Het laptoptrio Fenn O’Berg viert hun terugkeer met een aantal releases op het Mego-label. Terughoudendheid is hun nieuwste troef.
Fenn O’Berg is terug van weggeweest. Het laptoptrio van Jim O’Rourke, Peter Rehberg en Christian Fennesz brengt na 9 meteen maar een stapel lp’s uit. ‘Live in Japan part 1 & 2’ zijn twee losse lp’s, de cd/2lp ‘In Stereo’ en de dubbel-lp ‘In Hell’ (aangekondigd voor begin april). De opnames zelf zijn alweer twee jaar oud want opgenomen tussen oktober 2009 en november 2010.
De muziek zelf is erop vooruitgegaan: stonden de albums ‘The Magic Sound of Fenn O’Berg’ en ‘Return of The Fenn O’Berg’ nog vol korte samples, daar is op het nieuwe werk geen sprake meer van. De muziek is van experimentele, geestige improvisaties (met dito titels) opgeschoven richting serieuze ambient, denk aan Tim Hecker’s werk. Het best komt dat naar voren op de ‘Live in Japan’ -lp’s. Met name het gebruik van dynamiek en echo maakt het alsof je naar Hecker zit te luisteren. Problematisch is alleen de lengte van de stukken (die een hele plaatkant van een lp beslaan en dus allemaal ongeveer 20 minuten duren) in combinatie met het uitblijven van een spanningsboog. Qua geluid is het trio er duidelijk op vooruit gegaan, en ook qua eenheid: nergens heb je het idee dat je naar groepsimprovisaties te luisteren – de chaos van eerdere releases is zo goed als verdwenen. Maar innovatief is het niet, het is allemaal eerder en beter gedaan, door de heren zelf en gelijkgestemden als Oren Ambarchi en Tim Hecker. Dit neemt echter niet weg dat er veel moois valt te genieten op deze nieuwe releases.
In Kyoto was het trio het best op dreef, zo lijkt het. Het stuk ‘Kyoto 1’ (van ‘Live in Japan Part 1) opent slim met een prachtige melodie, die de aandacht meteen weet te vestigen op wat komen gaat (de melodie komt daarna helaas nergens meer terug, een illusie dus). ‘Kyoto 2’ (‘Live in Japan Part 2) mengt onheilspellende drones met verrassend mooie samples die wel eens van O’Rourke zouden kunnen komen. Halverwege duikt zowaar een elektrische gitaar op – ik vermoed Fennesz. ‘Nagoya 2’ is ook mede door het gebruik van echo een succes. Korte, chaotische samples worden afgewisseld met kalme ambient-passages.
‘In Stereo’ is het eerste echte studiowerk van Fenn O’Berg, aangezien voorgaande releases bewerkingen van live-materiaal waren. In een week tijd zijn opnames gemaakt waar ook piano, bas, percussie en gitaar te horen zijn – zij het digitaal vervormd. De zeven tracks zijn aanmerkelijk korter dan op de live-lp’s. Opener ‘Part III’ is erg sterk: minimale muziek met maximale impact dankzij een (bewerkte) gitaarsample. Fenn O’Berg op zijn best. ‘Part V’ is met dertien minuten de langste track. Wat begint met een bewerkt pianoloopje, draait uit op een chaotisch en mistig geluidscollage met subtiel opgebouwde climax, gevolgd door een outtro waar zacht ingemixte white noise de aandacht trekt. Piano en drums verrassen in ‘Part I’, waar Charlemagne Palestine-achtige minimal music wordt gecombineerd met ambient. Die truc haalde O’Rourke ook uit bij zijn improvisaties met Oren Ambarchi en Keji Haino (drie releases op Black Truffle Records, de meest recente, Imikuzushi, is net uit). Het zijn de meest interessante momenten van het album die laten zien dat meer niet altijd beter is: het duurt te lang en bevat te weinig goede nieuwe ideeën om helemaal te blijven boeien. Het outtro van afsluiter ‘Part VI’ doet ook erg denken aan O’Rourke’s ‘He Who Laughs’ (beschikbaar op de heruitgave van O’Rourke’s laptop-klassieker ‘I’m Happy and I’m Singing and a 1,2,3,4’). De voorlopige conclusie is dat Fenn O’Berg live meer verrast dan in de studio.
‘Live in Japan Part 1 & 2’ en ‘In Stereo’ staan op Spotify, net als ‘Magic & Return’.
EvR