Julianna Barwick – Nepenthe

Juliannebarwick-nepenthe[cd, Dead Oceans/Konkurrent]


Zoals ik vind dat de narcis een krokus en Serena Williams Venus Williams had moeten heten en omgekeerd, zo vind ik dat ook bij Julia Holter en Julianna Barwick. Er is wel enige verwantschap qua muziek, maar de verschillen zijn meer evident. Ik haal ze gewoon altijd door elkaar. Nu ja, tot ik hun albums weer draai. Enfin, ik zal jullie niet met mijn gedachtekreukels vermoeien. Er is eindelijk na twee jaar weer eens een nieuwe van Barwick en dat is het enige dat telt. Deze getalenteerde dame, die begint in een kerkkoor, heeft al hoge ogen gegooid met haar albums Sanguine (2006), de mini Florine (2009) en The Magic Place (2011). Ze brengt doorgaans haast hallucinante ambientachtige muziek, die hoofdzakelijk met haar stem tot stand komt. Haar stemgeluiden, woorden zijn niet of nauwelijks te ontrafelen, stapelt ze laag op laag en schept er zo goed te volgen sfeervolle en desolate stukken mee. Uiterst origineel, bijzonder en van een hemelse pracht bovendien. Hiernaast geeft ze tevens acte de présence in de groep Ombre.


Naar haar derde album Nepenthe heb ik dan ook reikhalzend uitgekeken. “Nepenthe” is het Grieks voor een geneesmiddel voor verdriet (antidepressivum) of een drug van vergetelheid. Het eerste wat me opvalt is dat de muziek van Barwick zo intens droefgeestig klinkt, maar je kunt je er wel aan optrekken. Drug van vergetelheid. De muziek is inderdaad zo overdonderend dat je alles om je heen en in je hoofd vergeet. Ze pakt je vanaf het begin helemaal in. Op haar typische wijze opent ze de cd met een evenzo nevelige als etherisch ambientlandschap dat voortkomt uit haar stem. Na de eerste track wentel je weer in de vertrouwde onwerkelijke atmosfeer. Toch verandert er daarna plots iets door de toevoeging van instrumenten. In eerste instantie een sobere piano, maar op tracks erna zijn er ook strijkers, een gitaar en een hoop andere stemmen en koorzang hoorbaar. De zang is nu soms zelfs verstaanbaar, al blijft Barwick met opeengestapelde stemmen werken. Net voordat ik denk, dit lijkt wel op de rustige momenten van Sigur Rós, valt mijn oog op de uitgebreide gastenlijst die ik online gevonden heb. Het album is in IJsland opgenomen door Sigur Rós producent Alex Somers, zelf ook in Jónsi & Alex en Parachutes spelend. Dat verklaart al één en ander. Daarnaast spelen gitarist Róbert Sturla Reynisson (Benni Hemm Hemm, Múm, Borko, Ölof Arnalds, Sin Fang), het strijkensemble Amiina en The Teen Girl Choir mee. Dat laatst genoemde koor is ook te bewonderen op de laatste cd van Sigur Rós. Dit alles past als een handschoen bij het werk van Barwick en verklaart die ijzige, maar toch door geisers verwarmde sfeer. Het is allemaal zeker wat toegankelijker geworden, maar bepaald niet minder mooi. Ze komt met haar geluid ergens tussen een fraaie mix van ambient, neoklassiek, experimentele muziek, post-rock, folk, drone en smaakvolle droompop uit. Naast Sigur Rós zijn het ook Múm, Grouper, Julia Holter, Richard Skelton en Amiina die tot de associaties behoren. Een ongelooflijke prachtplaat om niet snel te vergeten.



door Jan Willem Broek

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.