Le Réveil Des Tropiques – Le Réveil Des Tropiques


LRDT-LRDT[2cd, Music Fear Satan]


In de muziekscene van Parijs wemelt het van het jong talent in de underground, zowel op post-rock- en improvisatie- als post-punk-, noise- en avant-gardegebied. Het moest er dan ook eens van komen dat daaruit een supergroep geboren zou worden. Die is er nu en heet Le Réveil Des Tropiques.


Degene die me op dit project geattendeerd heeft is Frédéric D. Oberland (elektrische gitaar, klavier, altsaxofoon, theremin), die ik van de schitterende bands Farewell Poetry en The Rustle Of The Stars ken. Daarnaast heeft hij in de groepen 21 Love Hotel en Medecine Music gespeeld en werkt hij eveneens samen met Glissando, Bérangère Maximim, Colin JohnCo, Three Black Eyes, Nicolas Laferrerie en The Fitzcarraldo Sessions. Zijn discografie, die hij vooral de afgelopen 5 jaar heeft opgebouwd, is indrukwekkend te noemen. Adrien Kanter (elektrische gitaar, synthesizer, kraakdoos, zang), op platen kortweg ook wel enkel Adrien geheten, schuift eveneens aan en is terug te vinden in de bands Looking For John G, Trésors en Testa Rossa. Die laatste band deelt hij onder meer met het volgende bandlid Arnaud Rhuth (drums), die verder ook speelt in One Second Riot. Het vierde groepslid Matthieu Philippe De L’Isle (synthesizers, tapes, percussie, zang) geeft acte de présence in Casse Gueule. Tot slot is er nog bassist Stéphane Pigneul, die ik wel eerder ben tegengekomen in de bands Heligoland, Sealight en Ulan Bator en tevens van zich laat horen in Norma Loy en Object. Je kunt dit dus met recht een supergroep noemen.


Ze komen met de gelijkluidende dubbel cd Le Réveil Des Tropiques, hetgeen “het ontwaken van de Tropen” betekent. Nu gaat het er heet aan toe en kunnen de mannen flink tekeer gaan, maar of ze zover reiken is de vraag. Wellicht refereert het aan de titels van de nummers of het feit dat ze zich 2 dagen en 3 nachten hebben verschanst en doorgehaald om dit werk te voltooien; Tropendagen vol psychedelische improvisaties. Het resultaat mag er echter wezen: maar liefst 2 schijven met 9 tracks en 82 minuten muziek. Maar nog veel belangrijker is dat het ook geweldige muziek is geworden. Ik zal ze track voor track even kort nalopen. De eerste cd opent met het 15 minuten durende “Jérusalem”, waarbij de vintage synthesizergeluiden, thereminexperimenten en een langzaam kabbelende bas in het eerste stuk de dienst uitmaken. Dit heeft wel wat weg van een obscure variant op Pink Floyd (“Set The Controls For The Heart Of The Sun”). Naarmate de track vordert zwelt het geluid aan en voegen ook de elektrische gitaren en drums zich bij het geheel, waardoor ze een meer progressief rockgeluid à la Magma in combinatie met de doomrock van Crippled Black Phoenix laten horen. Tegen het einde neemt de noise de overhand en zit je eerder in het straatje van de oude Sonic Youth. Ze brengen echter zoveel tegelijk met hun gelaagde muziek, dat de vergelijkingen ook nooit helemaal opgaan. De tweede track “Temochtitlan” is slechts 3 minuten en laat vanaf het begin loodzware avant-rock horen, die nog het dichtst in de buurt van de Swans komt. Hierna krijg je in het eveneens korte “Homs” even rust met Can-achtige psychedelica, die vervolgens over gaat in het 14 minuten durende “Antibes”. De heren brengen hier krautrock met een verleidelijke motorik en aangevuld door allerhande psychedelica, experimenten en avant-rock, waardoor ook bands als Neu!, Bästard en Guapo in het vizier komen. Overigens wil dat niet zeggen dat de eerder genoemde invloeden hier niet terugkeren, want Pink Floyd en Can hoor je dikwijls doorschemeren in deze biologerende muziek. Tot besluit volgt “Tunguska” van bijna 7 minuten, waar ze beginnen met een combinatie van experimentele post-rock met psychedelica, die wel herinneringen oproept aan The Berg Sans Nipple. Hierna bouwen ze op hallucinante wijze naar meer harde, post-rock gerichte muziek die wel wat van Mogwai weg heeft. Dan heb je slechts de eerste disc gehad. De tweede opent meteen met hardcore à la Nomeansno en Chevreuil in “Sigirîya”, zij het gekruid met van alles en nog wat. Maar het knalt erin! En na 7,5 minuut sta je nog na te schokken, ondanks het rustieke eind van het nummer. Het is bijzonder hoe ze van keihard naar bijna sereen weten te gaan en omgekeerd. Er gebeurt echt ontzettend veel per vierkante seconde op dit album. “Kinshasa” met een lengte van bijna 11 minuten gaat er ook stevig in met krautrock, noise en psychedelica en eindigt in een met motorik aangestuurde elektronische kakofonie. De derde en tevens langste track (17 minuten) van de cd, “Yonaguni”, begint met helikopterachtige elektronica en een hypnotiserend synthesizergeluid, alsof Reuber en Pink Floyd elkaar gevonden hebben. Langzaam duiken daar zware, dreigende en bungelende basklanken door die wel wat van Seigmen weg hebben. Ze bouwen de spanning langzaam op tot het bijna niet meer te houden is en komen dan de laatste 5 minuten pas met de beheerste uitbarsting, waardoor de opgebouwde spanning niet helemaal wegvloeit. Bloedstollende en weergaloze track. In de laatste 4,5 minuut is het nog even bijkomen met de filmische gitaarpartijen en ambient in “Anthemusa”. Tegen het einde pruttelt het nog wat na en dan is het gedaan met dit Apocalyptische album. Ze weten ondanks het improvisatorische karakter en de vele wisselingen binnen de tracks een consistent geheel te brengen, hetgeen knap te noemen is. Het zit strak in elkaar en toch zorgt het voor geestverruimende en avontuurlijke pracht. Een monumentale, meeslepende soundtrack voor het einde van de wereld. Of gewoon één om intens van te genieten natuurlijk. Grote klasse!


Luister Online bij Soundcloud:


Antibes / Jérusalem


door Jan Willem Broek

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.