NichelOdeon – Bath Salts / InSonar – L’Enfant Et Le Ménure

Bundle[2x 2cd, Lizard Records/dEN Records]


Zo’n vijf jaar terug kom ik nog via Myspace in contact met de Italiaanse band NichelOdeon, één die later regelmatig mijn pad zal kruisen. Maar ook andere projecten van enigmatische zanger en componist Claudio Milano, die de geestelijk vader van deze groep is en zelf diverse theaterproducties op zijn naam heeft staan, passeren de revue. Met de theaterband NichelOdeon debuteert hij in 2008 met het live album Cinemanemico, waarop hij zich zoals altijd vooral laat inspireren door kunstzinnige muziek en avant-garde uit de jaren 70 en 80. Samen met Francesco Zago (elektrische gitaar), Maurizio Fasoli (piano) en Riccardo Di Paola (synthesizers) zet hij een behoorlijk breed en eclectisch geluid neer. De muziek bevat een mengelmoes van prog rock, avant-garde, verstilde pianomuziek, poëzie, psychedelische elektronica, art-rock, filmmuziek en zelfs klassieke en gotische invloeden. Het verhalende aspect staat echter altijd voorop. Hun muziek moet als een live belevenis zijn, met dezelfde energie en dynamiek. Ditzelfde geldt voor hun tweede cd Il Gioco Del Silenzio (2010), waarbij je ook de dvd Come Sta Annie? met een indrukwekkende liveset als bonus krijgt. Van het oorspronkelijke kwartet is alleen Claudio nog over. NichelOdeon bestaat hier uit de muzikanten Francesco Chiapperini (alt en sopraansax, klarinet, EWI, fluit), Andrea Illuminati (piano, melodica, bombarda), Andrea Murada (percussie-instrumenten, noise effecten, didjeridoe, zang, fluit), Max Pierini (elektrische contrabas, ocarina), Luca Pissavini (elektrische viool, synthesizer, speelgoedinstrumenten, veldopnames, duduk, theremin) en Lorenzo Sempio (elektrische gitaar, bariton gitaar,gitaarsynthesizer, effecten), aangevuld door vele gasten op zang, elektronica, gitaar en overige instrumenten. Als een heuse theaterproductie wordt het groots aangepakt. Muzikaal gezien zit het sterk in elkaar, waarbij ze variëren met genres als Rock In Opposition, avant-garde, improvisaties (zowel qua zang als muziek), art-rock, filmmuziek, jazz, neoklassiek, industrial, gothic en psychedelica. Ook is het de ene keer sereen en wonderschoon maar op andere momenten kakofonisch en duister, al wordt aan alles een poëtische draai gegeven en brengen ze oprechte emoties ten gehore. Het levert een intrigerend, aangrijpend hoorspel op, waarbij de invloeden uiteenlopen van Zappa, King Crimson en Tuxedomoon, John Zorn tot John Cale, Gavin Friday, Angelo Badalamenti, Supersilent en Debussy. Dat alles gaat gepaard met de bijzondere zang van Claudio, die van laag en duister tot countertenor hoogte stijgt, waarmee hij ergens tussen Mike Patton, Elijah’s Mantle, Mikhail en Christian Wolz. Het is een waanzinnig sensationele, spannende groep rond deze oorvanger. Hierna duikt Claudio begin 2012 op naast Erna Franssens op de mysterieuze cd Adython en in de groep The Radiata 5tet met de cd Aurelia Aurita die vol intrigerende muziek van de buitencategorie staat. Daarnaast verschijnt er een live album NO, dat te downloaden is via de site van Claudio Milano. Live is bij NichelOdeon overigens iets heel anders dan de doorsnee liveplaat. Zij willen juist de rauwe essentie vangen van de muziek en die overbrengen. Dat doen ze dan ook altijd zeer overtuigend. Een wonderlijk unicum!


NichelOdeon-2013-Bath-SaltsNu verschijnt op Lizard Records de nieuwe dubbel cd Bath Salts. Zoals vaker zijn er weer de nodige personeelswisselingen geweest; een theaterproductie of film maak je immers ook niet steeds met dezelfde mensen. De kern van de groep bestaat naast Milano (zang, piano) uit harpist Raoul Moretti (Vibrarpa, Blue Silk, Essential Duo, diverse orkesten), percussionist Pierangelo PANdiscia en (Keltisch) harpist, cellist en violist Vincenzo Zitello (Telaio Magnetico, Asciara, solo). Daarnaast geven diverse gasten acte de présence op santoor, percussie-instrumenten, sax, fluit, elektronica, bas, drones, elektrische gitaar, spoken word, (tenor-, sopraan-) zang, klarinet, xylofoon en klokkenspel. Onder hen ook oudgedienden Francesco Chiapperini, Luca Pissavini en Max Pierini. Beide cd’s vormen een eigen hoofdstuk (capitolo). De eerste heeft als ondertitel Capitolo I: D’Amore e di Vuoto, ofwel “Hoofdstuk I: van liefde en de leegte. Hoewel je verwacht door deze line-up en het verleden van de band dat de muziek net als badzout alle kanten opgaat, blijven de 10 composities met een totale lengte van 55 minuten allemaal overzichtelijk en helder als badkristal. Claudio Milano brengt op gedragen wijze zijn teksten ten gehore, waarbij hij weer laveert van haast demonische klanken en improvisaties tot spoken word en prachtige countertenorzang. Hij beweegt zich ergens tussen Mike Patton, Mikhail, Elijah’s Mantle, Christian Wolz, Blixa Bargeld, Rhett Brewer en Gavin Friday in, waarbij met name de associatie met Mike Patton het sterkst naar voren komt. De muzikale omlijsting is experimenteel, maar nergens ondoorwaadbaar. Het vormt een soundtrackachtig en poëtisch geheel, gevormd door avant-gardistische, neoklassieke, jazz, improvisatorische en gotische elementen. Nieuw in het geluid zijn de vele wereldse en middeleeuwse elementen, die zowel door de Afrikaanse en Oosterse percussie- en blaasinstrumenten komen als de harpen die alle windstreken en tijden bij elkaar tokkelen. De cd voltrekt zich als een spannende, sfeervolle en diepgravende film. Verstilde maar intrigerende pracht, die met name door de verbluffende zang van Claudio Milano naar een heel hoog niveau getild wordt. De nuances zitten dan ook vooral in subtiele, emotionele details besloten en maken een diepe indruk. Naast eigen tracks staan er ook twee covers op van Bertolt Brecht/Kurt Weill en Peter Hammill, waarmee de groep ook raakvlakken heeft. Hoewel geen enkele vergelijking opgaat moet je denken aan een bevreemdende mix van de eerder genoemden en Einstürzende Neubauten (hun hoorspelen dan met name), Ronan Quays, Teho Teardo, Tuxedomoon, Coil, King Crimson en Virgin Prunes. Een totaal overrompelend album. En dan heb je slechts de eerste schijf pas gehad.


De tweede schijf met wederom 10 composities en een lengte van 51,5 minuut krijgt de subtitel Capitolo II: Di Guerre e Rinascite mee, hetgeen “Hoofdstuk II: van oorlog en de wedergeboorte” betekent. Deze is meteen al grimmiger dan de eerste schijf, maar bevat wel diezelfde meeslepende poëtische, filmische atmosfeer. Je krijgt iets meer koorzang, die wel doet denken aan Nicholas Lens en tevens meer duistere muziek die ook wel de kant van SPK, David Darling en Von Magnet op koerst, gehuld in een David Lynch-achtige productie. Ik versta geen woord van het Italiaans, maar de impact is er niet minder om. Milano legt zoveel expressie in zijn zang, dat het ook internationaal invoelbaar is; emoties hebben geen taal nodig. Je wordt simpelweg aan de grond genageld door deze muziek. Ook hier vind je weer een bewerkte compositie van Bertolt Brecht in het slotstuk “Portami Un Fiore”, waar zowaar Fabrizio Modonese Palumbo (Larsen, (r), XXL, Blind Cave Salamander) even te gast is. Het is een totaal overdonderend meesterwerk en het beste dat de band tot nu toe heeft voortgebracht!


InSonar-LEnfant-et-le-MenureEn alsof dit nog niet genoeg is geweest, is Claudio Milano ook terug te vinden op de dubbel cd L’Enfant Et Le Ménure, ofwel “het kind en de liervogel”, van het duo InSonar, dat hij er met Marco Tuppo (Flag Of Estonia) op nahoudt. Het is op de labels Lizard Records en dEN records uitgebracht. Ze werken op dit album samen met maar liefst 62 artiesten, te weten: Elliott Sharp, Trey Gunn & Pat Mastellotto (King Crimson), Walter Calloni (P.F.M.), Paolo Tofani (Area), Ivan Cattaneo, Nik Turner (Hawkwind), Dieter Moebius (Kluster), Thomas Bloch (Radiohead), Ralph Carney (Tom Waits), Dana Colley (Morphine), Graham Clark (Gong), Richard A Ingram (Oceansize), Albert Kuvezin (ex-Huun Huur Tu), Othon Mataragas & Ernesto Tomasini (Current 93), Nate Wooley, Burkhard Stangl (David Sylvian), Mattias Gustavsson (Altar of Flies), Werner Durand & Victor Meertens, Erica Scherl, Michael Thieke, Viviane Houle, Jonathan Mayer (Paul Mc Cartney), Stephen Flinn, Angelo Manzotti, Roberto Laneri, Vincenzo Zitello, Elio Martusciello (Chris Cutler), Thomas Grillo, Pekkanini, Víctor Estrada Mañas, Eric Ross, Takeuchi Masami, Gordon Charlton, Francesco Chapperini, Luca Pissavini, Fabrizio Carriero, Andrea Murada, Andrea Illuminati, Max Pierini, Lorenzo Sempio, Andrea Tumicelli, Nicola De Bortoli, Francesco Zago, Michele Bertoni, Alex Stangoni, Michele Nicoli, Stefano Ferrian, Alfonso Santimone (Robert Wyatt), Luca Boldrin, Andrea Quattrini, Beppe Cacciola, Simone Zanchini, Paola Tagliaferro & Max Marchini, Raoul Moretti, Pierangelo Pandiscia & Gino Ape. Dit is op voorhand al een lijst om je vingers bij af te likken, maar ook de muziek zelf mag er wezen. De eerste cd heeft als subtitel L’Enfant en bevat 10 composities met een totale lengte van een uur. Ondanks de enorme bezetting brengen ze relatief rustieke muziek, die wel behoorlijk theatraal is en zeker aan NichelOdeon doet denken, mede door de fantastische zang van Claudio Milano. Het is allemaal wat speelser alleen, hetgeen meteen door de opener The Simpsons Sing Gounod duidelijk wordt gemaakt. Hier zingt Milano onder begeleiding van een marimba een eigenzinnige versie van het door Charles François Gounod gecomponeerde “Ave Maria”. Ze komen hiermee tussen de Einstürzende Neubauten en Nicholas Lens uit; een heel bijzondere versie, die de toon meteen zet. Later brengen ze vooral eigen composities, hoewel ze ook gerust Agatha Christie citeren. Tegen het einde van de schijf wordt wel “Venus In Furs” van The Velvet Underground op heel eigenzinnige en bovenal duistere wijze gecoverd. Ze behandelen met de ludieke muziek en teksten thema’s als God, familie, dromen, vrienden, bedrog en hergeboorte, die ze dikgedrukt onder de titels van de nummers vermelden. Claudio Milano zingt op een enkele track na alles de hoogte in en Marco Tuppo leeft zich verder uit op de synthesizers en brengt tevens onder meer bas, drones, ebow, drumloops en laptopmuziek. Voor de rest worden de nummers ook voor een groot deel bepaald door de gast of gasten die er in een bepaald nummer meedoen, waaronder soms ook andere zangers en zangeressen. Daarom lopen de genres ook uiteen van ambient, neoklassiek, elektronische muziek en drones tot avant-garde, experimentele/improvisatorische muziek, jazz en dark cabaret. Maar dikwijls is het een bevreemdende potpourri van de buitencategorie, die telkens weer gehuld wordt in een andere sfeer. Een heerlijk rariteitenkabinet vol pakkende muziek.


De tweede schijf heet niet “Le Ménure”, maar Ashima, de West-Semitische godin van het lot. Een tikje verwarrend, mede omdat ik de naam niet op de muziek kan leggen. In India is Ashima een naam, die “grenzeloos” betekent, wat dan weer wel op de muziek van InSonar van toepassing kan zijn. De muziek op deze tweede schijf, die met acht nummers bijna 40 minuten duurt, gaat een stuk onheilspellender en meer experimenteel en noisy van start met “Liberami – Tabernacolo Erotico”, waarvan de tekst toepasselijk afkomstig is uit een Twin Peaks episode van David Lynch. De tweede track is een prachtig serene versie van Tim Buckley’s “Song To The Siren”, die door de mysterieuze atmosfeer meer aansluit op de versie van This Mortal Coil. Naast deze cover is er ook nog één van David Bowie’s “Warszawa” (van het geweldige door Brian Eno geproduceerde album Low). Voor de rest komen de composities weer van eigen hand en past het qua variatie bij de eerste cd, wederom afhankelijk van de gastinbreng. De thematiek van de eerste cd is wel losgelaten, hoewel “verleiding” hier centraal lijkt te staan. Al gauw wordt tevens duidelijk dat op de deze cd de Oosterse elementen een grote rol spelen, zowel bij het instrumentarium als de keelzang van de Tuvaanse zanger Albert Kuvezin die her en der opduikt. Het is een evenzo grillig als biologerend en mysterieus geheel geworden, waarbij je enkel de punt van je stoel voelt in je achterste gedurende het luisteren. Claudio Milano levert ook hier weer een verbluffend kwaliteitswerk af dat z’n weerga niet kent. Vier cd’s met zo’n 3,5 uur uniek en buitengemeen fraaie en fascinerende luisteravonturen, die in gelimiteerde oplage als bundel is verschenen, maar nu separaat verkrijgbaar zijn. Hulde!





Luister InSonar op Soundcloud:


L’Enfant Et Le Ménure (diverse tracks)


door Jan Willem Broek

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.