Actieweek: 1 Oranjeshirt kopen + 10 stuks gratis! Ook geheel voor niets maar wel doeltreffend zijn de bijdragen in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: John Carpenter (remixed), CocoRosie, Ludovico Einaudi, Dmitry Evgrafov, Fink, In The Nursery, Kiss The Anus Of A Black Cat, Lushes, Naytronix, Petite Noir, Revolutionary Army Of The Infant Jesus, Small Black, Tara Fuki, Утро (Utro), Christina Vantzou, Killing Joke en El Mahdy jr..
Jan Willem
John Carpenter – Lost Themes Remixed (lp, Sacred Bones)
Eerder dit jaar komt de legendarische regisseur/componist/producer John Carpenter met zijn album Lost Themes. Dat is zijn eerste zonder soundtrack gerelateerd materiaal, al zit de sfeer die hij eerder op bijvoorbeeld ‘Dark Star’, ‘Halloween, ‘Assault On Precinct 13’, ‘Escape From L.A.’ en ‘Vampires’ er nog wel in verstopt. Het komt ergens uit tussen Mike Oldfield, Goblin, Tangerine Dream, Ennio Morricone en dergelijke. Niet helemaal mijn straatje, al zit het materiaal bijzonder goed in elkaar. Dat laatste vindt een aantal muzikale collega’s ook en die nemen diverse nummers van het album onder handen. Het resultaat daarvan is te horen op Lost Themes Remixed. Het zijn Prurient, Zola Jesus & Dean Hurley, ohGr, Silent Servant, Uniform, Blanck Mass, JG Thirlwell en Bill Kouligas die er veelal een meer duistere draai aan geven, waardoor het materiaal wel helemaal in mijn straatje past. Het komt niet vaak voor dat ik de remix beter vind dan het origineel, maar dit is zo’n fijne uitzondering op de regel.
CocoRosie – Heartache City (cd, Lost Girl / Konkurrent)
Van nieuwe “rare meisjes”-band is CocoRosie inmiddels uitgegroeid tot een toonaangevend begrip in de freakfolk wereld. Bianca en Sierra Casady keren nu terug met hun zesde album Heartache City, op hun eigen Lost Girl label. Dat is naast Voodoo Eros hun tweede label. Ze brengen op het nieuwe werk muziek die voor de kenners bekend in de oren zal klinken. Toch is er wel één en ander veranderd, want ze werken veel met speelgoedinstrumenten en vintage instrumenten. Dit geeft hun muziek een speels en charmante sound mee. Verder zijn het de kneuterige experimenten, fijne instrumentaties, mysterieuze elementen en sympathieke stoffigheid die naast de altijd fijne zang van beide dames het verschil maakt. Het is ook veruit het meest ingetogen album van CocoRosie, maar ook één van de allerbeste.
Ludovico Einaudi – Elements (cd, Decca)
De bijna zestigjarige Italiaanse pianist/componist Ludovico Einaudi behoeft gezien de grote aandacht de laatste paar jaren eigenlijk geen introductie meer. Hij is befaamd om zijn interessante neoklassiek, met name omdat hij daarbij ook vaak het experiment, veelal met elektronica, opzoekt. Maar in feite doet hij gewoon wat hij leuk vindt. Zo is er eerder dit jaar als het wereldse Taranta Project, waarop gepassioneerde muziek uit Zuid-Italië gecombineerd wordt met Noord-Afrikaanse muziek en Turkse folk. Nu is hij alweer terug met Elements, waarop hij zich heeft laten inspireren door de elementen aarde, water, licht, vuur, maar ook mathematische en wetenschappelijke elementen en muzikale versus beeldende kunst vormen. Zo’n beetje alles denk ik dan. Enfin, de muziek. Dat is weer een schitterend, sierlijk klassiek werk geworden rond de pianopartijen van Einaudi, die tevens loops, rhodes, gitaar, samples en orgel brengt. Hij wordt begeleid op vele klassieke instrumenten maar ook elektronica, onder andere van respectievelijk het Amsterdam Sinfonietta en Robert Lippok (To Rococo Rot). Het zijn stuk voor stuk intense, emotioneel geladen stukken met hier en daar prettige erupties. Ook in de twee solo pianostukken weet hij zoveel gevoel te leggen, dat het kippenvel niet uit kan blijven. Heerlijk voer voor fans van Max Richter, Clint Mansell, Dustin O’Halloran en Jóhann Jóhannsson.
Dmitry Evgrafov – Collage (cd, 130701/ Fat Cat / Konkurrent)
Fat Cat is al jarenlang een leuk maar ook grillig indielabel. Op hun sublabel 130701, gestart op die datum, zijn ze constanter. Hierop brengen ze namelijk muziek uit die ergens tussen de experimentele en neoklassieke hoek zit, waarop Set Fire To Flames, Sylvain Chauveau, Hauschka, Max Richter, Dustin O’Halloran en Jóhann Jóhannsson inmiddels overtuigende releases het licht hebben laten zien. Nu valt de beurt aan de jonge Russische pianist/componist/multi-instrumentalist Dmitry Evgrafov. Op zijn nieuwe cd Collage brengt hij stemmige pianomuziek, die hij lardeert met percussie, strijkinstrumenten en uiteenlopende elektronica. De ene keer koerst hij richting neoklassiek en op andere moment meer naar experimentele ambient. Hij weet je bijna 35 minuten volledig in een prettige houdgreep te nemen. Liefhebbers van Endless Melancholy, Library Tapes, Nils Frahm, Ólafur Arnalds en Dustin O’Halloran zijn gewaarschuwd!
Fink – Horizontalism (cd, R’COUP’D/ Ninja Tune)
Je zou haast vergeten dat Fin Greenall in de begindagen van zijn carrière een DJ pur sang is. Hij debuteert dan ook met het downtempo elektronica album Fresh Produce voordat hij de singer-songwriterkant op koerst. Dat levert na zijn debuut 5 prachtalbums op. Toch voelt hij kennelijk na zijn vorig jaar verschenen Hard Believer, waarop ook al behoorlijk wat elektronica te horen zijn, de drang om het eens over een andere boeg te gooien. Hij laat dub-, ambient- en anderszins elektronische versies van zijn laatste succesalbum horen plus enkele tracks die zijn album niet hebben gehaald. Dat resultaat is te horen op Horizontalism. Hiermee is de cirkel misschien wel ronder dan ooit. Het is een verschil van dag en nacht en toch blijft de melancholie en de typisch Fink-stempel behouden. Dat maakt dat dit album een enorme toegevoegde waarde heeft ten opzichte van zijn voorgaande werk. Een geweldig ander gezicht en toch op en top Fink.
In The Nursery – The Fall Of The House Of Usher (cd, ITN Corporation)
De tweelingbroers Klive en Nigel Humberstone, ooit ook actief in Les Jumeaux, timmeren al sinds 1981 aan de weg en presenteren nog altijd om de één à twee jaar een nieuwe cd. Hun elektronische, industrial-wave van weleer is langzaam opgeschoven naar meer filmische neoklassiek waarbij het duistere, melancholische is gebleven. Nu is er The Fall Of The House Of Usher, waarop ze de denkbeeldig soundtrack maken voor de gelijknamige Franse horrorfilm uit 1928. Het is de 8ste cd in hun zogeheten Optical Music Series, waarbij ze al diverse klassieke stomme films van een soundtrack hebben voorzien. Dit is misschien wel hun meest ingetogen werk tot nu toe geworden. Ze brengen verstilde, droefgeestige ambient, die ondanks het minimale karakter bol staat van de emoties. Breekbare pracht, die ik niet direct bij een horrorfilm zou plaatsen maar desalniettemin wonderschoon en contemplatief is. Het is en blijft een bijzonder duo.
Kiss The Anus Of A Black Cat – To Live Vicariously (cd, Zeal / Konkurrent)
Kiss The Anus Of A Black Cat, een naam die je doorgaans niet noemt op een feestje, is al jaren het geweldige combo rond de Belgische aan het conservatorium geschoolde instrumentbouwer Stef Heeren, ook wel Stefanus en Stef Irritant geheten. Ze brengen doorgaans een mysterieuze mix van dark-folk, duistere drones, rock, avant-garde, experimenten, middeleeuwse muziek en doom. Op zijn vorige album Weltundergangsstimmung uit 2012 is er voor het eerst een meer prominente rol voor synthesizers en drumcomputers. Dat neemt niet weg dat het bijtende aspect die zijn muziek altijd kenmerkt en de melancholie gewoon blijven, mede door die karakteristieke zang. Op zijn zesde cd To Live Vicariously neemt het elektronische deel alleen maar toe. Dat verandert een hoop aan de muzikale omlijsting en is een definitief vaarwel voor de drone-folk van weleer. Toch blijft het in essentie een typisch Kiss The Anus Of A Black Cat album. En het valt te prijzen dat ze hun boodschap met dezelfde emoties anders durven in te pakken. Nog altijd spoken Joy Division, Woven Hand, Piano Magic, The Cure en New Model Army door hun muziek, zij het dat Heeren en de zijnen dat op een volslagen unieke en veelal elektronische wijze aan de man brengen. Het is gewoon weer een meeslepend en bevlogen album geworden van deze topband.
Lushes – Service Industry (cd, Felte / Konkurrent)
Het immer geweldige Felte label brengt de ene na de andere fantastische release uit, waarop bands de melancholische en duistere muziek uit de jaren 80 in een hedendaagse setting laten horen. Nieuwe donkere tijden. Ook het uit Brooklyn afkomstige duo Lushes past hier helemaal bij, waarvan hun debuut What Am I Doing het overtuigende bewijs is. James Ardery (gitaar, zang, synthesizers) en Joel Myers (drums, spd-sx, piano, synthesizers, zang) presenteren nu samen met gasten op contrabas, saxofoon, zang en synthesizers hun tweede album Service Industry. Wederom weten ze een overheerlijke, dikwijls psychedelische mix van post-punk, post-rock, noise, wave, avant-garde en experimentele muziek aan de dag te leggen. De onderkoelde zang is hier ook helemaal op zijn plaats. Het is zowel grillig en rauw als contemplatief en van een etherische schoonheid. Op uitgebalanceerde en spannende wijze weten ze Sonic Youth, Pink Floyd, In Camera, June Of 44, Have A Nice Life, PC Worship en The Cakekitchen te combineren in hun sound. Een bij de lurven grijpend geheel, waarbij oud en nieuw op grootse wijze samenvloeien.
Naytronix – Mister Divine (cd, City Slang / Konkurrent)
Multi-instrumentalist Nate Brenner kun je onder meer terugvinden bij tUnE-yArDs, Thao & Mirah, Yoko Ono en meer. Daarnaast maakt hij ook muziek als Naytronix, waarvan de eersteling Dirty Glow in 2012 op Plug Research is verschenen. Een zeer speels album vol drukke synthpop, funk en indierock. Zijn nieuwe album Mister Divine vertrekt wel ergens van het vorige eindpunt, zij het iets meer gestructureerdheid en diepgang zonder het speelse elementen teniet te doen. Hij mixt er ook een lekker zwoel jaren 70 sfeertje doorheen met psychedelische ingrediënten, maar brengt alles met een zekere nuchterheid en bevreemdendheid. Hierdoor doet hij het meest denken aan Arthur Russell en tevens aan de artpop van The Happy Family, de coolwave van The xx en de Brit funk van Level 42, al heeft hij wel degelijk een geheel eigen sound. Een fijn licht melancholisch werk vol bezinnende momenten.
Petite Noir – La Vie Est Belle / Life Is Beautiful (cd, Double Six / Domino)
Een mengelmoes maken van afrobeats, synthpop, new wave, r&b en de Britse postpunk klinkt als een heel verrassende en smakelijke combinatie. Dat is ook precies wat Yannick Ilunga als Petite Noir liet horen op de mini cd King Of Anxiety eerder dit jaar. Zeer veelbelovend mag je deze Zuid-Afrikaanse artiest dan noemen, maar hij draait dan ook al sinds 2012 mee. Hij is overigens in België geboren en heeft een Angolese moeder en Congolese vader. Op zijn debuut La Vie Est Belle / Life Is Beautiful gaat hij gewoon door met het maken van deze bijzondere mix aan stijlen, die hij nog beter weet af te wisselen. Ilunga wisselt ook veel qua zang, van hoog naar heel laag, en speelt verder bas en gitaar. De rest wordt smaakvol ingekleurd door gasten op keyboards, effecten, drumprogrammering, bas, zang, drums, gitaar, trompet, saxofoon, rap en synthesizers. Deze moet je echt gewoon eens gaan beluisteren, want als je in staat bent een eigenzinnige kruisbestuiving te maken van Joy Division, O.Children, Depeche Mode, Ibeyi, Arthur Russell, Paul Simon (ten tijde van Graceland, Editors, AR Kane, Talking Heads, The xx en in de verte ook Stomae, dan moet je gehoord worden.
Revolutionary Army Of The Infant Jesus – Beauty Will Save The World (cd, Occultation)
Nou deze zag ik echt niet meer aankomen, een nieuwe cd van Revolutionary Army Of The Infant Jesus. Na twee albums The Gift Of Tears (1987) en Mirror (1991) plus de mini cd Paradis (1995) zijn er daarna enkel heruitgaven verschenen van dat oude werk, al dan niet met een bonus track hier en daar. Je kunt ze wel ergens tussen Dead Can Dance, Black Tape For A Blue Girl, Cuurent 93 en Death In June. Maar 20 jaar later is er dus de nieuwe cd Beauty Will Save The World waarop ze 11 nieuwe tracks van bij elkaar 54 minuten het licht laten zien. Paul Boyce (klarinet, keyboard, zang), Jon Egan (harmonium, melodica, orgel, gitaar, zang) en Leslie Hampson (percussie, piano, concertina, harmonica, gitaar) krijgen hierop hulp van 7 gasten op cello, zang, piano, keyboard, bas, gitaar, keyboards en saxofoon. Ze brengen een mysterieus etherische mix van neoklassiek, ambient, neofolk, folkrock en lichte industrial. Soms heel spookachtig en duister en op andere momenten heel sereen, maar telkens bij de strot grijpend. De eerder genoemde vergelijkingen blijven daarbij nog wel overeind, aangevuld met This Mortal Coil, United Bible Study, Piano Magic en Amber Asylum. Wat een overdonderende schoonheid!
Small Black – Best Blues (cd, Jagjaguwar / Konkurrent)
Je verzint het niet: na Petite Noir ook deze week een recensie van Small Black. Die laatst genoemde is de band van de Amerikaan Josh Hayden Kolenik, dat in 2008 als een slaapkamerproject is begonnen. Inmiddels is deze uitgegroeid tot een volwaardige vierkoppige formatie waarin ook Ryan Heyner, Juan Pieczanski en Jeff Curtin zetelen. Ze brengen nu hun derde cd Best Blues uit, die gaat over verloren dierbaren, mede door de orkaan Sandy. De groep houdt hier het fijne midden tussen dance, synthpop, shoegaze, chillwave en indierock. Op het eerste gehoor zijn de nummers luchtig en lekker in het gehoor liggend, maar je voelt de onderliggende emoties en nostalgie maar al te goed. Bitterzoete songs, die net zo pakkend als diepgravend zijn. Je moet daarbij denken aan een smakelijke hybride van Coldplay, Simple Minds, Talk Talk, Flock Of Seagulls, New Order, My Bloody Valentine en The Blue Nile. Het is heerlijk thuiskomen met deze beste blues.
Tara Fuki – The Best Of… (cd, Indies Scope)
Het voelt een beetje merkwaardig om een “best of” te presenteren van een band, waarvan ik geen idee heb of deze hier ooit geland is. Ik heb trouw alle albums van het Pools/Tsjechische duo Tara Fuki gerecenseerd en één ervan is ook in mijn eindejaarslijst beland, maar of dat iets uithaalt blijft de vraag. Toch verdienen ze de aandacht en waardering, want ze nemen een unieke plek in de hedendaagse neoklassiek in. Dat komt naast hun virtuoze cellospel ook door de harmonieuze zang en integratie van andere instrumenten, veelal gebracht door hun gasten. Ze larderen hun muziek dan ook met folk, jazz, wereldse elementen, rock en avant-garde. Hun overweldigende debuut Piosenki Do Snu valt in Tsjechië ook meteen in de prijzen. Met een drang zichzelf steeds te vernieuwen en grenzen op te zoeken weten de verantwoordelijke dames Andrea Konstankiewicz en Dorota Barová, beide zowel solo actief als in uiteenlopende Tsjechische projecten, telkens weer te verrassen en de luisteraar bij de strot te grijpen. Na hun debuut verschijnen nog de geweldige albums Kapka (2003), Auris (2007), Sens (2010) en Winna (2014). Vijf topalbums op rij, allen op het klasse label Indies Scope, die zich ergens tussen Iva Bittová, David Darling, Zap Mama, Miranda Sex Garden, Bela Emerson, Bugge Wesseltoft en Radůza nestelen. Zinderende bitterzoete en spannende muziek die totaal uniek te noemen is. Ze zijn nu 15 jaar bezig en brengen de compilatie The Best Of… uit. Hierop krijg je 19 voortreffelijke tracks uit hun complete oeuvre te horen. Als bonus is er een 20ste nummer “V Rytmu S Deštěm”, dat nieuw is. Een enorme aanrader om eens grenzeloos te genieten!
Luister Online:
The Best Of…(albumsnippers)
Утро / The Morning – Солнце / The Sun(mcd, Talitres)
Утро (Utro) herbergt 4 van de 5 leden van de Russische band Motorama. In 2010 brengen ze hun geweldige gelijknamige debuut uit vol venijnige en compromisloze post-punk. Nu brengen ze op het Franse Talitres (ook de thuisbasis van Motorama) een mini cd Солнце / The Sun (Solnze) uit. Zes nummers, die in bijna 18 minuten naar de finish stomen. Ze gebruiken nu geen gitaren meer, maar enkel drums, percussie, synthesizerbas, synthesizers en zang. Dat je daar gewoon nog altijd opzwepende muziek mee kan maken bewijzen ze vanaf de eerste seconde. Het weet je te grijpen om niet meer los te laten. Denk aan een uptempo mix van Joy Division, The Cure, New Model Army en Modern English. Nostalgie, maar dan zonder te tijd lang bij zaken stil te staan. Heel lekker kleinood.
Christina Vantzou – No. 3 (cd, Kranky / Konkurrent)
In 2004 verschijnt Christina Vantzou voor het eerst aan de oppervlakte met de groep The Dead Texan, die ze er met haar inmiddels ex-man Adam Bryanbaum Wiltzie (Stars Of The Lid, Sleepingdog, A Winged Victory For The Sullen, Aix Em Klemm, Windsor For The Derby) op na houdt. Vanaf 2011 brengt deze Amerikaanse kunstenares, muzikante, componiste en Universitair Docent onder haar eigen naam muziek uit. Haar cd’s krijgen de eenvoudige titels No. 1 (2011), No. 1 Remixes (2012) en No. 2 (2014) mee, terwijl de muziek behoorlijk complex en intens is. Ze laat hierop haar synthesizerpartijen, samplekunsten en stem landen in neoklassieke en ambientachtige klanklandschappen. Haar derde werk heet ook simpelweg No. 3, maar ze laat 14 diepgravende composities het licht zien. Alhoewel licht, het is allemaal in duisternis gehuld. De 14 gasten brengen viool, altviool, cello, contrabas, fluit, hobo, fagot, hoorn, trombone, percussie, mezzosopraan- en contratenorzang om haar ideeën vorm te geven. Van alles gaat een haast narcotiserende werking uit. Vantzou brengt hier een verbluffende mengelmoes van ambient, drones, neoklassiek en experimentele muziek ten gehore. Deze muziek zal fans van Stars Of The Lid, A Winged Victory For The Sullen, Olan Mill, Arvo Pärt, Rafael Anton Irisarri, Marsen Jules en David Darling zeker aanspreken. Een genadeloze beauty!
Martijn
Killing Joke Pylon
Een nieuwe Killing Joke is nooit slecht nieuws hebben ze in hun 40(!)-jarige carrière wel bewezen. De formule is wel bepaald: Geordie’s meesterlijke riffs, de lekker doordrammende ritmesectie en Coleman’s anthemische vocalen, zo klinken ze nu eenmaal. Pylon is dan wel nét weer een stukje beter dan de vorige twee. De op Absolute Dissent storende autotuner was al getemperd op MMXII, maar er zijn meer uitschieters op het album. Met name de Brighter Than A Thousand Suns-vibe (een album waar ik bij uitkomen in 1986 – jong en onverstandig – helemaal geen fan van was trouwens) is erg fijn.
El Mahdy jr. Ghost Tapes
De Istanbul woonachtige Algerijn El Mahdy jr maakt turko-arabische beats, op zijn debuut (The Spirit of Fucked Up Places) nog erg dub-georiënteerd, op Ghost Tapes vrijer. Twee plaatkanten zonder titels, psychedelische en duistere montages van zware dub waar allerlei (gevonden) geluidsmateriaal ronddrijft. Een bedwelmende trip van slowed down arabesk, radiosignalen, flarden van ritmes en het geruis en geraas van de grote stad. Aanrader voor liefhebbers van Muslimgauze en het Wordsound-label en mijns inziens ook beter (al kan ik met name Spectre en Scarab best waarderen).