Om logistieke redenen in aflevering vier maar negen platen.
The Von Bondies – Lack Of Communication (Sympathy for the Record Industry, 2001)
Bekend verhaal: Jack White produceert album voor bevriende band uit Detroit en neemt de bevriende band mee op de White Blood Cells tour. Bevriende band maakt indruk en mag contract tekenen bij groot label. Waarop de zanger van de bevriende band last krijgt van grootheidswaanzin en verklaart dat het debuut waardeloos is en dat White de productie heeft verneukt. Waarop Jack White de betreffende zanger een klap voor zijn kanis verkoopt en de bevriende band geen bevriende band meer is. Ondertussen is Jack White nog steeds een wereldster en heeft de bevriende band nooit meer het niveau van dat debuut gehaald, zowel qua productie als qua composities.
Want voor hij probeerde rijk en beroemd te worden met britpopdeuntjes als ‘C’mon C’mon’, schreef Jason Stollsteimer met Lack of Communication de ultieme Detroit rockplaat. Voortgestuwd door meesterroffellaar Don Plum en de simpele baslijnen van Carrie Smith, de bassende natuurkundige, zong hij, nee, huilde hij op zijn knieën met feedbackend gitaren songs over (verloren) kalverliefde. Waarbij Stollsteimer zich dan wel vaker als de breker van harten opstelde dan als slachtoffer: “I know where your girl was last night / She didn’t put up too much of a fight.” Dat laatste zei White ook.
Bekend verhaal: Jack White produceert album voor bevriende band uit Detroit en neemt de bevriende band mee op de White Blood Cells tour. Bevriende band maakt indruk en mag contract tekenen bij groot label. Waarop de zanger van de bevriende band last krijgt van grootheidswaanzin en verklaart dat het debuut waardeloos is en dat White de productie heeft verneukt. Waarop Jack White de betreffende zanger een klap voor zijn kanis verkoopt en de bevriende band geen bevriende band meer is. Ondertussen is Jack White nog steeds een wereldster en heeft de bevriende band nooit meer het niveau van dat debuut gehaald, zowel qua productie als qua composities.
Want voor hij probeerde rijk en beroemd te worden met britpopdeuntjes als ‘C’mon C’mon’, schreef Jason Stollsteimer met Lack of Communication de ultieme Detroit rockplaat. Voortgestuwd door meesterroffellaar Don Plum en de simpele baslijnen van Carrie Smith, de bassende natuurkundige, zong hij, nee, huilde hij op zijn knieën met feedbackend gitaren songs over (verloren) kalverliefde. Waarbij Stollsteimer zich dan wel vaker als de breker van harten opstelde dan als slachtoffer: “I know where your girl was last night / She didn’t put up too much of a fight.” Dat laatste zei White ook.
Future Of The Left – Curses! (Too Pure, 2007)
Tweederde van Mclusky gaat verder waar het bij het opsplitsen van die band gebleven was: perfect noiserockpunkmeezingers maken. Bassist Kelson Mathias blijkt de voor de formule toch tamelijke essentiële baslijnen zelfs nog iets beter te kunnen spelen dan zijn voorganger Chapple. Het verschil tussen Curses! en Mclusky Do Dallas is sowieso vooral die verpletterende eerste indruk die je als band maar één keer kan maken.
Khanate – Things Viral (Southern Lord, 2003)
Was Khanate op het debuut nog experimentele doom metal, daar slaagden ze er op Things Viral al metalconventies uit de muziek te slopen. Waardoor elke raakpunt met normaliteit verdween en slechts de waanzin restte.
Was Khanate op het debuut nog experimentele doom metal, daar slaagden ze er op Things Viral al metalconventies uit de muziek te slopen. Waardoor elke raakpunt met normaliteit verdween en slechts de waanzin restte.
Vic Chesnutt – North Star Deserter (Constellation, 2007)
Op zijn eigen manier is Vic Chesnutt misschien wel net zo verwrongen duister als Khanate. Vanuit zijn rolstoel zingt hij zijn ballads over het langzaam onttakelende Amerika van president Bush jr. Niet strijdbaar als een Bruce Springsteen, maar als romanticus die door heldere observatie is verworden bittere cynicus. De linkse stoottroepen van Silver Mt. Zion Orchestra (waar Efraïm Marx zij geprezen zijn bek houdt) en Fugazi gitarist Guy Picciotto staan met feedbackende gitaren klaar om de revolutie te ontketenen, maar elke keer trekt Chesnutt ze met een bittere oneliner weer terug. “In training to run a marathon. Miles and miles and miles, with your Sunday shoes on.”
Op zijn eigen manier is Vic Chesnutt misschien wel net zo verwrongen duister als Khanate. Vanuit zijn rolstoel zingt hij zijn ballads over het langzaam onttakelende Amerika van president Bush jr. Niet strijdbaar als een Bruce Springsteen, maar als romanticus die door heldere observatie is verworden bittere cynicus. De linkse stoottroepen van Silver Mt. Zion Orchestra (waar Efraïm Marx zij geprezen zijn bek houdt) en Fugazi gitarist Guy Picciotto staan met feedbackende gitaren klaar om de revolutie te ontketenen, maar elke keer trekt Chesnutt ze met een bittere oneliner weer terug. “In training to run a marathon. Miles and miles and miles, with your Sunday shoes on.”
Digger & The Pussycats – Watch Yr Back (Spooky,2005)
Mysterieuze krachten in de kunst. Het debuut van deze bijna clichématig sympathieke Australiërs was hoogstens wel aardig. Dezelfde kwalificatie geldt voor de twee laatste albums. En dan is er het tweede album van Sam & Andy, Watch Yr Back. De beste gitaar-en-drumsduo plaat van een decennium waarin platen in die bandbezetting per wagonlading werden uitgebracht. Niet alleen zijn de harde bangers allemaal hits, ook experimenten als de noiserock van ‘No Vacancy’ en de cowpunk van ‘Why Won’t She Marry Me?’ werken gewoon. Maar ook op het gebied van “niet nadenken, maar rocken!” weten Sam & Andy genoeg te variëren. ‘Pickup at Pony’ is een schattige meisjesgroepenliedje dat stoer doet, terwijl gangsterepos ‘Thanks a Lot’ ons in de wereld van The Sopranos brengt.
Mysterieuze krachten in de kunst. Het debuut van deze bijna clichématig sympathieke Australiërs was hoogstens wel aardig. Dezelfde kwalificatie geldt voor de twee laatste albums. En dan is er het tweede album van Sam & Andy, Watch Yr Back. De beste gitaar-en-drumsduo plaat van een decennium waarin platen in die bandbezetting per wagonlading werden uitgebracht. Niet alleen zijn de harde bangers allemaal hits, ook experimenten als de noiserock van ‘No Vacancy’ en de cowpunk van ‘Why Won’t She Marry Me?’ werken gewoon. Maar ook op het gebied van “niet nadenken, maar rocken!” weten Sam & Andy genoeg te variëren. ‘Pickup at Pony’ is een schattige meisjesgroepenliedje dat stoer doet, terwijl gangsterepos ‘Thanks a Lot’ ons in de wereld van The Sopranos brengt.
Wau Y Los Arrrghs!!! – Cantan En Español (Voodoo Rhythm, 2005)
Een heus coveralbum met – zoals de titel als aangeeft – Spaanse versies van garage(cult)hits. Zoals alle goede garagerockbands maken deze Valencianen een volledig geflipte indruk, maar kunnen ze stiekem behoorlijk goed spelen. De voodoosurf moet namelijk wel dansbaar blijven. Dat lukt ze gegarandeerd ook; geen zaal die niet veranderd in een kolkende massa als de gebochelde Wau en zijn Arrrghs langskomen. Essentieel op elk feestje.
Een heus coveralbum met – zoals de titel als aangeeft – Spaanse versies van garage(cult)hits. Zoals alle goede garagerockbands maken deze Valencianen een volledig geflipte indruk, maar kunnen ze stiekem behoorlijk goed spelen. De voodoosurf moet namelijk wel dansbaar blijven. Dat lukt ze gegarandeerd ook; geen zaal die niet veranderd in een kolkende massa als de gebochelde Wau en zijn Arrrghs langskomen. Essentieel op elk feestje.
Mclusky – Mclusky Do Dallas (Too Pure, 2002)
“My band is better than your band!” De cultklassieker van het decennium. De extreem simpele, maar loodzware baslijnen van Jonathan Chapple en de superbe sneer van Andy Falkous leverde een handvol klassieke punksingles op als ‘Lightsabre Cocksucker Blues’, ‘Dethink to Survive’ en ‘To Hell with Good Intentions’ die nu nog iedereen kan meezingen. “If wasn’t for the ’86 World Cup, it wouldn’t have got this far.”
“My band is better than your band!” De cultklassieker van het decennium. De extreem simpele, maar loodzware baslijnen van Jonathan Chapple en de superbe sneer van Andy Falkous leverde een handvol klassieke punksingles op als ‘Lightsabre Cocksucker Blues’, ‘Dethink to Survive’ en ‘To Hell with Good Intentions’ die nu nog iedereen kan meezingen. “If wasn’t for the ’86 World Cup, it wouldn’t have got this far.”
Queens Of The Stone Age – R (Interscope, 2000)
Is het debuut de Revolver van Queens Of The Stone Age, daar is R het witte album. Focus werd ingeruild voor avontuur. Nick Oliveri en Mark Lanegan doen hun intrede als co-leadzangers en dat levert albumhoogtepunten ‘Tension Head’ en ‘In the Fade’ op. Dan is er de briljante grap ‘Feel Good Hit Of The Summer’ (met gastbijdrage van Rob Halford). Maar ook een paar hits met de klassieke QotSA ‘robot rock’ sound als ‘Leg Of Lamb’ en ‘Monsters in the Parasol’. R is ook het album dat QotSA groot maakte. Alleen ging dat zo langzaam dat de meeste media de noodgreep moesten uithalen de veel mindere opvolger Songs for the Deaf de hemel in te prijzen (wat vaker voorkomt: Tools Ænima vs. Lateralus of The White Stripes White Blood Cells vs Elephant.)
Is het debuut de Revolver van Queens Of The Stone Age, daar is R het witte album. Focus werd ingeruild voor avontuur. Nick Oliveri en Mark Lanegan doen hun intrede als co-leadzangers en dat levert albumhoogtepunten ‘Tension Head’ en ‘In the Fade’ op. Dan is er de briljante grap ‘Feel Good Hit Of The Summer’ (met gastbijdrage van Rob Halford). Maar ook een paar hits met de klassieke QotSA ‘robot rock’ sound als ‘Leg Of Lamb’ en ‘Monsters in the Parasol’. R is ook het album dat QotSA groot maakte. Alleen ging dat zo langzaam dat de meeste media de noodgreep moesten uithalen de veel mindere opvolger Songs for the Deaf de hemel in te prijzen (wat vaker voorkomt: Tools Ænima vs. Lateralus of The White Stripes White Blood Cells vs Elephant.)
Madrugada – The Nightly Disease (Virgin, 2001)
Mijn (pathologische?) behoefte aan op baslijnen gebaseerde zwijmelrock met bronstige baritonzang werd dit decennium perfect ingevuld door Madrugada. Dit is hun beste plaat. Songtitels als ‘Step into This Room and Dance for Me’, ‘Hands Up – I Love You’ en ‘Only When You’re Gone’ geven het al aan: dit is muziek voor Noorse zomeravonden aan een magnifiek fjord. Een soort anti-blackmetal eigenlijk. Hoewel de typisch duistere Scandinavische romantiek ook ruimschoots vertegenwoordigd is dankzij songs als ‘Black Mambo’, ‘The Frontman’ en ‘Two Black Bones’. Jammer genoeg, maar geheel in stijl, overleed de gitarist van Madrugada in 2008 aan een drugsoverdosis.
Mijn (pathologische?) behoefte aan op baslijnen gebaseerde zwijmelrock met bronstige baritonzang werd dit decennium perfect ingevuld door Madrugada. Dit is hun beste plaat. Songtitels als ‘Step into This Room and Dance for Me’, ‘Hands Up – I Love You’ en ‘Only When You’re Gone’ geven het al aan: dit is muziek voor Noorse zomeravonden aan een magnifiek fjord. Een soort anti-blackmetal eigenlijk. Hoewel de typisch duistere Scandinavische romantiek ook ruimschoots vertegenwoordigd is dankzij songs als ‘Black Mambo’, ‘The Frontman’ en ‘Two Black Bones’. Jammer genoeg, maar geheel in stijl, overleed de gitarist van Madrugada in 2008 aan een drugsoverdosis.