De Olympische Winterspelen zijn weer voorbij. Het vuur is gelukkig nog lang niet gedoofd in onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: Lisa Gerrard, Efterklang, SubtractiveLAD, Stafrænn Hákon, Valgeir Sigurðsson, Redhooker, Long Division With Remainders, Nicolai Dunger, Negură Bunget en Burzum. En keken naar: navelpluis.
Lisa Gerrard – Black Opal (cd+dvd, Lisa Gerrard Records)
Hoewel ik de stem van Lisa eigenlijk altijd wel trek, doen haar soundtracks me meestal net iets minder dan haar reguliere albums. Ik zal geen soundtrack overslaan hoor, daarvoor staat teveel moois tussen, maar haar conceptalbums hebben als geheel net meer diepgang en weten je nog meer te grijpen. Voor het eerst brengt ze nu muziek uit op haar eigen label. Deze dubbelaar is een nieuwe start is vele opzichten: een nieuw eigen label, een nieuwe muzikale benadering en nieuwe zang! Ja mensen, Lisa Gerrard zingt nu regelmatig “gewoon”, hoewel ze haar magische vibratie behoudt. Er staat zelfs een cover van Dylan’s “All Along The Watchtower” op. Daarnaast hoor je uiteraard ook haar mysterieuze woordloze zang. Qua muziek put ze zowel uit haar verleden met Dead Can Dance, filmscores en elektronische werk met Klaus Schulze. Je krijgt derhalve elektronische, mystieke ambient met natuurgeluiden, jazzy en klassieke elementen waarvan een deel met akoestische instrumenten (gitaar, viool, piano). Het geheel klinkt redelijk kaal en desolaat, waardoor haar stem extra impact krijgt. Niet bepaald lichte kost, maar wel overdonderend mooi met vele kippenvel momenten uitgesmeerd over 12 tracks. De dvd bevat nog eens 7 nummers en een video. Een gedroomde droomplaat
Luister Online:
Black Opal (album)
Efterklang - Magic Chairs (cd, 4ad)
Sinds we niet meer met een zwarte cape om naar het 4ad-label hoeven luisteren, schaakt het label de één na de andere interessante nieuwlichter op muziekgebied. Nu zijn de Denen van Efterklang aan de beurt met hun beklijvende, sprookjesachtige mix van indierock en klassiek. Op hun derde cd zijn het Mads Brauer, Casper Clausen, Thomas Husmer en Rasmus Stolberg die weer zorgen voor een bijzonder geluid. Dit uiteraard weer met een leger aan gasten op strijk- blaas- en andersoortige indstrumenten en zang. Onder hen zoals vaker Peter Broderick en zijn zus Heather. Sinds hun liveplaat Performing Parades, waar ze hun tweede cd Parades met het Danish National Chamber Orchestra hebben uitgevoerd, hebben ze de klassieke smaak goed te pakken. Dit, zoals blijkt, zonder hun gevoel voor goede songs te verliezen. De sfeer is minder intiem dan voorheen en de leadzang is zeker niet het sterkste punt, maar de bijzondere aanpak levert wel die typische magische momenten op. Ergens tussen minimal music, freaky folk en spannende superpop in.
Luister Online:
Modern Drift / Alike / Full Moon
SubtractiveLAD - Life At The End Of The World (cd, n5MD)
Dit is alweer het zesde album van de Canadees Stephen Hummel die zich meestal verschuilt achter zijn alias SubtractiveLAD. Ooit is hij begonnen met elektronische muziek, maar al een paar albums lang pakt hij liever zijn gitaar. Hij maakt Brian Eno achtige ambient maar dan met shoegazende gitaren waardoor hij pianoriedels, zachte elektronica en klassieke en metalinvloeden. Wat hij hier laat horen is een overdonderende mengelmoes van Pelican, Near The Parenthesis, Jasper TX, Ben Frost, My Bloody Valentine en Brian Eno. Grote klasse!
Luister Online:
Life At The End Of The World (album)
Stafrænn Hákon – Sanitas (cd, Darla)
Bij de vorige cd Gummi van Stafrænn Hákon vond ik de periode van 3 jaar lang, want daarvoor brengt de groep elk jaar minimaal 1 cd er jaar met meestal nog een handvol epees uit. De man achter het project, de IJslander Ólafur Josephsson (ook Calder), neemt nu meer de tijd voor zijn cd’s. Drie jaar terug is zijn ijzingwekkende geluid vol minimale, instrumentale postrock-soundscapes veranderd in een warmer geluid met postrock waarin ambient, wave en klassieke elementen verweven zitten. Weer drie jaar later, nu dus, is het geluid voller en harder geworden. Het bouwt verder waar de vorige cd geëindigd is. Hij voegt er nu dikwijls keiharde shoegazermuziek overheen en af en toe vliegt ook de postrock keihard uit de bocht. Daarnaast kan hij al postrockend ook sfeervol uit de hoek komen en gaat hij ambient, wave en andere stijlen zeker niet uit de weg. Ólafur gooit gitaar, bas, bellen, harmonium, keyboards, piano, banjo en percussie in de strijd en wordt door uiteenlopende gasten bijgestaan met cello, gitaren, harp, piano, trombone, synthesizers en drums. Ook maakt hij weer gebruik van gastzangers, namelijk (weer) Minco Eggerman (At The Close Of Every Day) en Magnus Freyr Gislason. Zelf voert hij als invloeden artiesten als Labradford, Phil Collins, Sigur Rós, Burzum, Sonic Youth, Mogwai, Stars Of The Lid, Neil Young, Papa M en Sebadoh aan. Nu kan ik alleen Phil Collins niet plaatsen, wellicht een grap? Hoewel in de artwork ook een parodie op “No Jacket Required” staat met de afbeelding van Ólafur in plaats van Phil. Het geheel doet mij vooral denken aan een dynamische mix van Ölvis, Blindfold, Sigur Rós, Radiohead, Mono, My Bloody Valentine en Red House Painters. Zijn meest expressieve en wellicht ook allerbeste album tot nu toe!
Luister Online:
Sanitas (album)
Valgeir Sigurðsson – Draumalandið (cd, Bedroom Community)
Valgeir Sigurðsson runt het innovatieve Bedroom Community label, is als producer actief en als muzikant regelmatig terug te vinden bij uiteenlopende artiesten (Björk bijvoorbeeld). Solo zit hij in de neoklassieke en elektronische hoek, waar hij bewapend met piano, percussie instrumenten, bas, rhodes en programmering sterke composities weet te creëren. Op zijn nieuwste werk, een soundtrack voor een documentaire, wordt hij bijgestaan door Nico Muhly (piano, harmonium, celesta, dulcitone), Sam Amidon (akoestische gitaar, banjo, zang), Ben Frost (programmering & processing), Hildur I Guðnadóttir (cello) en een heus ensemble. Het geheel is overwegend klassiek en zeer dreigend te noemen. Hij wisselt duistere bombast mooi af met innemend subtiele stukken. Het is bij vlagen heel filmisch, maar het behoeft echt ge
en documentaire om ervan te kunnen genieten. Af en toe doet het me ook wel aan The Fountain van Clint Mansell denken. IJzingwekkende pracht!
Luister Online:
Draumalandið (album)
Redhooker – Vespers (cd, Soft Landing)
Tweede van het project rond gitarist Stephen Griesgraber. Samen met 3 violisten en een basklarinettist brengen ze fraai minimale, klassieke stukken ten gehore die regelmatig flirten met postrock. Deze houden het midden tussen Rachel’s, Max Richter, Peter Broderick, Steve Reich en Slow Six. Verstilde schoonheid.
Luister Online:
Vespers (album)
Various Artists: Long Division With Remainders (download, 4cd, Front & Follow)
Front & Follow verpakt hun releases niet alleen bijzonder fraai, ze leveren ook keer op keer ijzersterke artiesten af. Nu komen ze met een verzamelaar waarop je de crème de la crème van de nieuwe, experimentele shit vindt. Leyland Kirby, Isnaj Dui, Helen Watson, Cats Against The Bomb, Sone Institute en nog veel meer brengen allen hun eigen visie/versie van dezelfde epee ten gehore. Je kunt ze allen beluisteren via bovenstaande link. Mijn pre-order is de deur uit, want niet alleen doen mp3’s enkel dienst als voorluister producten, ook de verpakking is dit keer een cadeautje.
Nicolai Dunger – Play
Net als John Gorka is Nicolai Dunger ook al weer meer dan tien platen bezig voor hij bij mij op de radar verschijnt. Vreemd wat voor talenten er toch door de mazen van het net kunnen glippen. Ik heb "Play" in elk geval in een week kapot/grijs gespeeld. Iets te enthousiast en gulzig eigenlijk. Net als de mede-Zweden van The Soundtrack Of Our Lives tapt Dunger uit tal van vaatjes. Soepele folkpop uit alle standen op goal geschoten. Denk aan M. Ward, in Crazy Train, Devendra Banhart meets Bread en Anne Soldaat in Can You, en de jonge Van Morrison in Time Left To Spend. Het mooiste nummer is When Your Work Is Done, waar Dunger op de Thomas Dybdahl-toer ("hear those soul sisters cry") gaat, maar het zichzelf vocaal zo moeilijk maakt (of hij doet gewoon alsof) dat hij de woorden half-smekend uit zijn tenen moet persen. Hoor die religieuze toetsen invallen na een minuutje. Perfecte timing.
Negură Bunget Vîrstele pămîntului
In het intro Pămînt, die begint met een 'doina' (non-metrische improvisatie), doet het nogal denken aan panfluitist Gheorges Zamfir, een nogal zoete representant van de Roemeense folklore. Enigszins gerehabiliteerd door Kill Bill, maar of het nu de eerste Roemeen moet zijn om in gedachten te springen als je een black metal plaat opzet blijft de vraag. Gelukkig blijft de band voor het overige redelijk trouw aan het genre met de nodige snelle passages en ruige vocalen, hoewel het wel minder ruig is dan voorheen. Ondanks dat Hollywood-achtige semi-folkloristische blijft het toch vooral een lekkere epische metalplaat.
Burzum Belus
Tja, waar zou hij mee komen, eenmaal vrij? Dat was de vraag en nu is hij definitief beantwoord na al wat vooruitgesnelde berichten van de Count zelf. Een black metal plaat dus. Hijzelf mag zich graag buiten de categoriën plaatsen, maar het is toch vooral een metalplaat en een Burzumplaat in het bijzonder. En dat is goed. Kaimadalthas' Nedstigning mag wat Voïvod-achtig klinken, meer experimentele tracks waren de eerste vier albums toch ook niet vreemd. Hoewel de vocalen misschien toch niet de intensiteit van vroeger hebben is de eerste indruk vooral dat Belus kwalitatief wel in de buurt komt van de eerste twee albums. Nummer drie en vier (Hvis Lyset Tar Oss en Filosofem) blijven echter nog even de echte klassiekers.