Wij Nederlanders, excuus NPO-ers, slaan de zomer gewoon maar over dit jaar. Wel nodigen wij jullie weer uit om te genieten van onze hete lijstjes uit het:
We luisterden naar: The Fauns, Lisa Gerrard, Greys, Grumbling Fur, Memory Drawings, Philippe Petit, Silver Servants, Splintered Man, Stems, MV & EE, Richard Youngs, Mayhem, De Raggende Manne, Peste Noire/Diapsiquir, Smif-n-Wessun en Souls of Mischief.
Na 6 boeken, 1745 pagina’s breed, was het weer hoogtijd de muzikale achterstand wat in te halen:
The Fauns – The Fauns (2cd, Invada)
The Fauns uit Bristol start in 2007 start en is dan nog een trio. Op hun gelijknamige debuut uit 2009 zijn ze al uitgegroeid tot een vijfkoppige formatie. Vorig jaar verschijnt hun geweldige tweede album Lights, waarbij ze al met z’n zessen opereren. De vijf mannen, Michael Savage (bas), Elliot Guise (gitaar), Lee Woods (gitaar, zang), Matthew O’Connor (keyboards) en Thomas Adams (drums), plus één vrouw Alison Garner (zang) maken hierop shoegaze muziek aangedikt met noise, droompop, wave, psychedelica en postrock. In feite brengen ze een verslavende cocktail van Lush, Pale Saints, Slowdive, My Bloody Valentine, The Cure, Cocteau Twins, Spacemen 3, Sonic Youth, The xx, The Notwist en Warpaint. Door het succes van dit album besluit Invada (het label van Portishead en Beak> lid Geoff Barrow) het gelijknamige debuut heruit te geven (waar Matthew O’Connor nog niet van de partij is). Hierop klinken ze nog iets meer als één van de betere 4ad en Creation bands van weleer. Om deze terugkeer luister bij te zetten, geven ze ook een extra cd erbij met remixen. De vijf tracks hierop duren bij elkaar bijna 33 minuten en bevat remixen/herbewerkingen van componist Clint Mansell (Pop Will Eat Itself), Redg Weeks, Robert Hampson (Loop, Main, Godflesh) en tweemaal Mastermind. Deze voegen allen veel toe, zonder de dromerige melancholische sfeer te verstoren. Een fijne bonus derhalve bij een droomdebuut.
Lisa Gerrard – Twilight Kingdom (digitaal, Lisa Gerrard)
Ik moet doorgaans niets weten van digitale releases, maar van Lisa Gerrard krijg, die me muzikaal zoveel gebracht heeft en de oren geopend heeft, maak ik daar pardoes een uitzondering voor. Al is het mij geheel onduidelijk waarom ze voor dit format gekozen heeft bij haar nieuwe album Twilight Kingdom. Gerrard is namelijk op haar best als ze uiterst droefgeestig uit de hoek komt met eigen muziek die niet voor een film bestemd is. Waarvan acte! Ja en als eeuwig lid van Dead Can Dance natuurlijk. Op dit nieuwe album werkt ze met Daniel Johns, Patrick Cassidy, Astrid Williamson en spreekt ook Russell Crowe wat woorden in. Het is haar meest ingetogen, melancholische en ambientachtige werk tot nu toe geworden vol traag maar doeltreffende muziek, die grenst aan het neoklassieke en het sjamanisme. Betoverende pracht. Een cd, ik zeg doen!
Greys – If Anything (cd, Carpark)
Als alle genres van weleer de revue nog eens passeren, waarom dan hardcore dan wel straight edge niet? Dat de vier Canadezen van Greys hun klassiekers kennen blijkt wel uit de eerste song van hun debuutalbum If Anything. Die heet namelijk “Guy Picciotto”, ofwel de gitarist en medezanger van Fugazi, die ook in Happy Go Lucky, Rites Of Spring, One Last Wish en Pigeons heeft gezeten. Greys doet ook wel aan een deel van deze groepen denken, maar mengt er ook het rauwe geluid van Nirvana, Sonic Youth, Jane’s Addiction, Jesus Lizard, Unwound en Drive Like Jehu doorheen. Kan je gaan zeuren over herhaling van zetten, maar de energie en humor waarmee dit alles gebracht wordt is pakkend, lekker, meeslepend en weet de adrenalinekranen flink open te draaien. En daar gaat het toch om met een gezonde dosis herrie? Geweldig!
Grumbling Fur – Preternaturals (cd, The Quietus Phonographic Corporation)
Duizendpoot Daniel O’Sullivan (ex-Guapo, Miasma & The Carousel Of Headless Horses, Æthenor, Miracle, Ulver, Mothlite) deelt al jaren met Alexander Tucker (Imbogodom, Unhome, ex-Füxa) de groep Grumbling Fur. Na Furrier (2011), de mini Alice (2012) en Glynnaestra (2013) laten ze nu hun derde cd Peternaturals het licht zien. Per release lijken ze iets meer toegankelijk te klinken, maar bepaald niet slechter. Ze opereren op avontuurlijke wijze ergens in het progrock landschap, maar voegen daar ook pop, krautrock, avant-garde en psychedelica aan toe. Daardoor weten ze een eigenzinnig geluid te presenteren dat ergens tussen Depeche Mode, Peter Hammill, Joy Division, Talk Talk, Neu, King Crimson, Eno & Hyde en Promartyr uitkomt. Dat trekk
en ze op hun nieuwe album op intrigerende wijze door. Alleen de zang is harmonieuzer, maar de muziek gaat meer de diepte in. Het levert een perfect uitgebalanceerd geheel op, dat hun mooiste muziek tot nu toe omvat.
Memory Drawings – There Is No Perfect Place (2cd, Hibernate)
Hood is één van die typische bands die ik een warm hart toedraag en die nooit uit mijn hoofd zullen verdwijnen, ondanks de vele jaren van afwezigheid. Nu zijn de diverse leden ook druk in andere interessante projecten, dus wat dat betreft is de pleister op de wonde er wel. Eén daarvan is Memory Drawings van Richard Adams (gitaren, bas, zang), die daarnaast in Boyracer en The Declining Winter terug te vinden is. In 2012 debuteert hij als Memory Drawings met de bloedstollend mooie cd Music For Another Loss. Het is een mengelmoes van pastorale folk, postrock, neoklassiek en singer-songwritermuziek waarbij je moet denken aan Piano Magic, Klima, Hood, Talk Talk, Bark Psychosis, Dakota Suite, Rachel’s en Epic45. Nu is er de tweede cd There Is No Perfect Place. Hierop wordt hij vergezeld door hammered dulcimer-speler Joel Hanson, violiste Sarah Kemp (Brave Timbers, Lanterns On The Lake, Anna Kashfi, Last Harbour), pianist Gareth S Brown (ex-Hood), celliste Florence Fawcett (Farewell Poetry) en banjospeler/gitarist Chris Tenz (Language Of Landscape). Ze brengen wederom prachtig breekbare, tot de verbeelding sprekende muziek die de eerder genoemde genres weer herbergen en tevens doen denken aan de eerdere referenties. De muziek is dromerig en dikwijls van een intense schoonheid waar je geen weerstand aan kunt bieden. Overgeven en genieten luidt het devies in deze. De cd is na een krap half uur alweer ten einde, maar gelukkig bevatten de eerste edities nog een extra schijf. Hierop vind je nog eens 10 nummers van bij elkaar 41 minuten, die bestaan uit andere versies en bewerkingen door onder meer William Ryan Fritch (Vieo Abiungo), Pausal, Talvihorros, Benoît Pioulard, A New Line Related en anderen. Al met al levert het een prachtig totaalwerk op.
Philippe Petit – Birds Of A Feather: The Kookaburra (3” mcd, Flaming Pines)
De Franse recensent, radiopresentator, DJ, draaitafelspecialist en ex labeleigenaar (Kinetic Vibes, Pandemonium, BiP_Hop) Philippe Petit heeft ondanks zijn achternaam een grote staat van dienst en een discografie om U tegen te zeggen. Vanaf 2007 laat hij dan voor het eerst van zich horen als muzikant in de supergroep Strings Of Consciousness. Daarna gaat het hard met soloreleases en samenwerkingsverbanden met vrienden (&Friends) en legio artiesten als naast Lydia Lunch, K11, Cosey Fanni Tuti, Cindytalk, PAS, Ron Anderson, Robert L. Pepper, James Johnston, Vultures Quartet, Chapter 24, Eugene S. Robinson, Asva, Simon Fisher Turner en Murcof. Zijn voorkeur gaat uit naar duistere cinema en de bijbehorende atmosferen. Solo maakt hij diverse denkbeeldige soundtracks, die zo zijn opgebouwd dat ze volledig op zichzelf staan. Daarnaast maakt hij muzikale avonturen met de genoemde artiesten. Hij ziet zichzelf ook liever als een “musical travel agent” dan een componist. Nu brengt hij in de zogeheten “Birds Of A Feather”-serie van het Flaming Pines label, in een gelimiteerde oplage van 100 stuks, de mini The Kookabura uit die zijn achternaam eer aandoet. Het is namelijk één lange track van ruim 18 minuten waar hij contrabas, orgel, synthesizers, stem, percussie en elektronica inzet voor zijn compositie. Zijn dochter Eugénie zorgt voor de extra stemmen en Maria Grigoryeva brengt haar vioolspel. Het levert weer een uiterst broeierig, duister en bovenal filmisch geheel op, dat op experimentele wijze een soort tropisch regenwoud vol neoklassiek en elektronica vormt. Het is een meeslepend, spannend en bovenal wonderschoon kleinood geworden van een groots artiest.
Silver Servants – Silver Servants/ Cold Lazarus (2cd, Second Language Music)
Het geweldig, eigenzinnige en onafhankelijke label Second Language Music (waar je jezelf een groot plezier doet (of deed, want de abonnementen zijn eruit) om je te abonneren op 5 releases waarbij je als abonnee vaak een extra schijf per release krijgt). In 2010 daagt het label diverse artiesten uit om samen te spelen, met als voorwaarde dat alles geïmproviseerd moest worden. Al snel ontstaat er een supergroep met Katie English (Isnaj Dui), Oliver Cherer (Dollboy), Angèle David-Guillou (Klima), David Sheppard (Ellis Island Sound, Snow Palms), Glen Johnson en Jerome Tcherneyan (beide van Piano Magic), die 8 songs het licht laten zien. Deze worden terzijde gelegd en in 2012 is er wederom een sessie waarbij ook Zizi Kanaan (The Eyes In The Heat), Sharron Kraus (Rusalnia), Aine O’Dwyer (The Cloisters, United Bible Studies), Nick Palmer aka Directorsound, Mark & Roxy Fry, Robin Saville (ISAN), Frances Castle (The Hardy Tree) en Nick Franglen (Lemon Jelly) aanschuiven. Uiteindelijk besluiten Oliver Cherer en Glen Johnson dit jaar de songs op te poetsen en af te mixen. Het resultaat is nu te horen op de gelijknamige schijf, waarop uiteindelijk 12 songs zijn beland. De muziek is licht mysterieuze combinatie van pastorale folk, postrock, kneuterige elektronica, neoklassiek en experimentele droompop, waarbij de 4ad sferen niet van de lucht zijn. De muziek komt wel in de buurt van het vroegere Piano Magic geluid, zij het aangedikt met van alles en nog wat en via Talk Talk en Klima koersend richting This Mortal Coil. Zoiets althans. Het levert in elk geval een subliem en biologerend album op! De bofkonten zoals ik krijgen er nog de 4 nummers tellende epee Cold Lazarus bij, dat bepaald niet onder doet voor het hele album. Het is allemaal wat meer experimenteel en kaler, maar de muziek is onverminderd van hoog niveau. Topbonus dus!
Splintered Man – Splintered Man (cd, Slow Release)
Er zijn van die artiesten die zo’n unieke sound hebben, dat je er niet snel een tweede van verwacht. Toch lijkt de zang van Simon Kobayashi (tevens gitaar) uit Splintered Man sterk op die van Mark Kozelek (Red House Painters, Sun Kil Moon). De groep bestaat naast hem uit Alex Carter (gitaar, zang), her en der aangevuld met Matt Atkins (drums) en Jon Clayton (cello). Naast Kozelek hoor je op hun gelijknamige debuut ook wel invloeden terug van Mark Eitzel, Nick Drake, Jason Molina, Smog, Idaho, Pavement, John Fahey, Townes Van Zandt en (uiteraard) Sun Kil Moon. Ze brengen lekker uptempo akoestische songs die ergens tussen folk, altcountry, singer-songwritermuziek en licht experimentele muziek uitkomen. Ze weten op dromerige wijze een intrigerend geluid neer te zetten met toch niet al teveel middelen. Zo eenvoudig kan schoonheid soms zijn. Een meer dan veelbelovend debuut!
Stems – Shock And Awe (mcd, Stems)
Eerder dit jaar heb ik nog een recensie geschreven over de debuut cd van de Britse groep Stems, die bestaat uit John Dorr (gitaar, arrangementen), Tom Owen (viool), Christine Avis (cello) en Eilon Morris (percussie). Ze laten zich beïnvloeden door uiteenlopende muziek, van Sigur Rós tot Massive Attack en van de Velvet Underground tot Stravinsky, maar brengen een fraai amalgaam van neoklassiek en postrock. Hierbij komen ze ergens tussen Clogs, Craig Armstrong, Stavinsky, Julia Kent, Godspeed You! Black Emperor, Mono en Anoice uit. Voor dit debuut hebben ze ook al 2 mini’s uitgegeven, waarvan Shock And Awe eerder dit jaar. De schijf bevat 4 tracks met een totale lengte van 31 minuten. Met name in de opener presenteren ze zich als een meer klassieke variant van Godspeed You! Black Emperor. Hierna laveren ze weer langs de eerder genoemde invloeden, zij het dat het allemaal wat meer neoklassiek bevat dan hun debuut, waarbij ze toch plots tot uitbarsting kunnen komen (zoals onderstaande track). Bloedstollend mooie composities van een band die gehoord mag worden.
MV & EE – Alpha Lyrae (lp, Child Of Microtones, 2014)
Van het duo Matt Valentine en Erika Elder lijkt tegenwoordig iedere scheet te worden uitgebracht, maar dat weerhoudt mij er voorlopig niet van weer het nieuwste album aan te schaffen. De kwaliteit is gewoon constant hoog, ook op Alpha Lyrae, de allereerste vinyl release op hun eigen label Child Of Microtones. Deze blinkt opnieuw uit in het vermengen van experiment met mellow & easy listening psychedelica. Zowel de overdadige effecten en de productie lijken dit keer minder spontaan en beter uitgedacht, maar dat gaat geenszins ten koste van het jam-gevoel dat alle platen van het duo zonder uitzondering weten over te brengen. Dit keer is het hoogtepunt het rockende Roll On > Mayan Feedback, waarop The Velvet Underground en Crazy Horse niet ver weg zijn.
Richard Youngs – Primary Concrete Attack (cd, Fourth Dimension, 2014)
Van Richard Youngs zijn er inmiddels zoveel releases verschenen dat zelfs ik – liefhebber en verzamelaar van al zijn werk – mij ga afvragen of weer een nieuwe uitgave nog wel relevant is voor de immense discografie. Voordeel van Youngs is dat wel hij iedere keer zichzelf opnieuw uitvindt. Daarom sprak ook de aankondiging van dit album, waarbij hij werd uitgedaagd om een dub album te maken, mij weer aan. Liefhebbers van het genre zullen echter van een koude kermis thuiskomen: Primary Concrete Attack is een album gevuld met abstracte elektronica, verknipte ritmes en pulserende space-ambient. Niks geen loom reggaesfeertje, maar een onrustig en donker experiment. De enige overeenkomsten met dub zijn veel echo, galm en effecten die losgelaten worden op het bronmateriaal. Maar dat voegt wel weer een uniek document toe aan zijn enorme oeuvre.
Mayhem Esoteric Warfare
Gitarist en componist Blasphemer is opgestapt, da’s jammer want die was een belangrijke factor voor de meesterwerken Wolf’s Lair Abyss em Grand Declaration Of War. Teloch (van Nidingr) doet zijn stijl aardig na maar het levert geen meesterwerk op, evengoed nog steeds uitstekend, zeg maar zo goed als Chimera.
De Raggende Manne Het is niet wat je denkt, …
Ja, die waren ook weer bij elkaar dus. Fosko mag zich met diverse twijfelachtige dingen hebben beziggehouden in de tussentijd, bij de Manne komt het toch gewoon weer helemaal goed. De voor de gelegenheid opgenomen EP (of misschien wel LP, ze hielden het altijd kort) is weer van ouwerwetse kwaliteit.
Peste Noire vs. Diapsiquir Rats des Villes VS Rats des Champs
Het was weer geen sinecure om te bestellen (Famine gooit de shop grotendeels dicht omdat er anders teveel besteld wordt, da’s veel te veel werk), maar met dank aan Dead Seed postorder dan toch. Een uitstekende split, met Peste Noire voor de plattelandsklanken en Diapsiquir die het grootsteeds aanpakt. Beide vrij bizar, zoals we van ze gewend zijn.
Smif-n-Wessun Born And Raised
Een kort album na een enorm lange stilte … dacht ik. Research voor deze paar regels toont dat ik er toch wel een paar gemist had sinds hun album onder de naam Cocoa Brovaz. Maar goed, de reggae die altijd al in hun sound zat neemt op deze EP het voortouw. Niks revolutionairs wat oudere albums doet vergeten maar het is muziek die met liefde is gemaakt.
Adrian Younge presents Souls Of Mischief There Is Only Now
Adrian Younge en de Hieroglyphics crew Souls Of Mischief, gasten uit de Golden Age van begin jaren negentig, hebben een ambitieuze conceptplaat gemaakt waarin virtuoze raps gekoppeld worden aan de soms met giallo-suspense doordrenkte soulproducties. Niet zo’n knaller als Ghostface maar nog steeds bovengemiddeld.