Het schaduwkabinet: week 38 – 2009

Een kind van 15 in de VS schiet zijn eigen piemel aan flarden. Niet uit feminisme, maar puur uit stupiditeit. In India gooien ze een zwartrijdend jongetje van 12 uit een snel rijdende trein, omdat hij geen smeergeld wilde betalen. Zijn been moest geamputeerd worden. Verder bleek Prinsjesdag weer een genante, kinderlijke vertoning uit de mond van onze eigen miljardair. Veel beschaafder en volwassener zijn onze lijstjes uit het:
Schaduwkabinet
We luisterden naar: Loren Connors & Jim O’Rourke, Mari Boine, David Sylvian, The xx, Codes In The Clouds, Brenna MacCrimmon, Tara Jane ONeil, Yonlu, Madredeus & A Banda Cósmica, Costa Music, Mew, veel Eliane Radigue en stiekem Warren Ellis & Nick Cave. En keken naar: Los Abrazos Rotos, Mari Boine, Fanny och Alexander, Disgrace, No One’s Ark, Goodbye Solo, The Wild Bunch en The Proposition.

ERICVANREES
Loren Connors & Jim O'Rourke – Two Nice Catholic Boys
Heruitgave van touropnames van de twee gitaristen in Europa, het jaar is 1997. O'Rourke verknipte uren opnames tot drie tracks, die vaak hard beginnen maar al snel naar rustiger sferen verglijden. Het tempo ligt laag, de muziek is melodieus: O'Rourke begeleidt, Conners improviseert met slechts een paar noten eroverheen. Vreemd en mooi. Blues from outer space.

Los Abrazos Rotos (Pedro Almodóvar, Spanje, 2009)
Vlak voor het einde van de film trekt iemand een dvd van Fellini's '8 1/2' uit de kast. Net zoals Fellini's film handelt over een filmer die een film wil maken, doet Almodovar's laatste ook iets met dit gegeven, maar dan een treetje hoger. Want in de film binnen de film loopt nog iemand met een camera rond, die op z'n Lars von Triers een homevideo maakt van wat er allemaal gezegd en gedaan wordt. Met dit gegeven heeft Almodovar een complex bouwwerk van een film gemaakt, die zich moeilijk laat navertellen. Want er is nog iemand die graag een film wil maken, maar of die er komt? Belangrijkste bezwaar is dat de film alleen maar dialogen bevat, en met twee uur is dat een hele zit. Wat er de laatste tien minuten nog even aan subplots wordt afgeraffeld, is echt teveel van het goede ('had ik je al verteld wie je echte vader was, nee?'). Maar verder heb ik me prima vermaakt.


JANWILLEMBROEK  
Mari Boine live @Bimhuis 09-09-2009 
Ik ben al jaren een groot fan van deze joik-zangeres. Ze behoort net als Wimme tot het Nomadenvolk de Sami, die we hier beter kennen onder de beledigende naam de Lappen (vergelijk Inuït versus Eskimo’s). Het omvat het meest Noordelijke deel van Noorwegen en Zweden en voor een kleiner deel ook Finland en Rusland, met een eigen taaltje. De zang bevat ook veelal die typische woordloze teksten, de joik, die iets magisch en mysterieus heeft. Ze heeft naar het Bimhuis de trompettist/fluittist Ole Jørn Myklebust, bassist Svein Schultz, gitarist Georg Buljo, percussionist Gunnar Augland en een buiten beeld gebleven mixer meegenomen. De zaal is afgeladen vol, maar wat geeft het als je mag genieten van dat fraaie uitzicht van het Bimhuis, waar die avond iets moois gaat gebeuren? Als Boine naar binnen schrijdt is het publiek namelijk al lyrisch. En terecht zo blijkt. Na haar eerste stemklanken word je meteen meegenomen op een onaards magische trip. Ze vertelt tussen de nummers door op geëngageerde wijze vaak hoe de muziek tot stand is gekomen of waarover het volgende nummer gaat. Daarbij maakt ze dikwijls grappen. Een innemende en bijzondere vrouw. Ze heeft haar nieuwe album opgenomen in Zuid-Afrika en deels gewerkt met muzikanten van daar. Daar laat ze deze avond ook delen van horen met opzwepende ritmes, waarbij Ole als stand-in Afrikaan fungeert tot groot vermaak van Svein. Deze twee heren hebben sowieso veel lol samen en hebben het duidelijk naar hun zin. De overdreven Noors ogende Gunnar (zie video’s) speelt fantastisch en bedient buiten beeld ook wat elektronische apparaten waarop hij mept. De enige die een seance lijkt te ondergaan is Georg die vaak met de ogen dicht happende bewegingen met zijn mond maakt en gezien de onrustige houding dat ook met zijn anus doet. Daarnaast blijken er in het publiek metgezellen van Georg, die het niet kunnen nalaten te gaan dansen als een stel spastische runderen; hoewel er ook een grijs behaarde reïncarnatie van Mahatma Ghandi aanwezig is die vermoedelijk een heel vlooiencircus in zijn kleding heeft zitten maar door de liters rustgevende thee toch nog weet te transcenderen. Maar wat geeft het als er iets moois gaande is? Focus verleggen en weer genieten van de muziek, want die wordt vol verve en met een vleugje magie gebracht. Naast veel van haar nieuwe nummers brengt ze ook een hoop oud werk ten gehore. Pas in haar tweede toegift komt ze met de publiekslieveling
Gula Gula op de proppen. Het einde van een zeer geslaagde avond, zo waar eens samen met vrouwlief.
Bepoalde beelden:
Ipmiliin Hálesteapmi
Sterna Paradisea

Mari Boine – Sterna Paradisea / Čuovgga Áirras (cd, Lean/Universal)
Dan de cd, haar tiende studioalbum als ik me niet vergis. De Noorse zangeres presenteert op 53-jarige leeftijd misschien wel haar meest gevarieerde en warmste album tot nu toe. Dat is ongetwijfeld te danken aan de Zuid-Afrikaanse zomerzon waar ze haar album heeft opgenomen. Naast de gebruikelijke woordloze zang en de eigen Samische taal hoor je nu ook Afrikaanse zangers. Het valt op dat de plekken waar de zon extreem lang zichtbaar blijft de emoties en zang wonderwel samengaan. Haar boventonen sluiten naadloos aan op de Afrikaanse zang en levert zelfs betoverende momenten op. De muzikale begeleiding is van een ijselijk, nachtelijke pracht en houdt het midden tussen folk, elektronica en jazz. Het een bitterzoet album geworden met het aangename van de zomerzon en de schoonheid van pas gevallen sneeuw.
Luister Online bij Myspace:
Lene Májjá / Soria Moria Palássa / Claudine’s Song / Entranced


David Sylvian– Manafon (cd, Samadhisound)
David Sylvian is als een goede wijn, die naarmate deze rijpt nog lekkerder dan wel karakteristieker en daarmee soms minder makkelijk wordt. Zijn kenmerkende stem als een knapperend haardvuur blijft, maar qua muziek wil hij de laatste jaren het experiment nog wel eens opzoeken. Op zijn nieuwste cd wordt zijn zang omlijst door een uiterst experimentele setting bestaande uit Christian Fennesz, Otomo Yoshihide (Ground Zero, Peril), Werner Dafeldecker, Michael Moser, Toshimaru Nakamura, Evan Parker, Keith Rowe, Franz Hautzinger, Tetuzi Akiyama, Sachiko M, John Tilbury, Burkhard Stangl, Marcio Mattos en Joel Ryan. Ze bestoken hem op uiterst subtiele wijze met akoestische bas, gitaar, piano, cello, sax, laptop, mixer, draaitafels, trompet, elektronica en processing. De muziek is door de beugel genomen niet eenvoudig of gangbaar en toch blijft het nachtelijk sfeervol, jazzy en breekbaar doordat de geluiden niet de overhand nemen. Zijn stem sleept je overigens altijd moeiteloos door de meeste obstakels heen. Daarmee krijg je gek genoeg een atypische en toch typische Sylvian album.
Luister Online:
Manafon

The xx - xx (cd, Young Turks)
Ik weet niet of het te vroeg is om over een sensatie te spreken, maar potverdikke wat maken die amper 20 jarigen een voortreffelijk debuut. Het basisgeluid van het viertal is als een heel kaal en onderkoeld klinkende jaren 80 waveband. Daar doorheen krijg je loodzware baspartijen, meanderende gitaren, fraaie uiteenlopende elektronica en beats. Hier brengen wisselend los of samen Romy Madley Croft (gitaar) en Oliver Sim (bas) hun ingetogen warme zang ten gehore. Uiteindelijk krijg je door de altijd aanwezige new wave ook elementen uit de r&b, popmuziek, trip hop, post rock en dance. En dat allemaal op uiterst droefgeestige wijze. Je moet meteen aan de oude 4ad en de nieuwe 4ad denken (Big Pink), maar ook aan helden van nu en weleer. Soms is het als The Cure met Kim Gordon als zangeres, Low met wat opbeurende beats, Arthur Russell die met Faithless aan de haal gaat, een vrijage van The Young Marble Giants met Massive Attack of Sonic Youth met Chris Isaak en ga zo maar door. Het is prachtige duisternis die met zachte hand gebracht wordt.
Luister Online bij Myspace:
Basic Space / Crystalised

Codes In The Clouds – Paper  (cd, Erased Tapes)
En alweer een post-rock band met zachte en harde momenten. Zitten we daar op te wachten? Nou eigenlijk wel, want het vijftal Codes In The Clouds bouwt ijzersterke composities. Ze werken op goede wijze naar hun climaxen, maar laten ook dikwijls de boog gespannen zonder te schieten. Het creëren van emotionele crescendo’s en een goed atmosferisch geheel, die van angstaanjagend hard tot adembenemend mooi en filmisch uiteenloopt, lijken belangrijker dan hard uit de hoek te komen (wat ze wel doen). Daarbij gebruiken ze ook fraaie (geluiden van) toets- en strijkpartijen en elektronica om de boel op te leuken. Zo doen ze wel denken aan Explosions In The Sky en 65daysofstatic maar ook aan Caspian, Godspeed You! Black Emperor en Sigur Rós. Energiek, gevarieerd en innemend album.
Luister Online:
Paper Canyon

Brenna MacCrimmon – Kulak Misafiri / Events In Small Chambers (cd, Kalan/Green Goat Music)
Brenna is een Canadese folkzangeres, maar geeft al jaren les in Balkan en Turkse muziek. Ze bestudeert en maakt zelf deze muziek intensief. Verder spreekt en zingt ze vloeiend Turks. Als tiener raakte ze helemaal verslingerd aan de muziek van daar en toen besloot ze ook maar de taal te leren. Inmiddels heeft ze al twee cd’s vol Turkse muziek die soms Turkser is dan die van een Turk, maar zeer zeker de moeite waard. Op haar nieuwe schijf laat ze vooral Turkse muziek horen, maar ook die afkomstig is uit onder meer Bulgarije en Kroatië. Veel traditionele liederen die ze op eigenzinnige wijze ten gehore brengt, samen met haar sterke begeleidende musici. Ook die zijn hier voor het eerst niet Turks maar bespelen wel alle instrumenten die los en vast te vinden zijn in Turkije. Het merendeel is heerlijk droefgeestig. Brenna heeft gewoon een echt schitterend album gemaakt, dat totaal niet onderdoet voor producten uit dat land.
Luister Online:
Kulak Misafiri

Tara Jane ONeil - A Ways Away (cd, K)
Tara Jane ONeil, ooit nog deel uitmakend van Rodan, Retsin en The Sonara Pine, is al jaren op vrije voeten en heeft al menig fraai album geproduceerd. Op haar nieuwste komt ze wel erg sterk uit de hoek met haar haast gedrogeerde folk- en singer-songwritermuziek. Ze krijgt steun van vele muzikanten, waaronder Dan Littleton (Ida), Mirah en Jana Hunter, die met strijkers, gitaar, zang, bas en veel ander moois haar lekker hese stemgeluid en gitaarspel van een mooi lijstje voorzien. Het is meer duister, experimenteel en emotioneel geladen en toch goed doorwaadbaar en intens mooi. Ze doet haar eigen fans, maar ook die van de genoemde bands en Jessica Bailiff, Shannon Wright en Julie Doiron een groot plezier met deze geweldige nieuwe cd vol troostende melancholie.
Luister Online bij Myspace:
Drowning

Yonlu – A Society In Which No Tear Is Shed Is Inconceivably Mediocre (cd, Luaka Bop)
Het verhaal is inmiddels vast bekend, maar wellicht dat er net als ik nog mensen zijn die het niet kennen. Vinicius Gageiro Marques is een uiterst getalenteerde Braziliaanse singer-somgwriter, multi-instrumentalist en met een eigenzinnige visie. Hij noemt zichzelf Yonlu. Hij sprak vloeiend Engels en Frans. Op zijn 16de, in 2006, pleegt hij zelfmoord in de badkamer. Hij laat een briefje achter aan zijn ouders dat zij zichzelf niets kwalijk moeten nemen en z
e zijn muziek maar moeten draaien als ze hem missen. Zijn vader vindt dan op zijn computer vele muziekcreaties die nu op deze cd te horen zijn. Als je de muziek hoort heb je niet de indruk een jong persoon aan het werk te horen. Wel een enorm creatief en origineel talent. Hij maakt met uiteenlopende instrumenten en veldopnames een onnavolgbare mix van melancholische singer-songwritermuziek, bossanova, folk, pop, lo-fi en (grappige) experimenten met meestal Engelstalige teksten. Het is een merkwaardige maar uitstekende mengelmoes geworden van Nick Drake, Badly Drawn Boy, Gilberto Gil, Tortoise, Elliott Smith en Smog. Hij laat een prachtig testament na.
Luister Online bij Myspace:
I Know What It’s Like / A Boy And A Tiger / Humiliation

Madredeus A Banda Cósmica – A Nova Aurora (cd, Farol Música)
Officieel mag je Madredeus geen fadoband noemen omdat ze ook elektronica gebruiken in hun muziek, maar voor mij zijn nog steeds de mooiste nieuwe of eigenlijk tussengeneratie fadoband. Hun albums druipen altijd van de overheerlijke melancholie en belichamen alle emoties van de fado op unieke wijze. Nu schijnt zangeres Teresa Salgueiro even een time-out te willen met de band. Ze is, naast een mooie gastrol bij Zbigniew Preisner in 2007, voor het laatst te horen op het studioalbum Faluas Do Tejo (2005). Vandaar dat de rest van de band nu voor de tweede maal in zee gaat met het zogeheten A Banda Cósmica. De twee zangeressen daar benaderen overigens Teresa’s stem redelijk. De muziek is van een groter orkest en met meer rockelementen, dus minder intiem dan Madredeus. Het onderliggende melancholische gevoel is er echter nog steeds en de muziek weet je ook net zo uit de realiteit te tillen. Dus voor de rechtgeaarde Madredeus fan is er heel veel moois te beleven, ook al is er de hoop dat Teresa ooit weer terugkomt. Maar ik klaag niet.
Luister Online:
A Nova Aurora (in de playerT onderaan)

Costa Music – Lighter Subjects (cd, Stilll)
Dit is het soloproject van Joseph Desler Costa uit L’Altra. Van dat laatste project is de status ietwat onduidelijk. Costa solo mag er echter wezen. Hij fabriceert uiterst breekbare, niet bepaald lichte liedjes met elektronica, gitaren, strijkers en koren, waarvan veel ingevuld wordt door de waslijst aan gastmuzikanten. Het is een mengsel van elektronische muziek, nachtelijke jazz, pop, wave, postrock en shoegazermuziek. Zeg maar een groffe mix van Calla, Telefon Tel Aviv, Dakota Suite, Piano Magic, Ben Christophers, Faultline en natuurlijk L’Altra. Wonderschoon, niet luchtig werk!
Luister Online bij Myspace:
Sounds Like A Sigh / Feathers / Somewhere Listening / As I Go Beneath / Southern States


LUDO
Mew – No More Stories
De insteek van de recensies voor deze plaat lijkt te zijn 'het is prog, maar toch goed'. Dat krijg je met zo'n lange titel, die hierboven drastisch is ingekort. Nu heb ik dit jaar Peter Hammill al leren waarderen, maar wat mij betreft is Mew een behoorlijk normaal (en toch erg leuk) indiepop-bandje. Met meer dan voorheen de nadruk op pop. Zo klinken de Denen bijvoorbeeld in Silas the Magic Car als Death Cab for Cutie en de rustige passages in Cartoon and Macreme Wounds zijn space-melancholie á la Flaming Lips. (Ok die laatste zijn ook 'progindiepop') No More Stories valt op (ouderwets?) aangename wijze in tweeën uiteen. Het begin van 'kant b' vormt het hoogtepunt, met een fraai intro (A Dream) en de beste (Fleetwood Mac-achtige) gitaarlick van de plaat in Hawaii. Nu zijn er natuurlijk talloze bands die een decennia-lange carrière hebben/maken, toch maakt juist het feit dat Mew al in 1994 begon, nog geen handvol albums uitbracht en heel, heel langzaam steeds meer succes krijgt ze nog net wat sympathieker.
Fanny och Alexander (Bergman)
Arme Fanny. Krijgt nauwelijks screentime. Deze zeer toegankelijke film heeft dan ook niets met haar te maken. Bergman had 't net zo goed "Alexander" kunnen noemen. Broer en zus wisselen wat blikken tijdens eetgelegenheden en hebben é é n echte scène samen bij 't schijnsel van een toverlantaarn, maar daar blijft het echt bij. Het eerste kwart wordt Fanny's naam niet eens genoemd en dacht ik nog even dat ze wellicht een van de kindermeisjes was, waarmee Alexander wellicht seksueel zou ontwaken. (Maar dat is de vurige Maj, die al snel door een ander lid van de familie Ekdahl wordt ingepalmd) Het eerste kwart is voor Bergman's doen onwaarschijnlijk warm, vrolijk en nostalgisch in gouden tinten. En geen sloebers hè, maar rijkelui. Het lijkt Louis Malle wel! Dan valt er een dooie, en eigenlijk raakt de film ogenblikkelijk in boeiender vaarwater. (En Bergman in z'n element) Duisternis, kilte, gekte en een bijna clichématig slechte bisschop (en stiefpa). Mooiste momenten komen in 't huis van de joodse geldregelaar en redder in nood Jacobi, die twee wonderlijke broers heeft.


MARTIJNB
Eliane Radigue L'île re-sonante

Eliane Radigue Vice Versa, etc…

Eliane Radigue Triptych

Drie uitgaves van de Grande dame du Drone, twee opgediept uit de archieven en haar laatste elektronische werk. L'île re-sonante is bijna uitbundig te noemen in vergelijking met de twee heruitgaves van Important. De kalme maar omineuze ARP drone golft en pulseert zachtjes zodat boventonen vrij spel krijgen. Het uitbundige zit 'm in de hemelse koorklanken die opdoemen en later weer verdwijnen. Het andere uiterste hoor je in Vice Versa, etc…, wat een vrij kale compositie is, de laatste die meet 'feedback loops' is gemaakt. Daar mag je als luisteraar zelf mee aan de gang. Net als het vorig jaar uitgebrachte debuut stuk CHRY-PTUS krijg je twee cd's zodat je deze tegelijk kan afspelen. Niet zo praktisch en dat moet ik dus nog doen. De verschillende snelheden krijg je wel aangeleverd en op disc 1 staan vier versies vooruit en op disc 2 dezelfde stukken maar dan achterstevoren. Het verschil tussen voor- en achteruit is minimaal, maar de verschillende snelheden zijn verrassend onderhoudend. Mooier nog is Triptych, een stuk in drie delen (duh) wat nog niet eerder verschenen is, haar terugkeer in de muziek na een tijd van boeddhistische bezinning. Het is wat rauwer (ook doordat er ook een plop en een tik zijn te horen die volgens mij geen deel uitmaken van de compositie) dan een stuk als Adnos I, iets minder dreigend, maar net zo zalvend en hypnotiserend.


OLAFK  
Disgrace (Steve Jacobs, 2008)
Naar het boek van Coetzee dat ik deze zomer las. Het blijft een rare gewaarwording om dan de film te zien. En heel maf als een antal scenes er precies uit komen te zien zoals je ze had voorgesteld. De film is door de beperkte lengte genoodzaakt een aantal thema's bondig en expliciet in beeld te brengen, waardoor een aantal fraaie juxtaposities me nu eigenlijk pas voor het eerst opvielen. Boek en film gaan over Zuid-Afrika na de apartheid, waar de blanke probeert zich moreel staande te houden terwijl de zwarte bouwt aan het land. Waar de blanke verhaal komt halen en de zwarte praat als een politicus. Het is bewonderenswaardig hoezeer de film erin slaagt de complexiteit van Coetzees werk te behouden. En John Malkovic, als de trotse literatuurprofessor die keer op keer bakzeil moet halen, is in de laatste tien jaar niet zo goed geweest. Niet overslaan, deze film.
No one's ark (Nobuhiro Yamashita, 2003)
Ik ben een groot liefhebber van Japanse arthouse-comedies waar maar half om te lachen valt. In films als Ten-ten (a.k.a. Adrift in Tokyo), Zenzen daijobu (a.k.a. Fine everything fine), en zelfs in het ontspoorde Dai nihonjin (a.k.a. Big man Japan), zit een soort vreemde weemoed die een meerwaarde geeft en deze films echt uniek maken. No one's ark is een leuke aanvulling op dit rijtje. Een slacker-paar keert terug uit de stad en probeert in kleine dorpjes een nieuw gezond maar vies drankje aan de man te brengen. De rest moet je zelf maar zien. De regisseur zou twee jaar na deze film het prachtige Linda Linda Linda maken.
Goodbye Solo (Ramin Bahrani, 2008)
Bahrani maakt al jaren interessante immigrantenfilms (Man push cart, Chop shop) en dit is wellicht zijn meest volwassen film geworden. Een Senegalese taxi-chauffeur Solo maakt kennis met een oude man William die vraagt hem over een week naar een berg te brengen. Het is duidelijk dat deze man er een eind aan gaat maken. Waardoor meteen A taste of cherry in gedachten wordt opgeroepen, de film van Bahranis landgenoot Kiarostami. Bahrani maakt er echter geen academische film van en laat Solo een uitvoerige poging doen William op andere gedachten te brengen. Een recept voor een kleffe KRO-film, maar Bahrani beschikt over genoeg talent om er een ontroerende film uit te trekken.

The wild bunch (Sam Peckinpah, 1969)
The proposition (John Hillcoat, 2005)
The wild bunch staat niet alleen te boek als een van de beste westerns, het is ook een van de bloedigste (ergens op het web omschreven als een film over "200 simultaneous blood transfusions without recipients") en een van de meest revisionistische. Nu vond ik dat laatste nogal meevallen. Goed, er zijn geen goeierikken (in de eerste scene zien we de bandieten in cavalerieoutfits, waardoor de kijker behoorlijk op het verkeerde been wordt gezet), maar The wild bunch is net zo goed een met veel kleurenpracht geschoten avonturenfilm, een achtbaanrit waarin de protagonisten iets meer schieten dan Indiana Jones doorgaans doet. Een film met twee gezichten dus. Hoogtepunt is de episode in Mexico dat met een heersende burgeroorlog de chaos compleet maakt. Ook The proposition is binnen het genre origineel te noemen: een Australische western met maar één gezicht, dat heel verdrietig kijkt. Want man, wat voelde ik me mistroostig worden tussen deze zonder uitzondering eenzame mensen aan het begin van de 20e eeuw. En dat in die hitte. Het is vooral de beklemmende, troosteloze sfeer die uiteindelijk de hoofdrol opeist en het bekijken van dit rechtlijnige, maar boeiende verhaal over goed en kwaad tot een bijzondere ervaring maakt. En dan krijg je ook nog die troosteloze stem van Nick Cave op de soundtrack. Ongrijpbaar goed.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.