Computerspellen zijn een vorm van vermaak waar veel mensen na hun studententijd mee stoppen en dan ook niet meer naar terugkeren. Waarom zou je ook? Het valt namelijk niet te ontkennen: je wordt oud. Je hebt schouderklachten vanwege je kantoorbaan en jarenlang alcoholgebruik dat eerlijk gezegd toch wel iets boven de aanbevolen norm ligt heeft je reflexen aangevreten. Het vooruitzicht in de onlinemodus van de nieuwste hitgame (om de een of andere reden dien je ‘game’ te zeggen en niet ‘spel’) te verliezen van 13-jarigen die je met hun hoge piepstemmen de meest grove beledigingen naar het hoofd slingeren is niet motiverend. Het aanleren van de vijfendertig knoppencombinaties nodig om het spel goed te spelen kost je ook te veel tijd; je wilt je ontspanning nu. En dan liefst ook met een beetje intellectuele en emotionele diepgang, niet de zoveelste Lord of the Rings-kloon of pief-paf-poef in de ruimte.
Die spellen bestaan. Het genre heet interactieve fictie: spellen waarbij verhaal en karakters belangrijker zijn dan actie. Je kunt ze in alle rust spelen. Soms moet je puzzels oplossen, maar zelfs dat is lang niet altijd het geval. Dan is het verkennen van de spelomgeving of het kiezen van het pad dat een karakter volgt waar het om gaat. Ja, je zit dan dicht tegen een film of boek aan. Een subgenre van de interactieve fictie heet zelfs visual novel. Maar goede interactieve fictie gebruikt de mogelijkheden van computeranimatie om dingen te doen die een film of boek niet kunnen. Persoonlijk beleef ik deze spellen vaak intenser dan een boek of film, omdat ik toch de persoon bent die bepaalde keuzes maakt, hoe zeer de keuzevrijheid ook beperkt wordt door de programmeurs.
Interactieve fictie is niet een klein uithoekje van het computerspellandschap. Commercieel is het weliswaar niet zo groot, maar veel van de best gerecenseerde spellen vallen in de interactieve fictiecategorie. Niet geheel onlogisch, want de journalisten die over videospellen schrijven zijn ook grotendeels hoog opgeleide dertigplussers.
Alleen moet je dan wel gespecialiseerde websites lezen die er over schrijven (mijn favorieten: het typisch Engels eigenwijze Rock, Paper, Shotgun, zijn meer journalistieke broertje Eurogamer en het Amerikaanse Kotaku), want de kunst- en mediabijlages van de Nederlandse kranten en tijdschriften besteden erg weinig aandacht aan computerspellen en als ze het al doen, dan is het aan de grote blockbusters. Dat is toch een beetje alsof de filmrecensent alleen zou schrijven over de nieuwe Transformers en Avengers-films en de artistieke film links zou laten liggen.
Het grote voordeel met die onbekendheid is dat er nog een enorme voorraad recente klassiekers te wachten ligt. Daarbij kwam ik er ook al snel achter dat de computerspelmarkt wat betreft prijzen meer op de kledingmarkt lijkt dan op die voor platen of dvd’s. Er is continu wel ergens uitverkoop en dan gaat er zo 25% tot soms wel 90% van de prijs af. Of er worden bijvoorbeeld meerdere spellen gebundeld voor €15. Er worden ook regelmatig spellen gratis weggeven. Bij de Epic Games Store zelfs elke week gratis (dit om marktaandeel af te snoepen van jarenlange bijna monopolist Steam.)
Alvast wat persoonlijke favorieten om mee te beginnen:
Het absurdistische meesterwerk: The Stanley Parable
Als je me vraagt wat de crème de la crème van de interactieve fictie is, dan zeg ik zonder twijfel: The Stanley Parable uit 2013. Je kruipt in de huid van Stanley, medewerker 427 van een vage dystopische organisatie. Een keurig Engels sprekende voice-over vertelt je wat er aan de hand is met Stanley en wat je moet doen. Hij doet dat op zo een toon dat je welhaast automatisch iets anders gaat doen. De verteller reageert hier op en zo ontstaat een absurdistisch spel van actie en reactie, waarin telkens de vragen zijn: “Wie controleert wie?” en “Wat is de werkelijkheid?” Maar hoe het ook zit, één ding is zeker: alles gaat op een surrealistische en komische manier anders dan je ooit voor mogelijk had gehouden. De meeste paden duren een minuut of 20, maar er schijnen 18 verschillende eindes te zijn, dus je bent er niet snel op uitgekeken.
Na The Stanley Parable deden ontwikkelaars William Pugh en Davey Wreden een Jekyll en Hyde-act: Pugh nam de absurdistische humor en maakte het gratis Dr. Langeskov, The Tiger, and The Terribly Cursed Emerald: A Whirlwind Heist en Wreden nam alle existentiële wanhoop en sociale angsten met zich mee voor The Beginner’s Guide, dat tevens een onderzoek naar spelontwerp als weergave van psychische toestand is. Beide zijn goed en The Beginner’s Guide is zelf indrukwekkend (maar wel loodzwaar), maar ze missen de perfecte balans tussen zwaardere onderwerpen en humor die The Stanley Parable een meesterwerk maakt.
The Stanley Parable is er voor Windows, MacOS en Linux. Er is een gratis demo.
Suspiria in bytevorm: Layers of Fear
Na het alom jubelend ontvangen The Stanley Parable, nu een spel dat op een meer gemengde ontvangst kon rekenen, maar dat ik zelf fantastisch vind: Layers of Fear (2016). Niet dat ik het niet eens ben met de kritiek: ja, het verhaal over een schilder die langzaam gek wordt zit vol (horror)clichés, de stemacteurs leggen het er veel te dik bovenop, die paar jump scares zijn goedkoop en er zijn wel heel veel laatjes en kasten om open te trekken waar dan niets interessants in blijkt te zitten.
Maar dat is allemaal bijzaak.
Layers of Fear is een visueel meesterwerk. Zie het als Dario Argento’s Suspiria in bytevorm. Ook bij die film zijn het niet het plot en de acteurs die de klassieke status opleveren, maar de vormgeving. Layers of Fear staat voor mij duidelijk in die psychedelisch horrortraditie. Het is niet de paar keer schrikken die de horror oplevert, maar de langzaam onder de huid kruipende waanzin van het telkens veranderende huis en schilderijen. De programmeurs kunnen daarbij in hun virtuele wereld dingen die Argento praktisch nooit kon uitvoeren en ze maken daar optimaal gebruik van. Dat is niet alleen een kwestie van vormgeving, maar ook van goed programmeren. Een voorbeeld: zoals het hoort in een spookhuis veranderen kamers en gangen vaak als je niet kijkt. Als je je omdraait en de computer moet eerst nog die veranderde omgeving laden, dan het effect voor een flink deel weg. Maar in Layers of Fear gaat dat allemaal naadloos.
Layers of Fear is beschikbaar voor Windows, MacOS, Linux, Xbox One en PS4. Kijk vooral de trailer, die laat goed zowel de sterke als de zwakke punten van het spel zien.
Vantablack humor: The Static Speaks My Name
The Stanley Parable en Layers of Fear zijn beide min of meer indie, maar dan wel in de zin waarop een platenlabel als Domino of Sub Pop indie zijn: ze zijn gemaakt door een team mensen en ze zijn gelanceerd als producten. Met The Static Speaks My Name (2015) gaan we echt de DIY-underground in. Daarvoor ga je naar de BandCamp voor videospellen: itch.io. Tussen alle “name your price”-projecten die nooit buiten de vriendenkring van de maker zullen komen zit af en toe een spel dat zich ontwikkelt tot een culthit. Dat geldt bijvoorbeeld voor dit korte verhaal in videospelvorm van Jesse Barksdale. Veel interactieve fictie is nogal duister. Voor wie het nieuws een beetje volgt en de vooruitzichten van de huidige generatie twintigers en dertigers kent zal die voorkeur voor karakters met psychische problemen, kapitalistische dystopieën en fatalistisch absurdisme niet uit de lucht komen vallen. Maar The Static Speaks My Name valt zelfs in dat speelveld op met zijn werkelijk vantablack humor. Het kost je een minuut of 10 om dit spel te voltooien en daarna weet je niet of je in lachen uit moet barsten of in de foetushouding op de vloer moet liggen huilen. Of misschien overweeg je een aquarium met garnalen aan te schaffen, ook te gebruiken als noodvoedselvoorziening.
Ook The Static Speaks My Name is er voor Windows, MacOS en Linux. Het is ‘name your own price’.
Hella melodramatische horror: Life Is Strange
Als een film of een boek helemaal perfect gemaakt is, zonder plotse wisselingen in verteltoon van bijvoorbeeld zwaar dramatisch naar slapstick humor, dan doet dan vreemd genoeg vaak afbreuk aan het totale effect. Je raakt gewend aan het effect dat de maker wil bereiken. Een zekere mate van slordigheid leidt er toe dat die paar momenten waarop de beoogde emotionele mokerslag aankomt, die extra hard aankomt. Life Is Strange (2015) kan je gebruiken als studieobject voor dit effect.
Je speelt als Max Caulfield (inderdaad een Catcher in the Rye-referentie), die fotografie is gaan studeren in Arcadia Bay, het kustplaatsje in Oregon waar ze is opgegroeid voordat ze met haar ouders naar Seattle is verhuisd. In het begin van de spel heb je tijdens de les een visioen waarin Arcadia Bay door een orkaan wordt verwoest en je komt er achter dat je de tijd een paar seconden kan terugspoelen. Zo kan je mensen manipuleren met informatie waarvan ze niet weten dat die ze je voor het terugspoelen hebben gegeven en omdat de plaats van objecten niet mee wordt teruggespoeld, heb je een puzzelmechanisme: pak het wapen dat iemand wil gebruiken, verstop het en spoel de tijd terug en de potentiële dader kan zijn wapen niet meer vinden. Op die manier red je al heel snel in het spel je oude vriendin Chloe, die je uit het oog bent verloren na de verhuizing en die zich heeft ontwikkeld tot riot grrl met een grote mond.
Life Is Strange ontwikkelt zich in de loop van het spel steeds meer tot surrealistische horror, maar begint als highschooldrama. Highschooldrama dat zich grotendeels afspeelt in een meisjesstudentenhuis gesitueerd aan de Amerikaanse westkust, geschreven door de Franse mannen van ontwikkelaar Dontnod. Die zitten er nogal eens naast met hun slang, waarbij vooral het ruime gebruik van ‘hella’ als versterkend voorvoegsel en de door queen bee Victoria uitgesproken verwensing “Go fuck your selfie!” cultstatus hebben verworven.
Maar juist die ogenschijnlijk zwakke punten helpen een magische realistische sfeer te geven die de emotionele impact alleen maar groter maakt. Want ondanks dat er steeds meer thriller- en horrorelementen in het spel sluipen, is Life Is Strange uiteindelijk toch een tranentrekker eerste klasse met een Grote Beslissing zonder weerga op het einde.
Life Is Strange is er voor ongeveer alle platforms. Zelfs voor je iPhone of Android-toestel. Het is een episodisch spel en de eerste aflevering is gratis.