[cd, Kranky/Konkurrent]
De Canadese muzikant Scott Morgan heeft verschillende muzikale uitlaatkleppen. Zo speelt hij drums en saxofoon bij de groep Destroyer, heeft hij ooit acte de présence gegeven bij Thee Crusaders samen met A.C. Newman en is hij werkzaam als sound director in de videogame-industrie. Het meest bekend is hij echter met zijn spraakmakende elektronicaproject loscil. Hij is hiermee al 13 jaar kind aan huis bij het prestigieuze Kranky label. Tussendoor maakt hij wel eens (mini) uitstapjes naar labels als Involve, One, Ghostly International, Glacial Movements, Frond, Wist en eerder dit jaar op de split met Fieldhead ook naar Gizeh. Maar zijn reguliere albums verschijnen eigenlijk steevast op Kranky. Morgan brengt doorgaans een dromerig desolate mix van klassieke instrumenten en elektronica, waardoor hij een organisch en warm geluid weet te creëren. Hiermee bewandelt hij zowel neoklassieke, met orkestraties geplaveide als ambientachtige en elektronische paden, waarbij de laatste jaren de elektronica wel een grotere rol zijn gaan spelen. Zijn laatste studioalbum Sketches From New Brighton uit 2012 is zijn mooiste tot dan toe, dat terwijl eerdere werken al op een ongekend hoog niveau zitten.
Nu komt hij met Sea Island, waaraan hij de afgelopen twee jaar heeft gewerkt. Een deel hiervan is live ontstaan en de rest is in de studio tot stand gekomen. Morgan schept hier 11 vrij lange composities, die als basis isolationistische doch warme ambient en drones bevatten. Deze voorziet hij zo nu en dan van lekkere ritmes, dub en jazz elementen. Hij wordt hierbij geholpen door zijn gasten Jason Zumpano op elektrische piano (Rhodes), vibrafonist Josh Lindstrom, zangeres Ashley Pitre, pianiste Kelly Wyse en violiste Elaine Reynolds (The Declining Winter, Fieldhead, The Sea, The Boats). Het is een sfeervol mistig en bovenal mysterieus narcotisch geheel geworden, waarbij je tot rust, dromen en nadenken komt. Het plaatst je even helemaal buiten de realiteit. De ene keer koerst hij meer af op nachtelijke, ijzige ambient en op andere momenten zijn het de drones, minimale jazzy postrock en haast neoklassiek die naar boven komen drijven. Het hangt ook één op één samen met de inbreng van de gasten. Alles is gehuld in een gecondenseerde laag elektronica waarin je gewillig in wegzakt. Een betoverende draaikolk van zachte elementen, die je 72 minuten lang aan de grond weet te nagelen. Je moet daarbij denken aan een zinderende en steeds wisselende mix van Cluster, Gavin Bryars, Stars Of The Lid, Tortoise, Labradford, Marsen Jules en Ryan Teague. Daarmee levert loscil nu z’n definitieve magnum opus af. Wat een schoonheid!
door Jan Willem Broek