Lewis’ ‘L’Amour’: De hopeloos romantische uitspatting van een onvindbaar enigma

Lewis1aHet label Light in the Attic bracht vorige maand het album L'Amour uit, van ene Lewis. Het is een heruitgave van een in eigen beheer uitgegeven plaat uit 1983. De maker ervan is volstrekt onvindbaar, de enigmatische geschiedenis van deze plaat spreekt tot de verbeelding. Maar de plaat is vooral de moeite waard omdat deze zwoele, intieme fluisterzang ook 31 jaar later nog altijd geen gelijke kent, schrijft Gerard de Jong.

In 1983 boekt ene Randall A. Wulff studiotijd bij de Music Lab studio in Los Angeles. Hij komt aanrijden in een witte Mercedes cabrio. Samen met zijn meisje en synth-speler Philip Lees (ook volstrekt onbekend) gaat hij de studio in, om er met een album weer uit te komen. Hij huurt een fotograaf om de mistige, in alle aspecten naakte cover te schieten. Hij betaalt de fotoshoot à $ 250 met een cheque die later ongedekt blijkt.

De plaat brengt hij in een kleine oplage in eigen beheer uit. Het heeft nul impact, en van Wulff wordt nooit meer iets vernomen. Van de aardbodem verdwenen. Alsof hij nooit heeft bestaan.

Een verzamelaar ontdekt de lp in 2008 op een rommelmarkt in Alberta, Canada. Obscure muziekblogs doen daarna hun werk: het album, met zoveel mysterie omgeven, wordt een succesvolle, bewonderde curiositeit binnen de ’weird albums’-blogosfeer.

Een documentairemaker ontdekte dat Wulff – onder een andere naam – nog enkele andere albums opnam. Die naam zelf leidde ook tot een dood spoor, maar welke naam het is wil hij niet prijsgeven. Een neefje heeft warme herinneringen aan hem, en zegt dat hij in de jaren ’90 als beurshandelaar werkte. Maar ook hij is hem uit het oog verloren. Dat is grofweg wat bekend is.

Nu, in 2014, heeft het schapgravende label Light in the Attic de plaat opnieuw uitgebracht. Zonder toestemming van de auteur: die is volstrekt onvindbaar, er is nauwelijks iets over Wulff bekend. Enkel deze flarden, die prachtig staan opgetekend in de liner-notes. Zijn royalties zetten ze apart, voor het geval hij zich ooit meldt. Leeft hij nog? Niemand die het weet.

~

Lewis1

Kijk naar de hoes. Neem even de tijd, en kijk. Randall A. Wulff is de stoere, koele, gevoelige adonis die je diep in de ogen kijkt. Haar perfect gecoiffeerd. Torso net daar afgesneden zodat we nog wat borsthaar zien. Brede kaaklijn. De suggestie van brede schouders. En een blik die je zelfverzekerd probeert open te splijten, maar ook een vraag lijkt te stellen. ’Hier ben ik, dit ben ik. En jij?' Net als de meticuleus gecomponeerde muziek is ook de hoes doordacht. En toch, en toch… Toch staat hier een man die zich enorm kwetsbaar opstelt.

Projectie? Zeer zeker. Maar daar leent de hoes, de muziek en dit mysterie zich ook zo goed voor. Hier staart iemand je aan die – al was het een spontane actie – heel goed wist wat hij wilde. Al blijft zijn blik er een van ambiguïteit. Had hij echt grote muzikale ambities? Schreef hij dit album enkel, door dolle liefde bedwelmd, voor zijn lief? Wat is er van hem geworden?

Het verhaal van Wulff prikkelt de fantasie. Hier is een enigmatische man die verdween, een geest werd, en daar zeer waarschijnlijk zelf volledig voor koos. Maar dat fantastische verhaal alleen is niet wat deze heruitgave zo bijzonder maakt. Want L’Amour blijkt als plaat volledig op eigen benen te staan, en is muzikaal een volstrekt unieke plaat.

~

L’Amour is het beste te begrijpen als een suite, bestaande uit tien in romantiek gedrenkte ballades en bluesy nighttime strolls, voornamelijk gestoeld op piano en gitaar. Er komen geen drums of bas aan te pas op deze plaat. Wel is er een continu sprankelende, spaarzame maar gedecideerde onderlaag van synthesizer: in 1983 nog een utopisch instrument. Hij buitte dat toen al ten volste uit. En er is die stem.

Die stem. Zijn stem. Wulff fluisterzingt, prevelt zijn zwoele, melancholische teksten. Tot op het gekmakende, nauwelijks verstaanbare af. Het klinkt in eerste instantie zijig, in de mix zijn de vocalen ver naar de achtergrond gedrukt. Hij schuwt elke uithaal of uitdrukkelijkheid, hij houdt het ’klein’. En omdat het zo zacht is, ga je harder je best doen om het te horen. De eerste keer is dat domweg irritant – ik wil horen wat hij zingt!

Lewis2Maar als je goed luistert, hem echt hoort, dan wordt je gezegend met één lange, breekbare, melancholische, opgewonden liefkozing. Als de postcoïtale adem van je geliefde die je huid streelt. Dit wonderlijke album rekt die verlangende zucht van nabijheid in je nek tot zo’n veertig intense minuten.

De vergelijking met twee muzikanten dringt zich steeds op: Arthur Russell, vanwege de stem en intimiteit; en Nick Drake, vanwege de mystiek en de verstilde, bluesy ballades.

L’Amour is zeker niet voor iedereen. Word je kriegelig van de zijige stem, dan weet je wellicht snel genoeg. Maar verslijt het niet te snel voor candlelight ambient. Daarvoor broeit er teveel onder de verstilde muziek. Er zit ziel in. Dit is geen candlelight, het is de zachte bries wind op een zwoele zomeravond die de vlam tot een vurige dans verleidt.

Ja, L’Amour is een hopeloos romantische plaat. Schaamteloos hopeloos zelfs. ’Let’s Fall in Love Tonight’, ’Cool Night in Paris’, ’Love Showered Me’ (het sprankelende prijsnummer waarin alles samenkomt): de songtitels doen geen moeite dat te verhullen. Het is de serene, naakte intimiteit die je voor hem inneemt. Geen grandeur, geen exclamaties, geen schreeuw-het-van-de-daken; maar een doordachte, diepe en met volledige overgave gebrachte lofzang op de liefde. Opgenomen met zijn meisje aan zijn zijde, op een zonnige namiddag in Los Angeles, 1983.

~

Lewis3Randall A. Wullf moet diep van binnen een melancholicus van de zuiverste, onversneden soort zijn geweest. En hij verdween. Misschien werkt hij nu als een soort Don Draper, met een nieuwe identiteit, op kantoor. Woont hij teruggetrokken op het platteland. Of is hij dood. Wie zal het zeggen?

Ik hoop niemand. Ik hoop dat hij nog leeft en in retraite of zelf verkozen kluizenaarschap meekrijgt hoe zijn plaat 31 jaar na dato plots een welverdiende renaissance doormaakt. Ik hoop dat, als hij nog leeft, hij naar de platenzaak gaat, naar zijn eigen plaat vraagt en hem koopt. En thuis opzet, glimlachend en mijmerend.

Blijf maar onvindbaar. Doe geen Rodriguez'je, laat enkel de muziek spreken. L’Amour kent, 31 jaar na verschijnen, geen gelijke. Het is een van die zeldzame soort platen die zo verwondert en overrompelt, muzikaal gezien zo uniek is, dat je jezelf slechts één brandende vraag blijft stellen: Waar ben je mijn hele leven geweest?

 

Lewis, L'Amour (1983, reissue 2014, Light in the Attic)

Lewis, L'Amour op Spotify

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.