Het schaduwkabinet: week 33 – 2021

Terug van een welverdiende vakantie gaan we weer onvermoeid verder met onze lijstjes uit het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar:
-Iva Bittová & Antonín Fajt & Babačka & Ivo Viktorin & Vladimír Václavek,
-Vlastimil Bjaček,
-Bombarďák
-Chorusing,
-Dave,
-Billie Eilish,
-Mark St, John Ellis,
-Ensoi,
-Fuzzy Lights,
-GA-20,
-Horňácká Cimbálová Muzika Petra Galečky
-ILS,
-El Michels Affair Meets Liam Bailey,
-Dustin O’Halloran,
-Piroshka,
-Max Richter,
-Tropical Fuck Storm,
-Susanna & David Wallumrød,
-Raphael Weinroth-Browne / -Musk Ox en
-Various Artists: Bills & Aches & Blues.

 


 

Jan Willem

Iva Bittová & Antonín Fajt & Babačka & Ivo Viktorin & Vladimír Václavek – Pro Radost/ For Joy (cd, Indies Scope / Xango Music Distribution)
Dat corona voor veel ellende heeft gezorgd is evident. Dat de kunst- en muzieksector soms harder zijn getroffen, wordt nog wel eens vergeten. En de overheid vindt het ook kennelijk niet altijd belangrijk om deze sectoren te steunen. Daarom is er veel vreugde als er weer eens een concert gegeven mag worden. Vorig jaar had mijn Tsjechische heldin violiste/zangeres Iva Bittová om haar folk repertoire met een bijzonder gezelschap live uit te voeren op de 2020 editie van het Folk Holidays Festival in Tsjechië. Het publiek dat aanwezig was rook naar desinfectie en zag er bijzonder uit met veelal zelfgemaakte, kleurrijke mond-neuskapjes. Maar er heerste vreugde. Vreugde om Iva Bittová live te zien, hetgeen altijd een belevenis is, en vreugde om überhaupt weer live eens iets mogen zien. Ze trad er op met haar zoon en pianist Antonín Fajt (hoe leuk is dat?), kinderkoor Babačka, multi-instrumentalist Ivo Viktorin en last but not least zanger/gitarist Vladimír Václavek (Dunaj, E, Klar, Pustit Musíš, Rale, V.R.M.), waarmee ze al veelvuldig muziek mee heeft gemaakt. De liveregistratie van dit alles is nu te horen op de cd Pro Radost/ For Joy, hetgeen een veelzeggende titel is. Je hoort het plezier van de muzikanten maar ook het enthousiaste publiek terug. En dan die onschuld van dat kinderkoor tussen dat alles. Naast de gemakkelijk in het gehoor liggende muziek, brengen ze ook allerhande experimenteel materiaal. Het is een schitterende dwarsdoorsnede uit haar werk en echt een feest om het op deze manier terug te horen.

 

Vlastimil Bjaček – Ruky Na Dudách (cd, Indies Scope / Xango Music Distribution)
Het leuke van het Tsjechische Indies Scope label is de kleurrijke veelzijdigheid. Ze komen niet alleen met allerhande moderne muziek uit diverse (alternatieve) genres, maar brengen ook met enige regelmaat echt traditionele muziek uit; ja sommige landen hebben wel echt een cultuur die verder gaat dan een halve eeuw. Dat loopt uiteen van Moravische tot Silezische muziek en muziek die draait om de dulcimers tot de doedelzakken. In die laatste categorie brengt Vlastimil Bjaček van RukyNaDudy de cd Ruky Na Dudách, dat zoiets als “hand op doedelzak” betekent. Etnoloog en muzikant Marian Friedl is weer eens flink de archieven van de culturele geschiedenis ingedoken om weer een schat aan traditionele Moravische muziek met de doedelzak op te duiken. Naar het schijnt werd van origine de doedelzak gebruikt om wolven te verjagen, hetgeen ik bij de meest doedelzakmuziek ook kan begrijpen; waarschijnlijk wel meer dan wolven alleen. Maar zoals het hier gebruikt wordt en dus vroeger gebruikt werd, is het een goede toevoeging op de traditionele geluiden, net zoals de draailier dat kan zijn. Naast doedelzak, in dit geval het type gajdy, en zang van Bjaček zijn het vele gasten op zang en uiteenlopende instrumenten, afkomstig uit onder meer groepen en koren als RukyNaDudy, Beránci a Vlci, Grunik, Ženský sbor z Kudlovic en Plaisirs De Musique, die de boel verder inkleuren. En dat levert echt diepgravend mooie liedjes op, die ondanks op leeftijd nog altijd levendig en ertoe doend zijn, mede door de hedendaagse interpretatie. Muzikaal schatgraven van hoog niveau!

 

Bombarďák – Pátek (cd, Indies Scope / Xango Music Distribution)
Het Tsjechische kwartet Bombarďák, hetgeen “bommenwerper” betekent, is in 2013 opgericht en heeft inmiddels 4 albums afgeleverd waarop je een amalgaam treft van folk, jazz, ska, pop, rock en punk. Dat is ook het geval op hun nieuwe album Pátek, ofwel “vrijdag” in het Tsjechisch. De vorige heette overigens “donderdag” (Čtvrtek (2019)). Hoewel het viertal altijd goed uitgerust is qua instrumentarium, laten ze zich vergezellen door diverse vocalisten en gastmuzikanten. Hun punkattitude komt wel duidelijk naar voren door de prikkelende toon en het feit dat de 21 geboden nummers na een goede 39 minuten finishen. Maar door het veelal hoge tempo en pakkende karakter van de muziek is dit voldoende. Ze weten een uitstekende balans te vinden tussen humor en serieus te nemen muziek. De lol van het maken van de muziek spat er vanaf en dat werkt aanstekelijk. En dat smaakt naar meer, om het even welke dag van de week het is.

 

Chorusing – Half Mirror (cd, Western Vinyl / Konkurrent)
De Amerikaanse singer-songwriter Matthew O’Connell gaat schuil achter het project Chorusing. Hij is al even onderweg met zijn muziek en is geïnspireerd door de fameuze Louisville sound (Slint, Rodan, JUne Of 44, Rachels, etcetera). Toch hoor je dat niet direct terug op zijn debuutalbum Half Mirror, waarop uit alles een enorme bescheidenheid naar voren komt. De geluiden en sfeer zijn ingetogen en de zang is breekbaar; alsof je maar half in de spiegel durft te kijken. Zelf verklaart hij de titel als volgt: “Bijna alle nummers zijn retrospectief en Half Mirror is een metafoor voor het proberen op een onvolledige of onbevredigende manier na te denken over ervaringen. Of misschien is het de paradox van iets proberen te herbeleven buiten het moment waarop het daadwerkelijk werd ervaren.” Toch weet hij indruk te maken met zijn bescheiden minimale aanpak. Dat komt onder meer door de combinatie van een soort persoonlijke folk met smaakvolle, speelse elektronica. Want naast zijn bijna falsetzang, gitaar en percussie brengt hij ook drummachine en synthesizers. Wat dat laatste betreft heeft hij zelf een modulaire ontworpen die hij Balsam heeft genoemd. Hij wordt soms nog geholpen op bas door zijn broer Joseph van Elephant Micah. Hij serveert in een half uur 8 prachtige tracks, die het midden houden tussen Fink, Nick Drake, Arthur Russell, Spoonfed Hybrid, Mark Hollis, Song: Ohia en. Daarvoor mag je toch vol trots jezelf in de spiegel aankijken? Klasse!

 

Dave – We’re All Alone In This Together (cd, Neighbourhood Recordings)
In 2019 werd ik compleet gegrepen door het debuut Psychodrama van de Britse rapper Dave, die ook in mijn top 3 van dat jaar is beland. Dave is de artiestennaam van David Orobosa Omoregie, geboren in Engeland als zoon van Nigeriaanse ouders. Hij noemt zich tevens wel eens Santan Dave noemt, hetgeen wellicht een handiger alias was geweest gezien de vele andere Dave’s, maar dat geheel terzijde. Nummers als “Black” en “Lesley” staan op mijn netvlies gebrand. Hij laat op openhartige en ontwapende wijze horen wat hij op z’n hart heeft. Het gaat over maatschappelijke problemen voor zowel mannen als vrouwen, racisme en persoonlijke issues als het feit dat zijn broer vast zit voor moord. Het is confronterend en rauw, maar ook echt diepgravend mooi. Eindelijk is zijn tweede album Hierop trekt hij de lijn van zijn debuut verder door. Hij behandelt weer allerhande zaken, waarmee hij als zwarte artiest geconfronteerd wordt, maar ook op datgeen hem trots maakt. Daarbij ook de nodige zelfspot, waar het bij de over correcte blanke billetjes dun langs de beentjes zal sijpelen. Dave benoemt problemen, maar kan ook relativeren en dat is zo verhelderend in een tijd waar je schijnbaar niets meer goeds zeggen kan. Eigenlijk is hij uitgegroeid tot een voorbeeld voor mij, waarbij hij zijn boodschap ook nog eens verdomd mooi weet te verpakken in een mix van hip hop, pop, trap, soul en laidback elektronica. Hoewel dit album losser overkomt, is het dikwijls nog directer, daadkrachtiger en tevens mooier. Of dit het sublieme debuut overtreft weet ik nog niet, maar Dave levert sowieso weer een groots album af!

 

Billie Eilish – Happier Than Ever (cd, Darkroom/ Interscope)
Er zijn van die artiesten, die zowel de jeugd als de oudere generatie aan weten te spreken. Maar er zijn ook artiesten, die daar ook nog eens met kop en schouder bovenuit steken. Zo’n artiest is zonder twijfel ook Billie Eilish. Los van de dramatische foto’s en aandachttrekkende kapsels, is ze echt een artieste in hart en nieren. Ze benadert muziek op een volslagen unieke wijze en weet deze te voorzien van haar bitterzoete en als het ware licht gedrogeerde stemgeluid. Het is herkenbaar, invoelbaar en derhalve uiterst uniek. Maar goed Billie Eilish Pirate Baird O’Connell, zoals ze voluit heet, maakt dan ook al muziek sinds haar vijftiende. Eind dit jaar wordt ze 20, maar nu is haar nieuwe, tweede album Happier Than Ever al een feit. Eilish lijkt over een oude ziel te beschikken, maar wel één met frisse ideeën, net als bijvoorbeeld Lana Del Rey. Ze smeedt fraaie lassen tussen soul, trap, weirde pop, flamenco, trip hop en folk, waarbij ze het geheel voorziet van sterke teksten. Daarbij zijn de ritmes en beats minder spannend en meer vertrouwd geworden, maar wint ze het op het tekstuele vlak. Het levert hoe dan ook weer een volslagen uniek, spannend, tijdloos en schitterend geheel op.

 

Mark St. John Ellis – The Empty Vessel Soundscape with Caitriona O’Leary (cd, De Nova Da Capo)
Onlangs schreef ik nog een recensie over de cdr The Empty Vessel with Lisa Gerrard van Mark St. John Ellis (Elijah’s Mantle, De Nova Da Capo label). Een meditatief werk vol eigenzinnige prachtmuziek, opgeleukt door de zang van Lisa Gerrard. Het is cyclische muziek vol drones, minimal music en haast sjamanistische klanken. Voorafgaand aan deze release was er eerder dit jaar al The Empty Vessel Soundscape with Caitriona O’Leary, waarvan ik eerst dacht dat deze enkel digitaal verkrijgbaar was. Hierbij vormen de gesamplede Zen chant en de zang van de Ierse zangeres Caitríona O’Leary voor het vocale vuurwerk. Nu ja vuurwerk, verstild siervuurwerk dan. De 10 composities liggen steeds in het verlengde van elkaar en lijken bij een snelle beluistering identiek. Toch zitten er subtiele verschillen en verschuivingen in, die het net anders maken. Daarvoor moet je gewoonweg de tijd nemen en dat is ook precies wat bij deze onthaastende, contemplatieve en haast sacrale muziek. Bijzondere schoonheid om heerlijk bij tot rust te komen.

 

Ensoi – Water Rings (cd, Ensoi)
Dat er uit Tsjechië nog altijd fantastische folk komt mag bekend worden geacht. Maar ook over rock en avant-garde releases daar vandaan schrijf ik met enige regelmaat. Dat ze ook aanhaken op de meer elektronische muziek gebeurt steeds vaker en op originele wijze. Dat bewijst het nieuwe duo Ensoi wel weer. Deze bestaat uit zangeres Tereza Kopecká (tevens klarinet), die onder meer van zich heeft laten horen in de trip hop band Narcotic Fields en in samenwerkingsverbanden met drum ‘n’ bass en house Dj’s, plus drummer en toetsenist Martin Čech die al met legio Tsjechische projecten heeft gewerkt. Samen brengen ze nu hun debuut Water Rings uit. Hierop smeden ze een fraaie en bovenal sfeervolle las tussen akoestische en elektronische instrumenten, die ergens op het snijvlak van nu-jazz, trip hop, downtempo, ambient en leftfield elektronica uitkomen. Tereza voorziet dat alles van haar in het Engels en Spaans gezongen teksten met haar bitterzoete zang. Ze hebben soms wel wat weg van Lamb, Portishead, Floex en één van de meer sfeervolle 4AD-bands, maar tonen hier vooral een eigen gezicht. Hun muziek spreekt tot de verbeelding, laat je heerlijk dagdromen, leidt tot bezinning en is gewoonweg intens en wonderschoon. Hoewel ze met 8 nummers lang en een goede 33 minuten breed misschien wat snel klaar zijn, leveren ze toch een indrukwekkend droomdebuut af.

 

Fuzzy Lights -Burials (cd, Meadows)
Fuzzy Lights is opgericht in 2004. Ze starten als gitaar, loops en viool duo, waarbij het echtpaar Xavier en Rachel Watkins de enige leden zijn. Al snel wordt de groep uitgebreid tot een 5 mans formatie, waarbij Chris Rogers (gitaar, elektronica, noises), Daniel Carney (bas, mandoline, trombone) en Mark Blay (drums, percussie) de groep completeren. Er volgen drie geweldige albums vol met folk geïnjecteerde post-rock, aangedikt met lichte experimenten en psychedelische muziek. Na bijna 8 jaar zijn ze eindelijk terug met hun vierde album Burials, waarop ze de lijn van voorheen gewoon doortrekken. Nog altijd smeden ze fraaie lassen van de genoemde genres. Ze weten dat nog meer te perfectioneren. Daarbij wisselen ze grimmige, psychedelische en meer harde stukken af met prachtig verstilde. Toch laten ze zich wat vaker van hun meer luide kant horen en zorgen daarbij voor een wat scherper contrast, waarbij de folk invloeden ook beter uit de verf komen. Denk daarbij aan Esben And The Witch, Last Harbour, Chelsea Wolfe en Godspeed You! Black Emperor, waarbij ook invloeden van Trees, Talk Talk en Fairport Convention doorheen sijpelen. Het is niet alleen een sterke terugkeer, ze leveren ook nog eens hun beste album tot nu toe af. Hopelijk sneller vervolgd.

 

GA-20 – Does Hound Dog Taylor: Try It…You Might Like It! (cd, Karma Chief Records / Konkurrent)
In 2018 richten de vrienden Pat Faherty (zang, gitaar) en Matthew Stubbs (gitaar) in Boston de band GA-20 op, geboren uit een gedeelde liefde voor zware traditionele blues, r&b en rock ‘n’ roll uit de late jaren 50 en vroege jaren 60. Artiesten als Lazy Lester, J.B. Lenoir, Earl Hooker, Buddy Guy, Otis Rush, Junior Wells en met name Hound Dog Taylor behoren tot de grote favorieten. De groep, waarvan de naam ontleend is aan een gitaarversterker van Gibson uit de jaren 50, wordt verder gecompleteerd door drummer Tim Carman. Ze voelen een leegte in de hedendaagse muziek en proberen die met hun muziek te vullen; muziek die een soort moderne versie is waar hun voorliefde naar uit gaat. Na hun debuut Lonely Soul (2019) presenteren ze nu Does Hound Dog Taylor: Try It…You Might Like It!. Het heeft dus niks te maken met een zeker filmgenre, maar het is een eerbetoon aan Hound Dog Taylor ofwel Theodore Roosevelt Taylor (1915-1975). Veel van zijn muziek, dikwijls met The House Rockers uitgebracht, is postuum verschenen. GA-20 brengt veel covers van zijn muziek die soms al 50 jaar geleden is uitgebracht. Ze doen het in de stijl van de meester: rauw en met lekker scheurende gitaren. Dat wel op hedendaagse en vuigere wijze, maar goede blues heeft altijd wel iets ouds en tijdloos in zich. Heel lekker dit en bovendien een fraaie hommage.

 

Horňácká Cimbálová Muzika Petra Galečky – Na Horňácko (cd, Indies Scope / Xango Music Distribution)
Van alle streken in Tsjechië is het gebied Moravië misschien wel het meest gevarieerd en rijk aan muzikale tradities. Horňácko ligt er in het zuidoosten en is vermaard om de cimbaalmuziek; maar cimbalom, dulcimer, plankciter of hakkebord zijn ook veel genoemde variaties. Hoe dan ook is dat een streek met een hele grote historie op dat gebied. Petr Galečky is één van de muzikanten die de muziek daar vandaan in leven houdt. Dat maakt hij ondergeschikt aan zichzelf, want zijn project Horňácká Cimbálová Muzika Petra Galečky staat voor “Horňácká cimbaalmuziek van Petr Galečka”; eerst de streek en muziek en pas de artiest. Daarvan is nu de nieuwe cd Na Horňácko verschenen, wat “Naar Horňácko” betekent. Petr laat samen met een uitgebreide gastenlijst, die naast cimbalen onder meer ook altviool, contrabas, klarinet en brengen, een heerlijk folkloristisch geluid horen, welke bloedgroepen uit meerdere landen bevat. Dat is soms opzwepend feestelijk maar dikwijls ook uiterst melancholisch, hetgeen denk ik universeel invoelbaar is. Dat gaat samen met schilderingen van František Pavlica, die je in het boekje terugvindt. Zo weten ze traditioneel beeld en muziek op schitterende wijze aan elkaar te koppelen. Petr heeft ook bewust de muziek gekozen die aansluit op die thematiek van de beelden, die carnaval, het maaien van orchideeënweiden, de Grote Markt, de Kuželov-molen, traditionele feesten en meer tonen. Het vult elkaar mooi aan en zorgt dat bepaalde steeds meer vervagende tradities weer op de kaart zet. Een heel bijzonder totaalkunstwerk!

Luister Online:
Na Horňácko

 

ILS – Curse (cd, Vicious Circle/ P.O.G.O. Records)
Hoewel ik wellicht vaak overkom als iemand die netjes binnen de lijntjes piest, houd ik toch echt ook ontzettend veel van de meer smerige geluiden; muziek die enkel adrenaline is. Dat is naast de muziek die hemels mooi is de broodnodige afwisseling en waar ik net zo’n kick ervaar. Maar dat soort bands zijn steeds dunner gezaaid en zelfs de tegendraadse bands van weleer kleuren vaker keurig binnen de lijntjes. Daar is op zich ook niks mis mee hoor, maar ik mis de tegen de kont schoppende muziek uit de jaren 80 en 90 wel eens. Gelukkig bestaan er nog altijd gezelschappen als het Amerikaanse ILS, die ouderwets smerig goed zijn. De groep bestaat uit Tom Close (zang), Nate Abner (gitaar), Tim Steiner (drums) en Adam Pike (bas). In bijna 29 minuten tijd brengen ze 10 opzwepende tracks, die ergens tussen noise, post-punk, sludge, hardcore, emocore en punkrock uitkomen. Je moet het ergens zoeken tussen Unsane, Godheadsilo, Fugazi, Chokebore, Brutal Juice, Dead Kennedys en Skatenigs. Ouderwets en keihard genieten!

 

El Michels Affair Meets Liam Bailey – Ekundayo Inversions (cd, Big Crown Records / Konkurrent)
El Michels Affair is de groep rond multi-instrumentalist Leon Michels, die in diverse groepen actief is en met Sharon Jones & The Dap-Kings heeft gewerkt. Hij brengt veelal een mix van funk, soul en een vleugje reggae, waarbij ze vuistdiep in de psychedelische jaren 70 roeren. Met dat recept hebben ze inmiddels vijf sterke albums afgeleverd, waarvan de laatste eerder dit jaar. Nu zijn ze alweer terug met Ekundayo Inversions, dat ze “samen” met Liam Bailey hebben gemaakt. Deze soulvolle Britse-Jamaicaanse zanger/muzikant heeft vorig jaar het album Ekundayo (“welke” in Zoeloe), waarop hij fraaie mixen van reggae, rock, soul en dub. Op dit nieuw album gaat El Michels Affaire aan de haal met dat album en voegen er een flinke dosis reggae en dub aan toe. Dat past niet alleen heel goed samen, het onderstreept ook de kracht van de originele songs en het onbegrensde speelplezier en originaliteit van El Michels Affair. Ze tillen elkaar op naar een bevreemdend hoger niveau, zonder dat het originele album tot iets gedegradeerd wordt; die mag er namelijk ook meer dan wezen. Ook de legendarische Lee Scratch Perry is eenmaal te horen. Heel fijn en hot zomerplaatje!

 

Dustin O’Halloran – Silfur (cd, Deutsche Grammophon)
Het Deutsche Grammophon label was van oudsher een echt klassiek label, waarop toonaangevende werken zijn uitgebracht. De laatste jaren snoepen ze ook veelvuldig uit de pot met de moderne neoklassieke artiesten, hetgeen ook wel te begrijpen valt. Die slaan eigenlijk een brug tussen oud en nieuw, wat overigens niet per se altijd even spannend uitpakt. Maar de begenadigde pianospeler ‘Dustin O’Halloran, die voorheen van 1994-2006 met Sara Lov het fijne droompop/ indierock duo Dévics vormt, is hier helemaal thuis. Hij werkt vanaf 2004 al aan zijn solocarrière en vormt sinds 2011 met Adam Wiltzie (Stars Of The Lid, The Dead Texan, Aix Em Klemm, Sleepingdog) tevens A Winged Victory For The Sullen. Naast vele soundtracks brengt O’Halloran ook reguliere studioalbums uit, zoals zijn nieuwste Silfur, hetgeen niet Haags maar IJslands is voor “zilver”. Hierop staan vele oude composities, die nu in een nieuw jasje zijn gestoken al dan niet met de strijkarrangementen van het Siggi String Quartet. Het levert in bijna een uur lang een bij de strot grijpende, prachtige stukken op, die weliswaar minimaal zijn maar met een maximaal effect.

 

Piroshka – Love Drips And Gathers (cd, Bella Union)
Lush is één van die bands die in de jaren 90 het 4AD heeft opgeleukt. Daarvoor was het label nog beter, zie daarvoor een recensie verder voor meer. Lush was mede door de enigmatische frontvrouw Miki Berenyi (zang, gitaar) een lust voor het oor. In het begin maakten ze combinatie van noise en etherische elementen, maar later schoven ze meer richting de droompop en shoegaze. De tragische dood (zelfmoord) van bandlid Chris Acland in 1996 trok ook meteen de stekker uit de groep. Berenyi wil niets meer weten van Lush en vervult erna enkel gastrollen bij onder meer Moose. In 2016 wordt Lush middels een single toch weer even leven ingeblazen, maar dat bleef het bij. Miki Berenyi keert wel terug met de nieuwe groep Piroshka en het geweldige album Brickbat (2018). De band wordt gecompleteerd door bassist Michael Conroy (Modern English), gitarist Kevin McKillop (Moose) en drummer Justin Welch (Elastica, Me Me Me). Maar alleen al het horen van de zang van Berenyi voelt al zo als thuiskomen. Nu zijn ze terug met het tweede album Love Drips And Gathers, dat qua geluid en vormgeving zo weer op 4AD had gepast. Maar bij Bella Union vinden ze ook prima onderdak. Ze brengen hier een ingetogen mix van indiepop, shoegaze, rock en droompop. Het is op het eerste gehoor ietwat vlak, maar dan realiseer ik me plots dat dit gewoon een intense droefheid bevat. En dat komt binnen. Zeker omdat ze ook nog eens vuistdik in het verleden grijpen. Echt heel fijn dit!

 

Max Richter – Exlies (cd, Deutsche Grammophon)
De grootmoefti van de melancholische neoklassiek, te weten de geweldige en veelzijdige in Engeland woonachtige Duitse componist Max Richter is alweer terug met het nieuwe album Exiles. Door zijn hoge productie ga je van gekkigheid de man maar anders duiden. Hij brengt het uit op het gerenommeerde Deutsche Grammophon. Op dit album vind je de wereldpremière-opname van zijn balletmuziek “Exiles”, dat oorspronkelijk geschreven en uitgevoerd is in 2016 in opdracht van Singulière Odyssée door choreografen Sol León en Paul Lightfoot. Het is live in première gegaan door het Nederlands Dans Theater. De cd bevat 6 stukken, waarvan twee nieuw en verder georkestreerde versies van eerdere composities afkomstig van The Blue Notebooks, Waltz With Bashir, Infra en Songs From Before. Dat maakt toch dat je dit weer als een geheel nieuw werk kunt zien, dat bovendien weer van een ontzaglijke pracht is en liefhebbers van Arvo Pärt, Jóhann Jóhannsson en Zbigniew Preisner zeker zal aanspreken.

 

Tropical Fuck Storm – Deep States (cd, Joyful Noise / Konkurrent)
Grossieren in foeilelijke covers is op zich ook een kunst. Gelukkig gaat het net als in het echte leven om de inhoud en qua inhoud mag het Australische Tropical Fuck Storm er meer dan wezen. Sterker nog, het is echt weer eens een band die ongepolijst, onbegrensd en eigenzinnig te werk gaat. Met niemand en toch veel te vergelijken. Hoe zat het ook weer? Muzikale en levenspartners Fiona “FiFi” Kitschin (bas, zang) en Gareth “Gaz” Liddiard (zang, gitaar) delen tot 2016 de band The Drones, waarvan de laatste op het Tropical Fuck Storm Records wordt uitgebracht en opgenomen in de gelijknamige studio. Dat wordt tevens de naam van hun nieuwe band, Tropical Fuck Storm dus, waarmee ze al twee geweldig avontuurlijke albums hebben uitgebracht, samen met drumster Lauren “Hammer” Hammel (High Tension).en gitariste/toestenist/zangeres Erica “RKO” Dunn (Harmony, Palm Springs). Ga je nu zeker schrijven over hun derde album? Jahaa, ik ben toch immers geen polygoonjournalist? Die derde heet Deep States en daarop vloeren ze op meedogenloze wijze alles wat er in de realiteit niet schort, van Trump en een pandemie tot sociaal en milieuverval. Hoewel ze het je weer niet bepaald makkelijk maken -met hun variërende en soms dissonante of zelfs kakofonische mixen van psychedelische, prog-, art-, alternatieve en experimentele rock, avant-garde, noise, electro en post-punk- weten ze je toch genadeloos te grijpen. De lekker groovende muziek is lekker gepassioneerd en wint dik op punten aan energie; het ademt leven en sensatie uit elke porie. Om ze enigszins te duiden moet je aan een caleidoscopische mix denken van Deerhoof, The Birthday Party, Captain Beefheart, Gang Of Four, Butthole Surfers, Pixies, Protomartyr en meer, want als je met Tuxedomoon, Wire, Talking Heads, Pain Teens, Grotus, Mark Lanegan of Blonde Redhead aan komt zetten, reken ik het ook goed. Er zit op eigengereide wijze zoveel in deze muziek, waarbij ze er ook nog een boodschap aan weten te koppelen. Het is de sensatie voorbij. Wat een geweldig luisteravontuur weer!

 

Susanna & David Wallumrød – Live (cd, SusannaSonata / Konkurrent)
De Noorse zangeres Susanna Wallumrød heeft covers maken echt tot een kunst verheven en dat is niet veel artiesten gegeven. Dat overigens naast haar reguliere eigen nummers, die ze als Susanna en Susanna en Susanna Wallumrød tevens uitbrengt als Susanna And The Magical Orchestra, Susanna And Ensemble NeoN en Susanna & The Brotherhood Of Our Lady plus joint ventures met Jenny Hval en Giovanna Pessi. En daarbij pakt ze net zo lief iets van Joy Division, Lou Reed, AC/DC en Tom Waits als Henry Purcell en bijvoorbeeld Dolly Parton aan. Maar voor haar grote muzikale avontuur maakte ze zo’n 20 jaar geleden ook al covers met haar neef David Wallumrød (fender rhodes, clavinet, synthesizers, minimoog bas, zang). Nadat ze samen in 2017 weer eens in wat bars samen hadden gespeeld, besloten ze om samen meer shows te doen. In 2019 en 2020 hebben ze dat in daden omgezet en hebben live hun eigenzinnige covers gebracht, net voordat de Corona-crisis uitbrak. Hier is een deel van gevangen op het nieuwe album Live. Waar ik een hekel aan heb bij live-albums is als je steeds bet publiek hoort, want dan was ik er liever zelf live bij. Op een cd hoef ik dat niet te horen. Gelukkig blijft het (terechte) applaus hier achterwege tot na de achtste en tevens laatste track. Je kunt dit album ook eigenlijk bijna beschouwen als een nieuw studioalbum, zo zuiver klinkt het allemaal. Ook live is Susanna’s stem zo betoverend mooi. Echt, ze zou zelfs magie in de nummers van Modern Talking en Il Divo weten te zingen. Maar nog mooier is het uiteraard als ze zich waagt aan nummers van Leonard Cohen, Joni Mitchell, Tom Waits, Neil Young, Julie Miller en Lennon & McCartney. Dat levert hier een minimalistisch, maar groots en bij de strot grijpend geheel op. Pas aan het eind van het album (gelukkig) hoor je een welverdiend applaus.

 

Raphael Weinroth-Browne – Worlds Within Live (cd, Raphael Weinroth-Browne)
Musk Ox – Inheritance (cd, Musk Ox)
De Canadese multi-instrumentalist en componist, maar hoofdzakelijk cellist Raphael Weinroth-Browne is van vele markten thuis. Zo is hij onder meer lid geweest van de progressieve death metalband Cholera, het neoklassieke duo The Visit en het met Oosterse elementen gelardeerde neoklassieke Kamancello. Hij geeft verder ook acte de présence bij Anastasia Minster, die hier al een paar maal de revue heeft gepasseerd. Vorig jaar debuteerde hij onder zijn eigen naam met het geweldige in eigen beheer uitgebrachte album Worlds Within. Met cello, versterkers en effectpedalen laat hij een breed scala aan stijlen en emoties voorbijkomen, die zo mooi passen bij en kunnen met de cello. Het is mijn lievelingsinstrument, dus dat levert al gauw bonuspunten op. Raphael beweegt zijn cello van droefgeestige neoklassieke naar overdonderende rockstukken en laveert van David Darling en Alder & Ash naar The Eye Of Time en zelfs Apocalyptica. Het is allemaal van een grootse klasse! Maar erna is hetgeen hij in de studio heeft neergezet gaan broeien en is hij de muziek meer gaan herontdekken, uitdiepen en besluit vanuit een nieuw licht de muziek live opnieuw in te spelen. Dat levert nu het album Worlds Within Live op, dat je haast als een nieuwe cyclus van hetzelfde bronmateriaal kan zien. Ik wil helemaal niets afdingen op zijn debuut, maar hetgeen hij hier laat horen is nóg intenser en weet diepere snaren te raken. Dat het nu in 4 in plaats van 10 stukken wordt geserveerd lijkt ook een logische keus, want zo kunnen de stukken meer tot rijping komen. Het vormt een zinnenstrelende aanvulling op zijn vorige album.
Naast bovengenoemde projecten maakt Raphael ook al sinds 2014 deel uit van de kamerfolk/ neofolk groep Musk Ox, dat in 2007 door gitarist Nathanaël Larochette (The Night Watch, Snares Of Sixes) is opgericht. Inmiddels is hun derde album Inheritance een feit, dat wederom in eigen beheer is uitgebracht. Hierop is tevens violist Evan Runge (The Night Watch) aangeschoven. In ruim 47 minuten brengen ze 5 composities, die zich ergens tussen neoklassiek, kamermuziek, folk en rock ophouden. Wat al snel duidelijk wordt is dat ze genregrenzen of de duiding van hun muziek niet zo belangrijk vinden. De muziek lijkt vooral spontaan al dan niet middels diepe emoties tot stand te komen, al zijn ze wel degelijk gecomponeerd. Op coherente wijze vormt de muziek een soort soundtrack voor ontwrichte tijden (zoals nu) en emotionele zaken. Hoewel ik hun sound uniek vind, moet je ter referentie wellicht denken aan een mix van Matti Bye, David Darling, Julia Kent, Hildur Guðnadóttir, Ólafur Arnalds, Owain Phyfe en L’Arpeggiata. Veel belangrijker is natuurlijk dat dit van een immense, majestueuze schoonheid is.

 

Various Artists: Bills & Aches & Blues (2cd, 4AD)
4AD is één van mijn favoriete labels ooit, hoewel de piek voor mij wel in de jaren 80 en 90 ligt. Maar ook later, lees na het vertrek van de voormalige labelbaas Ivo Watts-Russell, komt er nog voldoende geweldige muziek op uit. Cocteau Twins, Modern English, Dead Can Dance, Clan Of Xymox, Pixies, Throwing Muses, Pale Saints, Bauhaus, Red House Painters, The Breeders, This Mortal Coil, Piano Magic, His Name Is Alive, The Birthday Party, Blonde Redhead, Dome en dergelijke spreken eigenlijk voor zich. Ik noem misschien wel expres meer oudere groepen, omdat die voor mij het label gevormd hebben. Tegenwoordig is de output wisselender qua kwaliteit. Maar vorig jaar bestond 4AD veertig jaar en daar komt nu een soort afterparty van middels de dubbel cd Bills & Aches & Blues. Hierop coveren veelal huidige en toekomstige 4AD-artiesten een nummer naar keuze. Dat pakt erg goed uit, doordat veel hedendaagse artiesten een heel andere visie op de muziek loslaten. Wat ik jammer vind is dat het lijkt of er een gebrek aan kennis bij diezelfde artiesten en ze de veilige indie-route verkiezen. The Breeders, wat ik echt een topband vind, wordt maar liefst 3 keer gecoverd en levert zelf ook een cover van His Name Is Alive. En dan is de voormalige moederband Pixies ook nog aan de beurt door Tkay Maidza. Alleen U.S. Girls grijpt terug naar 1981 met een cover van The Birthday Party. Het voelt daarom soms ook een beetje als een verkooppraatje voor de huidige en nieuwe artiesten op het label als Jenny Hval en Maria Somerville. Los van deze ietwat zure ondertoon hebben de deelnemers hier echt heel fraaie interpretaties afgeleverd en is dit dubbelalbum zondermeer de moeite waard.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.