[cd, Fluttery]
Champagne! De 50ste release op het fantastische label Fluttery, dat vooral put uit post-rockartiesten vanuit de hele wereld, is een feit. En wie kan deze mijlpaal beter slechten dan de creatieve, jonge muzikant Gonçalo Pereira? Deze uit Lissabon afkomstige artiest heeft eerder al op het label bewezen met zijn andere soloproject Diamond Gloss over een eigenzinnige visie te beschikken als het om post-rock gaat. Hij werkt hierop namelijk vooral met elektronica en vult zijn creaties verder aan met neoklassiek, ambient, IDM en glitch. Hiervoor maakt hij al sinds 2005 deel uit van de groep Purfect, die na het uiteengaan in 2010 omgedoopt wordt tot How Comes The Constellations Shine en Pereira als enig lid heeft; een tweede soloproject inderdaad. Vorige jaar verschijnt het debuut Belongs To Mafra. Al gauw wordt duidelijk dat Pereira hiermee meer de gitaargerichte kant van de post-rock wil laten horen, al werkt hij nog altijd met elektronica. Daarmee nestelt hij zich ergens op een plek tussen Nine Inch Nails, Sigur Rós, Yellow6 en Godspeed You! Black Emperor in. Tevens laat hij vorig jaar ineens van zich horen onder het alias Francis Alun Bell met de driedubbele cd-box Augustin (Moonpalace Records). Hier flirt hij nog maar een beetje met post-rock, maar het merendeel draait daar om zijn heerlijk droefgeestige piano/toetspartijen en dus niet zozeer een gitaaralbum. Filmische nostalgie, afgewisseld met elektronica, glitch- en ambient-elementen, akoestische gitaar, percussie en strijkarrangementen. Op melancholische wijze laveert hij hier van Library Tapes, Dustin O’Halloran en Ólafur Arnalds naar Stars Of The Lid, Celer, Dakota Suite en een deel van de eerder genoemde artiesten. Dit alles enkel om aan te geven dat je deze bijzondere artiest in de smiezen moet houden.
Nu komt hij met zijn tweede How Comes The Constellations Shine cd Mémoire op de proppen. Het is een album met restmateriaal geworden, maar daar hoor je werkelijk niets van. De kwalitatief hoogwaardige nummers zijn geschreven tussen 2006 en 2012. Naar eigen zeggen is het niet eenvoudig geweest om uit de 200 nummers die hij op de plank heeft liggen een keuze te maken. Dat is nu dus toch gebeurd en hij heeft alles nog even afgestoft en afgemixt. Wellicht dat het hierdoor ook gewoon een consistent album is geworden. Je hoeft ook geen moment bang te zijn dat je hier minder materiaal voorgeschoteld krijgt. Sterker nog, het is één van de betere cd’s van zijn hand geworden. De songs hebben als basis post-rock, maar hij stuurt en overstuurt zijn gitaar in de harde stukken met enige regelmaat richting de wave en shoegaze. Maar op de meer rustige momenten zoekt hij ook de kruisgebieden met glitch, dark ambient en neoklassiek. Daarbij kleurt hij het geheel in met elektronica, percussie-instrumenten, piano en orkestraties. Toch kan je stellen dat door de beugel genomen het geluid veel harder is geworden, soms verpletterend zelfs zoals in “Shattered Glass” (overigens ooit geschreven voor weer een ander project Arundel), maar zeker niet minder subtiel. Want hard of zacht, Pereira weet in al zijn stukken emotie, diepgang, tederheid en mysterie aan elkaar te knopen. Het is een tot de verbeelding sprekend, overtuigend en spannend album geworden met zowel in de heftige als rustieke stukken kippenvelmomenten. Grootse klasse!
door Jan Willem Broek