muziek van Nederlandse artiesten bespreken.
Melle Kromhout – Object Constancy (cd, Glove Compartment/ Subroutine / Sonic Rendezvous)
Bij Fata ‘el Moustache’ Morgana denk je wellicht niet direct aan een Amsterdamse band. Toch is dit waar Melle Kromhout zijn muzikale vleugels uitslaat. Maar je kan hem eveneens zijn tegengekomen bij het elektronische noise-duo Glice, waarvan eerder dit jaar nog de geweldige dubbel-cd PYRE is verschenen. Het zou wel vreemd zijn als je hem ook van zijn zolderkamer kent. Dat is namelijk onder meer de plek waar hij al 20 jaar lo-fi elektronica fabriceert, maar ziet dat meer als hobby. Zoals velen heeft hij de lockdown aangegrepen om zich in het oude materiaal te verdiepen. Deze is hij gaan afstoffen en gebruiken om er nieuwe stukken mee te smeden.
Het resultaat daarvan is te horen op de cd Object Constancy, dat uitgebracht is op het kersverse Glove Compartment, hetgeen een sublabel van Subroutine is. Kromhout serveert hier in ruim 51 minuten 11 tracks, die je zou kunnen duiden als elektronische muziek, wat mij betreft experimentele, maar dat is toch wat kort door de bocht. Hij vlecht er namelijk ook (synth)pop, IDM, ambient en krautrock elementen doorheen. Hij doet dit alles echter zo dat er weliswaar wat lijnen uitgezet worden, maar dat je er niet echt de vinger op kunt leggen. Mede omdat er tussen de lijnen ook weer van alles gebeurt en er veel aan je verbeeldingskracht wordt overgelaten. En soms komt hij weer met heel duidelijke ritmische klanken en structuur. Wat het ook lastig te plaatsen maakt is dat er naast, ik noem het maar even horizontale klankspel er ook nog een verticale gelaagdheid in zit. Niet alleen met geluiden, maar ook zang of stemmen komen vanachter een filter, als ware uit een andere dimensie. Daarmee schept hij werkelijk een surrealistisch en spannend geheel. Wat dat betreft is de cover, gemaakt door Jan Nieuwenhuis, exemplarisch. Ik vermoed dat het een deel van een werk is van hem (?), waardoor de herkenbaarheid al lastig is, maar ook hier zie je tussen de lijnen en achter de toplaag van alles gebeuren. Hoewel er niet echt een vergelijk is, probeer ik er met associaties tegen de randen aan te schuren. Denk daarbij aan de bevreemdende sfeer van Brian Eno & David Byrne’s My Life In The Bush Of Ghosts, het surrealisme van de David Lynch-film Eraserhead (met radiator en al), het desolate van Fever Ray’s debuut, de speelsheid van de vroegere Dntel, de IDM/breakcore van Downpour, de spacy ambient van Jean-Michel Jarre en natuurlijk de experimenteerdrang van Glice. Maar dan anders. Het is een fantastisch fascinerend album geworden, waarbij je niet uitgeluisterd raakt.