Het schaduwkabinet: week 48 – 2023

Het was even schrikken na de verkiezingsuitslag. Maar ik schrijf nog steeds met links. En houd linkse hobby’s zoals blijkt uit mijn lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Atmosphere, Biosphere, Capitano Merletti, Sarah Davachi, Extensa, Lenhart Tapes, Lucidvox, Augustus Muller, Ni, Oslo Tapes, Arvo Pärt, Savage Republic, Shida Shahabi, Superportua en ZÖJ.

 


 

Jan Willem

Atmosphere – Talk Talk Ep (cd, Rhymesayers / Konkurrent)
De Amerikaanse groep Atmosphere draait al meer dan 25 jaar mee met hun ludieke hip hop. Door de jaren heen zijn er nog wel eens personele wisselingen, maar ze bestaan tegenwoordig uit kernleden rapper Slug (Sean Daley) en producer A.N.T. (Anthony Davis). Eerder dit jaar hebben ze al een album uitgebracht, maar nu zijn ze alweer terug met Talk Talk Ep. Ze noemen het een ep, maar met 9 nummers van samen ruim 35 minuten is dat een behoorlijk uit de kluiten gewassen ep. Als het album begint, denk je even een nieuwe Kraftwerk op te hebben gezet, maar al snel komen de hip hop beats en raps. Toch mag je die band niet uitvlakken als invloed. Atmosphere omhult hun hip hop graag met retro futuristische geluiden. Daarnaast zit er gelijk een behoorlijk groove in de muziek wat het mede door pakkende raps zorgt voor een meeslepend werk. Daarbij moet je ook denken aan Egyptian Lover, Dälek, Shabaz Palaces, Paris, Sole en Sage Francis. En dan zijn ook Bat Flower, Kool Keith en Buck 65 nog eens te gast. Dat levert een overheerlijk tussendoortje op, om lang van te genieten.

 

Biosphere – Inland Delta (cd, Biophon)
Ooit had ik niet zoveel met elektronische muziek, maar ik denk dat ik via Kraftwerk en later Autechre, Aphex Twin, Locust, Orbital, Beaumont Hannant, The Black Dog en niet in de laatste plaats Biosphere daar helemaal ingerold ben. Dat laatst genoemde is het langlopende project van Geir Jenssen. Hij is daarvoor overigens vanaf 1984 al muzikaal actief met onder andere E-man, Bel Canto, Bleep en Time Probe. Later komen daar nog The Fires Of Ork, Levi, Cosmic Explorer en met Biosphere eveneens de samenwerkingsverbanden met Deathprod en The Higher Intelligence Agency bij. Hij is een veelzijdige componist, die niet voor één elektronisch gat te vangen is. De ene keer abstract of experimenteel en op andere momenten filmisch en bijna neoklassiek. Nu is hij terug met Inland Delta waar hij improvisaties brengt op gerestaureerde vintage synthesizers. Het levert 9 nieuwe stukken op van samen 55 minuten, die goed doorwaadbaar zijn. Het neigt wel naar ambient, maar bevat ook piano, donkere synth-pop, experimenten en geluiden die haast buitenaards lijken. Biosphere weet, zoals wel vaker, je even helemaal uit de realiteit te nemen en je onder te dompelen in weergaloze pracht.

 

Capitano Merletti – Medusa (cd, Pipapop Records/ Beautiful Losers)
Capitano Merletti is het alias van de Italiaanse zanger en multi-instrumentalist Alessandro Antonel, die al geruime tijd meedraait in de muziekindustrie. Hij is naast zijn genoemde alterego ook te horen in Chinasky en Maya Galattici. Met Capitano Merletti levert hij nu zijn derde album Medusa af, waarbij je maar liefst 21 nummers krijgt van samen in bijna 70 minuten. De kapitein brengt naast zang en achtergrondzang hier ook drums, percussie, bas, gitaren, Fender Rhodes, Wurlitzer piano, orgels, keyboards, Siel orchestra, klokkenspel, fluit, mandoline, ukelele en bouzouki. Daarnaast krijgt hij nog wat hulp op viool, synthesizers, piano en zang. Hiermee creëert hij uiterst stemmige en toch lichtvoetige indierock en indie-folk songs. Deze zijn rijk gedetailleerd maar niet volgepropt. Daarvoor is zijn aanpak te subtiel. Alles wordt voorzien van zijn zachte, pakkende zang. Daarbij moet je het ergens zoeken tussen Momus, Pale Saints, Sufjan Stevens, Peter Broderick, Nick Drake en de lichtere muziek van Gravenhurst. Daarmee heeft hij gewoon een lekker album afgeleverd.

 

Sarah Davachi – Long Gradus: Arrangements (4cd, Late Music)
Als de Canadese, maar in Los Angeles wonende componiste en toetseniste Sarah Davachi met nieuw werk komt, zie ik daar echt naar uit. Haar muziek, die vaak tussen drones, eigentijdse klassieke, experimentele en elektro-akoestische muziek uitkomt, zorgt altijd dat je op de punt van je stoel zit. Nu komt ze met het nieuwe werk, het vierluik Long Gradus: Arrangements. Hiermee is ze in 2020 begonnen, toen ze werd geselecteerd om deel te nemen aan de Composer’s Kitchen van Quatuor Bozzini, een gezamenlijke productie met Gaudeamus Muziekweek in Nederland. Door het uitstel van de residentie naar het volgende jaar kreeg de componist de kans om een stapje terug te doen en het stuk over een veel langere periode te bekijken dan normaal mogelijk zou zijn geweest. De resulterende langwerpige compositie in vier delen, geschreven in de oorspronkelijke vorm voor strijkkwartet. Dat levert de 4 stukken van samen 68 minuten op van de eerste schijf Long Gradus (Strings). Deze worden uitgevoerd door Quatuor Bozzini, dat hier bestaat uit de twee violisten Alissa Cheung en Clemens Merkel, de altvioliste Stephanie Bozzini en de celliste Isabelle Bozzini. Op uiterst langzame wijze krijg je herhalende patronen, die gradueel van toonhoogte veranderen. Je zit als het ware op een golf waar op subtiele wijze veranderingen plaatsvinden. En wel zo dat je de oorspronkelijke instrumenten nauwelijks herkent. Anders dan bij een mensurale notatie, heb je hier een meer open structuur wat maakt dat je ook ruimte ervaart in de composities. Het is biologerend en van een bijzondere schoonheid allemaal.


Davachi heeft het stuk zo gemaakt dat in kwartetformaat kan worden gearrangeerd voor elke instrumentatie die de intonatie met enige mate van nauwkeurigheid kan veranderen of een natuurlijke zevende harmonische (350Hz) kan produceren. En zo geschiedde. De tweede schijf Long Gradus (Woodwinds) wordt uitgevoerd door Rebecca Lane (fluit, basfluit) en Samara Dunscombe (klarinet, basklarinet). Vier houtblaasinstrumenten pakken nu hetzelfde stuk op, wat weer een heel andere uitwerking heeft door de andere klankkleur. Voor de rest is het weer die rust en onthaastende geleidelijk veranderende golf, die hier 67 minuten lang voor bezinning zorgt. Dat laatste geldt ook voor het derde deel Long Gradus (Brass & Organ). Deze wordt uitgevoerd door Rage Thormbones, bestaande uit Mattie Barbier (alttrombone) en Weston Olencki, plus Sarah Davachi zelf op pijporgel. Met name de trombones zijn wat meer te herkennen als trombones, wat met de voorgaande instrumenten minder was. Toch gaat ook hier een hypnotiserende werking vanuit. Tot slot is er nog Long Gradus (Choir & Electronics), die wordt verzorgd door mezzosopraan Judith Berkson en Sarah Davachi (sinusgolf-oscillatoren). De menselijke stem is ook eenvoudiger te herkennen, maar door de repetitieve en aanhoudende lange tonen raak je uiteindelijk toch dat kwijt en beginnen ruimte, tijd en bespiegelingen meer een rol te spelen. Een schitterend slot van dit vierluik. Voor mij met de strijkarrangementen de mooiste. Bijna 4,5 uur lang kan je genieten van al deze rust- en zingevende pracht. Een monumentaal meesterwerk!
Overigens is deze ook als enkele cd of lp verkrijgbaar en heet dan gewoon Long Gradus, waarbij je het eerste deel krijgt met de strijkarrangementen.

 

Extensa – Extensa (cd, Gusstaff Records / Xango Music Distribution)
Bij het immer verrassende Poolse Gusstaff Records kan je echt van alles verwachten. Veel muziek komt uit eigen land, maar ook internationale bands en artiesten weten hun weg ernaar te vinden. Nu verschijnt er het gelijknamige debuut van het Poolse trio Extensa, dat bestaat uit gitarist Paweł Wieloch, bassist Andrzej Radniecki en drummer Mariusz Wróblewski. Als je muziek echter hoort, krijg je het vermoeden dat het een veel grotere bezetting betreft. Ze laten een nogal zware en luide sound horen, waarmee ze je helemaal weten te bedelven. De hoofdmoot bestaat uit noise, post-hardcore en nu-metal, waardoor ze behoorlijk wat psychedelische geluiden en experimenten mixen. Hoewel het helemaal instrumentaal is, weten ze er toch een veelzeggend en meeslepend geheel neer te zetten. Het zou de soundtrack van de apocalyps kunnen zijn, zo dreigend en tot de verbeelding sprekend is het. Qua referenties moet je denken aan een kruisbestuiving van Unsane, Neurosis, Isis, Primus, Amenra, Russian Circles en Sannhet. Keihard en steengoed!

 

Lenhart Tapes – Dens (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
De Servische tapemuziek artiest Vladimir Lenhart, die soms ook bast, heeft er diverse projecten op nagehouden zoals Kuda Mahuda, Dead Metal Horses, Pamba en Lenhart Tapes. Met dat project maakt hij door tapes te manipuleren allerlei ritmische loop waarmee hij zijn eigen visie geeft op de Balkan muziek. Dat doet hij soms met zangeressen erbij. Of zelfs met klassieke muzikanten, alleen staat er dan nog Orchestra achter zijn projectnaam. Lenhart is echt een liefhebber van cassettes en de walkman is zijn muziekinstrument. Hij verzamelt veldopnames, zeldzame volksmuziek, spoken word- en geluidspropagandamateriaal, diverse muziekgenrealbums en ga zo maar door. Met Lenhart Tapes is hij nu terug met Dens. Daarop vind je 8 nieuwe tracks, die een mix zijn van traditionele Balkansongs, ritmische loops, industriële beats, Arabische elementen en allerhande elektronische sounds die uit zijn tapemanipulaties zijn gerold. Hij maakt gebruik van gastvocalisten Tijana Stanković (Orkestar Gradovi Utočišta, Argo, Lenhart Tapes Orchestra), Zoja Borovčanin (Lira Vega, Tussilago) en Svetlana Spajić (Gordan, Pjevačka Družina), die qua zang wel doen denken aan die van Le Mystère Des Voix Bulgares. Zij krijgen echt de ruimte om hier hun prachtzang te laten horen. Ergens is het knotsgek wat je soms over je uitgestort krijgt, maar ook gewoonweg geniaal. Als geen ander smeedt Lenhart Tapes samenhangende en goedlopende muzikale collages. En eigenlijk doet hij dat ook met diverse genres en culturen. Lenhart Tapes houdt op een originele en vooral schitterende wijze de traditie levendig.

 

Lucidvox – That’s What Remained (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
Drie jaar geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met de voorheen in Rusland gevestigde groep Lucidvox. Op het dan uitgebrachte album We Are brengen ze een combinatie van stevige psychedelische rock, aangelengd met krautrock, wave en noise, met mysterieuze Russische folk. Dat blijkt een prima match. De vier dames van Lucidvox, te weten Alina Evseeva (zang, fluit), Nadezhda Samodurova (drums), Galla Gintovt (gitaar) en Anna Moskvitina (bas), zijn nu terug met That’s What Remained. Hierop trekken ze de lijn door van hun vorige album en werken nog altijd met contrasten, zij het minder extreem. Ze krijgen daarnaast hulp van trompettist Timur Mizinov, (Wooden Whales), violiste/zangeres Dasha Avramova, gitarist Dmitry Chesnov, zangeres Ella Bayisbaeva en een kinderkoor. Hiermee hebben ze een grootser, breder en krachtiger geluid gekregen. De zang doet nog het meest aan de folk terug denken. Ze incorporeren nu ook shoegaze, Balkan en jazzelementen in hun toch al rijke sound. Het is daarmee op alle fronten nóg sterker geworden. Hoewel ze in hun teksten kritisch zijn ten opzichte van hun voormalige vaderland, versta ik daar niks van, maar het gevoel dat ze overdragen is universeel invoelbaar. Denk daarbij aan een afwisselende psychedelische mix van Miranda Sex Garden, Myrkur, Wardruna, Sonic Death, Warpaint en tevens Amon Düül. Kracht en pracht, om grenzeloos van te genieten.

 

Maria Mohn – Uprøvde Friheter (cd, Kirkelig Kulturverksted / Xango Music Distribution)
Maria Mohn Pettersen is een Noorse zangeres, songwriter en pianiste. Artiest heet ze kortweg Maria Mohn. Dat ze over een werkelijk prachtig, haast engelachtige stem beschikt bewees ze vorig jaar wel op haar derde album Over Deg Vil Stjernen Skinne. Een kerstalbum waar Erik Hillestad, een Noorse producer en oprichter van het Kirkelig Kulturverksted label, van onder de indruk was. Sterker nog, dit was de stem die hij zocht voor voor de elf teksten die hij heeft geschreven. Deze gaan over van alles, van alledaagse kwetsbaarheden, de mysteries van de jeugd en verdriet over brute gebeurtenissen in de wereld. Dat is nu allemaal terechtgekomen op het album Uprøvde Friheter, wat “ongeteste vrijheden” betekent. Het is ook het 500ste album op het label, dat grossiert in wonderschone muziek, van jazz en klassiek tot folk en wereldmuziek. Maar wat een mijlpaal! Het album telt zoals gezegd 11 nummers en draait om de wonderschone zang van Maria. Hoewel dat al meer dan genoeg is om te overtuigen, wordt de zang heel fraai ingebed door diverse muzikanten op bandeon, bas, drums, percussie en keyboards. Deze muziek gaat van pop en ballads naar jazz en Nordic folk. Dan mogen de vrijheden nog onbeproefd zijn, dit album is bewezen wonderschoon. Hulde! (ook met het 500ste album)

 

Augustus Muller – My Animal (cd, Nude Club / Konkurrent)
Augustus Muller is de helft van de Amerikaanse band Boy Harsher, maar is zich ook solo aardig als soundtrackmaker aan het ontwikkelen. Eerder dit jaar liet hij al de soundtrack Cellulosed Bodies het licht zien, hetgeen muziek bevat voor twee experimentele pornografische films. Nu is hij terug met de soundtrack My Animal, voor de gelijknamige horror romance film van Jacqueline Castel. Castel werkte eerder al met Alan Vega, John Carpenter, The Soft Moon, Zola Jesus, David Lynch en Jim Jarmusch. Nu is het eigenlijk wel een Boy Harsher aangelegenheid, want de film is weliswaar geregisseerd door Castel maar geschreven door Jae Matthews. Met vooral hardware en analoge synthesizers heeft hij 24 tracks gefabriceerd, die op gevarieerde wijze bestaan uit drones, coldwave, synthwave en ebm. Het heeft allemaal een duister tintje en er gaat dikwijls een behoorlijke dreiging vanuit, maar er zijn ook lichte stukken. Allemaal passend bij een film over een familievloek, verliefdheid, alcohol, angst en het durven loslaten van het beest in jezelf. Muller weet er een meeslepend geheel van te maken. Alleen de veelal korte lengte van de nummers verraden dat het een soundtrack is, maar die gaan vlot in elkaar over. Het is derhalve gewoon een uitstekend album geworden. Voer voor liefhebbers van John Carpenter, Klaus Schulze en Boy Harsher natuurlijk.

 

Ni – Fol Naïs (cd, Dur & Doux / Xango Music Distribution)
We are the knights who say “ni”! Ik denk dat dit voor menig Monty Python liefhebber zeer bekend is. Maar Ni is ook een Frans vierttal dat lekker prettig gestoorde progressieve mathrock naar buiten brengt. En ook naar binnen denk ik. De leden houden er allemaal andere projecten op na en delen bassist Benoit Lecomte met PoiL Ueda. De rest van de band bestaat uit Anthony Béard (gitaar, geschreeuw), François Mignot (gitaar) en Nicolas Bernollin (drums). Ze komen nu met hun derde album Fol Naïs aanzetten, wat “gek geboren” betekent in oud-Frans. Nou die gekte is wel terug te vinden in hun heerlijk over de top en verder gaande instrumentale rock, waarbij ze veelvuldig strooien met elektronische kruimels, noise, korrels, jazz fragmenten en andere experimentele materialen. Daarbij moet je denken aan iets dat ergens finisht tussen Primus, Igorrr, Don Caballero, Mr. Bungle, Naked City, Ultra Zook en The Mars Volta. Een ijzersterk en opzwepend album, om net als hen kort door de bocht te gaan.

 

Oslo Tapes – Staring At The Sun Before Goin’Blind (cd, Echodelick/ Sound Effect/ Grazil / Peyote Press)
De Italiaanse muzikant Marco Campitelli heeft Oslo Tapes in 2010 opgericht na een bezoek aan de Noorse hoofdstad, die diepe indruk op hem heeft gemaakt. De landschappen uit dat land staan ook nog wel eens model voor de muziek die hij met zijn groep maakt, die meestal ergens landt tussen art-, post- en, krautrock, al dan niet voorzien van experimenten. Op zijn vierde album Staring At The Sun Before Goin’Blind werkt zanger/gitarist Campitelli samen met Mauro Spada (bas), Davide Di (extra?) Virgillio (drums), Stefano Micolucci (bas, contrabas), Federico Sergente (percussie) en Nicola Amici (gitaar, synthesizers, percussie) van het project Kaouenn. Verder mag hij rekenen op gasten als Sicker Man (cello) en Mono drummer Dominic Cipolla. De productie is dan weer in handen van Amaury Cambuzat van de groep Ulan Bator, 99mg, Acid Cobra en later ook deel uitmakend van faUSt. Een waar sterrenteam, waarmee hij nu in ruim drie kwartier 8 tracks brengt. De songs putten weer uit de genoemde genres, maar er zit ook shoegaze en indierock doorheen. Hoewel het allemaal van een hoog niveau is, mist de focus wel een beetje. Met referenties als The Cure, Young Gods, Neu!, Can, My Bloody Valentine, NIne Inch Nails en Boduf Songs op zak heb je natuurlijk niets te klagen, maar iets meer samenhang had het nóg beter gemaakt. Staar je daar vooral niet op blind, want het is echt de moeite waard.

 

Arvo Pärt – Tractus (cd, ECM)
De Estlandse componist Arvo Pärt, die inmiddels alweer 88 jaar oud of misschien wel jong is, heeft een immense impact op mijn hedendaagse klassieke muziek geleverd. Ik volg overigens hoofdzakelijk wat hij op ECM uitbrengt, want anders wordt het veel, verwarrend en vaak ook dubbel. Ik denk ook dat deze maker van sacrale, hedendaags klassiek nauwelijks een introductie behoeft. Hij heeft een eigen ontwikkelde stijl tintinnabuli, welke is beïnvloed door de mystieke ervaringen van de componist met zangkunst. Maar ook zijn typische spel tussen heel zachte en juist weer opzwellende klanken is een belangrijk en fraai kenmerk van zijn muziek. Al 63 jaar brengt hij weergaloze muziek uit. Nu is er na een jaar of 7 weer eens een nieuw album, te weten Tractus. Toch bestaat deze net als veel voorgaande releases uit stukken die hij jaren geleden al gecomponeerd heeft. Het is allemaal wel dit jaar uitgevoerd door de befaamde Estonian Philharmonic Chamber Choir en Tallinn Chamber Choir onder leiding van dirigent Tönu Kaljuste. Daarnaast is ook de Estlandse soprane Maria Listra te horen. Het toont eens te meer aan wat voor een ongelooflijke meester Pärt is. De 14 stukken die hier worden gepresenteerd in zo’n 67 minuten bestaan uit 8 samenhangende delen, die het meest aansluiten op zijn Te Deum uit 1993. Het is mede door de soprane iets meer uitgesproken, maar die sacrale en haast verlammende schoonheid van toen is hier ook terug te vinden. Het is echt weer een niet uit te wissen klassieker!

 

Savage Republic – Live In Wrocław (cd, Gusstaff Records / Xango Music Distribution)
Je mag de band Savage Republic met recht legendarisch noemen. Ze zijn in 1982 opgericht en komen voort uit de dan volslagen eigenzinnige muziekscene in Los Angeles. Ze smeden een eigenzinnige combinatie van post-punk, art-punk, wave, no wave, industrial, tribal beats en dikwijls met wereldse invloeden. In het begin brengen ze hoofdzakelijk muziek uit op het (eigen) unieke Independent Project Records. Na vier studio- en een paar livealbums volgt de eerste split van de groep in 1990 en volgen andere projecten als Medicine, Scenic, F-Space, Autumnfair en Electric Company. Maar in 2002 pakken Thom Fuhrmann, Ethan Port en Greg Grunke, leden van het eerste uur, de draad weer op. Er volgen nog eens 4 albums, die harder klinken dan ooit maar waarbij hun kenmerkende sound intact is gebleven. De band gaat ook weer menigmaal op tournee. Tegenwoordig bestaat de groep naast Thom Fuhrmann en Ethan Port uit Alan Waddington en Kerry Dowling. Op 7 januari dit jaar gaven ze een optreden in het Poolse Wrocław, waarvan de registratie op het album Live In Wrocław terecht is gekomen; of in elk geval een deel ervan. Maar liefst 17 tracks komen er in 77 minuten voorbij. Dat moet een magisch en overrompelend optreden geweest zijn, want zelfs op het album knalt het al. En dat terwijl de gemiddelde leeftijd 60 jaar is. Zo zie je maar weer, je bent zo jong als je jezelf voelt en gedraagt. Ze zijn misschien nog wel beter dan in hun beginjaren. Het merendeel van de gespeelde nummers is afkomstig van hun meer recente album, maar ook ouder werk passeert de revue. Het heeft een afwisselend en gewoonweg onverwoestbaar goed opgeleverd.

 

Shida Shahabi – Living Circle (cd, 1307010/ FatCat)
De Zweeds-Iraanse pianiste Shida Shahabi bracht 5 jaar geleden haar debuut Homes uit op het 130701 label, een sublabel van FatCat. Hierop hebben onder meer Clarice Jensen, Set Fire To Flames, Max Richter, Sylvain Chauveau, Hauschka, Jóhann Jóhannsson, Dustin O’Halloran en Emilie Levienaise-Farrouch muziek uitgebracht. Het label biedt onderdak aan de meer klassieke dan wel experimentele muziek. Op Shahabi’s eersteling paste ze met haar muziek wel in de hoek van Max Richter, Erik Satie, Nils Frahm en Goldmund. Dat is wel anders op haar nieuwe album Living Circles dat wederom op 130701 is verhenen. Shahabi brengt naast piano ook synthesizers en zang. Daarnaast werkt ze met contrabassist Gus Loxbo, celliste Linnea Olsson, Hampus Norén op de Moog en met veldopnames en de zangeressen Nina Kinert, Julia Ringdahl en Sara Parkman. Een deel ervan kent ze nog van haar tijd in het Golden Offense Orchestra (2012-2014). De toevoegingen zorgen niet alleen voor een verrijking maar ook diepgang van de muziek. De klassieke instrumenten en de zang, maar ook de getextureerde drones, de kraakjes, de veldopnames en tape delays zorgen voor een heel andere beleving. Ik denk dat liefhebbers van onder meer A Winged Victory For The Sullen, Sarah Davachi, Max Richter, Christina Vantzou en Labradford hier hun hart aan op kunnen halen. Echt een intrigerende schoonheid.

 

Superportua – Grumi (cd, Shyrec/ Dischi Soviet Studio)
Superportua is een Italiaanse band, die al sinds 2011 bestaat. Toch is hun debuut Resterai Sempre Uno pas in 2018 verschenen na twee mini’s ervoor. Het is duidelijk dat ze een voorkeur hebben voor de muziek uit de jaren 80, al zit die er van een decennium later ook doorheen. Daar smeden ze op eigengereide wijze een lekkere mix aan stijlen van. Dat geldt tevens voor hun tweede album Grumi, hetgeen “brokken” betekent. De groep bestaat hier uit Michele Romanello (zang), Fabio Tullio (bas, keyboards, synthesizers, zang), Stefano Petterson *drums), Matteo Pezzutto (gitaar), Nicola Biadene (gitaar, ukelele) en Sergio Orso (viool, keyboards, synthesizers). Een beste line-up, waarmee ze dan ook een vol geluid laten horen. Hoewel de hoofdmoot bestaat uit new wave, wisselen ze dat ook wel af of lengen dat aan met alternatieve rock, synthpop en indierock. Misschien is art rock wel een mooie overkoepelende term. De Italiaanse zang zorgt dikwijls voor een licht dramatisch effect, terwijl het instrumentarium vrij strak is maar toch een warme sfeer uitstraalt. Het gaat van intieme songs naar groots uitpakkende. Door die vele variaties met hun ingrediënten koersen ze de ene keer richting New Order, terwijl ze op andere momenten juist weer associaties oproepen met Seigmen, U2, The Sound of de Pixies. Het is een sterk en meeslepend album geworden.

 

ZÖJ – FIL O FENJOON (cd, Parenthèses Records / Xango Music Distribution)
ZÖJ is een bijzonder nieuw duo uit Australië. Deze wordt gevormd door de Iran geboren zangeres en kamancheh- en ghaychak-speelster Gelareh Pour en drummer Brian O’Dwyer. Pour heeft gestudeerd aan het conservatorium in Teheran en haar master “ethnomusicology” gehaald aan de universiteit van Melbourne. Ze heeft ook een onderzoek gedaan naar het leven van gevluchte vrouwelijke Iraanse zangeressen. Je mag sinds de Iraanse revolutie in 1978/79 als vrouw niet openlijk zingen. Wel als achtergrondzangeres, maar niet op de voorgrond. Daarom hebben ook velen, waaronder ook Sussan Deyhim, Googoosh, Masha Vahdat en Marian Vahdat, hun heil elders gezocht. En Pour nu ook met de Australiër O”Dwyer, die vele bands heeft voorzien van zijn drumspel. Dat is nu andere koek met ZÖJ en hun debuut FIL O FENJOON, dat fonetisch Perzisch is voor “olifant en theekop”. Ze serveren hier 8 nummers, die toch pas na ruim 67 minuten finishen. Pour brengt met haar twee strijkinstrumenten, die respectievelijk met de luit en viool verwant zijn, werkelijk bezwerende muziek. Dat krijgt nog extra glas door haar prachtig droefgeestige en dikwijls etherische zang of stemgeluiden. O’Dwyer weet op hypnotiserende en pakkende wijze daar ritmes onder te zetten. En soms is het bijna verstild en desolaat, waarbij de toch al rauwe emoties alleen maar meer naar voren komen en een onuitwisbare indruk weten te maken. Ze mengen Perzische met experimentele muziek en larderen dat met neoklassiek, drones en avant-garde. Hoewel je indien je bekend bent met muziek uit Iran, er herkenningspunten aan te geven zijn, waartoe het bovengenoemde rijtje zangeressen zeker horen, is het volslagen uniek wat ze hier brengen. Een wonderschoon, biologerend meesterwerk.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.