Logreybeam – Perhaps…


Logreybeam-2[cd, Muri Records/Bertus]


Hoewel de Californische multi-instrumentalist Gabriel Morley al sinds 2003 actief is, blijft zijn output redelijk beperkt. Wat hij uitbrengt is echter van een constant hoog niveau. Dat geldt in de eerste plaats voor zijn lidmaatschap in Yasume, een band die hij deelt met John Twells ofwel Xela, met hun droomdebuut Where We're From The Birds Sing A Pretty Song (2003). Maar ook zijn eigen solodebuut It's All Just Another Aspect Of Mannerism (2004) als Logreybeam, de nummer vier op Xela’s Type Records, is een prachtig neoklassiek werk. Overigens is de bandnaam zag ik gewoon een anagram van Gabe Morley. Na zijn wonderschone debuut verschijnt er op een digitale geremasterde versie van datzelfde album en wat remixes weinig tastbaars uit zijn handen. Een gemis, want zijn muziek is echt een verrijking van het neoklassieke landschap. Nu is er eindelijk een echt vervolg in de vorm van het 14 nummers tellende Perhaps… met de subtitel “Themes From Film”. Overigens verschijnt dit album met 4 nummers minder vorig jaar al als cd-r. Morley creëert zijn imaginaire, filmcomposities zelf en speelt ze in met piano, accordeon, klarinet, melodica, tenorsaxofoon, klokkenspel, cello, zang, akoestische gitaar, bas, clavinet en software. Hiermee weet hij een breed palet aan neoklassieke muziek te scheppen, waarin ook ambient, glitch, avant-garde en kamermuziek voorbij komen. In 2 tracks zijn de stemmen van Janice Marder en Julien Neto te horen, de rest brengt deze unieke artiest allemaal zelf. De muziek is zeer droefgeestig, maar ademt ook die romantische sfeer uit als je langs de Seine in Parijs wandelt met je geliefde. Hetgeen hij hier voorbij laat komen is dan ook van een adembenemende schoonheid. Eenzame piano’s, slaapdronken orkestraties en nachtelijke blaaspartijen zijn genoeg om je te doen verstillen. Denk aan een modern klassieke variant op Tuxedomoon, een bitterzoete Ennio Morricone, de desolate pracht van Sylvain Chauveau, de droeve romantiek van Astor Piazzola (zij het hier op een accordeon), de neoklassieke schoonheid van Olan Mill, het filmische van Daniel Figgis, de mistroostige pianopartijen van Dustin O’Halloran en Max Richter en de wereldse benadering van Vieo Abiungo. Eentje die er wel bijpast maar anders is opgebouwd is de bijzondere, opzwepende track “Roma Dance Party”, waar hij gemanipuleerd applaus gebruikt als een soort elektronische ritmesectie, wat maar eens te meer aantoont dat hij werkelijk een unieke componist is. Het merendeel van het album is verder van een ontroerende pracht die nauwelijks te bevatten en beschrijven valt. Een waar meesterwerk!




door Jan Willem Broek

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.