Het schaduwkabinet: week 38 – 2023

Ik wil natuurlijk niemand in de rede vallen, maar kom toch prinsheerlijk met mijn lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: CHAI, Colleen, Dead Mammals, Jóhann Jóhannsson, Louis Jucker & Le Nouvel Ensemble Contemporain, Edward Ka-Spel (2x), Mitski, Radian en Violet Nox.

 


 

Jan Willem

CHAI – CHAI (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Prince was een veelzijdige artiest, die nogal eens van geluid veranderde en toch wel herkenbaar bleef. Stel je nu eens voor dat hij in vier Japanse dames zou zijn veranderd. Hoe zou dat klinken? Welnu, dat antwoord kan deels gegeven worden door de groep CHAI, die bestaat uit de eeneiige tweeling Mana (zang, keyboards) en Kana Obata (zang, gitaar) en het duo Yuna Matsui (drums) en Yuuki Mizutani (bas), die zich ook wel NEO (New Excite Onna Band) noemen. Op hun eerdere albums Pink (2017), Punk (2019) en Wink (2021) lieten ze een prettige mix van J-Pop, disco, jaren 90 house, oude Atari computerspelletjes, dub, post-punk, hip hop en rock horen. Dat wisten ze om te smelten tot hun eigen aanstekelijke muziek met een lekkere punkattitude en feminisme hoog in het vaandel, waarbij de geknepen popachtige zang weer een goed contrast op dat alles vormde. Nu zijn ze niet terug met “Wunk” maar met hun gelijknamige, vierde album. Ze keren hierop meer terug naar hun roots en halen de inspiratie uit hun Japanse culturele erfgoed en tevens de muziek waarmee ze zijn grootgebracht. Daarbij komen thema’s als hun ervaring om vrouw te zijn, inclusiviteit en het evenwicht tussen dat alles voorbij. Hoewel veel van de genoemde stijlen nog wel voorbij komen, zit er synthwave, alternatieve pop en tevens een flinke dosis funk doorheen en moest ik door dat laatste meermaals aan Prince denken. Maar met hun activistische houding en goede smaak brengen ze nog wel meer dan dat. Ook Cibo Matto, Cornelius, Annie, Deerhoof, Babymetal en anderen duiken op in hun afwisselende sound. De vier dames van begin 30 (vandaar het nummer “From 1992”) mogen dan een ietwat kinderlijke zang laten horen, die overigens uiterst catchy is, hun boodschap is van volwassen proporties. Net als hun heerlijk meeslepende muziek.

 

Colleen – Le Jour Et La Nuit Du Réel (cd, Thrill Jockey / Konkurrent)
De creativiteit van de Franse multi-instrumentalist Cécile Schott lijkt onbegrensd en in haar inmiddels ruim 20 jaar durende carrière heeft ze haar composities steeds een andere richting opgeduwd. Van stukken met live-sampling, neoklassiek, minimal music tot volledig elektronische muziek al dan niet met zang. Hoewel haar watermerk altijd te herkennen is, blijft ze zich ontwikkelen en dompelt ze haar luisteraars onder in steeds weer een ander uniek bad. Ze is terug met haar negende album Le Jour Et La Nuit Réel, ofwel “De dag en nacht van de werkelijkheid”. Hierop heeft ze haar muziek met hoofdzakelijk Moogs en analoge elektronica gefabriceerd. Het is weliswaar een instrumentaal album geworden, maar die wel tot de verbeelding weet te spreken en veelzeggend is. In 21 stukken van samen een goede 56 minuten lang, die in feite opgesplitst zijn in 7 suites en elk van elkaar verschillen. Daarbij gaat ze van IDM en ambient naar minimal music en isolationistische krautrock. Schott grijpt altijd gebeurtenissen uit haar eigen leven als verlies, worstelingen met haar psyche, ziektes alsmede een diepe reflectie aan om muziek over te schrijven. Dat maakt ook dat haar muziek je nooit onberoerd laat. Dat is hier niet anders, want ook al is alles op het eerste gehoor klinisch en elektronisch, het onderliggende gevoel heeft een enorme impact. Maar ook met de beats die ze in haar muziek gebruikt zorgt ze voor een fijn en pakkend geluid. Om dag en nacht van te genieten!

 

Dead Mammals – II (cd, P.O.G.O Records/ Trepanation Recordings)
Dead Mammals is een Brits duo dat in 2020 opgetuigd is. Heel veel informatie kom je niet te weten, behalve dat ene Peter de zang en gitaar voor zijn rekening neemt en ene Chris zorg draagt voor bas, gitaar, drums en zang. Maar hun muziek, zo bleek uit het gelijknamige debuut uit 2021, spreekt voor zich en doet ook een grotere band vermoeden. Ze knopen post-hardcore, post-punk, alternatieve rock, grunge, sludge, industrial en bovenal noise aan elkaar tot een krachtig geluid, waarbij ik eerder aan een Amerikaanse groep moet denken. Hoe dan ook weten ze daarmee te overtuigen. Nu zijn de twee herrieschoppers terug met het album II. Hierop gaan ze gewoon verder met waar ze gebleven waren. Harde muziek vol lekker pompende bas- en drumpartijen, scheurende gitaren en lekkere riffs plus de pakkende schreeuwerige zang. Daarmee brengen ze op hun eigengereide wijze allemaal hybriden van de genoemde genres, waarbij je wisselend moet denken aan Fugazi, Shellac, Unsane, Minor Threat, Godheadsilo, Upscdownc en Nomeansno. Dat werken ze dikwijls in hoog tempo af, maar ze nemen ook wel eens gas terug, zodat je even kunt uitblazen. Hun 13 nummers die ze in ruim drie kwartier langs je oren kletteren, zijn overdonderend goed en zullen nog wel even nadreunen.

 

Jóhann Jóhannsson – A Prayer To The Dynamo (cd, Deutsche Grammophon)
Vandaag zou de geweldige IJslandse componist Jóhann Jóhannsson 54 jaar zijn geworden, die ons helaas in februari 2018 heeft verlaten. Postuum blijven er maar releases komen. Zo ook nu het album A Prayer To The Dynamo, een stuk dat Jóhannsson al ruim tien jaar geleden heeft geschreven en een soort “verloren symfonie” is. Deze wordt hier opgevoerd door het Iceland Symphony Orchestra onder leiding van Daniel Bjarnason en met behulp van bassist Skúli Sverisson en elektronica specialist Paul Corley. De cd wordt aangevuld met hernieuwde suites van de eerder verschenen soundtracks The Theory Of Everything en Sicario, die ook in de subtitel zijn opgenomen. Dat dit alles zinnenstrelende, droefgeestige pracht oplevert is eigenlijk niet verwonderlijk gezien de staat van dienst van Jóhannsson, die nog altijd hevig gemist wordt. Het is voer voor de fans van Arvo Pärt, Max Richter en Jóhannsson zelf natuurlijk. Een diepgravend en aangrijpend werk.

 

Louis Jucker & Le Nouvel Ensemble Contemporain – Suitcase Suite (cd, Hummus Records / Epicerie Libre)
Louis Jucker is een Zwitserse muzikant die al een behoorlijke tijd meedraait, zowel onder zijn eigen naam als in de uiteenlopende groepen Coilguns, Autisti (met Emily Zoé), Kunz, Televator, The Fawn, The Ocean en meer. Solo zit hij doorgaans in de DIY-hoek waar hij lo-fi, folk en experimentele muziek brengt. Jucker heeft ook al jaren een voorliefde gehad voor tweedehands koffers. Dat niet alleen omdat hij enkel met de trein reist, maar tevens omdat ze de instabiliteit van plaatsen belichamen; de vergankelijkheid van dingen. Daarnaast is er een praktische reden, want ze vervoeren en verzamelen zijn zelf ontworpen elektro-akoestische tools en andere kleine geluidstrucjes, die hij tijdens zijn concerten met plezier uitpakt en onthult. Hij struint namelijk graag rommelmarkten af, sleutelt op zijn zolder, nodigt andere artiesten uitn om mee te doen aan zijn projecten, recyclet onhandigheid en gelukkige ongelukken, deelt emoties, werkt shows uit zoals mysterieuze laboratoria, past knoppen aan, zingt met vrienden en versterkt, vervormt en fröbelt met geluiden, beelden en kabels. In 2019 kreeg hij een opdracht van het hedendaagse combo Le Nouvel Ensemble Contemporain (NEC). Hij ging akkoord met de voorwaarde dat hij het recht zou hebben om alle instrumenten te bouwen, aanwezig te zijn op het podium om de liederen te zingen met de rest van het orkest, op deze basis één of meerdere platen te mogen maken en door te gaan met het project buiten de reikwijdte van de opdracht. Vier jaar later is er dan eindelijk Suitcase Suite. Naast zijn zang zijn het de elektronische kofferinstrumenten die hij heeft ontworpen, die de muziek echt volkomen uniek maakt. Dat alles wordt prachtig omlijst door het NEC met klassieke elementen en koorzang. Het resultaat is ronduit verbluffend en valt eigenlijk met niets of niemand te vergelijken. Ik me wel voorstellen dat liefhebbers van bijvoorbeeld Pierre Bastien, Angil & The Hiddentracks, The National, Bon Iver, Devendra Banhart hier hun hart aan op kunnen halen. Maar dan is het toch compleet anders. De koffers zijn al ingepakt door Jucker en je hoeft enkel uit pakken en te genieten van deze avontuurlijke, muzikale trip.
,

 

Edward Ka-Spel – The Random Time Machine / Dark Window Wave (cd, Edward Ka-Spel)
Edward Ka-Spel – Songs Of Soltitude (cd, Edward Ka-Spel)
Edward ka-Spel is de poëtisch zingende muzikant, die natuurlijk de meeste bekendheid geniet als de kopman van The Legendary Pink Dots en is ook in diverse andere projecten te horen. Solo maakt hij eveneens muziek, die soms wat meer experimenteel en zo mogelijk ook meer psychedelisch uitpakt dan zijn moederband. Gedurende de lockdown tijdens de pandemie heeft Edward Ka-Spel diverse werken geschreven en die onder de vlag “Quarantine Series” uitgebracht. Twee daarvan The Random Time Machine en Dark Window Wave, stammend uit 2021, zijn gebundeld op één album verschenen. Een deel van de tracks bestaat hier uit samengestelde stukken, die dan ook gedurende het verloop ervan iets veranderen. Hij wisselt hier de meer songgerichte af met meer experimentele stukken en soms vloeien die fraai samen. Uit alles hoor je de eenzaamheid. Okm weet hij goed de bevreemdende sfeer die er was destijds hier te vangen. In 9 tracks van samen 78 minuten lang weet hij je compleet in de houdgreep te nemen. Klasse!
Dat desolate gevoel komt al helemaal mooi uit de verf op Songs Of Soltitude, waar hij in 35 minuten 5 nummers de revue laat passeren. Ook deze is uitgekomen in de zogeheten “Quarantine Series”. Overigens ben ik met deze twee niet compleet. Ik ben zelf alleen de grootste fan van de meer kleine songs, zowel van de Legendary Pink Dots als die van Ka-Spel. Daarbij zijn de experimenten zeer welkom, maar soms voeren die de boventoon. Dit album, waarbij de titel afgekort trouwens S.O.S. vormt, bestaat voor een groot deel uit die typische, breekbare prachtsongs die me ooit ook helemaal voor de Legendary Pink Dots hebben doen vallen. De eenzaamheid en melancholie sijpelt door alle naden en kieren naar buiten. Ka-Spel weet het overal van fraaie psychedelische franje te voorzien, waardoor de songs al helemaal een uniek karakter krijgen. Een subliem kleinood. Heeft die rottige pandemie toch nog iets moois opgeleverd.

 

Mitski – The Land Is Inhospitable And So Are We (cd, Dead Oceans / Konkurrent)
Het zal soms best frustrerend zijn als artiest, als je alles geeft en geweldige albums maakt en toch nooit echt het grote publiek weet te vinden. Dat is een beetje het verhaal van de in Japan geboren Mitsuki Laycock, maar in New York getogen Mitski Miyawaki. Als Mitski brengt ze sinds 2012 haar muziek uit, die een amalgaam is van altpop, indierock, shoegaze en elektronische muziek. Dat in combinatie met haar bitterzoete zang maakt haar muziek tot een waar genot, waar ook liefhebbers van de 4AD muziek uit de jaren 90 hun hart aan kunnen ophalen (haar eerste album heet wellicht toevallig Lush). Haar laatste en zesde album Laurel Hell (2022) lijkt een keerpunt en levert haar terecht de nodige erkenning op. De ultieme uppercut levert ze nu met haar zevende album The Land Is Inhospitable And So Are We. Geen titel die je er eenvoudig uitslingert, maar in feite is haar gemakkelijk en prettig in het gehoor liggende muziek dat ook nooit. Ze brengt overal zoveel laagjes aan, zonder gekunsteld moeilijk te doen. Daarbij zit er tevens een diep gewortelde melancholie onder, wat ze hier laat accentueren met weelderige orkestraties. Hoewel het merendeel warm, troostvol en dromerig is, toont ze her en der ook haar spierballen met wat steviger en licht experimenteel werk. Dat laatste heeft waarschijnlijk met de kritische boodschap jegens de VS te maken, waar ze overigens tegelijkertijd van houdt. In een goede 32 minuten krijg je 11 nieuwe tracks, waar alles meer dan ooit op z’n plek valt. Denk ter vergelijk aan een mix van Lush, Cocteau Twins, Lisa Germano, PJ Harvey, Soccer Mommy, Lana Del Rey en Cat Power. Het is een album om simpelweg intens van te genieten, maar biedt ook ruimte om weg te dromen, tot bezinning te komen en je even helemaal weg uit de realiteit te nemen om je er vervolgens weer met je neus op te drukken. Dit is haar magnum opus tot nu toe, waarmee ze vele harten sneller zal doen kloppen.

 

Radian – Distorted Rooms (cd, Thrill Jockey / Konkurrent)
Toen de term post-rock voor het eerst viel, ging het eigenlijk om muziek met weliswaar rockstructuren maar dan meer elektronisch gebracht en daardoor voorbij de rock. Het is als je de term leest ook iets logischer dan dat het om de hard-zacht gitaarmuziek zou gaan, waarvoor deze later werd ingezet. Hoe dan ook is het Oostenrijkse Radian, dat al sinds 1998 bestaat, een voorbeeld van de elektronische variant. Toch brengen ze ook gitaren, bas en drums, hetgeen het genre niet bijt. De groep bestaat tegenwoordig uit Martin Brandlmayr (drums, vibrafoon, computer) van Autistic Daughters, Polwechsel, Trapist en meer, John Norman (bas) en Martin Siewert (gitaar, synthesizers, elektronica) uit onder andere Trapist, The Year Of en Heaven And. Ze presenteren nu hun nieuwe album Distorted Rooms, waar ze in ruim 38 minuten 6 tracks voorbij laten komen. Daarbij tonen ze andermaal hun unieke gevoel voor microtonaliteit, al weten ze er ook stoere riffs en drumpartijen uit te gooien en stemsamples te gebruiken. Toch zit hun kracht in de subtiele aanpak en de emoties die ze in hun geluid weten te leggen. Zo worden zelfs hun meest complexe creaties invoelbaar en doorwaadbaar. Ze zetten de instrumenten in om de elektronische muziek te versterken, waardoor ze een geheel eigen terrein bewandelen dat je misschien wel als post-electronic-rock moet bestempelen. Daarbij moet je denken aan een ludieke mix van Supersilent, To Rococo Rot, Kammerflimmer Kollektief, White Winged Moth, Locust, Fridge en de latere Talk Talk. Het levert een intrigerend, aangrijpend en knap hoorspel op.

 

Violet Nox – Vortex And Voices (cd, Somewherecold)
Via het prestigieuze en eclectische label Reverb Worship en diens elektronische sublabel Sleep FUSE kom ik respectievelijk in 2017 en 2018 in aanraking met de Amerikaanse, uit Boston afkomstige groep Violet Nox. Als een caleidoscoop weet die groep in hun discografie te schuiven van drones, industrial, post-punk en ambient naar shoegaze, synthpop en darkwave. Zowel het debuut Nebula (2017) als de mini Twin Flame (2018) maken een diepe indruk. Daarna volgen de mini’s Future Fast (2020) en Whispering Galaxy (2021) plus hun bijdrage aan de geweldige compilatie The Empire Of The Four Moons (2022). Per album evolueren ze meer naar de etherische en vooral elektronische kant. Ze presenteren nu hun tweede album Vortex And Voices. Kernleden Dez DeCarlo (synthesizers, effectpedalen, zangsamples) en Andrew Abrahamson (synthesizers, samples, machines) worden hierbij geholpen door Noell Dorsey (zang) en in de track “Senzor” (leuke titel!) ook door Alexis Desjardins (synthesizers), die ook voor de prachtige coverart heeft gezorgd. In een kleine 33 minuten laten ze 7 tracks het licht zien, die het midden houden tussen synthwave, drones, krautrock, techno, EDM en ambient. Hiermee reizen ze door de tijd, van het verre verleden naar de toekomst en tevens bieden ze een vlucht uit de realiteit en troost voor de interne geest. Liefhebbers van onder andere Tangerine Dream, Orbital, Jean-Michel Jarre, Cocteau Twins, Vangelis, Black Tape For A Blue Girl, Clan Of Xymox en Vangelis zullen hiervan smullen. Ze brengen een volslagen uniek geluid, hetgeen niet alleen bijzonder is in het platgetreden muzieklandschap, maar ook nog eens één die van een diepgravende schoonheid en avontuurlijkheid is.

Comments

comments

One thought on “Het schaduwkabinet: week 38 – 2023

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.