Het schaduwkabinet: week 45 – 2019

We mogen het best wat rustiger aan doen. Als het maar niet leidt tot een muziekloze zondag. Voor nu in elk geval een muziekrijke dinsdag met onze lijstjes uit het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Black Marble, Cigarettes After Sex, Josienne Clarke, Nils Frahm, Jewish Monkeys, Michael Kiwanuka, Mark Kozelek With Petra Haden, Mark Lanegan, Swans en A Winged Victory For The Sullen.

 


 

Jan Willem

Black Marble – Bigger Than Life (cd, Sacred Bones / Konkurrent)
Drukte van het dagelijkse leven, eerst New York maar tegenwoordig in Los Angeles, is altijd al een inspiratiebron voor Black Marble geweest. Inmiddels is het een soloproject van Chris Stewart geworden. Op zijn derde album Bigger Than Life brengt hij weer een opzwepende en bovenal melancholische mix van cold wave, post-punk, synthpop en shoegaze. Daarbij grijpt hij terug naar helden als New Order, Depeche Mode en Orchestral Manoeuvres In The Dark, maar past hij ook bij tijdgenoten als Motorama, Drab Majesty, Lust For Youth en Diiv. Dit alles zonder dat je continu over herhalingen of gedateerde muziek struikelt. Stewart heeft genoeg in zijn mars om er een eigenzinnige en pakkend geheel van te maken.

 

Cigarettes After Sex – Cry (cd, Partisan Records)
Mochten jullie ooit denken dat het een goed idee is om slaapkamergeheimen dan wel gewoontes met mij te gaan delen, laat het gerust achterwege. Niet dat ik te preuts ben, maar ik ben geen wandelende boeketreeks of iemand die niets meemaakt. En daarbij is het gewoonweg ook privé. Laat ik wel zeggen dat ik een sigaret na de seks nooit heb begrepen, ook niet toen ik ooit nog wel rookte. Een douchebeurt, slapen, nog een wijntje, een stuk Franse kaas of snel maar galant de deur openhouden, prima! Oké, dat willen jullie dan wellicht dan weer niet weten. Waar ben ik? O ja, bij de nieuwe cd Cry van Cigarettes After Sex. Dit Amerikaanse gezelschap rond Greg Gonzales (zang, gitaar) is al in 2008 opgericht, maar presenteert na diverse digitale releases pas in 2017 het gelijknamige debuut. Dat noem ik destijds, volkomen terecht uiteraard, een droomdebuut. Ze brengen een mysterieuze, melancholische mix van droompop, slowcore, shoegaze, cool wave en pop noir. Opvallend gegeven is daarbij dat de prachtige zang van Greg zeer zwoel en feminien is. De groep, die verder bestaat uit Randall Miller (bas), Phillip Tubbs (keyboards) en Jacob Tomssky (drums), serveert in een goede 40 minuten nu 9 nieuwe songs, die eigenlijk met dezelfde vrijpartij aan de genoemde stijlen verdergaat. Het grijpt voor mij vooral terug naar de Creation en 4AD dagen van de jaren 90, maar dan wel helemaal van hier en nu. Dualiteit is iets dat deze groep in alle opzichten kenmerkt, hetgeen ook zorgt voor een zekere mysterieuze, meeslepende sfeer. Liefhebbers van Mazzy Star, Swallow, Slowdive, The xx, Feist, Beach House en Daughter doen er goed aan dit eens tot zich te nemen. Nee, zo bedoel ik het niet. Enfin, ze leveren een sensueel, sexy en sensationeel tweede worp af.

 

Josienne Clarke – In All Weather (cd, Rough Trade / Konkurrent)
Na haar solodebuut One Light Is Gone (2010) vormt de Schotse singer-songwriter Josienne Clarke een duo met Ben Walker. Zij brengen menig fraai album uit, dat meestal op stemmige wijze ergens tussen folk, altcountry en nachtelijke Americana uitkomt. Eerder dit jaar brengt Walker al een soloalbum uit en nu komt ook Clarke met haar tweede solowerk In All Weather. Clarke (zang, gitaar, blokfluit, saxofoon) omringt zich hier met vier muzikanten op keyboards, drums, gitaar, basprogrammering en harp. Ondanks deze inbreng, is het geheel behoorlijk ingetogen en meer folk-gericht dan voorheen. Ook haar melancholische zang komt hier eigen beter uit de verf. Ze ontpopt zich op overtuigende wijze als een nieuwe folkmuzikante die ergens landt tussen Essie Jain, Sandy Denny, Natalie Merchant, Sibylle Baier en Anja Garbarek. Dit grijpt me geloof ik meer aan dan haar werk met Walker. Hoe dan ook een geweldig, tijdloos album.

 

Nils Frahm – All Encores (cd, Erased Tapes / Konkurrent)
Ik weet nooit of ik de getalenteerde Duitse pianist Nils Frahm nu een high five moet geven of een flinke draai om zijn oren dan wel een vuistslag in zijn gezicht. Aan de ene kant heeft hij met zijn pianomuziek, die veelal conceptueel van aard is, iets anders laten horen, ook al is het dikwijls eenvoudig van aard, maar aan de andere kant levert het veel navolgers op die als onkruid woekeren. Net als Einaudi levert het heel veel vervelende bijvangst op. Beide artiesten kom ik steeds vaker tegen op voorspeelavonden van mijn dochter. Dat zegt ook wel iets. En zoals laatst ook aangestipt kreeg Inspector Banks in één van de afleveringen van de gelijknamige Britse serie een Nils Frahm album cadeau voor zijn verjaardag. Frahm produceert en neemt veel op in zijn eigen Durton Studio. Hij werkt ook samen met artiesten als Ólafur Arnalds, F.S. Blumm, Anne Müller, Library Tapes en Seeljocht en verder kan je hem terugvinden in projecten als Oliveray, Siva, Nonkeen en Übertonmensch. Ook is hij de oprichter van Piano Day (29 maart). Tijdens de opnames van zijn vorig jaar verschenen topalbum All Melody, ontstaat het idee om een soort parallelversie te maken, waarvan de muziek ook op het album hadden gepast. Dat doet hij in eerste instantie op drie 12”-es, die samen bijna 80 minuten duren, maar die nu op de verzamel cd All Encores zijn verschenen. Het is meer experimenteel en verstild dan op het moederalbum, waarbij trompettist Richard Koch, marimbaspeler Sven Kacirek, percussionist Tatu Rönkkö en celliste Anne Müller van de partij zijn. Met name in de lange stukken weet hij te imponeren. Het is een uiterst gevarieerd, wonderschoon en contemplatief geheel geworden.

 

Jewish Monkeys – Catastrophic Life (cd, Greedy For Best Music / Xango Music Distribution)
Het is soms best lastig om te schrijven over muziek uit een land waar het gewoonweg behoorlijk mis gaat. In het geval van de Jewish Monkeys betreft dat Israel. Nu heb ik genoeg kennissen daar, waar ik van weet dat ze ook niet achter het beleid van hun land staan en hopen op een vredelievende oplossing. Het inmiddels zevenkoppige (ooit acht) ensemble Jewish Monkeys houdt ervan te breken met genregrenzen, sexuele geaardheid, religieuze en etnische taboes. Humor is net als muziek vaak het beste middel om te verbinden en problemen het hoofd te bieden. Op hun alweer derde cd Catastrophic Life brengen ze weer een bonte mix aan stijlen, ditmaal klezmer, afrobeat, Balkanmuziek, rock, punk, reggae, brass en traditionele muziek. Ze pakken wat dat betreft breder uit dan voorheen. Nergens is dat een geforceerde combinatie, maar een spontane, steeds wisselende en bovenal energieke mengelmoes, waarbij er ook weer genoeg ruimte is gelaten voor de humor. Toch wordt het ook nooit een oppervlakkig feestje en zit er echt wel een boodschap achter dit alles. Serieus te nemen muziek, waaruit hoop te putten valt voor de toekomst. Hoewel ze bepaald niet in hokjes te plaatsen vallen denk ik dat fans van onder meer System Of A Down, Mano Negra, Goran Bregovic, Gogol Bordello en The Klezmatics hier goed mee uit de voeten zullen kunnen. Een vrolijk makende derde worp!

 

Michael Kiwanuka – Kiwanuka (cd, Polydor)
Het debuut Home Again uit 2012 van de Brits-Oegandese singer-songwriter Michael Kiwanuka is een regelrechte hit. Terecht ook, want zijn mix van soul, blues, singer-songwritermuziek en jazz is echt een klasse apart. Op zijn tweede album Love & Hate uit 2016 komt hij wat venijniger uit de hoek en heeft hij een duidelijke boodschap over gelijkheid en het leven als donkere man in een witte wereld. Dat weet hij wel weer op verbluffend mooie wijze te verpakken. Drie jaar later is Kiwanuka een feit. De titel is een bewuste keuze, omdat hij nu eenmaal is wie hij is en dat ook moet zijn. Michael (zang, gitaar, bas, percussie) werkt net als op het vorige album samen met producers Danger Mouse en Inflo, die ook voor de nodige instrumentaties zorgen. Daarnaast zijn er diverse soulvolle achtergrondzangeressen, strijkarrangementen en allerhande andere instrumenten, die zorgen voor een fraaie inkleuring van het stemmige en soms toch ook weer wat fellere geheel. Dat laatste komt mede door de inbreng van psychedelische rock, dat eigenlijk wel een welkome aanvulling is. Toch vind ik de “kleine” songs het allermooist, mede omdat zijn fantastische zang dan het beste uit de verf komt. Maar verandering van spijs doet eten, al zorgt Kiwanuka in alles wel voor smaakvolle muziek. Het derde geweldige album op rij van dit fenomeen, want zo mag je hem toch echt wel bestempelen. Groots!

 

Mark Kozelek With Petra Haden – Joey Always Smiled (cd, Caldo Verde)
Het is bijna standaard geworden dat er een paar keer per jaar iets van Mark Kozelek verschijnt. De vroegere kopman van de Red House Painters, brengt zowel onder zijn eigen naam als met zijn groep Sun Kil Moon albums uit, al dan niet met gasten. De muziek op die albums verschillen ook niet gek veel van elkaar en toch weet hij keer op keer een zeer vermakelijk en meeslepend geheel te fabriceren. Zijn nieuwe album Joey Always Smiled, de nummer 50 op zijn Caldo Verde label, heeft hij samen met zangeres Petra Haden gemaakt. Zij is één van een drieling, die samen met haar zussen Tanya en Rachel ooit de band That Dog vormde. Met vader Charlie Haden, de befaamde contrabassist, en broer Josh Haden (Spain) kan je gerust stellen dat ze uit een muzikaal nest komt. In 72 minuten brengen ze hier 7 nummers, die weer het bekende recept van halfzang en skeletachtige rock bevatten. Kozelek (zang, gitaar) brengt zielenroerselen weer naar buiten; wat dat betreft zou de term “diary rock” wel een mooie voor hem zijn. Petra voorziet dat alles van fraai etherische zang, wat een mooi tegenwicht biedt. Min of meer vaste kracht Ben Boyle draagt zorg voor piano, keyboards en drummachine en daarnaast spelen nog wat gasten mee op drums, gitaar, bas, keyboards en zang, waaronder ook Steve Shelley (ex-Sonic Youth, Two Dollar Guitar). Het levert een lekker landerig album op, waarbij je fijn kunt dagdromen of gewoon loom van genieten.

 

Mark Lanegan Band – Somebody’s Knocking (cd, Heavenly Recordings / PIAS)
Mark Lanegan (ex-Screaming Trees) heeft volgens mij zijn handen vol als gast van onder meer Soulsavers, Christine Owman en Andrea Schroeder, nog even los van zijn joint ventures met Isobel Campbell, Duke Garwood, The Gutter Twins (met Greg Dulli), The JLP Project Sessions en Queens Of The Stoneage. Maar eigenlijk hoor je die doorrookte en whisky geïmpregneerde zware zang het liefst bij zijn eigen band, die terecht gewoon zijn naam draagt. Op zijn nieuwe cd Somebody’s Knocking, vervolgt hij de weg van zijn vorige Gargoyle uit 2017. Dat wil zeggen lekker nachtelijke alternatieve rock die hij door zijn band ook van behoorlijk wat elektronica en wave elementen laat voorzien. Het zijn onder meer gitarist/toetsenist Alain Johannes (The Desert Sessions), gitarist Rob Marshall en toetsenist Martin Jenkins plus de Nederlandse muzikanten bassist Martijn LeNoble (Jane’s Addiction, The Cult), gitarist/toetsenist Sietse Van Gorkum en drummer Tom Nieuwenhuijs, die de boel hier opleuken. Dit is misschien wel het meest toegankelijke Lanegan album tot nu toe geworden, maar wel weer één waar het genieten geblazen is.

 

Swans – leaving meaning. (2cd, Mute/ Young God)
Michael Gira doet wel vaker deuren dicht, maar laat deze dikwijls toch ook op een kier staan. Deze nu inmiddels pensioengerechtigde muzikant, waar hij gelukkig niets van moet hebben, heeft groepen als Skin, World Of Skin, The Angels Of Light en het vroeg ter ziele gegane Body Lovers/ Haters versleten. Uiteraard is hij het meest vermaard om zijn avant-rock/industrial project Swans, dat in 1982 is opgericht. In 1997 trekt hij die deur dicht, om in 2010 weer een doorstart te maken, waarbij hij harder, grootser en meer apocalyptisch uitpakt. Na de vorige cd The Glowing Man (2016) kondigt Gira aan dat de deur van Swans 2.0 ook dichtgaat, maar tevens dat hij op een andere manier verder zal gaan. De deur staat weer op een kier. Beide periodes zijn mij overigens zeer dierbaar, zij het dat er niet echt een standaard Swans-geluid bestaat. Alleen die geweldig doorleefde, zware, door merg en been gaande zang loopt als een rode draad door alles heen. Laat dat laatste nu weer een opvallend element zijn op de nieuwe Swans cd leaving meaning., wederom een dubbele en opvallend met kleine letters geschreven. Op de achterkant staat dan weer “meaning leaving” en binnenin “living leaving”, “leaving living”, “living meaning” en “leaving meaning”. Klinkt allemaal weer als een afscheid of als een filosofische beschouwing, maar laat ik in het hier en nu blijven.
Gira (zang, gitaar) heeft zich omringt met allerlei klasbakken als oudgedienden Kristof Hahn (gitaar, achtergrondzang), Norman Westberg (gitaar), Chris Pravdica (bas, sounds), Phil Puleo (dulcimer), Thor Harris (percussie, trompet, klarinet, bellen, sounds) en Larry Mullins (keyboards, synthesizers, drums, percussie, achtergrondzang), maar ook Baby Dee (zang), Anna & Maria von Hausswolff (zang), Paul Wallfisch (piano) van Botanica en Firewater, Dana Schechter (bas) van Insect Ark, Bee And Flower en The Angels Of Light, Ben Frost (gitaar, synthesizer, geluidmanipulaties), Heather Trost ((alt)viool) van A Hawk And A Hacksaw plus de groep The Necks (piano, orgel, drums, percussie, contrabas). En er doen nog wel meer muzikanten mee. Samenwerken is misschien wel Swans 3.0 geworden.
Gira houdt voor een deel vast aan zijn heftige sound van de laatste jaren, maar grijpt eveneens deels terug op de albums White Light From The Mouth Of Infinity (1991) en Love Of Life (1992), waarvan bij de laatste de nieuwe en ontegenzeggelijk prachtige versie van “Amnesia” een duidelijke aanwijzing is. Over het algemeen dus weer een wat kalmer geluid, zij het dat de impact ervan bepaald niet minder is geworden. Nieuw zijn toch wel de meer drone- en ambient-gerichte sounds. Deze nieuwe weg, of in elk geval andere wandeling over zijn bekende paden, leidt tot nieuwe inzichten en echt overdonderend sterke muziek. Het is altijd één van mijn favoriete bands geweest en het doet echt goed dat ze zo sterk hun steeds wisselende, maar herkenbare pad blijven vervolgen. Zwaanzinnig goed!

 

A Winged Victory For The Sullen – The Undivided Five (cd, Ninja Tune)
Bij mooie neoklassieke muziek heb je grofweg twee categorieën, te weten die snel vervliegt en die juist een diepe indruk weet te maken en dus blijft hangen. Dat zit hem dikwijls niet in de ingrediënten, maar meer in hoe deze ingezet worden en wat het onderliggende gevoel erbij is. A Winged Victory For The Sullen is bij uitstek een voorbeeld van de tweede categorie. Het is dan ook niet zo maar een project maar sinds 2011 het geweldige filmische samenwerkingsverband tussen Adam Bryanbaum Wiltzie (Stars Of The Lid, The Dead Texan, Sleepingdog, Aix Em Klemm, ex-Windsor For The Derby) en Dustin O’Halloran (Dévics). Daar zit een bak aan ervaring bij en die is terug te horen. Ze komen nu met hun vierde album The Undivided Five, dat op Ninja Tune is uitgebracht. Hierop laten ze in ruim drie kwartier 9 nieuwe composities de revue passeren. Het leeuwendeel bestaat uit zoals altijd weer uit neoklassiek, met werkelijk overrompelende orkestraties (Budapest Art Orchestra), dat gelardeerd wordt met ambient, drones, elektronica en pianomuziek. Eigenlijk precies wat je van ze verwachten kan en toch is het weer even anders en verrassend. Het zou de prachtig (denkbeeldige) soundtrack voor de herfst kunnen zijn, maar het is hoe dan ook een bij de strot grijpende schoonheid. Daarbij moet je denken aan het midden van Arvo Pärt, Henryk Górecki, Jóhann Jóhannsson, Clint Mansell, Claude Debussy, Max Richter en natuurlijk ook Stars Of The Lid. Ze hebben zichzelf echt overtroffen. Inderdaad 5 sterren van de 5.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.