Het schaduwkabinet: week 51 – 2021

Ook de recensies gaan spoedig even in lockdown en ruimte maken voor de jaarlijst, maar voor nu nog een nieuw lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Árstíðir, Sarah Davachi & Sean McCann, JESSICA, NichelOdeon / InSonar & Relatives, Akira Rabelais en Resina.

 


 

Jan Willem

Árstíðir – Pendúll (cd,
Omdat ik het muziekjaar zo langzamerhand wil afsluiten, voeg ik deze nog stiekem een dag later aan de weeklijst toe. Zal je zien dat er van de week nog wat laatste bestellingen binnenkomen. Enfin, we gaan het zien. De IJslandse neoklassieke indiefolk groep Árstíðir heeft sinds 2009 al vier ontzettend mooie albums het licht laten zien. In 2016 komen ze samen met onze eigen Anneke van Giersbergen met het volslagen unieke en wonderschone Verloren Verleden. Árstíðir brengt nu het album Pendúll, dat begin volgend jaar een vervolg krijgt. De groep bestaat hier uit Daniel Auðunsson (gitaar, zang), Gunnar Már Jakobsson (gitaar, zang) en Ragnar Ólafsson (keyboards, zang), maar ze krijgen zoals altijd wel hulp van diverse gasten. Ditmaal zijn het twee violisten, altviolist, cellist, drummer, gastzangers en eenmaal ook een Symfonisch orkest. Ze brengen 9 stemmige liedjes. Voor hen staat “slinger”l voor de winter, de IJslandse natuur, de arctische duisternis en het noorderlicht. Het is introspectief, bedachtzaam, nostalgisch, melancholisch maar ook warm en zorgzaam. Muziek die tussen folk, kamermuziek, indieroc, neoklassiek en droompop inzit en dan ook nog eens overgoten met die IJslandse magie. Voor fans van Sigur Rós, The White Birch, Sóley en Kloster. Een gloedvol plaatje, dat werkt als een knetterend haardvuur.

 

Sarah Davachi & Sean McCann – Mother Of Pearl (cd, Recital)
De Canadese in Los Angeles woonachtige componiste/toetseniste Sarah Davachi blijft me maar verbazen met haar geweldige releases. Haar albums houden meestal het midden tussen ambient, drones, neoklassiek, Middeleeuwse en Renaissance muziek en elektro-akoestische experimenten. Eerder dit jaar levert ze nog het geweldige album Antiphonals af. Nu is ze alweer terug met het album Mother Of Pearl dat ze samen met vriend Sean McCann heeft gemaakt. McCann mag ook graag experimenteren en laat ook graag drones, noise en abstracte muziek op de luisteraar los. Dit stel heeft samen thuis een album opgenomen, in eerste instantie bedoeld voor zichzelf. Maar nu delen ze het toch. Het is gemaakt met piano’s, elektrische piano’s, gitaren, altviool, bellen en tapes en levert een bedachtzaam, melancholisch werk op Soms met een enorme dichtheid en op andere momenten bijna kaal en akoestisch, maar altijd heel traag voortslepend en enorm biologerend. Ook dit levert weer een geweldig album op en is het voorbeeld dat het muzikale jaar pas voorbij is als het echt voorbij is.

 

JESSICA – With Reverie (cd, JESSICA)
Een schreeuwende naam als JESSICA is een behoorlijk contrast met de muziek. Deze Australische muzikante Jessica Cassar liet eerder van zich horen in het folk noir duo Jep And Dep. Inmiddels is ze een solocarrière gestart en heeft ze in 2020 al een digitaal het licht doen zien. Dat leverde haar al de beschrijving “Kate Bush die aan de valium is” op, hetgeen mij zeer nieuwsgierig maakte. Nu is haar tweede album With Reverie uit, in een gelimiteerde oplage van 90 cd’s, die ik meteen heb aangeschaft. De cd zelf moet nog binnenkomen, dus geheel tegen mijn principes -om het muzikale jaar toch ook eens af te ronden- schrijf ik de recensie aan de hand van de download. Ze brengt hier enkel haar pianospel en zang, maar daarmee weet ze wel een diepe indruk te maken. Haar muziek heeft eerder iets weg van sadcore, dan de doorsnee pianoplaat. Daarbij lijkt er over haar piano een melancholisch vernis te zijn gespoten. Maar ook haar uiterst breekbare zang, bezit een heel prettige droefgeestigheid. Samen pakt dat magisch uit. De 11 songs van samen bijna 43 minuten lang kruipen diep onder de huid en zijn stuk voor stuk van een heel hoog niveau. Naast Kate Bush moet ik ook denken aan Susanna, Marissa Nadler, Vargkvint, Low, Poppy Ackroyd en een gesedeerde versie van de Cocteau Twins. Een heel fijn en sterk album, om heerlijk bij weg te dromen.

 

NichelOdeon / InSonar & Relatives – INCIDENTI-Lo Schianto (cd, Snowdonia)
In het tijdperk dat Myspace nog de bom was, leer ik de veelzijdige Italiaanse muzikant Claudio Milano kennen. Hij is de geestelijk vader van de groep NichelOdeon, waarmee hij een buitengewoon avant-gardistisch geluid produceert, waarbij ook klassieke en progrock elementen een rol spelen. Milano heeft eerder ook redelijk wat theaterproducties van muziek voorzien en de albums die hij vanaf 2008 met NichelOdeon hebben dan ook altijd wel een theatraal tintje. Daarbij valt zijn zang altijd op, die een bereik van maar liefst zeven octaven heeft. Eigenlijk past het nergens echt tussen. Daarnaast houdt Milano er nog de projecten Not Me (hedendaags klassiek met elektronica), InSonar (experimenteel met zang en elektronica) en This Order (gothic en theatraal avant-metal) op na. Ze hebben allen gemeen dat ze trachten nieuwe sonische gebieden te ontginnen. Op de cd INCIDENTI-Lo Schianto, dat zoiets als “ongevallen-de botsing” betekent komen al die projecten samen onder de noemer NichelOdeon / InSonar & Relatives. Van de 4 genoemde projecten staan er nummers op, die allen wel op elkaar aansluiten. Het album, waar maar liefst 5 jaar aan gewerkt is, heeft als thema “het overwinnen van woede”, dat in een tijdperk van geweld en agressie welkom is. Alle tracks hebben als toevoeging “ senza valore”, ofwel “zonder waarde”; vermoedelijk omdat ze het materiële afwijzen en buiten beschouwing laten. Muzikaal gezien gaat het echt alle kanten op, wat met in totaal 44 muzikanten op uiteenlopende instrumenten gerealiseerd is. De rode draad is Claudio’s zang, al is zoals gezegd ook in vele registers te vinden. Het is een experimentele en verrassende botsing van klassiek, avant-garde, brass, progrock, kamerrock folk, metal en diverse elektronische interventies geworden. Om een idee te denken moet je aan een caleidoscopische mix van Zappa, Mike Patton, King Crimson, Debussy, John Zorn, Christian Wolz, Už Jsme Doma, Tuxedomoon en Univers Zéro denken. Maar nog beter is om het zelf te ondergaan. Het is een machtig overrompelend en creatief overvloedig prachtalbum geworden.

 

Akira Rabelais – À La Recherche Du Temps Perdu (4cd, Argeïphontes)
Bij de eigenzinnige Amerikaanse componist Akira Rabelais weet je van tevoren nooit wat hij uitbrengt. Het kan uiteenlopen van abstract ambient en elektronische experimenten tot folk en zelfs Middeleeuwse muziek. Voor zijn nieuwe 4 dubbele cd (!) À La Recherche Du Temps Perdu roert hij zich in het spookachtige, vintage genre waar The Caretaker de grondlegger van is. Alleen Rabelais zou Rabelais niet zijn als daar niet geheel iets anders mee gedaan zou hebben. De muziek speelt zich eigenlijk af rondom de tijd en de heersende cultuur toen het boek van Marcel Proust waarnaar dit vierluik is vernoemd; dus eind 19e en begin 20e eeuw (Belle Époque). Hij heeft voor de basis van zijn muziek maar liefst 51 werken gebruikt van klassieke componisten.

Voor wie niet wil weten van wie, lees gerust na deze alinea verder. Rabelasi heeft muziek van Bartók, Bellini, Berg, Brahms, Caccini, Chausson, Chopin, Debussy, Delibes, Donizetti, Franck, Hahn, Jungmann, Lully, Ravel, Saint-Saëns, Satie, Schönberg, Schubert, Schumann, Scriabin, Strauss, Tsjaikovski, Verdi, Wagner en Weber gebruikt. Van Bartók zijn speciaal in opdracht nieuwe opnames van diens String Quartet No. 2 gemaakt voor deze release.

Rabelais haalt dat alles vervolgens door zijn Argeïphontes Lyre-software heeft gehaald, waardoor er een compleet eigenzinnige collage uit komt rollen. Hij wil een eerbetoon brengen aan de mixtape, de roman, de Franse vooroorlogse cultuur en de moderne malaise tegelijk. Tevens probeert hij de bedrieglijke eigenschappen van het geheugen te ontrafelen, hetgeen een grote fascinatie voor hem is. De muziek is ook eigenlijk één grote mindfuck, want je waant je soms ver terug in de tijd en zelfs zover dat je er niet eens bij kon zijn geweest. Of in het hier en nu met oude muziek erbij. Door films, documentaires en polygoonjournaals denk je wel veel te weten van tijden van ver voor je geboorte. En soms is het kennelijk alleen de associatie die Rabelais creëert voldoende om het als waarheid te aanvaarden. De muziek die hij hier laat horen bevat heel veel aanknopingspunten, dankzij mijn ook best aardige klassieke collectie, maar het blijken handvatten die met zeep ingesmeerd zijn. Telkens zet Rabelais je op het verkeerde been en brengt hij je weer ergens anders in de door hem geschapen geestenwereld. Het is net zo bevreemdend als wonderschoon en meeslepend. Hij brengt verdeeld over 4 schijven 12 composities, die samen een goede 4 uur duren. Dit is een volslagen uniek totaalkunstwerk dat hij hier heeft afgeleverd. Te laat voor de jaarlijst, want ik moet deze echt nog verder doorgronden, maar eigenlijk ook niet passend in welke lijst dan ook.

 

Resina – Speechless (cd, 130701 / FatCat Records)
Op het sublabel 130701 (oprichtingsdatum) van FatCat Records verschijnen nogal eens pareltjes uit de neoklassieke hoek. Zo hebben onder meer Set Fires To Flames, Max Richter, Dustin O’Halloran, Sylvain Chauveau, Hauschka, Ian William Craig, Jóhann Jóhannsson, Emilie Levienaise-Farrouch en ook Resina er hun werken uitgebracht. Die laatstgenoemde is het alias van de aan het conservatorium afgestudeerde Poolse celliste Karolina Rec, die ook in de groepen Cieślak i Księżniczki en Kings Of Caramel te vinden is. Met Resina maakt ze per werk stappen voorwaarts richting een grootser maar tevens complexer geluid en zonder dat het iets afdoet aan haar vorige albums. Voor haar nieuwe album Speechless heeft ze 9 composities geschreven, die ze voorziet van cello, stem en elektronica. Daarnaast mag ze rekenen op het 23-koppige 441 Hz-koor, drummer Mateusz Rychlicki (Kristen, Dynasonic, Kobieta z wydm, Rangers, Tre 22) en eenmalig op fluittiste Magdalena Gajdzica en Michał Fojcik met veldopnames. Ze weet hier mooie spanningsbogen op te bouwen tussen een vloeiend en sereen en een krachtig en robuust geluid. Het is donker en droefgeestig, maar niet zwaar op de maag liggend of terneergeslagen. Daarbij zit er een behoorlijk toef filmische drama bij, zonder dat het ergens over de top gaat. Ze is voor het album op zoek gegaan naar meer experimentele, primitieve manieren om geluid te maken met een stem”; denken aan degenen aan wie een stem wordt ontzegd. Daarnaast onderzoekt ze de spanning tussen de lichamelijkheid/dierlijke aspecten van instrumentale uitvoering versus elektronische en versterkte muziek. Het pakt allemaal erg goed uit en weet kracht en pracht fraai te bundelen, waarbij ze ergens tussen dark ambient, neoklassiek en soms behoorlijk experimentele muziek uitkomy. Voor de liefhebbers van onder meer Julia Kent, Lingua Ignota, Hildur Guðnadóttir, Philip Glass, Ben Frost, Machinefabriek en Nadia Sirota. Een ongekend luisteravontuur waar je inderdaad even stil van wordt.

Comments

comments

2 thoughts on “Het schaduwkabinet: week 51 – 2021

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.