Wij maken ons ook regelmatig boos langs de zijlijn, maar botvieren dat al jaren door onze pgb’s te misbruiken voor muziek en films, waarvan acte in onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: The Alvaret Ensemble, Iva Bittová, Diva, iamamiwhoami, Richard Skelton, Andreas Söderström & Johan Berthling, X-TG, Yellow6, Yellow6 & David Newlyn, The Mountain Goats, Jessika Kenney & Eyvind Kang en Zombie Zombie. En keken naar: Beasts of the Southern Wild.
The Alvaret Ensemble – The Alvaret Ensemble (2cd, Denovali)
Deze nieuwe supergroep was al even aangekondigd maar is nu een heugelijk feit. Greg Haines (piano, accordeon) samen met Jan (stem, gedichten) & Romke Kleefstra (gitaar, effecten), Sytze Pruiksma (percussie) en gasten als Peter Broderick (viool), Hilary Jeffery (trombone), Iden Reinhart (viool) en Martyn Heyne (kerkorgel). En het is opgenomen door Nils Frahm, wie anders? Net als bij Piiptsjilling draagt Jan ook hier zijn mysterieus klinkende teksten voor. Alleen vind ik de muzikale omlijsting hier gewoonweg nog beter. Het houdt het midden tussen neoklassiek, experimentele muziek en improvisaties. Het label zelf noemt het materiaal voor fans van Set Fire To Flames, Rachel’s, Arvo Pärt en überhaupt de ECM catalogus. Ik denk dat ze daarin best wel gelijk hebben. Soms ontroerend mooi en dan weer onheilspellend duister. Waanzinnige fluisterpracht!
Iva Bittová – Zvon (cd, Animal Music)
Heldin Bittová put maar al te graag uit haar eigen muzikale verleden. Daarom komen haar composities nog wel eens in andere gedaantes terug, bijvoorbeeld met een Nederlands Blazers Ensemble. Maar de zangeres/violiste voelt zich ook prima in een klassieke of avant-gardistische omgeving. Op dit nieuwe album worden oude composities, die een fraai dwarsdoorsnede van haar werk vormen, omhuld door het Praag Filharmonisch Orkest. Dat past prachtig om haar geweldige werk dat ze solo en met onder meer Vladimír Václavek heeft gemaakt. Mooi uitgevoerde digipack ook.
Luister Online:
Zvon (albumsnippers)
Diva – Moon Moods (cd, Critical Heights)
Diva Dompé is een bijzondere muzikante uit Los Angeles. Ze maakt volslagen eigenzinnige electropop, die ze aandikt met r&b, psychedelica, doo-wop, hip hop, wave en new age. Dat levert transcenderende popsongs op, die net zo toegankelijk als bevreemdend zijn. Daarmee laveert ze van Kate Bush naar Fever Ray en Propaganda. Een tikje weird, bloemetjes in het haar, maar het is toch een bijzonder lekker goedje dat ze hier presenteert op haar tweede album.
iamamiwhoami – Kin (cd+dvd, To Whom It May Concern)
De Zweedse Jonna Lee plantte al regelmatig vreemde filmpjes op YouTube, voorzien van haar fraaie muziek. Nu zijn 9 van die songs beland op haar debuutalbum, dat ze samen met haar producer Claes Björklund heeft gefabriceerd. Tevens krijg je de 9 video’s er op de extra dvd bij. Het is een volledig elektronisch project dat ergens tussen synthpop, ambient, trip hop en experimentele muziek in hangt. Jonna zingt daarbij met haar geknepen stem bij. Het levert een licht mysterieus en bijzonder geheel op dat weet te beklijven.
Bekijk/luister Online bij YouTube:
Kin (9 video’s)
Richard Skelton – Liminology (cd+boek, Corbel Stone Press)
Eerder dit jaar krijg je nog de dubbel cd Verse Of Birds van deze Britse muzikant, onder zijn eigen naam maar ook als A Broken Consort, Carousell, Heidika, Clouwbeck, Riftmusic en AR albums uitbrengt, dikwijls in eigen beheer. Hij gebruikt zijn muziek als verwerkingsproces voor de tragedies in het leven, waarbij de dood van zijn vrouw in 2004 wel de allergrootste is. Daarom is zijn muziek doorgaans ook in en in droefgeestig. Nu is er een nieuwe cd van 29 minuten met daarop 1 lange track, die als een rivier langzaam door je geest meandert. Het begeleidende boek gaat ook over rivieren: “A book about rivers, lakes and other inland waterways, Limnology is a sequence of word-lists, text rivers and myth-poems that explore the rich corpus of water words found in English, the dialect of Cumberland, Icelandic, Anglo-Saxon, Gaelic, Irish, Manx, Welsh and Proto-Celtic”. De muziek is een fraaie, desolate en uiterst melancholische mix van neoklassieke, drones en ambient Aan de grond nagelende pracht!
Andreas Söderström & Johan Berthling – 30˚ I Februari (cd, Kning Disk)
De Zweedse multi-instrumentalist Söderström (ook in ASS) werkt hier samen met Tape basisst Berthling. Ze verzorgen de soundtrack van de gelijknamige televisieserie, die zich tussen Thailand en Zweden afspeelt. De muziek zou een grote rol innemen, alwaar het genoemde duo prima in geslaagd is. Het is een breekbare mix van Zweedse folk, Thaise (Luk Thung) ingrediënten en neoklassiek geworden. Soms ijzig, soms bitterzoet maar altijd tot de verbeelding sprekend. Een hele fraaie kruisbestuiving.
X-TG – Desertshore / The Final Report (2cd, Industrial Records)
Throbbing Gristle is toch wel één van de moeders der industrial, al heeft dat rond hun bestaan van 1975 – 1981 een heel andere invulling dan de latere varianten. Ze hebben in ieder geval alle elektronische muziek van erna beïnvloed. De oorspronkelijke leden zijn Christine Carol Newby ofwel Cosey Fanni Tuti, Chris Carter, Genesis Breyer P-Orridge en Peter Christopherson. Na hun uiteengaan splitsen ze zich op in groepen als Psychic TV, Coil en Chris & Cosey. Er komen hierna nog wel eens stuiptrekkingen van de band. In 2010 vormt zich een echt plan, waarbij de leden als X-TG (ex Throbbing Gristle) zonder P-Orridge beginnen aan coverversies van Nico’s klassieke album Desertshore. Peter ‘Sleazy’ Christopherson overlijdt dan plots in zijn slaap in Bangkok, waarmee ook het laatste Coil lid het loodje legt. Chris & Cosey maken het af en hebben allemaal klasse vocalisten uitgenodigd: Antony, Marc Almond, Blixa Bargeld, Gaspar Noé en pornoactrice Sasha Grey. Dit is de indrukwekkende eerste schijf geworden. Op de tweede schijf gaan ze verder met de vrije experimenten van weleer, hetgeen enkel door de drie X-TG leden wordt uitgevoerd. Imponerende industrial avant la lettre. Een monumentaal document!
Yellow6 – Merry6mas 2012 (cd, Editions6)
Yellow6 & David Newlyn – O.S. (cd-r, Sound In Silence)
Sinds 1999 is het een goede traditie geworden dat Yellow6 aan het eind van ieder jaar een kerst cd, in de zogeheten “Merry6mas”-serie, brengt. Hierop composities die niet op andere releases passen, zonder dat het overbodige kliekjes zijn. De cd opent met een fraai, melancholisch pianostuk hetgeen hij verder op het album nog een paar maal laat horen; heel fraai. De toon is gezet. Hierna krijg je heerlijk desolate gitaarambient, zoals alleen Yellow6 die maken kan, allen vrij verstild en vol droefheid. Bijzonder mooi!
Samen met Newlyn treedt Yellow6 andermaal aan op een gezamenlijk werk.
David op keyboard en computer en Jon van Yellow6 op gitaar en effecten. Ze maken melancholische en bovenal fraaie ambientachtige klanklandschappen, die een enkele keer doorkruist wordt door meer heftig gitaargeluiden. Het is een een prachtige emotionele trip geworden waarmee ze ergens tussen Labradford, Offthesky en Roy Montgomery uitkomen. Een buitengemeen sterk en biologerend album die je voorstellingsvermogen voedt.
The Mountain Goats –Transcendental Youth
Ja, hij is weer goed hoor. Gevoelsmatig wat te laat voor de jaarlijstjes (het is december dus het woord mag wel weer even) maar dat laat onverlet dat Transcendental Youth niet voor At Eternals Deck onderdoet. Het geluid is ditmaal opvallend warm en jazzy, inclusief blazertjes. De folkpop van de Goats lijkt zo wat op Eef Barzelay's Clem Snide. Geen slechte zaak! Tekstueel brengt Darnielle weer kommer en kwel van de hoogste kwaliteit. 'Nerves strung so high, I'm a mandolin.' De trademark mentaal wankelende 'I don't have to be afraid'-slijper ontbreekt niet; of zou je zo álle Darnielle-songs kunnen omschrijven? Hoe dan ook. Het mooiste liedje heet Lakeside View Apartments Suite, en bevat de volgende killer-strofer van de gekende R. Kelly-fan. 'Days like dominoes/All in a line/We cheer for the hometeam/Every time/Lakeside view (bam, de band valt in)/Lakeside view/Lakeside view for my whole crew'.
Beasts of the Southern Wild (Benh Zeitlin)
Hele fijne Amerikaanse indie. Ik moest aan Gilliams Tideland denken, en dat was niet voor het eerst. Die film leek destijds mislukt, maar kwam dat niet gewoon door Gilliams grote naam? Heeft toch z'n sporen achtergelaten. Beasts of the Southern Wild opent met een prachtig in intensiteit toenemend 'intro' van zeven minuten, waarna de titel met een knal verschijnt. De toon is gezet voor een debuut vol zelfvertrouwen. De film gaat over een meisje dat in bijzondere omstandigheden zelfredzaam dient te worden. Het mooie is, het gaat haar prima af zolang de mysterieuze vader nog in de buurt is, maar naarmate de film vordert (en de vader er slechter aan toe raakt) zie je het meisje langzaam tot het jonge kind worden dat ze is. Pa en meisje wonen in een Peter Pan-achtige wonderwereld, ergens in het moerassige zuiden van de VS. Officieel is het er onbewoonbaar, maar dat weerhoudt tientallen hele- en halvegaren er niet van er hun eigen maatschappijtje op te richten. Maar net als in Take Shelter haalt de ecologie het paradijs in. 'The storm is coming!' Het vormt het begin van het einde voor ons tweetal, want de stormen komen niet alléén van buiten. Een tijdje hoopte ik dat pa 'gewoon' een gek was, die soms in een ziekenhuisjurk loopt omdat ie ontsnapt (is) uit de loenatik-kliniek. Het is erger dan dat. De film nadert zo (ook door de Beirut-fraaie maar schmaltzy soundtrack van de regisseur zelf) zonder meer het sentiment, maar zet daar bijvoorbeeld een sequentie als de volgende tegenover. Het meisje komt met de buurtkinderen 'een kapitein' tegen, die in Wes Anderson-logica denkt, en de kinderen naar een dansavondje (of is het een hoerenboot?) meeneemt. Daar vindt het meisje voor even wat ze zich al zolang wenste. Iemand die je gewoon even optilt.
Jessika Kenney & Eyvind Kang The Face Of The Earth
Kangs derde album alweer dit jaar, hoewel deze als duo-album wordt gepresenteerd. The Narrow Garden was uitbundig en Grass juist het tegenovergestelde. The Face Of The Earth is wederom spaarzaam in instrumentatie. Mensen die het echtpaar begin dit jaar in Worm zagen weten wat ze kunnen verwachten, want die avond werd er een en ander gespeeld wat op dit album is terecht gekomen. Perzische en Javaanse klanken, maar ook meer experimenten die doen denken aan werk van Joan La Barbara. Wonderschone, hemelse pracht, een pareltje, zoals collega Jan Willem zou zeggen.
Zombie Zombie Rituels d'un nouveau monde
Na een EP met John Carpentercovers keren de Fransen nu terug met hun tweede echte album. Carpenter blijft een duidelijke invloed in hun spooky synthesizermuziek, maar de vleugels worden verder uitgeslagen. Vooral in Rocket #9, waar behalve zangpartijen er ook nog een blazerssectie wordt aangerukt. Gekker dan dat wordt het echter niet en het duo houdt het toch grotendeels drums en synthesizers en dat doen ze wederom uitstekend. Vergelijkbaar met het Amerikaanse Zombi maar veel minder steunend op arpeggiators en met minder rock agressie, maar de bezetting is vergelijkbaar net als de naam en de liefde voor de jaren tachtig. Blijkens ook de bonustrack: een cover van The Beacht van New Order.