Het schaduwkabinet: week 49 – 2011

Kopvoddentax, stemvee, doe’s normaal man, vrouwen slaan en zuipen, MAAR WEL U ZEGGEN JA!!! Ook om U tegen te zeggen zijn onze lijstjes uit het:
Schaduwkabinet

We luisterden naar: Jacaszek, The Konki Duet, Caitlin Park, Zëro, Henri Pousseur, James Blackshaw, DJ Shadow, Atlas Sound, Vatican Shadow en Maintitle. En gingen naar: Köhn en Peaking Lights. En keken naar: A L'Origine.



JANWILLEMBROEK

Jacaszek – Glimmer (cd, Ghostly International)
Deze Poolse componist, voluit Michał Jacaszek geheten, heeft al diverse bijzondere albums op zijn naam staan. De muziek zit vrijwel zonder uitzondering in de filmische hoek en neigt vaak naar het klassieke, waarbij elektronica overigens ook altijd een grote zo niet de grootste rol spelen. Hij heeft al 4 albums gemaakt, één met Miłka, uitgebracht op diverse labels. Op zijn nieuwe en alweer vijfde cd spreekt de muziek zoals altijd weer tot de verbeelding en is duister van karakter. Zelfs brengt hij elektronica, akoestische gitaar en metallofoon. Daarnaast brengen gasten harpsichord en klarinet. Hij schept hiermee intrigerende en bloedstollende mooie klanklandschappen. Denk daarbij aan Deaf Center, Stars Of The Lid, Fennesz, Arvo Pärt, Philip Jeck en Greg Haines. Melancholie die bijna pijn doet zo mooi.
Luister Online:
Glimmer (album)

The Konki Duet – Let’s Bonappetons (cd, Clapping Music/Tsunami-Addiction)
Vijf jaar lang is het stil geweest rond dit smakelijke Frans/Japanse vrouwelijke poptrio, ja trio. Tussendoor nog wel een soloproject (Kumisolo), maar dat is het. Nu zijn ze terug en klinken frisser en harder dan ooit. Dat laatste is niet zo moeilijk, want ze klonken altijd behoorlijk zwoel. Niet dat dit nu helemaal weg is, maar er zit wat meer pit in. Nog altijd maken ze lekker pakkende songs met heerlijk bitterzoete zang in het Engels, Frans en Japans. Een weldadig bubbelbad vol geluiden, laverend tussen bubbelgum pop, psychedelische pop en elektropop. Zeg maar ergens tussen Cornelius, Pizzicato Five en Stereolab in. Lekkerbekkenpop dus!
Luister Online:
Planète Sauvage / These Days / Heartful

Caitlin Park – Milk Annual (cd, Broken Stone)
Dit is een nieuwe singer-songwriter uit Australië. Peter Broderick is zo weg van haar muziek dat hij een nummer voor haar debuut schrijft. Caitlin heeft een heerlijk hese, zoetgevooisde stem en haar nostalgische elektro-akoestische neofolk is om van te smullen. Ze weet op smaakvolle wijze, al dan niet met inbreng van gasten, (stem- en film-) samples, gitaar, percussie, klarinet en koorzang tot een melancholisch geheel om te toveren. Je hoort elementen van Cat Power, Nina Nastasia, Shannon Wright en Laura Marling terug in haar prachtige muziek.

Zëro – Hungry Dogs (In The Backyard) (cd, Ici D’Ailleurs)
De Franse noiserockband Deity Guns gaat op een gegeven moment over in de meer experimentele en geweldige groep Bästard. Na het opheffen van deze groep eind jaren 90 zal hun sound nog lang nadreunen, hetgeen leidt tot allerlei fraaie heruitgaven. De leden formeren diverse eigen projecten, totdat ze in 2007 weer hergroeperen als Zëro, waarin driekwart van Bästard vertegenwoordigd is. Met Zëro maken ze weer lekker stevige muziek die het midden houdt tussen hun voorgaande werk, avant-garde en tevens krautrock. Hun nieuwste, derde cd dampt werkelijk van de energie, creativiteit en spanning. Naast de eigen projecten hoor je er ook The Fall, The Ex, Neu, The Residents en Suicide in terug. Geweldig!
Luister Online:
Queen Of Pain / Polly’s On The Run / Cracker’s Ballroom / Fast Car


JUSTIN
 

Henri Pousseur – Parabolique D’Enfer (cd, Sub Rosa, 2011)
De Waalse componist Henri Pousseur overleed in 2009, maar bij Sub Rosa hebben ze nog steeds onuitgebrachte werken op de plank liggen. Zo ook Parabolique D’Enfer, een versie van één van Pousseur’s levenswerken, Leçon d'Enfer. Dit was een complex stuk dat hij componeerde ter nagedachtenis aan de Franse dichter Arthur Rimbaud, waarin elektroakoestische elementen en field recordings uit Ethiopië een prominente rol vervulden. Op deze volledig vrij geïmproviseerde remix – met zijn 78 minuten toch ook niet echt lichte kost – horen we die weliswaar regelmatig terugkomen, maar Parabolique D’Enfer is vooral indrukwekkend vanwege de deconstructie van de originele tonen en de wederopbouw ervan. Het toont Pousseur’s gevoel voor improvisatie en talent vooruitstrevende (elektronische) muziek te maken. Want hoewel dit album in 1992 is opgenomen, kan deze gerust wedijveren met meer hedendaagse varianten.

James Blackshaw – Holly (12”, Important Records, 2011)
De Engelse James Blackshaw heeft de afgelopen acht jaar bewezen dat hij zeer begaafd is op de 12-snarige gitaar, maar ook dat hij meer in zijn mars heeft dan Fahey, Jansch of Rose naspelen. Al eerder liet hij impressionisme, klassieke composities, minimalisme en raga-achtige improvisaties doorschemeren in zijn muziek. Slechts één ep van 20 minuten in heel 2011 is niet wat we van Blackshaw gewend zijn; feit is wel dat Holly rijk is aan alle aspecten die zijn muziek zo bijzonder mooi maken. Op de A-kant pakt hij nu eens een keer een 6-(nylon)snarige gitaar, die met een overdosis galm voor een prachtig ruimtelijk geluid zorgt. Charlotte Glasson kleedt het geheel verder aan met blaasinstrumenten en viool, een vleugje romantiek meegevend. De B-kant is wat traditioneler en meer gericht op minimalisme, hoewel de breed uitwaaierende gitaarresonanties weinig ruimte overlaten voor iets anders. Ik hoop dat ik deze ep een tussendoortje mag noemen; het grote nadeel van Holly is namelijk de speelduur.

Köhn + Peaking Lights, 4-12 @ DOK Gent
De synthesizer uit de jaren zeventig staat al klaar in de gezellig rommelige DOK Kantine in Gent. Achter de toetsen neemt even later de uit diezelfde stad afkomstige elektronica-held Köhn plaats. Hij gebruikt – zowel in de muziek als in de visualisatie – het nummer Transported Man van zijn laatste lp op het KRAAK label als startpunt. Vintage orgelklanken die langzaam vervormen, door de patronen in de toetsencombinaties te doorbreken. Net als op Random Patterns, inderdaad. Naar het einde van zijn toe duikt hij wat meer richting de brommende krautdrones, wat het live toch wat beter lijkt te doen bij het publiek.
Het duo (en tevens stelletje) Peaking Lights heeft een mooi jaar achter de rug. Het album 936 wordt door diverse media als één van de leukste van 2011 beschouwd, een contract met Domino en een re-release tot gevolg. Tussendoor kregen Indra en Aaron nog een kind, die op deze mini-tour door Europa gewoon wordt meegenomen (doch niet op het podium). De lome dub krijgt live nog meer dreunende bassen en volume mee, tot grote vreugde van de dansvloer, maar wellicht ten koste van de psychedelica. Wanneer ze als toegift een nieuw nummer spelen wordt duidelijk dat hun toekomst nog meer bij de beats ligt. Ik hoor niemand in de bomvolle DOK daarover klagen.


LUDO
 

DJ Shadow – The Less You Know, The Better
Atlas Sound – Parallax
Kort en bondig: Shadow vindt de Moby in zichzelf. Piano's en sentimentele vocalen.Wat stiekem best lekker is. Maar wat doet ie in godsnaam in het midden van de plaat, in een stel afzichtelijke lawaai en shout-tracks. Atlas Sound heeft hoofd-project Deerhunter qua toegankelijkheid links (of rechts?) ingehaald. Cox ontdekt de Sparklehorse in zichzelf, en begint steeds meer als Devendra Banhart te zingen.

A L'Origine (Xavier Giannoli) Fijne Franse film. Hollywood zal de rechten op een remake vast al hebben verworven. Zouden ze er dan nog steeds naar 'une histoire vraie' bij durven zetten? Toch kun je je de stunt die in deze film wordt geflikt beter in een eindeloos groot land als de USA voorstellen. Maar de crux van het verhaal is toch; als bedrijven en overheden voor de gewone consument onbereikbaarder en schimmiger worden (wat natuurlijk ook voor de economie in het algemeen geldt) dan kan een willekeurige pion zich makkelijker voordoen als vertegenwoordiger ván zo'n bedrijf. Het klootjesvolk kan dat toch nooit checken. Het eerste half uurtje van A L'Origine is nog erg arthouse, en doet denken aan L'Emploi du Temps. Wie herinnert zich daaruit niet de horloge-zwendelaar? Het hoofdpersonage hosselt zijn centjes hier op vergelijkbare wijze bij elkaar. Maar dan rolt hij per ongeluk in zijn grootste project ooit; en is hij letterlijk met stomheid geslagen. Ik vond dat jammer, en ze zouden het in Hollywood meteen schrappen, als hij toch oplichter is, had ie toch ook wel een vlotte babbel moeten hebben. Aan de andere kant, het is vooral het Ch'tis-dorp dat hun langgekoesterde wens op hém projecteert, in plaats van andersom. Zo bezien past het wel. Waar gaat het hier om? Een autoroute! Oftewel; hoe je een snelweg kan bouwen met duizend euro, en een dorp vol werkloze dromers. De film wordt gaandeweg steeds sentimenteler, de soundtrack zwiert en ronkt lekker, en ik begon aan Roosevelts New Deal te denken. Bedrijven beginnen om betalingen te zeuren, en werknemers om loon, maar waarom eigenlijk? Als men als gemeenschap aan de toekomst bouwt. Uiteindelijk gaat L'Origin du Temps niet al te diep, maar het nachtelijke 'look ma top of the world'-einde is zeer fraai. En in de aardige bijrollen o.a. overdreven schattig spel van een Lily Allen-meisje dat gecredit wordt als Soko, in die goeie Franse yéyé-traditie. (Inderdaad was ze ooit zangeres, maar inmiddels full-time actrice.)


Stefan
 

Vatican Shadow – Washington Buries Al Qaeda Leader At Sea, parts 1-3 (Hospital Tapes, 2011)
Flirten met anti-Amerikaanse gedachten, de Fort Hood schutter op je cover zetten, tja het smoelwerk dat Dominick Fernow aan dit alter ego plakt komt niet heel oprecht over, tenzij hier sprake is van een ode aan Muslimgauze. Als we even het front naast ons neerleggen, blijkt dat deze releases vol staan met nogal fraaie muziek. Lang niet alles dat Fernow als Vatican Shadow uitbrengt is interessant, wat het des te schokkender maakt hoe hij hier een consistent hoog niveau weet vast te houden. De set is onderverdeeld in drie ‘Decks’, in totaal een uur aan muziek, dat smeekt om een volledige CD issue. Het zijn lange nummers met veel herhaling, die qua mysterie en opgeroepen gevoelens raakvlak vertonen met Selected Ambient Works II, al is het door de status van dat album eigenlijk oneerlijk om die vergelijking te maken. Verrassend aangenaam gezien de verpakking. Een van de betere elektronische releases van het jaar, en een goede reden voor Fernow om Prurient met pensioen te sturen.

Maintitle – Maintitle (Endurance, 2011)
Nog een titel van het zonderlinge Deense Endurance Records, dat ons eerder de glorie van Girlseeker gaf. Waar eerdergenoemde band voor het hart gaat, vliegt Maintitle langs papier-maché sterren en zombiefilms. Door het enorme aanbod van nieuwe kosmische synth uitstapjes is er bij ondergetekende een vermoeidheid ontstaan voor de revival, maar deze release mag nog meedoen voor de punten. Opname en/of tape kwaliteit is van een bedroevend laag niveau, maar er zitten heel wat spannende ideeën verstopt in slechts 25 minuten. Associatie met het leeftijds- en locatiegedefinieerde New Way of Danish Fuck You. Geen verdere informatie over wie of wat dit gemaakt heeft, maar ik durf ene Jonas Frederiksen als hoofdverdachte aan te wijzen.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.